SlideShare a Scribd company logo
1 of 155
POD Maatschappelijke Integratie,
Armoedebestrijding en Sociale
Economie

                STUDIE NAAR DE EFFECTEN
                VAN DE INVOERING VAN DE
                 WET BETREFFENDE HET
                       RECHT OP
                   MAATSCHAPPELIJKE
                      INTEGRATIE




                     IN OPDRACHT VAN




                    5 NOVEMBER 2004
Voorwoord
            Wij hebben onderhavige opdracht objectief en conform onze deontologische regels
            en intellectuele eerlijkheid uitgevoerd en dragen de verantwoordelijkheid voor alle
            voorstellen, op basis van de aangereikte en verzamelde informatie.
            Wij voorzagen in onze opdracht een aanpak met een aantal duidelijke fasen, waarbij
            telkens teruggekoppeld werd naar een stuurgroep.

            De stuurgroep had een initiërende, signaliserende en bijsturende rol in het project.
            Ze stond tevens in voor de besluitvorming en validering van tussentijdse resultaten
            en het ontwerp van het eindrapport.
            Wij danken de leden van de stuurgroep voor hun actieve medewerking en
            constructieve inbreng: dhr. Lesiw en mevr. Depuyt namens het kabinet van de
            Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
            Gelijke Kansen; dhr. Van Geertsom, mevr. Voets en mevr. Goris namens POD
            Maatschappelijke Integratie.

            In dit rapport worden de begrippen stuurgroep en begeleidingscommissie gebruikt.
            Beide begrippen zijn in dit verband synoniemen.

            Wij danken ook dhr. Neuckermans, dhr. De Coninck en dhr. Seruvire, medewerkers
            van de POD Maatschappelijke Integratie, voor het verstrekken van bijkomende
            kwantitatieve gegevens waar nodig, en hun gewaardeerde inspanningen.

            Tevens danken wij de leden van de werkgroep: mevr. Debast (VVSG), mevr.
            Wastchenko (AVCB-VSGB), dhr. Ernotte (UVCW), dhr. Wauters (OCMW Gent), dhr.
            Van Velthoven (OCMW Turnhout), dhr. Bienfait (OCMW Sint-Joost-ten-node) en
            dhr. Jacques (OCMW Charleroi).
            Ook dhr. Termote van het Steunpunt tot bestrijding van armoede,
            bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting danken wij als lid van de werkgroep. Wel
            merken wij volledigheidshalve op dat de contacten met dhr. Termote niet
            plaatsvonden tijdens de eigenlijke bijeenkomsten van de werkgroep.

            In dit rapport worden de begrippen werkgroep en strategisch klankbord gebruikt.
            Beide begrippen zijn in dit verband synoniemen.

            Ten slotte is zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve analyse dankzij de
            medewerking van een groot aantal OCMW’s tot stand kunnen komen. Ook tal van
            OCMW-gebruikers waren bereid vrijwillig deel te nemen aan de individuele
            enquêtesgesprekken. Al deze mensen wensen wij eveneens te bedanken voor hun
            medewerking, hun beschikbaarheid en hun onthaal.




VOORWOORD
Inhoud
         1. INLEIDING.............................................................................................................. 1
            1. AANLEIDING VOOR DEZE STUDIE........................................................................... 1
                1.1 Geschiedenis van de betreffende wetgeving.............................................. 1
                               1.1.1 Bestaansminimumwet ............................................................................ 1
                               1.1.2 Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie....................1
                  1.2 Belangrijkste wijzigingen door invoering van de RMI-wet........................... 2
                               1.2.1 Individualisering van het recht............................................................... 2
                               1.2.2 Beklemtonen van tewerkstelling............................................................. 2
            2. DOELSTELLINGEN VAN DE STUDIE......................................................................... 4
            3. ONAFHANKELIJKHEID VAN DE STUDIE..................................................................... 5
         2. OPZET & METHODIEK VAN HET ONDERZOEK ................................................. 6
            AANPAK VAN HET ONDERZOEKSPROJECT.................................................................. 7
                1.1 Initiële aanpak............................................................................................. 7
                               1.1.1   Stap    1: Kick-off ....................................................................................... 7
                               1.1.2   Stap    2: Kwantitatief onderzoek & budgettaire effecten.......................... 8
                               1.1.3   Stap    3: Kwalitatief onderzoek................................................................. 9
                               1.1.4   Stap    4: Formuleren van knelpunten en problemen .............................10
                               1.1.5   Stap    5: Formuleren van verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes 11
                1.2 Herziene aanpak....................................................................................... 11
            2. W ERKGROEP EN STUURGROEP........................................................................... 13
                2.1 Samenstelling werkgroep.......................................................................... 13
                2.2 Samenstelling stuurgroep.......................................................................... 13
            3. KWANTITATIEVE BEVRAGING............................................................................... 14
                3.1 Selectie van de steekproef ........................................................................ 14
                               3.1.1   Representativiteit van de steekproef................................................... 14
                               3.1.2   Steekproefkader en samenstelling van de steekproef......................... 14
                               3.1.3   Selectie van de steekproef................................................................... 16
                               3.1.4   Uiteindelijke steekproef........................................................................ 17
                  3.2 Opmaak & structuur van de vragenlijst voor kwantitatieve bevraging ......19
                               3.2.1 Opmaak vragenlijst .............................................................................. 19
                               3.2.2 Structuur van de vragenlijst ................................................................. 20
                  3.3 Methode van versturing............................................................................ 20
                               3.3.1 E-mail ................................................................................................... 20
                               3.3.2 Herinneringsbrief .................................................................................. 20
                               3.3.3 Opvolging............................................................................................. 21
            4. KWALITATIEVE BEVRAGING................................................................................. 22
                4.1 Respons.................................................................................................... 22
                4.2 Methode van bevraging............................................................................ 22
                4.3 Opmaak vragenlijst................................................................................... 23
                4.4 Geïnterviewde personen .......................................................................... 23
                4.5 Samenstelling van de steekproef .............................................................. 23
         3. ONDERZOEKS-RESULTATEN : KWANTITATIEVE ANALYSE ........................ 25
            1. RESPONS OP DE KWANTITATIEVE BEVRAGING ...................................................... 26
                1.1 Overzicht van de OCMW’s met ingevulde kwantitatieve bevraging ........26
                1.2 Respons.................................................................................................... 28
                               1.2.1 Algemene respons................................................................................ 28
                               1.2.2 De representativiteit en de gedetailleerdheid van de respons op elke
                                          vraag wordt in het hiernavolgende hoofdstuk 2 toegelicht.
                                          Respons per gewest..................................................................... 28
                               1.2.3 Respons per grootte............................................................................. 28
                               1.2.4 Respons per belasting.......................................................................... 29
                               1.2.5 Respons per deelname volgens monitoring criterium .........................29
                               1.2.6 Respons per deelname volgens cluster criterium ................................ 30
                               1.2.7 Kruising van de criteria ........................................................................ 30
            2. ANALYSE VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN VOOR DE KWANTITATIEVE BEVRAGING...31
                2.1 Analyse van het aantal RMI-gerechtigden................................................ 31
                               2.1.1 Inleiding................................................................................................ 31
                               2.1.2 Evolutie van het totale aantal gerechtigden......................................... 32
                               2.1.3 Methodologische opmerking................................................................ 34




INHOUD
2.2 Gerechtigden met een financiële tegemoetkoming – gedetailleerde
                          analyse............................................................................................. 34
                               2.2.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 34
                               2.2.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 36
                               2.2.3 Analyse gegevens................................................................................ 36
                  2.3 Gerechtigden met een activeringsmaatregel – gedetailleerde analyse ....40
                               2.3.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 40
                               2.3.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 41
                               2.3.3 Analyse gegevens................................................................................ 41
                  2.4 Gerechtigden met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke
                          integratie........................................................................................... 45
                               2.4.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 45
                               2.4.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 46
                               2.4.3 Analyse gegevens................................................................................ 46
                  2.5 Aantal gerechtigden onderhevig aan terugvorderingen............................ 52
                               2.5.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 52
                               2.5.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 52
                               2.5.3 Analyse gegevens................................................................................ 53
                  2.6 Aantal personen onderhevig aan doorverwijzingen naar
                           onderhoudsplichtigen ....................................................................... 54
                               2.6.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 54
                               2.6.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 54
                               2.6.3 Analyse gegevens................................................................................ 54
                  2.7 Aantal sancties ......................................................................................... 55
                               2.7.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 55
                               2.7.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 55
                               2.7.3 Analyse gegevens................................................................................ 55
                  2.8 Samenstelling van de specifieke doelgroepen.......................................... 56
                               2.8.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 56
                               2.8.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 57
                               2.8.3 Analyse gegevens................................................................................ 57
                  2.9 Weigeringen m.b.t. bestaansminimum- of leefloon-dossiers en beroepen
                          ingesteld bij de Arbeidsrechtbank .................................................... 58
                               2.9.1 Toelichting bij de vragen...................................................................... 58
                               2.9.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 59
                               2.9.3 Analyse gegevens................................................................................ 59
                  2.10 Budgettaire effecten ............................................................................... 60
                               2.10.1 Toelichting bij de vraag...................................................................... 60
                               2.10.2 Representativiteit van de antwoorden................................................ 63
                               2.10.3 Analyse gegevens.............................................................................. 64
                  2.11 Samenwerking met partners.................................................................... 64
                               2.11.1 Toelichting bij vraag 11...................................................................... 64
                               2.11.2 Representativiteit van de antwoorden................................................ 64
                               2.11.3 Analyse gegevens.............................................................................. 65
         4. ONDERZOEKS-RESULTATEN : KWALITATIEVE ANALYSE ............................ 66
            1. BEVRAGING VAN OCMW-VOORZITTERS EN OCMW-MEDEWERKERS...................... 67
                1.1 Inleiding .................................................................................................... 67
                1.2 Algemene perceptie over de nieuwe wetgeving........................................ 68
                               1.2.1 Het recht op maatschappelijke intergatie............................................. 68
                               1.2.2 Financiële aspecten............................................................................. 68
                               1.2.3 Toepassing van de wet........................................................................ 69
                  1.3 Categorieën van rechthebbenden............................................................. 70
                               1.3.1 Algemene opmerkingen ...................................................................... 70
                               1.3.2 Categorieën jongeren en studenten..................................................... 71
                               1.3.3 Categorie “vreemdelingen ingeschreven in bevolkingsregister” ..........73
                  1.4 Individualisering van het recht.................................................................. 74
                  1.5 Communicatie en publiciteit van de nieuwe wet....................................... 74
                  1.6 Netwerk en samenwerking........................................................................ 75
                  1.7 Bevoegdheid van het OCMW ................................................................... 77
                  1.8 Motivatie van de beslissing....................................................................... 78
                  1.9 Wettelijke bezinningstermijn..................................................................... 78
                  1.10 Dringende aanvraag................................................................................ 79
                  1.11 Doorverwijzing en terugvordering............................................................ 79
                  1.12 Bijstandsrecht.......................................................................................... 80
                  1.13 Hoorrecht................................................................................................. 80



INHOUD
1.14 Sancties................................................................................................... 80
                  1.15 Tewerkstelling / activering....................................................................... 81
                               1.15.1    Algemene vaststellingen.................................................................... 81
                               1.15.2    Terminologie “Aangepaste tewerkstelling” ......................................... 82
                               1.15.3    Artikel 60§7 of artikel 61.................................................................... 82
                               1.15.4    Contractverplichting ........................................................................... 82
                               1.15.5    Einde van de tewerkstelling Art.60§7 of Art.61 onder de RMI-wet ....83
                1.16 Verzameling gegevens van de aanvrager............................................... 83
                1.17 Extra subsidies....................................................................................... 84
                1.18 Inschakelen van een controlegeneesheer .............................................. 84
                1.19 Controlefunctie versus begeleidingsfunctie van de maatschappelijk
                          werker............................................................................................... 85
            2. BEVRAGING VAN GEBRUIKERS............................................................................. 86
                2.1 Inleiding..................................................................................................... 86
                2.2 Algemeen.................................................................................................. 86
                2.3 Kennis van de wet van 26 mei 2002......................................................... 87
                2.4 Eerste stap naar het OCMW ..................................................................... 87
                2.5 Reden van aanvraag................................................................................. 87
                2.6 Dringende aanvraag en snelheid van behandelen van de aanvraag........88
                2.7 Aantal tussenpersonen.............................................................................. 88
                2.8 Tewerkstelling of project............................................................................ 88
                               2.8.1   Algemene vaststellingen...................................................................... 88
                               2.8.2   Contractverplichting ............................................................................. 89
                               2.8.3   Tijdelijke duur van tewerkstellingsproject ............................................ 89
                               2.8.4   Bezinningstermijn van 5 dagen............................................................ 89
                 2.9 Doorverwijzing en terugvordering............................................................. 90
                 2.10 Bijstandsrecht.......................................................................................... 90
                 2.11 Hoorrecht................................................................................................. 91
                 2.12 Kwaliteit van de relatie met de maatschappelijk werker ......................... 91
                 2.13 Overeenstemming tussen de verwachtingen van de gebruiker en de
                           oplossing voorgesteld door het OCMW ............................................ 91
                 2.14 Dubbele rol van de maatschappelijk werker........................................... 92
         5. CONCLUSIES....................................................................................................... 93
            1. ALGEMEEN ...................................................................................................... 94
            2. KWANTITATIEF LUIK........................................................................................... 95
            3. KWALITATIEF LUIK.............................................................................................. 97
         6. AANBEVELINGEN.............................................................................................. 101
            1. INHOUD.......................................................................................................... 102
            2. INTERNE WERKING VAN HET OCMW ................................................................ 103
                 2.1 Management Informatie Systeem ........................................................... 103
                 2.2 Communicatie door het OCMW naar doelgroep..................................... 104
            3. SAMENWERKING OCMW EN ANDERE DIENSTEN................................................. 105
                 3.1 Samenwerking OCMW en POD Maatschappelijke Integratie .................105
                               3.1.1   Integratie van M.I.S. in “nationaal” M.I.S. .......................................... 105
                               3.1.2   Communicatie & informatie naar OCMW’s....................................... 105
                               3.1.3   Hulplijn ................................................................................................ 106
                               3.1.4   Calculatietools voor OCMW’s............................................................ 106
                3.2 Kruispuntdatabank.................................................................................. 107
                3.3 Samenwerking OCMW & andere lokale partners.................................... 108
                3.4 Samenwerking OCMW & andere instellingen van sociale zekerheid .....109
                3.5 Samenwerking OCMW & Administratie Kadaster, registratie en domeinen
                         ........................................................................................................ 109
                3.6 Samenwerking OCMW & onderwijs........................................................ 109
            4. REGELGEVING................................................................................................. 111
                4.1 Het recht op maatschappelijke integratie ................................................. 111
                               4.1.1 Nieuwe categorieën............................................................................ 111
                               4.1.2 Categorie vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister....111
                               4.1.3 Doelgroep studenten.......................................................................... 111
                               4.1.4 Opdeling tussen min-25jarigen en plus-25jarigen inzake tewerkstelling
                                         .................................................................................................... 112
                               4.1.5 Doorlooptijd van 3 maanden voor geïndividualiseerd project ...........112
                  4.2 Instrument tegen armoedebestrijding...................................................... 113
                  4.3 Administratieve regels............................................................................. 114



INHOUD
4.3.1 Periode van doorverwijzing (doorzendingsverplichting van het
                                           onbevoegde OCMW).................................................................. 114
                                4.3.2 De informatieplicht ten aanzien van de aanvrager............................ 114
                                4.3.3 Schorsing (sanctie)............................................................................ 114
                                4.3.4 Toelage in de personeelskosten (250 EUR per dossier op jaarbasis)
                                           .................................................................................................... 115
                                4.3.5 Privacy (loonfiche).............................................................................. 115
          VARIA..................................................................................................................... 116
            5. TABELLEN....................................................................................................... 117
            6. FIGUREN........................................................................................................ 119
            7. LITERATUUR................................................................................................... 120
         7. BIJLAGEN........................................................................................................... 121
            1. GECODEERDE KWANTITATIEVE VRAGENLIJST...................................................... 122
            2. KWALITATIEVE VRAGENLIJSTEN......................................................................... 123
                 2.1 Vragenlijst OCMW voorzitter................................................................... 123
                 2.2 Vragenlijst OCMW secretaris.................................................................. 125
                 2.3 Vragenlijst OCMW maatschappelijk werker............................................ 128
                 2.4 Vragenlijst gebruikers.............................................................................. 132
            3. W ET BETREFFENDE HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE..................... 135




INHOUD
1. INLEIDING
                In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de aanleiding en het doel van deze
                studie en aan de belangrijkste objectieven voor de invoering van de wet voor het
                recht op maatschappelijke integratie.




INLEIDING P.1
1. Aanleiding voor deze studie

                             Gedurende de laatste twintig jaar kwamen de fundamenten van de welvaartsstaat
                             meer en meer onder druk te staan ten gevolge van economische, sociale,
                             demografische en culturele veranderingen.
                             Onder impuls van de OESO en van de Europese Unie werd derhalve in de jaren
                             negentig gepleit om de sociale bescherming werkgelegenheidsvriendelijker te maken
                             door mensen te activeren in plaats van te voorzien in uitkeringen.
                             Alhoewel daarvoor al heel wat activeringsmaatregelen getroffen waren in België,
                             brak het discours pas door in 1999 met de komst van de nieuwe regering die België
                             wilde ombouwen tot een actieve welvaartsstaat.
                             Eén van de doelgroepen voor dit activeringsbeleid vormen de
                             bestaansminimumgerechtigden. De mogelijkheden voor de OCMW’s – als uitvoerder
                             van de wet op het bestaansminimum – om cliënten te activeren en tewerk te stellen
                             werden door de nieuwe regeling daarom ook in toenemende mate uitgebreid.
                             Bij de voorbereidende werkzaamheden voor de wet inzake het recht op
                             maatschappelijke integratie van mei 2002 (ook wel RMI-wet of leefloonwet
                             genoemd) werd afgesproken de effecten van de wet te onderzoeken en te
                             evalueren.
                             Deze studie evalueert de RMI-wet één jaar na toepassing ervan, dit wil zeggen
                             gedurende de periode september 2002 tot en met september 2003.




1.1 Geschiedenis van de betreffende wetgeving
                             De wet inzake het recht op maatschappelijke integratie van 26 mei 2002, ter
                             vervanging van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op
                             bestaansminimum (ook wel de bestaansminimumwet genoemd), is van kracht
                             geworden op 1 oktober 2002.

1.1.1      Bestaansminimumwet
                             De oude bestaansminimumwet, één der drie belangrijkste pijlers van de OCMW-
                             regelgeving, was immers op tal van punten niet meer aangepast aan de grondige
                             economische en maatschappelijke veranderingen die we sedert 1974 kennen.
                             Bovendien was deze wetgeving eerder gericht op het verlenen van financiële steun
                             en minder op maatschappelijke integratie.
                             Het OCMW is sinds 1993 verplicht om binnen de drie maanden volgend op een
                             bestaansminimumaanvraag, een sociaal integratiecontract op te stellen en aan te
                             bieden aan elke bestaansminimumgerechtigde jonger dan 25 jaar. In dit contract zijn
                             de rechten en plichten van de jongere en het OCMW geëxpliciteerd.

1.1.2      Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie
                             Net zoals de oude bestaansminimumwet, voorziet de nieuwe wet (ook wel
                             leefloonwet genoemd) in een uitkering voor mensen waarvan het inkomen kleiner is
                             dan het bestaansminimum.
                             De RMI-wet is echter veel meer dan een louter uitkeringsgerichte wetgeving.
                             De nieuwe wet:
                              legt ook het recht op maatschappelijke integratie vast en dit per persoon,
                              versterkt de rechten van de begunstigde en de aanvrager,



Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.1
   voert een hogere leefloonvergoeding in,
                                zorgt voor een aantal extra kostenvergoedingen voor de inspanningen van
                                 OCMW’s m.b.t. leefloondossiers,
                              herdefinieert het toepassingsgebied conform de actuele diversiteit van
                                 gezinsstructuren
                              en breidt het toepassingsgebied uit tot de vreemdelingen die ingeschreven zijn in
                                 het bevolkingsregister met het oog op en betere maatschappelijke integratie van
                                 deze doelgroep.
                             Streefdoel van de nieuwe wet is niet enkel een inkomensgarantie, maar evenzeer
                             een actieve participatie van elkeen in onze samenleving middels deelname aan het
                             maatschappelijk leven, in eerste instantie door integratie middels tewerkstelling.
                             De klemtoon verschuift dus van een minimumloon naar maatschappelijke integratie.
                             Hierbij wordt uitgegaan van een wederzijds solidariteitsprincipe tussen zowel
                             maatschappij als cliënt.
                             Bijzondere aandacht wordt daarbij besteed aan de begeleiding van de min-25jarigen
                             qua autonome participatie in onze samenleving en aan de versterking van de
                             gebruikersrechten.




1.2 Belangrijkste wijzigingen door invoering van de
    RMI-wet

1.2.1      Individualisering van het recht
                             In tegenstelling tot de oude bestaansminimumwet worden gehuwde leefloon-
                             gerechtigden nu als individu behandeld en niet meer als een koppel. Terwijl vroeger
                             een gehuwd koppel in één dossier behandeld werd, worden de partners nu in twee
                             dossiers behandeld.
                             Tevens worden gehuwde partners en niet-gehuwde partners op gelijke voet
                             behandeld.
                             Achterliggende motivatie is om zich specifiek te richten op elk individu afzonderlijk
                             teneinde de sociale integratie efficiënter te laten verlopen.


1.2.2      Beklemtonen van tewerkstelling
                             De filosofie van de RMI-wet stelt dat tewerkstelling de ultieme vorm van integratie is
                             en maakt hiervan dan ook een topprioriteit. En dit in het bijzonder voor de min-
                             25jarige leefloners.
                             Enerzijds is deze bevolkingsgroep volgens studies verhoudingsgewijs het sterkst
                             gegroeid qua aantal en qua relatief belang in de bestaansminimumpopulatie
                             gedurende het decennium voorafgaand aan de invoering van de nieuwe regelgeving.
                             Anderzijds wenste de wetgever een “positieve discriminatie” van deze doelgroep om
                             te voorkomen dat jongeren anders in de totaliteit van de leefloonpopulatie opgingen
                             en zo een groter risico op een langere of “eeuwige” inactiviteit en afhankelijkheid van
                             werkloosheidssteun of nood aan leefloon of andere hulp. Met alle bijhorende
                             negatieve gevolgen & gevoelens bij de betrokkenen qua maatschappelijke waarde &
                             waardering.
                             In de nieuwe regelgeving is de maatschappelijke integratie voor min-25jarigen enkel
                             mogelijk in de vorm van tewerkstelling of van een geïndividualiseerd project.
                             Een OCMW krijgt drie maanden de tijd om de jongere te activeren (enge
                             interpretatie van de regelgeving) of te begeleiden richting activering (ruime
                             interpretatie van de regelgeving).




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.2
Voor de plus-25jarigen geldt deze termijn niet, wat niet wegneemt dat ook voor hen
                             tewerkstelling de ultieme vorm van integratie is.
                             Voor de OCMW’s zijn de belangrijkste wijzigingen:
                             1.        Actieve rol voor het OCMW bij het realiseren van de tewerkstelling.
                             2.        Overheidsbetoelaging voor werkingskosten, afhankelijk van het aantal
                                       dossiers.
                             Andere krachtlijnen zijn de verhoging van het leefloon, de aanpassing van
                             categorieën op basis van de gewijzigde gezinsstructuren en de gelijke behandeling
                             van de betrokkenen, waarbij ook vreemdelingen ingeschreven in het
                             bevolkingsregister recht hebben op een leefloon.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.3
2. Doelstellingen van de studie

                             Het doel van deze studie is drieledig:

                             1. De evaluatie van de nieuwe RMI-wet ten aanzien van de vroegere
                                bestaansminimumwet.
                                Dit zal verwezenlijkt worden door het uitgebreide kwantitatief onderzoek waarbij
                                een aantal cijfergegevens ons een duidelijk beeld moet geven over de evolutie
                                van diverse aspecten van de bestaansminimumwet naar de RMI-wet.

                             2. Een vergelijking van de letter van de wet met de geest van de wet. Hierbij moet
                                nagegaan worden wat de nieuwe wet in de praktijk betekent voor de Openbare
                                Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s) en voor de begunstigden.
                                Deze vergelijking zal gebeuren aan de hand van een kwalitatief onderzoek
                                waarbij we een groot aantal mandatarissen van OCMW’s en een afdoend aantal
                                begunstigden zullen interviewen, om zo te toetsen in hoeverre de wet in de
                                praktijk wordt omgezet.

                             3. Het uitwerken van verbeteringsvoorstellen en mogelijke oplossingspistes voor de
                                eventueel vastgestelde knelpunten of problemen van de nieuwe wet.
                                Uit het kwalitatief onderzoek en uit de correlatie ervan met het kwantitatief
                                onderzoek zal blijken waar er problemen opduiken en waar de eventuele
                                knelpunten in de nieuwe wet zich bevinden. Hiervoor zullen wij oplossingen
                                bieden en verbeteringsvoorstellen formuleren.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.4
3. Onafhankelijkheid van de studie

                             Belangrijk is op te merken dat onze analyse onafhankelijk is en gebaseerd is op de
                             eigen resultaten verkregen door de kwantitatieve en kwalitatieve bevragingen. Dit
                             betekent dat wij geen rekening hebben gehouden met de resultaten van studies
                             uitgevoerd door andere vorsers of door andere actoren, zoals de VVSG, de AVCB-
                             VSGB en de UVCW.
                             Wel is er tijdens het onderzoek akte genomen van de opmerkingen van de
                             verschillende actoren. Wij hebben waar mogelijk onderzocht in hoeverre deze
                             opmerkingen door onze kwantitatieve en kwalitatieve analyse bevestigd worden.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.5
2. OPZET & METHODIEK
   VAN HET ONDERZOEK




ONDERZOEKSOPZET & METHODIEK P.6
Aanpak van het onderzoeksproject

                                   Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de stappen en methodieken in het onderzoek.
                                   In bepaalde stappen van het onderzoek werd op advies van de werkgroep en/of
                                   stuurgroep en na akkoord van de stuurgroep een andere aanpak gevolgd dan de
                                   initieel voorgestelde aanpak.
                                   Deze herzieningen tijdens de loop van het onderzoek vonden plaats in functie van
                                   de beoogde representatieve resultaten van het onderzoek.
                                   Terwijl § 1.1onder de originele aanpak beschrijft, verduidelijken we in § 1.2onder de
                                   wijzigingen in deze aanpak.




1.1 Initiële aanpak
                                   Onderstaande figuur toont schematisch de verschillende stappen in het onderzoek.
                                   De aanpak wordt vervolgens stap per stap toegelicht. Wij merken op dat de
                                   beschrijving slaat op de initiële aanpak, zoals voorgesteld in onze offerte.
           Fig.1.                          Stappenplan van het onderzoek

                       Stap 1                   Stap 2               Stap 3              Stap 4              Stap 5
                      Kick - off
                                             Kwantitatief          Kwalitatief         Formuleren         Formuleren
                                              onderzoek
                                                                   onderzoek               Van                van
                                                   &
                                                                                        knelpunten         Verbeterings-
                                                 budgettaire                                                voorstellen
                                                                                           En
                                               effecten                                                        en
                                                                                       problemen
                                                                                                          Oplossings- -
                                                                                                            pistes




1.1.1      Stap 1: Kick-off

           1.1.1.1                 Objectieven
                                   −   Bepalen van de aanpak en voortgang, de samenwerkingsprincipes tussen
                                       begeleidingscommissie en onderzoeksteam.
                                   −   Validatie van strategisch klankbord van externe experts.
                                   −   Verfijnen van de scope van de opdracht en haar doelstellingen, en van de
                                       aanpak van de opdracht.
                                   −   Verzamelen van alle relevante input: wetgevingsteksten, gegevens van de reeds
                                       in gebruik zijnde monitoringtool bij 60 OCMW’s, projectdocumenten, …
                                   −   Inzicht krijgen in de spreiding van OCMW’s en begunstigden.
                                   −   Taakaflijning voor alle partijen die bij het project betrokken zullen worden.

           1.1.1.2                 Initiële aanpak
                                   −   Voorstelling van de methodologie, de aanpak van het project, en de leden van
                                       het onderzoeksteam.
                                   −   Samenstelling van de begeleidingscommissie.
                                   −   Taakaflijning van interne POD-medewerkers en OCMW-medewerkers.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.7
−    Opmaak finale projectplanning en timing.

           1.1.1.3             Resultaat
                               −    Concrete afspraken betreffende het projectverloop en de verantwoordelijken van
                                    de verschillende actoren.
                               −    Projectplanning met mijlpalen, inclusief tussentijdse vergaderingen van de
                                    begeleidingscommissie en de gewenste tussentijdse rapporteringen.

1.1.2      Stap 2: Kwantitatief onderzoek & budgettaire effecten

           1.1.2.1             Objectieven
                               −    Onderzoek naar evoluties van de aantallen en profielen van de gerechtigden op
                                    maatschappelijke integratie tussen september 2002 en september 2003 met
                                    aanduiding van onder meer categorieën begunstigden, leeftijdscategorieën,
                                    types activering, types individuele integratieplichtigen, verhaal
                                    onderhoudsplichtigen, sancties met bijzondere aandacht voor studenten,
                                    vreemdelingen en artiesten.
                               −    Berekenen van eventuele meerkost OCMW’s inzake hun maatschappelijke
                                    opdracht.

           1.1.2.2             Initiële aanpak
                               −    Opstellen van een vragenlijst voor OCMW-mandatarissen, en van een
                                    bevragingsmeetinstrument om minimum al de in het bestek gevraagde
                                    informatie (ook budgettaire) te kunnen bekomen, rekening houdende met de
                                    door de POD reeds gebruikte monitoringtool bij 60 OCMW’s.
                               −    Tussentijdse validatie van de vragenlijst en het meetinstrument door het
                                    strategisch klankbord én door de begeleidingscommissie.
                               −    Schriftelijke bevraging van een representatief staal van ca. 120 OCMW’s,
                                    verspreid over België (middels port betaald door bestemmeling). Hoofddoel
                                    hierbij was om een antwoord te bekomen van minstens 60 OCMW’s, met een
                                    belangrijke vertegenwoordiging erin van die OCMW’s die reeds via de
                                    monitoringtool door de POD bevraagd worden. Deze OCMW’s zullen daarom
                                    individueel opgevolgd worden qua deelname (m.a.w. telefonische contactname
                                    na zekere responstijd).
                                    Wij verwijzen naar §1.2onder voor de herziene aanpak hieromtrent.
                               −    De bekomen budgettaire informatie van elk deelnemend OCMW wordt
                                    vergeleken met de informatie, zoals beschikbaar op niveau van de 3
                                    gemeenschappen.
                               −    Verwerking van de verkregen gegevens in overzichtelijke tabellen, die zo
                                    opgesteld zijn dat de opdrachtgever hen in de toekomst zelf kan hanteren voor
                                    nieuwe en/of bijkomende onderzoeken.

           1.1.2.3             Resultaat
                               −    Tussentijds rapport met resultaten van kwantitatieve bevraging waarbij reeds de
                                    eerste eventuele pijnpunten inzake budgettaire effecten worden blootgelegd, en
                                    waarin de kwantitatieve evolutie van aantallen en profielen visueel verwoord
                                    worden.
                               −    Uitgebreide bespreking in begeleidingscommissie van eerste resultaten, en
                                    formuleren van aandachtspunten voor nader onderzoek in kwalitatief gedeelte.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.8
1.1.3      Stap 3: Kwalitatief onderzoek
                               Deze fase behelsde een uitgebreide interviewronde van OCMW-mandatarissen én
                               een diepgaand gesprek met een aantal begunstigden. Op deze wijze streefden wij
                               ernaar om zowel vanwege de aanbodzijde als vanwege de vraagzijde relevant
                               inzicht te bekomen in de problematiek.
                               Aangezien de aanpak sterk verschillend was naargelang de doelgroep, lichten we de
                               aanpak per doelgroep afzonderlijk toe.

           1.1.3.1             Stap 3a. Kwalitatief onderzoek bij OCMW’s

                               A. Objectieven
                               −    Middels diepgaande bevraging van OCMW’s komen tot een grondige
                                    interpretatie en analyse van de wet en tot een interpretatie van de cijfers uit het
                                    kwantitatief onderzoeksgedeelte, teneinde na te gaan of de opzet en de
                                    motieven van de wet ook daadwerkelijk in de praktijk hun uitwerking hebben.
                               −    Onderzoek bij een representatieve steekproef van OCMW’s.

                               B. Initiële aanpak
                               −    Op grond van een diepgaande vergelijking van nieuwe wet en oude wet en op
                                    basis van de gegevens van het kwantitatieve onderzoeksgedeelte wordt een
                                    interviewvragenlijst opgesteld, die tevens toelaat om naargelang de
                                    gesprekssituatie op specifieke aandachtspunten dieper in te gaan.
                               −    Voorafgaandelijk toezending van de interviewleidraad aan uitgenodigde
                                    sleutelfiguren en telefonische opvolging van en aansporing tot hun deelname.
                                    Ons oorspronkelijk voorstel was om 2 interviewleidraden uit te werken: één voor
                                    de sociale dienstverleners en één de voor voorzitter, ontvanger en secretaris.
                                    Qua aantal deel te nemen OCMW’s stelden wij initieel voor om alle OCMW’s uit
                                    te nodigen die de kwantitatieve bevraging ingevuld terugstuurden (d.w.z. min.
                                    60).
                                    Wij verwijzen naar §1.2onder voor de gewijzigde aanpak.
                               −    Interviews met behulp van deze vragenlijst bij de sleutelfiguren van OCMW’s,
                                    middels een rondetafelgesprek met o.a. voorzitter, secretaris, hoofd sociale
                                    dienst, één of meerdere veldwerkers. Initieel stelden wij voor om deze geleide
                                    discussies niet per individueel OCMW (tenzij een OCMW dit expliciet verkoos)
                                    doch per groep van 2 à 3 OCMW’s, en dit op subprovinciale basis, te
                                    organiseren. Dit met het oog op een kruisbestuiving en interne dynamiek die in
                                    dergelijke groepsgesprekken ontstaat. Wij voorzagen 3 à 4 dergelijke
                                    rondetafelgesprekken per provincie, dus ca. 30 à 40 (inclusief 2 in Brussels
                                    Hoofdstedelijk Gewest), en dit in één van de deelnemende OCMW’s dan wel in
                                    één van onze lokale kantoren in België.
                               −    Ook de jaarverslagen van de deelnemende OCMW’s worden bestudeerd inzake
                                    gegevens relevant voor deze studie.

                               C. Resultaat
                               −    Rapport van kwalitatief onderzoek met daarin eerste resultaten van eventuele
                                    discrepantie tussen theorie en praktijk wetgeving.
                               −    Rapportering van de verschillenanalyse tussen kwantitatief en kwalitatief
                                    onderzoek.

           1.1.3.2             Stap 3b. Kwalitatief onderzoek bij begunstigden en/of rechthebbenden

                               A. Objectieven
                               −    Middels individuele bevraging nagaan of het opzet en de motieven van de wet
                                    ook als positief geëvalueerd worden, en in hoeverre de relevante gegevens bij
                                    hen op een sluitende en duidelijke wijze gekend zijn. Hierbij wordt onder meer de



Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.9
toepassing van de informatieplicht van het OCMW, het bijstandsrecht en het
                                   respect van alle andere rechten van de begunstigden geëvalueerd.
                               −   Onderzoek van een beperkt maar representatief staal van begunstigden en/of
                                   rechthebbenden, die cliënt zijn bij die OCMW’s die deelnamen aan het
                                   kwantitatief én het kwalitatief onderzoeksgedeelte.
                               −   En dit alles met inachtneming van de wetgeving inzake privacy.

                               B. Initiële aanpak
                               −   Uitwerking van een interviewleidraad en een eenvoudig begrijpbaar en leesbaar
                                   meerkeuze-antwoordblad, in samenwerking met hoofden sociale dienst en
                                   maatschappelijk werkers van een aantal OCMW’s, die aan het kwantitatief
                                   onderzoek deelnamen.
                               −   Deze interviewleidraad en meerkeuze-antwoordblad toesturen aan de
                                   verantwoordelijken sociale dienst van die OCMW’s die hun medewerking
                                   verlenen aan de lokale rondetafelgesprekken, en dit voorafgaandelijk aan de
                                   rondetafelgesprekken. Vergezeld van de vraag aan de verantwoordelijke sociale
                                   dienst opdat zij in hun cliënteel op basis van door ons opgegeven criteria een
                                   representatief staal van ca. 5 à 10 begunstigden om hun vrijwillige medewerking
                                   verzoeken (dit teneinde de privacyregelgeving te respecteren) en hen uitnodigen
                                   op het OCMW-centrum op de datum van het lokale rondetafelgesprek met
                                   OCMW-sleutelfiguren.
                                   Wij verwijzen naar §1.2onder voor de details van de gewijzigde aanpak.
                               −   Aansluitend of voorafgaand aan lokale rondetafelgesprekken met OCMW’s:
                                   mondelinge debriefing van de interviewleidraad en de doelstellingen aan de
                                   medewerker sociale dienst, en vervolgens kort interview met de uitgenodigde of
                                   aanwezige begunstigden door de betrokken maatschappelijk werker (= hun
                                   vertrouwenspersoon) in aanwezigheid van een lid van het onderzoeksteam (=
                                   bewaker van objectiviteit).
                                   Wij verwijzen naar §1.2onder voor de gewijzigde aanpak.

                               C. Resultaat
                               −   Rapport van kwalitatief onderzoek
                               −   Aanzet tot resultaatbeoordeling in Ernst & Young strategisch klankbord cq.
                                   werkgroep en in begeleidingscommissie cq. stuurgroep

1.1.4      Stap 4: Formuleren van knelpunten en problemen

           1.1.4.1             Objectieven
                               −   De gegevens van kwalitatief en kwantitatief onderzoek worden in het grotere
                                   perspectief van het onderzoek onderling vergeleken.
                               −   Verbanden tussen beide onderzoeken moeten een aanzet geven tot
                                   inventarisrapport.
                               −   Overleg in werkgroep en stuurgroep.

           1.1.4.2             Initiële aanpak
                               −   Grondige studie van resultaten van kwantitatief en kwalitatief onderzoek en de
                                   budgettaire effecten.
                               −   Terugkoppeling van de bekomen knelpunten en problemen naar een beperkt
                                   aantal materie-experten, verzameld in de werkgroep.
                               −   Overleg in begeleidingscommissie over bekomen resultaten.

           1.1.4.3             Resultaat
                               −   Definitieve inventaris van problemen en knelpunten.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.10
−   Verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes.

1.1.5      Stap 5: Formuleren van verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes

           1.1.5.1             Objectieven
                               −   Definitieve formulering van analyseresultaten, verbeteringsvoorstellen en
                                   oplossingspistes op socio-juridisch en socio-financieel vlak.
                               −   Overdracht ontwikkelde tools en meetinstrumenten.
                               −   Raadgevingen en aanbevelingen in het kader van eventuele latere, toekomstige
                                   evaluaties meegeven zodat de POD Maatschappelijke Integratie,
                                   Armoedebestrijding en Sociale economie latere evaluaties zelf aankan.

           1.1.5.2             Initiële aanpak
                               −   Presentatie van het eindrapport aan opdrachtgever.
                               −   Oplevering van het eindrapport.
                               −   Overdracht ontwikkelde tools en meetinstrumenten.




1.2 Herziene aanpak
                               Zowel in stap 2 (kwantitatief onderzoek), stap 3a (Kwalitatief onderzoek bij OCMW’s)
                               als stap 3b (Kwalitatief onderzoek bij begunstigden) hebben wij tijdens het project de
                               aanpak enigszins herzien, met het oog op representatievere respons.
                               Vooreerst hebben wij de uitgewerkte vragenlijsten en meetinstrumenten diepgaand
                               besproken tijdens hun conceptfase met een groter dan initieel voorzien aantal
                               OMCW’s, teneinde de diversiteit tussen OCMW’s volledig op te vangen.
                               Vervolgens hebben wij in stap 2 alle aangeschreven OCMW’s die nog niet
                               geantwoord hadden, zowel voor het einde van de eerste deadline als voor het
                               verstrijken van de tweede deadline minstens tweemaal telefonisch gevraagd tot
                               reactie & deelname. Na ontvangst van de gegevens hebben wij vervolgens een
                               groot aantal deelnemende OCMW’s nogmaals gecontacteerd in het kader van
                               verduidelijking van opgeleverde informatie.
                               Waar mogelijk werden “eigenaardige” kwantitatieve gegevens vergeleken met de
                               door het betrokken OCMW aan Ernst & Young of aan de POD opgeleverde
                               jaarverslagen, en met andere kwantitatieve rapporteringen die aan POD werden
                               bezorgd. Tevens werden de antwoorden van diverse vragen (meer bepaald vragen
                               1, 2, 3 en 10), zoals opgeleverd door de deelnemende OCMW’s aan ons, vergeleken
                               qua tendens met de door die OCMW’s aan POD opgeleverde gegevens.
                               Verder werd besloten om de informatieverwerking niet te beperken tot het initieel
                               aantal van circa 60, maar dit uit te breiden tot 81.
                               In akkoord met de stuurgroep heeft dit geleid tot een niet onaanzienlijke verlenging
                               van de onderzoeksperiode, mede gezien de afwezigheid van diverse OCMW-
                               mandatarissen tijdens de traditionele vakantiemaanden.
                               In stap 3.a was oorspronkelijk voorzien dat we de kwalitatieve bevragingen hielden
                               door middel van rondetafelgesprekken op subprovinciale basis.
                               Uiteindelijk werd geopteerd voor individuele gesprekken met voorzitter, secretaris en
                               hoofd sociale dienst of maatschappelijk werker van de deelnemende OCMW’s, en
                               dit op basis van een specifieke vragenlijst per functiehouder.
                               Tevens werd beslist om een groter dan initieel voorzien aantal mandatarissen te
                               interviewen.
                               De finale samenstelling van de te interviewen personen in de kwalitatieve bevraging
                               vindt u terug in 3.4.1.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.11
In stap 3.b tenslotte werd geopteerd voor individuele interviews met begunstigden,
                               zonder aanwezigheid van OCMW-medewerkers.
                               De selectiecriteria voor de begunstigden en het OCMW waaronder ze ressorteren,
                               werden door Ernst & Young opgemaakt en aan de diverse deelnemende OCMW’s
                               bezorgd, zodat het OCMW enkel nog in de rangen van haar cliënteel een aantal
                               personen diende te selecteren die aan onze selectiecriteria beantwoordden.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.12
2. Werkgroep en stuurgroep

                               Bij aanvang van het project werd een werk- en stuurgroep opgericht.
                               Werkgroep
                               De werkgroep betrekt experts uit de dagelijkse praktijk in de studie. De werkgroep
                               dient als klankbord en voor het aftoetsen van de opgestelde vragenlijsten en
                               analyseresultaten.
                               Stuurgroep
                               De stuurgroep heeft niet alleen een rol in het bewaken van de vooruitgang en
                               kwaliteit, maar heeft ook de autoriteit om tussentijdse rapporten te valideren.




2.1 Samenstelling werkgroep
                               De samenstelling van de werk groep verduidelijkt dat verschillende belangengroepen
                               bij deze studie betrokken werden:
                               −   Mevr. Debast, stafmedewerker OCMW-wetgeving & schuldbemiddeling van de
                                   Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG)
                               −   Mevr. Wastchenko, secretaris van de Afdeling Maatschappelijk welzijn en
                                   Sociale bijstand van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het
                                   Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)
                               −   Dhr. Ernotte, Directeur Général van de Fédération des CPAS binnen de L’Union
                                   des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) en als dusdanig expert inzake de
                                   problematiek van “Droit à l’intégration sociale”.
                               −   Dhr. Wouters, secretaris OCMW Gent en voorzitter van de Vereniging van de
                                   Vlaamse OCMW-Secretarissen (VVOS).
                               −   Dhr. Van Velthoven, Hoofd Sociale Dienst Turnhout
                               −   Dhr. Bienfait, CPAS Saint-Josse-ten-Noode
                               −   Dhr. Jacques, Premier Conseiller Service Social CPAS Charleroi
                               −   Dhr. Termote, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en
                                   sociale uitsluiting




2.2 Samenstelling stuurgroep
                               −   Dhr.Van Geertsom, voorzitter POD Maatschappelijke integratie,
                                   Armoedebestrijding en Sociale Economie
                               −   Dhr. Lesiw, Kabinet minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
                                   Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
                               −   Mevr. Depuyt, Kabinet minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
                                   Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
                               −   Mevr. Voets, POD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale
                                   Economie
                               −   Mevr. Goris, POD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale
                                   Economie




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.13
3. Kwantitatieve bevraging



3.1 Selectie van de steekproef

3.1.1      Representativiteit van de steekproef
                               De steekproef is representatief als, ten opzichte van de variabelen, de
                               frequentieverdeling van de variabelen overeenkomt met de frequentieverdeling van
                               de variabelen in de totale populatie.
                               Deze werkwijze geeft dus geen representativiteit over alle steekproefvariabelen in
                               de populatie, enkel ten aanzien van de geselecteerde variabelen.
                               In het kader van deze evaluatie werden volgende steekproefvariabelen weerhouden:
                               −   Aantal inwoners (van de gemeente): grootte van het OCMW, uitgedrukt in groot,
                                   middelgroot en klein, met als maatstaf het aantal inwoners van de gemeente
                               −   Aantal cliënten van het OCMW: belasting van het OCMW op basis van de
                                   verhouding tussen aantal cliënten en aantal inwoners
                               −   Gewest: op basis van de ligging van het OCMW, namelijk in Vlaanderen,
                                   Wallonië of Brussel Hoofdstedelijk Gewest
                               −   Deelname aan de periodieke monitoring, georganiseerd door de POD
                               −  Deelname clustering : het al dan niet lidmaatschap van het OCMW in een lokale
                                  cluster of lokaal samenwerkingsverband met andere OCMW’s
                               De uiteindelijke samenstelling van de steekproef vond plaats na overleg met en in
                               consensus met werkgroep en stuurgroep.

3.1.2      Steekproefkader en samenstelling van de steekproef
                               Omdat alle OCMW’s gekend zijn, komt binnen deze studie het steekproefkader
                               volledig overeen met de populatie (alle Belgische OCMW’s). Voor de kwantitatieve
                               bevraging werden 120 OCMW’s geselecteerd middels een gewogen combinatie van
                               de verschillende steekproefvariabelen.

           3.1.2.1             Monitoring
                               Wij merken op dat de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en
                               Sociale Economie een zogenaamde monitoringgroep heeft uitgebouwd met een 60-
                               tal OCMW’s. Deze groep engageert zich om op maandelijkse basis een aantal
                               specifieke cijfers over de operationele en financiële status van hun OCMW aan de
                               POD door te geven.
                               Doordat deze groep van 60 OCMW’s in principe de gewoonte heeft om informatie
                               aan te leveren en wij ervan uitgingen dat hun informaticastructuur hier wellicht op
                               afgestemd was, werd besloten om deze groep van 60 OCMW’s volledig in de samen
                               te stellen steekproef op te nemen.
                               Tijdens de loop van het onderzoek bleek echter dat meerdere van deze OCMW’s die
                               aan onze bevraging deelnamen, geen of onvolledige informatie aan de POD bezorgd
                               hadden met betrekking tot de informatie die wij voor de maanden september 2002 en
                               september 2003 vroegen. Dit leidde ertoe dat wij vaak lege of onvolledige
                               monitoring-fiches van de betrokken OCMW’s ontvingen. Daarom werd door de POD
                               tijdens ons onderzoek een extra gegevensinzameling succesvol opgestart.



Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.14
Om de steekproef verder gestratifieerd aselect op te kunnen stellen werden de
                               steekproefvariabelen in drie klassen opgedeeld, om op die manier een evenwichtige
                               spreiding te bekomen. De gegevens betreffende aantal cliënten, grootte van
                               gemeenten en steden, en gewest zijn afkomstig van enerzijds het Nationaal Instituut
                               voor de Statistiek (NIS) en anderzijds de POD Maatsschappelijke integratie.

           3.1.2.2             Gewest

                               A. Definitie
                               −   Vlaams
                               −   Brussels
                               −   Waals

                               B. Bepaling van het quotum
                                                      Tab.1.      Bepaling van het quotum voor gewest
                                Totaal    Theoretisch Populatie    Reeds in Bijkomend    Totaal        Steekproef
                                aantal    e verdeling verdeling    monitoring  nodig                    verdeling
                               OCMW's
              Vlaams                308          63        52%           26        32         58            48%
              Brussel                19           4         3%           11         1         12            10%
              Waals                 262          53        44%           23        27         50            42%
              Totaal                589         120       100%           60        60        120           100%


                               De Vlaamse OCMW’s vertegenwoordigen 52%, de Waalse OCMW’s 44% en de
                               Brusselse OCMW’s slechts 3% in de totale OCMW-populatie.
                               In de samenstelling van de steekproef hebben wij geopteerd om een groter aantal
                               Brusselse OCMW’s dan het vereiste aantal van 3 aan te schrijven, en dit teneinde
                               een toereikende representativiteit van Brusselse OCMW’s te bekomen. Dit heeft
                               ertoe geleid dat “slechts” 58 i.p.v. 63 Vlaamse OCMW’s en “slechts” 50 i.p.v. 53
                               Waalse OCMW’s werden uitgenodigd tot deelname.

           3.1.2.3             Grootte van het OCMW

                               A. Definitie
                               Deze variabele wordt bepaald door het aantal inwoners van de stad of gemeente
                               waar het OCMW zich bevindt.
                               Wij merken hierbij op dat deze indeling gekozen werd in het streven naar een
                               representatieve steekproef, en dus niet noodzakelijk overeenkomt met andere
                               mogelijke definities van de OCMW-grootte.
                               −   Klein OCMW                              :        < 10.800 inwoners
                               −   Middelgroot OCMW                        :        10.800 tot 80.000 inwoners
                               −   Groot OCMW                              :        > 80.000 inwoners

                               B. Bepaling van het quotum
                               In de monitoringgroep zijn alle 11 grote OCMW’s aanwezig. In de theoretische
                               verdeling zijn maar 2 dergelijke OCMW’s nodig.
                               Toch werd besloten om alle 11 grote OCMW’s in de steekproef te houden, teneinde
                               een representatief staal te bekomen van de grote OCMW’s. Zoniet zouden grote
                               steden als Antwerpen, Luik, … niet in de steekproef opgenomen zijn, en zou de
                               variabele “grootte” tot weinig relevante resultaten geleid hebben.
                                                      Tab.2.      Bepaling van het quotum voor grootte
                                Totaal    Theoretisch Populatie    Aangepast Reeds in Bijkomend           Totaal    Steekproef
                                aantal    e verdeling verdeling    e verdeling monitoring nodig                      verdeling
                               OCMW's

              Kleine                276           56        47%           52        12            40           52         43%
              Middelgrote           302           62        51%           57        37            20           57         48%
              Grote                  11            2         2%           11        11             0           11          9%
              Totaal                589          120       100%          120        60            60          120        100%




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.15
Verder hebben wij niet enkel rekening gehouden met een toereikend aantal grote en
                               middelgrote OCMW’s, maar ook met een voldoende aantal kleine OCMW’s. Als
                               dusdanig is deze groep weinig vertegenwoordigd in de “monitoringgroep”, maar
                               vertegenwoordigen ze wel een belangrijk deel van de OCMW-populatie.

           3.1.2.4             Belasting van het OCMW

                               A. Variabelen
                               Deze variabele is een indicatie van hoe zwaar een OCMW “belast” is.
                               Wij merken op dat de term “belasting” in deze studie slechts een indicatie is van de
                               OCMW-belasting, gebaseerd op de verhouding van het aantal cliënten tot het aantal
                               inwoners in de stad of gemeente. In die zin mag de term belasting in deze studie dus
                               niet verward worden met de reële werkdruk van de OCMW-medewerkers.
                               De belasting wordt berekend door het aantal cliënten te delen door het aantal
                               inwoners in de stad of gemeente:
                               −   Licht belast                   :          < 0,27%
                               −   Middel belast                  :          tussen 0,27% tot 1,27%
                               −   Zwaar belast                   :          > 1, 27%

                               B. Bepaling van het quotum
                               De cijfergegevens over het aantal cliënten zijn afkomstig van de POD
                               Maatschappelijke integratie en slaan op het aantal bestaansminimumgerechtigden in
                               2002.
                                                      Tab.3.      Bepaling van het quotum voor belasting
                                Aantal    Theoretisch Populatie       Aangepast Reeds in Bijkomend   Totaal    Verdeling
                               OCMW's          e      verdeling            e     monitoring nodig
                                           verdeling                   verdeling
              Licht belast          258          53        44%              49         9        40        49        41%
              Middel belast         310          63        53%              55        35        20        55        46%
              Zwaar belast           21           4         4%              16        16         0        16        13%
              Totaal                589         120       100%             120        60        60       120       100%


                               De monitoringgroep omvat reeds 16 zwaar belaste OCMW’s, alhoewel er voor de
                               theoretische verdeling slechts 4 vereist zijn.
                               Er werd besloten om alle 16 zwaar belaste OCMW’s toch in de steekproef op te
                               nemen.

           3.1.2.5             Clustergroep
                               Sommige OCMW’s maken deel uit van een lokale cluster, d.w.z. een
                               overleggroepering van verschillende OCMW’s. Voor zover mogelijk wensen wij in de
                               steekproef een representatief aantal clustergroep OCMW’s op te nemen, teneinde
                               na te gaan of cluster-OCMW’s wezenlijk verschillen van niet-cluster OCMW’s inzake
                               activering, individuele integratieprojecten, samenwerking met andere diensten
                               binnen en buiten OCMW, …
                               50 OCMW’s zijn lid van dergelijke clusters. Op 589 OCMW wil dit zeggen 8,4%
                               cluster-OCMW’s. De steekproef van 120 aan te schrijven OCMW’s bevatte daarom
                               11 cluster-OCMW’s.

3.1.3      Selectie van de steekproef
                               De uiteindelijke selectie en samenstelling van de steekproef gebeurden in twee
                               delen:
                               −   Om te voorkomen dat een te groot aantal OCMW’s werd aangeschreven, dat
                                   niet op een vlotte wijze de verscheidenheid aan informatie kon aanleveren,
                                   werden alle 60 OCMW’s uit de monitoringgroep de facto opgenomen in de
                                   steekproef.
                               −   60 andere OCMW’s werden willekeurig uit de overblijvende lijst van Belgische
                                   OCMW’s geselecteerd, rekening houdend met volgende criteria:


Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.16
Tab.4.    Selectie en samenstelling van de bijkomende steekproef

                                Theoretische verdeling                        Werkelijke verdeling
               Brussel              1      OCMW                                   1      OCMW
               Vlaanderen          14      Kleine OCMW's, licht belast           14      Kleine OCMW's, licht belast
                                    7      Kleine OCMW's,Middel belast            7      Kleine OCMW's,Middel belast
                                    7      Middelgrote OCMW's, licht belast       7      Middelgrote OCMW's, licht belast
                                    4      Middelgrote OCMW's Middel belast       4      Middelgrote OCMW's Middel belast
               Wallonië            12      Kleine OCMW's, licht belast           12      Kleine OCMW's, licht belast
                                    6      Kleine OCMW's,Middel belast            6      Kleine OCMW's,Middel belast
                                    6      Middelgrote OCMW's, licht belast       2      Middelgrote OCMW's, licht belast
                                    3      Middelgrote OCMW's Middel belast       7      Middelgrote OCMW's Middel belast


                                 Wij merken op dat wij hierdoor in Wallonië slechts 2 middelgrote, licht belaste
                                 OCMW’s zouden bereikt hebben zijn in plaats van de theoretisch noodzakelijke 6.
                                 Daarom werden er 4 bijkomende middelgrote middelzwaar belaste OCMW’s
                                 toegevoegd aan de oorspronkelijke verdeling (7 in plaats van 3).
                                 Bovendien is er 1 extra Brusselse OCMW bijgekomen, waardoor ook 1 extra zwaar
                                 belast.
                                 De hiernavolgende tabel geeft de synthese volgens de gehanteerde criteria.
                                                      Tab.5.    Samenstelling steekproef volgens de gehanteerde criteria

               Regio                                         Belasting                                    Grootte
                                              Licht       Middel    Zwaar       Totaal      Klein     Middel    Groot       Totaal
               Brussel                          -           6          6         12                     9          3         12
               Wallonië                        14          26         10         50            26      20          4         50
               Liege                            4           6          4         14             6       7          1         14
               Namur                            1           5          1          7             4       2          1          7
               Brabant Wallon                   5           4          -          9             5       4                     9
               Hainaut                          2           8          4         14             6       6          2         14
               Luxemburg                        2           3          1          6             5       1                     6
               Vlaanderen                      29          28          1         58            25      29          4         58
               Antwerpen                        8           6                    14             7       6          1         14
               Limburg                          3           2                     5             3       2                     5
               Oost-Vlaanderen                  5           9                    14             6       7          1         14
               Vlaams Brabant                   8           3                    11             5       5          1         11
               West-Vlaanderen                  5           8          1         14             4       9          1         14
               Totaal                          43          60         17         120           51      58         11         120




3.1.4      Uiteindelijke steekproef
                                         De tabel op de hiernavolgende pagina’s geeft het detail van de geselecteerde
                                         120 OCMW’s.

                                                      Tab.6.    Lijst van geselecteerde OCMW’s*
           Regio / Provincie                    Gemeente                                 Grootte      Belasting       Monitoring      Cluster
           Brussel
                                                Koekelberg                                 M               M
                                                Sint-Joost-ten-Node                        M               Z                m
                                                Etterbeek                                  M               Z                m
                                                Sint-Gillis                                M               Z                m
                                                Vorst                                      M               M                m
                                                Sint-Lambrechts-Woluwe                     M               M                m
                                                Sint-Jans-Molenbeek                        M               Z                m
                                                Elsene                                     M               Z                m
                                                Ukkel                                      M               M                m
                                                Anderlecht                                 G               M                m
                                                Schaarbeek                                 G               M                m
                                                Brussel                                    G               Z                m
           Wallonië
           Province de Liège                    Crisnée                                    K               L


           *   Legende: Grootte  K = klein / M = Middelgroot / G = Groot ; Belasting  L = Lichte belasting / M = Middelmatige belasting / Z
               = Zware belasting ; Monitoring  m = behorend tot monitoringgroep ; Cluster  c = behorend tot clustergroep



Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.17
Province de Liège                  Stoumont             K   L
           Province de Liège                  Dalhem               K   L
           Province de Liège                  Sankt-Vith           K   L       c
           Province de Liège                  Blégny               M   M
           Province de Liège                  Herve                M   M
           Province de Liège                  Ans                  M   M
           Province de Liège                  Donceel              K   M   m
           Province de Liège                  Comblain-au-Pont     K   M   m
           Province de Liège                  Eupen                M   M   m
           Province de Liège                  Huy                  M   Z   m
           Province de Liège                  Verviers             M   Z   m
           Province de Liège                  Seraing              M   Z   m
           Province de Liège                  Liège                G   Z   m
           Province de Namur                  La Bruyère           K   L
           Province de Namur                  Beauraing            K   M
           Province de Namur                  Mettet               M   M
           Province de Namur                  Viroinval            K   M   m
           Province de Namur                  Assesse              K   M   m
           Province de Namur                  Eghezée              M   M   m
           Province de Namur                  Namur                G   Z   m
           Prov. du Brabant wallon            Mont-Saint-Guibert   K   M
           Prov. du Brabant wallon            Beauvechain          K   L
           Prov. du Brabant wallon            Perwez               K   L
           Prov. du Brabant wallon            Chaumont-Gistoux     K   L
           Prov. du Brabant wallon            Grez-Doiceau         M   L
           Prov. du Brabant wallon            Lasne                M   L
           Prov. du Brabant wallon            Nivelles             M   M
           Prov. du Brabant wallon            Braine-le-Château    K   M   m
           Prov. du Brabant wallon            Braine-l'Alleud      M   M   m
           Province du Hainaut                Froidchapelle        K   M       c
           Province du Hainaut                Sivry-Rance          K   M       c
           Province du Hainaut                Silly                K   L
           Province du Hainaut                Estaimpuis           K   L
           Province du Hainaut                Thuin                M   M
           Province du Hainaut                Manage               M   M
           Province du Hainaut                Celles               K   M   m
           Province du Hainaut                Chièvres             K   M   m
           Province du Hainaut                Châtelet             M   Z   m
           Province du Hainaut                Mouscron             M   M   m
           Province du Hainaut                Tournai              M   M   m
           Province du Hainaut                La Louvière          M   Z   m
           Province du Hainaut                Mons                 G   Z   m
           Province du Hainaut                Charleroi            G   Z   m
           Prov. du Luxembourg                Martelange           K   Z
           Prov. du Luxembourg                Saint-Léger          K   L
           Prov. du Luxembourg                Attert               K   L
           Prov. du Luxembourg                Vielsalm             K   M       c
           Prov. du Luxembourg                Meix-devant-Virton   K   M   m
           Prov. du Luxembourg                Arlon                M   M   m
           Vlaanderen
           Provincie Antwerpen                Vorselaar            K   M
           Provincie Antwerpen                Sint-Amands          K   L
           Provincie Antwerpen                Schelle              K   M
           Provincie Antwerpen                Hove                 K   L
           Provincie Antwerpen                Retie                K   L
           Provincie Antwerpen                Berlaar              K   L       c
           Provincie Antwerpen                Malle                M   M
           Provincie Antwerpen                Mol                  M   L
           Provincie Antwerpen                Hulshout             K   L   m
           Provincie Antwerpen                Duffel               M   L   m   c
           Provincie Antwerpen                Ranst                M   L   m



Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.18
Provincie Antwerpen                Turnhout                     M           M           m
           Provincie Antwerpen                Mechelen                     M           M           m
           Provincie Antwerpen                Antwerpen                    G           M           m
           Provincie Limburg                  As                           K           L
           Provincie Limburg                  Borgloon                     K           M                         c
           Provincie Limburg                  Halen                        K           L           m
           Provincie Limburg                  Genk                         M           L           m
           Provincie Limburg                  Hasselt                      M           M           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Kluisbergen                  K           L
           Prov. Oost-Vlaanderen              Sint-Laureins                K           L                         c
           Prov. Oost-Vlaanderen              Knesselare                   K           L
           Prov. Oost-Vlaanderen              Zomergem                     K           M
           Prov. Oost-Vlaanderen              Sint-Lievens-Houtem          K           L
           Prov. Oost-Vlaanderen              Denderleeuw                  M           M
           Prov. Oost-Vlaanderen              Lebbeke                      M           M
           Prov. Oost-Vlaanderen              Lokeren                      M           M
           Prov. Oost-Vlaanderen              Moerbeke                     K           L           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Ronse                        M           M           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Dendermonde                  M           M           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Sint-Niklaas                 M           M           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Aalst                        M           M           m
           Prov. Oost-Vlaanderen              Gent                         G           M           m
           Prov. Vlaams-Brabant               Drogenbos                    K           M
           Prov. Vlaams-Brabant               Bekkevoort                   K           L
           Prov. Vlaams-Brabant               Huldenberg                   K           L
           Prov. Vlaams-Brabant               Oud-Heverlee                 K           L
           Prov. Vlaams-Brabant               Liedekerke                   M           L
           Prov. Vlaams-Brabant               Aarschot                     M           L
           Prov. Vlaams-Brabant               Bever                        K           L           m
           Prov. Vlaams-Brabant               Keerbergen                   M           L           m             c
           Prov. Vlaams-Brabant               Tremelo                      M           L           m             c
           Prov. Vlaams-Brabant               Vilvoorde                    M           M           m
           Prov. Vlaams-Brabant               Leuven                       G           M           m
           Prov. West-Vlaanderen              Alveringem                   K           L
           Prov. West-Vlaanderen              Heuvelland                   K           M
           Prov. West-Vlaanderen              Oudenburg                    K           L
           Prov. West-Vlaanderen              Nieuwpoort                   K           M
           Prov. West-Vlaanderen              Damme                        M           L
           Prov. West-Vlaanderen              Wingene                      M           L
           Prov. West-Vlaanderen              Oostkamp                     M           L
           Prov. West-Vlaanderen              Knokke-Heist                 M           M
           Prov. West-Vlaanderen              Blankenberge                 M           M           m
           Prov. West-Vlaanderen              Wervik                       M           M           m
           Prov. West-Vlaanderen              Roeselare                    M           M           m             c
           Prov. West-Vlaanderen              Oostende                     M           Z           m
           Prov. West-Vlaanderen              Kortrijk                     M           M           m
           Prov. West-Vlaanderen              Brugge                       G           M           m




3.2 Opmaak & structuur van de vragenlijst voor
    kwantitatieve bevraging

3.2.1      Opmaak vragenlijst
                               De vragenlijst werd in een aantal opeenvolgende stappen in een iteratief proces
                               uitgewerkt.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.19
Een eerste draft versie werd besproken met de werkgroep en vervolgens met de
                               stuurgroep.
                               De herziene versie werd nogmaals besproken met werkgroep en stuurgroep, en
                               vervolgens verrijkt met suggesties van een aantal door het onderzoeksteam
                               gecontacteerde OCMW-secretarissen en OCMW-maatschappelijk werkers.
                               Tevens werd hierbij de nodige aandacht besteed aan een voor mandatarissen
                               begrijpbare taal en correct jargon.
                               Tenslotte werd deze versie opnieuw besproken met werkgroep en stuurgroep,
                               teneinde de finale versie te bekomen.

3.2.2      Structuur van de vragenlijst
                               De kwantitatieve vragenlijst werd opgebouwd in twee hoofddelen.
                               Vooreerst worden in het luik “profiel van het OCMW” een aantal algemene gegevens
                               opgevraagd.
                               Vervolgens worden in het luik “ kwantitatieve bevraging” een uitgebreide set
                               gegevens opgevraagd middels 10 gesloten hoofdvragen en 1 open hoofdvraag.
                               Elke vraag behandelt een afzonderlijke thematiek.
                               Dit neemt niet weg dat wij in meerdere vragen een aantal deelaspecten bevroegen
                               die ook in andere vragen in bijna identieke verwoording aan bod kwamen. Dit liet ons
                               toe om een dubbelcheck op deze gegevens te houden, en op deze wijze de
                               gegevens te corrigeren middels contacten met de betrokken OCMW’s waarbij zich
                               dergelijke anomalieën voordeden.
                               De volledige vragenlijst vindt u in bijlage (p.121).
                               De dubbelcheck-gegevens worden naargelang de vraag waarin ze voorkomen,
                               behandeld in de diverse paragrafen van hoofdstuk 5, waarin de analyseresultaten
                               worden toegelicht.




3.3 Methode van versturing

3.3.1      E-mail
                               De vragenlijsten werden verstuurd per e-mail, samen met een begeleidende brief
                               vanwege minister Arena. Indien geen e-mail coördinaten van een OCMW gekend
                               waren, bezorgden wij het betrokken OCMW de vragenlijst per post en per fax.
                               De e-mail en het postverkeer werd geadresseerd aan de secretaris.
                               Door alle e-mails te voorzien van een ‘return receipt’ werd opgevolgd in hoeverre de
                               e-mails ook daadwerkelijk hun bestemmeling bereikten. Indien na telefonische
                               contactname bleek dat e-mail verkeer niet mogelijk was, werd de vragenlijst per post
                               en per fax toegezonden.
                               In een eerste fase beschikten de aangeschreven OCMW’s over een periode van 4
                               weken om de vragenlijsten in te vullen en aan Ernst & Young terug te sturen.

3.3.2      Herinneringsbrief
                               Na drie weken was slechts 7% van de enquêtes ingevuld teruggestuurd.
                               Daarom stuurde Ernst & Young een herinneringsbrief, mede-ondertekend door dhr.
                               Van Geertsom, voorzitter van de POD Maatschappelijke integratie,
                               armoedebestrijding en sociale economie.
                               Het responspercentage steeg in de daaropvolgende weken tot 30%.




Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.20
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet
Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet

More Related Content

What's hot

MSc Thesis Business Informatics
MSc Thesis Business InformaticsMSc Thesis Business Informatics
MSc Thesis Business InformaticsF.R. Kemperman
 
Wiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciWiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciTom Mortier
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Sint Trudo
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaTom Mortier
 
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Tom Mortier
 
Werkboek project eco office hv2 versie5b
Werkboek project eco office hv2 versie5bWerkboek project eco office hv2 versie5b
Werkboek project eco office hv2 versie5bSuwarda Visser
 
Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Matthijs Goedegebuure
 
GBO Overheid Koppelvlak Digipoort
GBO Overheid Koppelvlak DigipoortGBO Overheid Koppelvlak Digipoort
GBO Overheid Koppelvlak DigipoortFriso de Jong
 
Van televisie naar online
Van televisie naar onlineVan televisie naar online
Van televisie naar onlineJelmer Voogel
 
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05sofieverhoeven
 
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevensEindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevensFrank Smilda
 
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1Suwarda Visser
 
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011Henk Orsel
 
3D objectvisualisatie, een onderzoek
3D objectvisualisatie, een onderzoek3D objectvisualisatie, een onderzoek
3D objectvisualisatie, een onderzoekErfgoed 2.0
 
Scriptie Stijn Blom Wnra
Scriptie Stijn Blom WnraScriptie Stijn Blom Wnra
Scriptie Stijn Blom WnraStijn Blom
 
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2Suwarda Visser
 
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groen
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groenGroenplan 2012 vlaardingen blijvend groen
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groenCarlos Mota
 

What's hot (20)

MSc Thesis Business Informatics
MSc Thesis Business InformaticsMSc Thesis Business Informatics
MSc Thesis Business Informatics
 
Wiskunde voor Chemici
Wiskunde voor ChemiciWiskunde voor Chemici
Wiskunde voor Chemici
 
eGo Manual
eGo ManualeGo Manual
eGo Manual
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
 
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
 
Permacultuur7.3
Permacultuur7.3Permacultuur7.3
Permacultuur7.3
 
Werkboek project eco office hv2 versie5b
Werkboek project eco office hv2 versie5bWerkboek project eco office hv2 versie5b
Werkboek project eco office hv2 versie5b
 
Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021Demorapport talentassessment professional juni 2021
Demorapport talentassessment professional juni 2021
 
GBO Overheid Koppelvlak Digipoort
GBO Overheid Koppelvlak DigipoortGBO Overheid Koppelvlak Digipoort
GBO Overheid Koppelvlak Digipoort
 
Van televisie naar online
Van televisie naar onlineVan televisie naar online
Van televisie naar online
 
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05
Eindrapport Onderzoek cultuurraden 05
 
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevensEindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
Eindrapport evaluatie-wetbeschermingpersoonsgegevens
 
thesis Steve Catternan
thesis Steve Catternanthesis Steve Catternan
thesis Steve Catternan
 
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie1
 
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011
Rapport Jaarlijks Onderzoek Wikiwijs 2011
 
3D objectvisualisatie, een onderzoek
3D objectvisualisatie, een onderzoek3D objectvisualisatie, een onderzoek
3D objectvisualisatie, een onderzoek
 
Scriptie Stijn Blom Wnra
Scriptie Stijn Blom WnraScriptie Stijn Blom Wnra
Scriptie Stijn Blom Wnra
 
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2
Werkboek project eco office 1819 hv2 versie2
 
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groen
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groenGroenplan 2012 vlaardingen blijvend groen
Groenplan 2012 vlaardingen blijvend groen
 

Similar to Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet

Sociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieSociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieFrank Smilda
 
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013Marc van Gemert
 
DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)Dick de Waard
 
Maatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseMaatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseCorin Potters-Kemp
 
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportDuurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportWillem van der Velden
 
Verzorging voeding-2010-006 (1)
Verzorging voeding-2010-006 (1)Verzorging voeding-2010-006 (1)
Verzorging voeding-2010-006 (1)Ruth van Vosselen
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...AndereTijden
 
RUG01-001893051_2012_0001_AC
RUG01-001893051_2012_0001_ACRUG01-001893051_2012_0001_AC
RUG01-001893051_2012_0001_ACElke Louwye
 
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003Stephano A. Stoffel
 
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Arend Roos
 
Communicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijvenCommunicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijvenTessa Smits
 
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...HenrietteReerink
 
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Thierry Debels
 
Meerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan ParticipatieMeerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan Participatievmpfundt
 
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...Twittercrisis
 
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBart Gysens
 

Similar to Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet (20)

Sociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politieSociale media strategie_voor_politie
Sociale media strategie_voor_politie
 
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
koersbesluit_om_het_kind_interactief_22-5-2013
 
Onderzoek naar de effecten van een eenheidsschaal voor tussenkomsten van onde...
Onderzoek naar de effecten van een eenheidsschaal voor tussenkomsten van onde...Onderzoek naar de effecten van een eenheidsschaal voor tussenkomsten van onde...
Onderzoek naar de effecten van een eenheidsschaal voor tussenkomsten van onde...
 
DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)DA de Waard (oratie)
DA de Waard (oratie)
 
Maatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business CaseMaatschappelijke Business Case
Maatschappelijke Business Case
 
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapportDuurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
Duurzaamheid in Hart van Brabant, volledig rapport
 
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
RAPPORT Betreffende de vergelijkende onderzoeksopdracht inzake toelage aan de...
 
Verzorging voeding-2010-006 (1)
Verzorging voeding-2010-006 (1)Verzorging voeding-2010-006 (1)
Verzorging voeding-2010-006 (1)
 
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
19112010 berenschot onderzoeksrapport_bestuurlijk_juridische_vormgeving_po-ko...
 
RUG01-001893051_2012_0001_AC
RUG01-001893051_2012_0001_ACRUG01-001893051_2012_0001_AC
RUG01-001893051_2012_0001_AC
 
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003
Strategisch beleidsplan Virtipolis 1999 - 2003
 
onderzoeksrapport Studenten en bijstand
onderzoeksrapport Studenten en bijstandonderzoeksrapport Studenten en bijstand
onderzoeksrapport Studenten en bijstand
 
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
Regioplan van zeeuws vlaanderen gezondleven nl 2012 2022
 
Energiearmoede in belgie
Energiearmoede in belgieEnergiearmoede in belgie
Energiearmoede in belgie
 
Communicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijvenCommunicatie familiebedrijven
Communicatie familiebedrijven
 
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
Digitaliseringsplan Erfgoed (Universiteitsbibliotheek Amsterdam) 2010-2011. B...
 
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
Bijzondere Evaluator kritisch over bijdrage ngo's
 
Meerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan ParticipatieMeerjarenbeleidsplan Participatie
Meerjarenbeleidsplan Participatie
 
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
De waarde van open data Keuzes en effecten van open-datastrategieën voor publ...
 
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris PeetersBeleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014, Kris Peeters
 

More from POD Maatschappelijke Integratie - SPP Intégration Sociale

More from POD Maatschappelijke Integratie - SPP Intégration Sociale (20)

Presentatie subsidies - Présentation des subsides
Presentatie subsidies - Présentation des subsidesPresentatie subsidies - Présentation des subsides
Presentatie subsidies - Présentation des subsides
 
presentatie STUVO: studie studenten binnen het OCMW
presentatie STUVO: studie studenten binnen het OCMW presentatie STUVO: studie studenten binnen het OCMW
presentatie STUVO: studie studenten binnen het OCMW
 
123247 pod-daklozengids-fr
123247 pod-daklozengids-fr123247 pod-daklozengids-fr
123247 pod-daklozengids-fr
 
Daklozengids 2012
Daklozengids 2012Daklozengids 2012
Daklozengids 2012
 
Etude des effets de l'instauration de la loi concernant le droit à l'intégrat...
Etude des effets de l'instauration de la loi concernant le droit à l'intégrat...Etude des effets de l'instauration de la loi concernant le droit à l'intégrat...
Etude des effets de l'instauration de la loi concernant le droit à l'intégrat...
 
Rapport de recherche Etudiants et aide sociale
Rapport de recherche Etudiants et aide socialeRapport de recherche Etudiants et aide sociale
Rapport de recherche Etudiants et aide sociale
 
Proeven van participatie
Proeven van participatieProeven van participatie
Proeven van participatie
 
Sociale activering
Sociale activeringSociale activering
Sociale activering
 
Stromen tussen werkloosheid, werk en het OCMW
Stromen tussen werkloosheid, werk en het OCMWStromen tussen werkloosheid, werk en het OCMW
Stromen tussen werkloosheid, werk en het OCMW
 
Sociale Activering, tussen actief burgerschap en betaalde arbeid
Sociale Activering, tussen actief burgerschap en betaalde arbeidSociale Activering, tussen actief burgerschap en betaalde arbeid
Sociale Activering, tussen actief burgerschap en betaalde arbeid
 
Leven (z)onder leefloon: onderbescherming onderzocht (2007)
Leven (z)onder leefloon: onderbescherming onderzocht (2007)Leven (z)onder leefloon: onderbescherming onderzocht (2007)
Leven (z)onder leefloon: onderbescherming onderzocht (2007)
 
Summary nl
Summary nlSummary nl
Summary nl
 
Vergelijkende studie van sociale energiemaatregelen finaal rapport nl
Vergelijkende studie van sociale energiemaatregelen   finaal rapport nlVergelijkende studie van sociale energiemaatregelen   finaal rapport nl
Vergelijkende studie van sociale energiemaatregelen finaal rapport nl
 
De evaluatie van het preventiebeleid van de OCMW's inzake energie (2009):
De evaluatie van het preventiebeleid van de OCMW's inzake energie (2009):De evaluatie van het preventiebeleid van de OCMW's inzake energie (2009):
De evaluatie van het preventiebeleid van de OCMW's inzake energie (2009):
 
Beleidsnota 2012
Beleidsnota 2012Beleidsnota 2012
Beleidsnota 2012
 
Ecarmed kortrijk
Ecarmed kortrijkEcarmed kortrijk
Ecarmed kortrijk
 
Ecarmed bruxelles
Ecarmed bruxellesEcarmed bruxelles
Ecarmed bruxelles
 
Hervorming terugbetalingsprocedre medische kosten
Hervorming terugbetalingsprocedre medische kostenHervorming terugbetalingsprocedre medische kosten
Hervorming terugbetalingsprocedre medische kosten
 
Réforme de la procédure de remboursement des frais médicaux
Réforme de la procédure de remboursement des frais médicauxRéforme de la procédure de remboursement des frais médicaux
Réforme de la procédure de remboursement des frais médicaux
 
Gebruikersparticipatie in voedselbedeling
Gebruikersparticipatie in voedselbedelingGebruikersparticipatie in voedselbedeling
Gebruikersparticipatie in voedselbedeling
 

Studieresultaten naar de effecten van de Leefloonwet

  • 1. POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie STUDIE NAAR DE EFFECTEN VAN DE INVOERING VAN DE WET BETREFFENDE HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE IN OPDRACHT VAN 5 NOVEMBER 2004
  • 2. Voorwoord Wij hebben onderhavige opdracht objectief en conform onze deontologische regels en intellectuele eerlijkheid uitgevoerd en dragen de verantwoordelijkheid voor alle voorstellen, op basis van de aangereikte en verzamelde informatie. Wij voorzagen in onze opdracht een aanpak met een aantal duidelijke fasen, waarbij telkens teruggekoppeld werd naar een stuurgroep. De stuurgroep had een initiërende, signaliserende en bijsturende rol in het project. Ze stond tevens in voor de besluitvorming en validering van tussentijdse resultaten en het ontwerp van het eindrapport. Wij danken de leden van de stuurgroep voor hun actieve medewerking en constructieve inbreng: dhr. Lesiw en mevr. Depuyt namens het kabinet van de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen; dhr. Van Geertsom, mevr. Voets en mevr. Goris namens POD Maatschappelijke Integratie. In dit rapport worden de begrippen stuurgroep en begeleidingscommissie gebruikt. Beide begrippen zijn in dit verband synoniemen. Wij danken ook dhr. Neuckermans, dhr. De Coninck en dhr. Seruvire, medewerkers van de POD Maatschappelijke Integratie, voor het verstrekken van bijkomende kwantitatieve gegevens waar nodig, en hun gewaardeerde inspanningen. Tevens danken wij de leden van de werkgroep: mevr. Debast (VVSG), mevr. Wastchenko (AVCB-VSGB), dhr. Ernotte (UVCW), dhr. Wauters (OCMW Gent), dhr. Van Velthoven (OCMW Turnhout), dhr. Bienfait (OCMW Sint-Joost-ten-node) en dhr. Jacques (OCMW Charleroi). Ook dhr. Termote van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting danken wij als lid van de werkgroep. Wel merken wij volledigheidshalve op dat de contacten met dhr. Termote niet plaatsvonden tijdens de eigenlijke bijeenkomsten van de werkgroep. In dit rapport worden de begrippen werkgroep en strategisch klankbord gebruikt. Beide begrippen zijn in dit verband synoniemen. Ten slotte is zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve analyse dankzij de medewerking van een groot aantal OCMW’s tot stand kunnen komen. Ook tal van OCMW-gebruikers waren bereid vrijwillig deel te nemen aan de individuele enquêtesgesprekken. Al deze mensen wensen wij eveneens te bedanken voor hun medewerking, hun beschikbaarheid en hun onthaal. VOORWOORD
  • 3. Inhoud 1. INLEIDING.............................................................................................................. 1 1. AANLEIDING VOOR DEZE STUDIE........................................................................... 1 1.1 Geschiedenis van de betreffende wetgeving.............................................. 1 1.1.1 Bestaansminimumwet ............................................................................ 1 1.1.2 Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie....................1 1.2 Belangrijkste wijzigingen door invoering van de RMI-wet........................... 2 1.2.1 Individualisering van het recht............................................................... 2 1.2.2 Beklemtonen van tewerkstelling............................................................. 2 2. DOELSTELLINGEN VAN DE STUDIE......................................................................... 4 3. ONAFHANKELIJKHEID VAN DE STUDIE..................................................................... 5 2. OPZET & METHODIEK VAN HET ONDERZOEK ................................................. 6 AANPAK VAN HET ONDERZOEKSPROJECT.................................................................. 7 1.1 Initiële aanpak............................................................................................. 7 1.1.1 Stap 1: Kick-off ....................................................................................... 7 1.1.2 Stap 2: Kwantitatief onderzoek & budgettaire effecten.......................... 8 1.1.3 Stap 3: Kwalitatief onderzoek................................................................. 9 1.1.4 Stap 4: Formuleren van knelpunten en problemen .............................10 1.1.5 Stap 5: Formuleren van verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes 11 1.2 Herziene aanpak....................................................................................... 11 2. W ERKGROEP EN STUURGROEP........................................................................... 13 2.1 Samenstelling werkgroep.......................................................................... 13 2.2 Samenstelling stuurgroep.......................................................................... 13 3. KWANTITATIEVE BEVRAGING............................................................................... 14 3.1 Selectie van de steekproef ........................................................................ 14 3.1.1 Representativiteit van de steekproef................................................... 14 3.1.2 Steekproefkader en samenstelling van de steekproef......................... 14 3.1.3 Selectie van de steekproef................................................................... 16 3.1.4 Uiteindelijke steekproef........................................................................ 17 3.2 Opmaak & structuur van de vragenlijst voor kwantitatieve bevraging ......19 3.2.1 Opmaak vragenlijst .............................................................................. 19 3.2.2 Structuur van de vragenlijst ................................................................. 20 3.3 Methode van versturing............................................................................ 20 3.3.1 E-mail ................................................................................................... 20 3.3.2 Herinneringsbrief .................................................................................. 20 3.3.3 Opvolging............................................................................................. 21 4. KWALITATIEVE BEVRAGING................................................................................. 22 4.1 Respons.................................................................................................... 22 4.2 Methode van bevraging............................................................................ 22 4.3 Opmaak vragenlijst................................................................................... 23 4.4 Geïnterviewde personen .......................................................................... 23 4.5 Samenstelling van de steekproef .............................................................. 23 3. ONDERZOEKS-RESULTATEN : KWANTITATIEVE ANALYSE ........................ 25 1. RESPONS OP DE KWANTITATIEVE BEVRAGING ...................................................... 26 1.1 Overzicht van de OCMW’s met ingevulde kwantitatieve bevraging ........26 1.2 Respons.................................................................................................... 28 1.2.1 Algemene respons................................................................................ 28 1.2.2 De representativiteit en de gedetailleerdheid van de respons op elke vraag wordt in het hiernavolgende hoofdstuk 2 toegelicht. Respons per gewest..................................................................... 28 1.2.3 Respons per grootte............................................................................. 28 1.2.4 Respons per belasting.......................................................................... 29 1.2.5 Respons per deelname volgens monitoring criterium .........................29 1.2.6 Respons per deelname volgens cluster criterium ................................ 30 1.2.7 Kruising van de criteria ........................................................................ 30 2. ANALYSE VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN VOOR DE KWANTITATIEVE BEVRAGING...31 2.1 Analyse van het aantal RMI-gerechtigden................................................ 31 2.1.1 Inleiding................................................................................................ 31 2.1.2 Evolutie van het totale aantal gerechtigden......................................... 32 2.1.3 Methodologische opmerking................................................................ 34 INHOUD
  • 4. 2.2 Gerechtigden met een financiële tegemoetkoming – gedetailleerde analyse............................................................................................. 34 2.2.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 34 2.2.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 36 2.2.3 Analyse gegevens................................................................................ 36 2.3 Gerechtigden met een activeringsmaatregel – gedetailleerde analyse ....40 2.3.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 40 2.3.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 41 2.3.3 Analyse gegevens................................................................................ 41 2.4 Gerechtigden met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie........................................................................................... 45 2.4.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 45 2.4.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 46 2.4.3 Analyse gegevens................................................................................ 46 2.5 Aantal gerechtigden onderhevig aan terugvorderingen............................ 52 2.5.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 52 2.5.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 52 2.5.3 Analyse gegevens................................................................................ 53 2.6 Aantal personen onderhevig aan doorverwijzingen naar onderhoudsplichtigen ....................................................................... 54 2.6.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 54 2.6.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 54 2.6.3 Analyse gegevens................................................................................ 54 2.7 Aantal sancties ......................................................................................... 55 2.7.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 55 2.7.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 55 2.7.3 Analyse gegevens................................................................................ 55 2.8 Samenstelling van de specifieke doelgroepen.......................................... 56 2.8.1 Toelichting bij de vraag........................................................................ 56 2.8.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 57 2.8.3 Analyse gegevens................................................................................ 57 2.9 Weigeringen m.b.t. bestaansminimum- of leefloon-dossiers en beroepen ingesteld bij de Arbeidsrechtbank .................................................... 58 2.9.1 Toelichting bij de vragen...................................................................... 58 2.9.2 Representativiteit van de antwoorden.................................................. 59 2.9.3 Analyse gegevens................................................................................ 59 2.10 Budgettaire effecten ............................................................................... 60 2.10.1 Toelichting bij de vraag...................................................................... 60 2.10.2 Representativiteit van de antwoorden................................................ 63 2.10.3 Analyse gegevens.............................................................................. 64 2.11 Samenwerking met partners.................................................................... 64 2.11.1 Toelichting bij vraag 11...................................................................... 64 2.11.2 Representativiteit van de antwoorden................................................ 64 2.11.3 Analyse gegevens.............................................................................. 65 4. ONDERZOEKS-RESULTATEN : KWALITATIEVE ANALYSE ............................ 66 1. BEVRAGING VAN OCMW-VOORZITTERS EN OCMW-MEDEWERKERS...................... 67 1.1 Inleiding .................................................................................................... 67 1.2 Algemene perceptie over de nieuwe wetgeving........................................ 68 1.2.1 Het recht op maatschappelijke intergatie............................................. 68 1.2.2 Financiële aspecten............................................................................. 68 1.2.3 Toepassing van de wet........................................................................ 69 1.3 Categorieën van rechthebbenden............................................................. 70 1.3.1 Algemene opmerkingen ...................................................................... 70 1.3.2 Categorieën jongeren en studenten..................................................... 71 1.3.3 Categorie “vreemdelingen ingeschreven in bevolkingsregister” ..........73 1.4 Individualisering van het recht.................................................................. 74 1.5 Communicatie en publiciteit van de nieuwe wet....................................... 74 1.6 Netwerk en samenwerking........................................................................ 75 1.7 Bevoegdheid van het OCMW ................................................................... 77 1.8 Motivatie van de beslissing....................................................................... 78 1.9 Wettelijke bezinningstermijn..................................................................... 78 1.10 Dringende aanvraag................................................................................ 79 1.11 Doorverwijzing en terugvordering............................................................ 79 1.12 Bijstandsrecht.......................................................................................... 80 1.13 Hoorrecht................................................................................................. 80 INHOUD
  • 5. 1.14 Sancties................................................................................................... 80 1.15 Tewerkstelling / activering....................................................................... 81 1.15.1 Algemene vaststellingen.................................................................... 81 1.15.2 Terminologie “Aangepaste tewerkstelling” ......................................... 82 1.15.3 Artikel 60§7 of artikel 61.................................................................... 82 1.15.4 Contractverplichting ........................................................................... 82 1.15.5 Einde van de tewerkstelling Art.60§7 of Art.61 onder de RMI-wet ....83 1.16 Verzameling gegevens van de aanvrager............................................... 83 1.17 Extra subsidies....................................................................................... 84 1.18 Inschakelen van een controlegeneesheer .............................................. 84 1.19 Controlefunctie versus begeleidingsfunctie van de maatschappelijk werker............................................................................................... 85 2. BEVRAGING VAN GEBRUIKERS............................................................................. 86 2.1 Inleiding..................................................................................................... 86 2.2 Algemeen.................................................................................................. 86 2.3 Kennis van de wet van 26 mei 2002......................................................... 87 2.4 Eerste stap naar het OCMW ..................................................................... 87 2.5 Reden van aanvraag................................................................................. 87 2.6 Dringende aanvraag en snelheid van behandelen van de aanvraag........88 2.7 Aantal tussenpersonen.............................................................................. 88 2.8 Tewerkstelling of project............................................................................ 88 2.8.1 Algemene vaststellingen...................................................................... 88 2.8.2 Contractverplichting ............................................................................. 89 2.8.3 Tijdelijke duur van tewerkstellingsproject ............................................ 89 2.8.4 Bezinningstermijn van 5 dagen............................................................ 89 2.9 Doorverwijzing en terugvordering............................................................. 90 2.10 Bijstandsrecht.......................................................................................... 90 2.11 Hoorrecht................................................................................................. 91 2.12 Kwaliteit van de relatie met de maatschappelijk werker ......................... 91 2.13 Overeenstemming tussen de verwachtingen van de gebruiker en de oplossing voorgesteld door het OCMW ............................................ 91 2.14 Dubbele rol van de maatschappelijk werker........................................... 92 5. CONCLUSIES....................................................................................................... 93 1. ALGEMEEN ...................................................................................................... 94 2. KWANTITATIEF LUIK........................................................................................... 95 3. KWALITATIEF LUIK.............................................................................................. 97 6. AANBEVELINGEN.............................................................................................. 101 1. INHOUD.......................................................................................................... 102 2. INTERNE WERKING VAN HET OCMW ................................................................ 103 2.1 Management Informatie Systeem ........................................................... 103 2.2 Communicatie door het OCMW naar doelgroep..................................... 104 3. SAMENWERKING OCMW EN ANDERE DIENSTEN................................................. 105 3.1 Samenwerking OCMW en POD Maatschappelijke Integratie .................105 3.1.1 Integratie van M.I.S. in “nationaal” M.I.S. .......................................... 105 3.1.2 Communicatie & informatie naar OCMW’s....................................... 105 3.1.3 Hulplijn ................................................................................................ 106 3.1.4 Calculatietools voor OCMW’s............................................................ 106 3.2 Kruispuntdatabank.................................................................................. 107 3.3 Samenwerking OCMW & andere lokale partners.................................... 108 3.4 Samenwerking OCMW & andere instellingen van sociale zekerheid .....109 3.5 Samenwerking OCMW & Administratie Kadaster, registratie en domeinen ........................................................................................................ 109 3.6 Samenwerking OCMW & onderwijs........................................................ 109 4. REGELGEVING................................................................................................. 111 4.1 Het recht op maatschappelijke integratie ................................................. 111 4.1.1 Nieuwe categorieën............................................................................ 111 4.1.2 Categorie vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister....111 4.1.3 Doelgroep studenten.......................................................................... 111 4.1.4 Opdeling tussen min-25jarigen en plus-25jarigen inzake tewerkstelling .................................................................................................... 112 4.1.5 Doorlooptijd van 3 maanden voor geïndividualiseerd project ...........112 4.2 Instrument tegen armoedebestrijding...................................................... 113 4.3 Administratieve regels............................................................................. 114 INHOUD
  • 6. 4.3.1 Periode van doorverwijzing (doorzendingsverplichting van het onbevoegde OCMW).................................................................. 114 4.3.2 De informatieplicht ten aanzien van de aanvrager............................ 114 4.3.3 Schorsing (sanctie)............................................................................ 114 4.3.4 Toelage in de personeelskosten (250 EUR per dossier op jaarbasis) .................................................................................................... 115 4.3.5 Privacy (loonfiche).............................................................................. 115 VARIA..................................................................................................................... 116 5. TABELLEN....................................................................................................... 117 6. FIGUREN........................................................................................................ 119 7. LITERATUUR................................................................................................... 120 7. BIJLAGEN........................................................................................................... 121 1. GECODEERDE KWANTITATIEVE VRAGENLIJST...................................................... 122 2. KWALITATIEVE VRAGENLIJSTEN......................................................................... 123 2.1 Vragenlijst OCMW voorzitter................................................................... 123 2.2 Vragenlijst OCMW secretaris.................................................................. 125 2.3 Vragenlijst OCMW maatschappelijk werker............................................ 128 2.4 Vragenlijst gebruikers.............................................................................. 132 3. W ET BETREFFENDE HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE..................... 135 INHOUD
  • 7. 1. INLEIDING In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de aanleiding en het doel van deze studie en aan de belangrijkste objectieven voor de invoering van de wet voor het recht op maatschappelijke integratie. INLEIDING P.1
  • 8. 1. Aanleiding voor deze studie Gedurende de laatste twintig jaar kwamen de fundamenten van de welvaartsstaat meer en meer onder druk te staan ten gevolge van economische, sociale, demografische en culturele veranderingen. Onder impuls van de OESO en van de Europese Unie werd derhalve in de jaren negentig gepleit om de sociale bescherming werkgelegenheidsvriendelijker te maken door mensen te activeren in plaats van te voorzien in uitkeringen. Alhoewel daarvoor al heel wat activeringsmaatregelen getroffen waren in België, brak het discours pas door in 1999 met de komst van de nieuwe regering die België wilde ombouwen tot een actieve welvaartsstaat. Eén van de doelgroepen voor dit activeringsbeleid vormen de bestaansminimumgerechtigden. De mogelijkheden voor de OCMW’s – als uitvoerder van de wet op het bestaansminimum – om cliënten te activeren en tewerk te stellen werden door de nieuwe regeling daarom ook in toenemende mate uitgebreid. Bij de voorbereidende werkzaamheden voor de wet inzake het recht op maatschappelijke integratie van mei 2002 (ook wel RMI-wet of leefloonwet genoemd) werd afgesproken de effecten van de wet te onderzoeken en te evalueren. Deze studie evalueert de RMI-wet één jaar na toepassing ervan, dit wil zeggen gedurende de periode september 2002 tot en met september 2003. 1.1 Geschiedenis van de betreffende wetgeving De wet inzake het recht op maatschappelijke integratie van 26 mei 2002, ter vervanging van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op bestaansminimum (ook wel de bestaansminimumwet genoemd), is van kracht geworden op 1 oktober 2002. 1.1.1 Bestaansminimumwet De oude bestaansminimumwet, één der drie belangrijkste pijlers van de OCMW- regelgeving, was immers op tal van punten niet meer aangepast aan de grondige economische en maatschappelijke veranderingen die we sedert 1974 kennen. Bovendien was deze wetgeving eerder gericht op het verlenen van financiële steun en minder op maatschappelijke integratie. Het OCMW is sinds 1993 verplicht om binnen de drie maanden volgend op een bestaansminimumaanvraag, een sociaal integratiecontract op te stellen en aan te bieden aan elke bestaansminimumgerechtigde jonger dan 25 jaar. In dit contract zijn de rechten en plichten van de jongere en het OCMW geëxpliciteerd. 1.1.2 Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie Net zoals de oude bestaansminimumwet, voorziet de nieuwe wet (ook wel leefloonwet genoemd) in een uitkering voor mensen waarvan het inkomen kleiner is dan het bestaansminimum. De RMI-wet is echter veel meer dan een louter uitkeringsgerichte wetgeving. De nieuwe wet:  legt ook het recht op maatschappelijke integratie vast en dit per persoon,  versterkt de rechten van de begunstigde en de aanvrager, Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.1
  • 9. voert een hogere leefloonvergoeding in,  zorgt voor een aantal extra kostenvergoedingen voor de inspanningen van OCMW’s m.b.t. leefloondossiers,  herdefinieert het toepassingsgebied conform de actuele diversiteit van gezinsstructuren  en breidt het toepassingsgebied uit tot de vreemdelingen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister met het oog op en betere maatschappelijke integratie van deze doelgroep. Streefdoel van de nieuwe wet is niet enkel een inkomensgarantie, maar evenzeer een actieve participatie van elkeen in onze samenleving middels deelname aan het maatschappelijk leven, in eerste instantie door integratie middels tewerkstelling. De klemtoon verschuift dus van een minimumloon naar maatschappelijke integratie. Hierbij wordt uitgegaan van een wederzijds solidariteitsprincipe tussen zowel maatschappij als cliënt. Bijzondere aandacht wordt daarbij besteed aan de begeleiding van de min-25jarigen qua autonome participatie in onze samenleving en aan de versterking van de gebruikersrechten. 1.2 Belangrijkste wijzigingen door invoering van de RMI-wet 1.2.1 Individualisering van het recht In tegenstelling tot de oude bestaansminimumwet worden gehuwde leefloon- gerechtigden nu als individu behandeld en niet meer als een koppel. Terwijl vroeger een gehuwd koppel in één dossier behandeld werd, worden de partners nu in twee dossiers behandeld. Tevens worden gehuwde partners en niet-gehuwde partners op gelijke voet behandeld. Achterliggende motivatie is om zich specifiek te richten op elk individu afzonderlijk teneinde de sociale integratie efficiënter te laten verlopen. 1.2.2 Beklemtonen van tewerkstelling De filosofie van de RMI-wet stelt dat tewerkstelling de ultieme vorm van integratie is en maakt hiervan dan ook een topprioriteit. En dit in het bijzonder voor de min- 25jarige leefloners. Enerzijds is deze bevolkingsgroep volgens studies verhoudingsgewijs het sterkst gegroeid qua aantal en qua relatief belang in de bestaansminimumpopulatie gedurende het decennium voorafgaand aan de invoering van de nieuwe regelgeving. Anderzijds wenste de wetgever een “positieve discriminatie” van deze doelgroep om te voorkomen dat jongeren anders in de totaliteit van de leefloonpopulatie opgingen en zo een groter risico op een langere of “eeuwige” inactiviteit en afhankelijkheid van werkloosheidssteun of nood aan leefloon of andere hulp. Met alle bijhorende negatieve gevolgen & gevoelens bij de betrokkenen qua maatschappelijke waarde & waardering. In de nieuwe regelgeving is de maatschappelijke integratie voor min-25jarigen enkel mogelijk in de vorm van tewerkstelling of van een geïndividualiseerd project. Een OCMW krijgt drie maanden de tijd om de jongere te activeren (enge interpretatie van de regelgeving) of te begeleiden richting activering (ruime interpretatie van de regelgeving). Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.2
  • 10. Voor de plus-25jarigen geldt deze termijn niet, wat niet wegneemt dat ook voor hen tewerkstelling de ultieme vorm van integratie is. Voor de OCMW’s zijn de belangrijkste wijzigingen: 1. Actieve rol voor het OCMW bij het realiseren van de tewerkstelling. 2. Overheidsbetoelaging voor werkingskosten, afhankelijk van het aantal dossiers. Andere krachtlijnen zijn de verhoging van het leefloon, de aanpassing van categorieën op basis van de gewijzigde gezinsstructuren en de gelijke behandeling van de betrokkenen, waarbij ook vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister recht hebben op een leefloon. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.3
  • 11. 2. Doelstellingen van de studie Het doel van deze studie is drieledig: 1. De evaluatie van de nieuwe RMI-wet ten aanzien van de vroegere bestaansminimumwet. Dit zal verwezenlijkt worden door het uitgebreide kwantitatief onderzoek waarbij een aantal cijfergegevens ons een duidelijk beeld moet geven over de evolutie van diverse aspecten van de bestaansminimumwet naar de RMI-wet. 2. Een vergelijking van de letter van de wet met de geest van de wet. Hierbij moet nagegaan worden wat de nieuwe wet in de praktijk betekent voor de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s) en voor de begunstigden. Deze vergelijking zal gebeuren aan de hand van een kwalitatief onderzoek waarbij we een groot aantal mandatarissen van OCMW’s en een afdoend aantal begunstigden zullen interviewen, om zo te toetsen in hoeverre de wet in de praktijk wordt omgezet. 3. Het uitwerken van verbeteringsvoorstellen en mogelijke oplossingspistes voor de eventueel vastgestelde knelpunten of problemen van de nieuwe wet. Uit het kwalitatief onderzoek en uit de correlatie ervan met het kwantitatief onderzoek zal blijken waar er problemen opduiken en waar de eventuele knelpunten in de nieuwe wet zich bevinden. Hiervoor zullen wij oplossingen bieden en verbeteringsvoorstellen formuleren. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.4
  • 12. 3. Onafhankelijkheid van de studie Belangrijk is op te merken dat onze analyse onafhankelijk is en gebaseerd is op de eigen resultaten verkregen door de kwantitatieve en kwalitatieve bevragingen. Dit betekent dat wij geen rekening hebben gehouden met de resultaten van studies uitgevoerd door andere vorsers of door andere actoren, zoals de VVSG, de AVCB- VSGB en de UVCW. Wel is er tijdens het onderzoek akte genomen van de opmerkingen van de verschillende actoren. Wij hebben waar mogelijk onderzocht in hoeverre deze opmerkingen door onze kwantitatieve en kwalitatieve analyse bevestigd worden. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.5
  • 13. 2. OPZET & METHODIEK VAN HET ONDERZOEK ONDERZOEKSOPZET & METHODIEK P.6
  • 14. Aanpak van het onderzoeksproject Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de stappen en methodieken in het onderzoek. In bepaalde stappen van het onderzoek werd op advies van de werkgroep en/of stuurgroep en na akkoord van de stuurgroep een andere aanpak gevolgd dan de initieel voorgestelde aanpak. Deze herzieningen tijdens de loop van het onderzoek vonden plaats in functie van de beoogde representatieve resultaten van het onderzoek. Terwijl § 1.1onder de originele aanpak beschrijft, verduidelijken we in § 1.2onder de wijzigingen in deze aanpak. 1.1 Initiële aanpak Onderstaande figuur toont schematisch de verschillende stappen in het onderzoek. De aanpak wordt vervolgens stap per stap toegelicht. Wij merken op dat de beschrijving slaat op de initiële aanpak, zoals voorgesteld in onze offerte. Fig.1. Stappenplan van het onderzoek Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Kick - off Kwantitatief Kwalitatief Formuleren Formuleren onderzoek onderzoek Van van & knelpunten Verbeterings- budgettaire voorstellen En effecten en problemen Oplossings- - pistes 1.1.1 Stap 1: Kick-off 1.1.1.1 Objectieven − Bepalen van de aanpak en voortgang, de samenwerkingsprincipes tussen begeleidingscommissie en onderzoeksteam. − Validatie van strategisch klankbord van externe experts. − Verfijnen van de scope van de opdracht en haar doelstellingen, en van de aanpak van de opdracht. − Verzamelen van alle relevante input: wetgevingsteksten, gegevens van de reeds in gebruik zijnde monitoringtool bij 60 OCMW’s, projectdocumenten, … − Inzicht krijgen in de spreiding van OCMW’s en begunstigden. − Taakaflijning voor alle partijen die bij het project betrokken zullen worden. 1.1.1.2 Initiële aanpak − Voorstelling van de methodologie, de aanpak van het project, en de leden van het onderzoeksteam. − Samenstelling van de begeleidingscommissie. − Taakaflijning van interne POD-medewerkers en OCMW-medewerkers. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.7
  • 15. Opmaak finale projectplanning en timing. 1.1.1.3 Resultaat − Concrete afspraken betreffende het projectverloop en de verantwoordelijken van de verschillende actoren. − Projectplanning met mijlpalen, inclusief tussentijdse vergaderingen van de begeleidingscommissie en de gewenste tussentijdse rapporteringen. 1.1.2 Stap 2: Kwantitatief onderzoek & budgettaire effecten 1.1.2.1 Objectieven − Onderzoek naar evoluties van de aantallen en profielen van de gerechtigden op maatschappelijke integratie tussen september 2002 en september 2003 met aanduiding van onder meer categorieën begunstigden, leeftijdscategorieën, types activering, types individuele integratieplichtigen, verhaal onderhoudsplichtigen, sancties met bijzondere aandacht voor studenten, vreemdelingen en artiesten. − Berekenen van eventuele meerkost OCMW’s inzake hun maatschappelijke opdracht. 1.1.2.2 Initiële aanpak − Opstellen van een vragenlijst voor OCMW-mandatarissen, en van een bevragingsmeetinstrument om minimum al de in het bestek gevraagde informatie (ook budgettaire) te kunnen bekomen, rekening houdende met de door de POD reeds gebruikte monitoringtool bij 60 OCMW’s. − Tussentijdse validatie van de vragenlijst en het meetinstrument door het strategisch klankbord én door de begeleidingscommissie. − Schriftelijke bevraging van een representatief staal van ca. 120 OCMW’s, verspreid over België (middels port betaald door bestemmeling). Hoofddoel hierbij was om een antwoord te bekomen van minstens 60 OCMW’s, met een belangrijke vertegenwoordiging erin van die OCMW’s die reeds via de monitoringtool door de POD bevraagd worden. Deze OCMW’s zullen daarom individueel opgevolgd worden qua deelname (m.a.w. telefonische contactname na zekere responstijd). Wij verwijzen naar §1.2onder voor de herziene aanpak hieromtrent. − De bekomen budgettaire informatie van elk deelnemend OCMW wordt vergeleken met de informatie, zoals beschikbaar op niveau van de 3 gemeenschappen. − Verwerking van de verkregen gegevens in overzichtelijke tabellen, die zo opgesteld zijn dat de opdrachtgever hen in de toekomst zelf kan hanteren voor nieuwe en/of bijkomende onderzoeken. 1.1.2.3 Resultaat − Tussentijds rapport met resultaten van kwantitatieve bevraging waarbij reeds de eerste eventuele pijnpunten inzake budgettaire effecten worden blootgelegd, en waarin de kwantitatieve evolutie van aantallen en profielen visueel verwoord worden. − Uitgebreide bespreking in begeleidingscommissie van eerste resultaten, en formuleren van aandachtspunten voor nader onderzoek in kwalitatief gedeelte. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.8
  • 16. 1.1.3 Stap 3: Kwalitatief onderzoek Deze fase behelsde een uitgebreide interviewronde van OCMW-mandatarissen én een diepgaand gesprek met een aantal begunstigden. Op deze wijze streefden wij ernaar om zowel vanwege de aanbodzijde als vanwege de vraagzijde relevant inzicht te bekomen in de problematiek. Aangezien de aanpak sterk verschillend was naargelang de doelgroep, lichten we de aanpak per doelgroep afzonderlijk toe. 1.1.3.1 Stap 3a. Kwalitatief onderzoek bij OCMW’s A. Objectieven − Middels diepgaande bevraging van OCMW’s komen tot een grondige interpretatie en analyse van de wet en tot een interpretatie van de cijfers uit het kwantitatief onderzoeksgedeelte, teneinde na te gaan of de opzet en de motieven van de wet ook daadwerkelijk in de praktijk hun uitwerking hebben. − Onderzoek bij een representatieve steekproef van OCMW’s. B. Initiële aanpak − Op grond van een diepgaande vergelijking van nieuwe wet en oude wet en op basis van de gegevens van het kwantitatieve onderzoeksgedeelte wordt een interviewvragenlijst opgesteld, die tevens toelaat om naargelang de gesprekssituatie op specifieke aandachtspunten dieper in te gaan. − Voorafgaandelijk toezending van de interviewleidraad aan uitgenodigde sleutelfiguren en telefonische opvolging van en aansporing tot hun deelname. Ons oorspronkelijk voorstel was om 2 interviewleidraden uit te werken: één voor de sociale dienstverleners en één de voor voorzitter, ontvanger en secretaris. Qua aantal deel te nemen OCMW’s stelden wij initieel voor om alle OCMW’s uit te nodigen die de kwantitatieve bevraging ingevuld terugstuurden (d.w.z. min. 60). Wij verwijzen naar §1.2onder voor de gewijzigde aanpak. − Interviews met behulp van deze vragenlijst bij de sleutelfiguren van OCMW’s, middels een rondetafelgesprek met o.a. voorzitter, secretaris, hoofd sociale dienst, één of meerdere veldwerkers. Initieel stelden wij voor om deze geleide discussies niet per individueel OCMW (tenzij een OCMW dit expliciet verkoos) doch per groep van 2 à 3 OCMW’s, en dit op subprovinciale basis, te organiseren. Dit met het oog op een kruisbestuiving en interne dynamiek die in dergelijke groepsgesprekken ontstaat. Wij voorzagen 3 à 4 dergelijke rondetafelgesprekken per provincie, dus ca. 30 à 40 (inclusief 2 in Brussels Hoofdstedelijk Gewest), en dit in één van de deelnemende OCMW’s dan wel in één van onze lokale kantoren in België. − Ook de jaarverslagen van de deelnemende OCMW’s worden bestudeerd inzake gegevens relevant voor deze studie. C. Resultaat − Rapport van kwalitatief onderzoek met daarin eerste resultaten van eventuele discrepantie tussen theorie en praktijk wetgeving. − Rapportering van de verschillenanalyse tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek. 1.1.3.2 Stap 3b. Kwalitatief onderzoek bij begunstigden en/of rechthebbenden A. Objectieven − Middels individuele bevraging nagaan of het opzet en de motieven van de wet ook als positief geëvalueerd worden, en in hoeverre de relevante gegevens bij hen op een sluitende en duidelijke wijze gekend zijn. Hierbij wordt onder meer de Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.9
  • 17. toepassing van de informatieplicht van het OCMW, het bijstandsrecht en het respect van alle andere rechten van de begunstigden geëvalueerd. − Onderzoek van een beperkt maar representatief staal van begunstigden en/of rechthebbenden, die cliënt zijn bij die OCMW’s die deelnamen aan het kwantitatief én het kwalitatief onderzoeksgedeelte. − En dit alles met inachtneming van de wetgeving inzake privacy. B. Initiële aanpak − Uitwerking van een interviewleidraad en een eenvoudig begrijpbaar en leesbaar meerkeuze-antwoordblad, in samenwerking met hoofden sociale dienst en maatschappelijk werkers van een aantal OCMW’s, die aan het kwantitatief onderzoek deelnamen. − Deze interviewleidraad en meerkeuze-antwoordblad toesturen aan de verantwoordelijken sociale dienst van die OCMW’s die hun medewerking verlenen aan de lokale rondetafelgesprekken, en dit voorafgaandelijk aan de rondetafelgesprekken. Vergezeld van de vraag aan de verantwoordelijke sociale dienst opdat zij in hun cliënteel op basis van door ons opgegeven criteria een representatief staal van ca. 5 à 10 begunstigden om hun vrijwillige medewerking verzoeken (dit teneinde de privacyregelgeving te respecteren) en hen uitnodigen op het OCMW-centrum op de datum van het lokale rondetafelgesprek met OCMW-sleutelfiguren. Wij verwijzen naar §1.2onder voor de details van de gewijzigde aanpak. − Aansluitend of voorafgaand aan lokale rondetafelgesprekken met OCMW’s: mondelinge debriefing van de interviewleidraad en de doelstellingen aan de medewerker sociale dienst, en vervolgens kort interview met de uitgenodigde of aanwezige begunstigden door de betrokken maatschappelijk werker (= hun vertrouwenspersoon) in aanwezigheid van een lid van het onderzoeksteam (= bewaker van objectiviteit). Wij verwijzen naar §1.2onder voor de gewijzigde aanpak. C. Resultaat − Rapport van kwalitatief onderzoek − Aanzet tot resultaatbeoordeling in Ernst & Young strategisch klankbord cq. werkgroep en in begeleidingscommissie cq. stuurgroep 1.1.4 Stap 4: Formuleren van knelpunten en problemen 1.1.4.1 Objectieven − De gegevens van kwalitatief en kwantitatief onderzoek worden in het grotere perspectief van het onderzoek onderling vergeleken. − Verbanden tussen beide onderzoeken moeten een aanzet geven tot inventarisrapport. − Overleg in werkgroep en stuurgroep. 1.1.4.2 Initiële aanpak − Grondige studie van resultaten van kwantitatief en kwalitatief onderzoek en de budgettaire effecten. − Terugkoppeling van de bekomen knelpunten en problemen naar een beperkt aantal materie-experten, verzameld in de werkgroep. − Overleg in begeleidingscommissie over bekomen resultaten. 1.1.4.3 Resultaat − Definitieve inventaris van problemen en knelpunten. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.10
  • 18. Verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes. 1.1.5 Stap 5: Formuleren van verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes 1.1.5.1 Objectieven − Definitieve formulering van analyseresultaten, verbeteringsvoorstellen en oplossingspistes op socio-juridisch en socio-financieel vlak. − Overdracht ontwikkelde tools en meetinstrumenten. − Raadgevingen en aanbevelingen in het kader van eventuele latere, toekomstige evaluaties meegeven zodat de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale economie latere evaluaties zelf aankan. 1.1.5.2 Initiële aanpak − Presentatie van het eindrapport aan opdrachtgever. − Oplevering van het eindrapport. − Overdracht ontwikkelde tools en meetinstrumenten. 1.2 Herziene aanpak Zowel in stap 2 (kwantitatief onderzoek), stap 3a (Kwalitatief onderzoek bij OCMW’s) als stap 3b (Kwalitatief onderzoek bij begunstigden) hebben wij tijdens het project de aanpak enigszins herzien, met het oog op representatievere respons. Vooreerst hebben wij de uitgewerkte vragenlijsten en meetinstrumenten diepgaand besproken tijdens hun conceptfase met een groter dan initieel voorzien aantal OMCW’s, teneinde de diversiteit tussen OCMW’s volledig op te vangen. Vervolgens hebben wij in stap 2 alle aangeschreven OCMW’s die nog niet geantwoord hadden, zowel voor het einde van de eerste deadline als voor het verstrijken van de tweede deadline minstens tweemaal telefonisch gevraagd tot reactie & deelname. Na ontvangst van de gegevens hebben wij vervolgens een groot aantal deelnemende OCMW’s nogmaals gecontacteerd in het kader van verduidelijking van opgeleverde informatie. Waar mogelijk werden “eigenaardige” kwantitatieve gegevens vergeleken met de door het betrokken OCMW aan Ernst & Young of aan de POD opgeleverde jaarverslagen, en met andere kwantitatieve rapporteringen die aan POD werden bezorgd. Tevens werden de antwoorden van diverse vragen (meer bepaald vragen 1, 2, 3 en 10), zoals opgeleverd door de deelnemende OCMW’s aan ons, vergeleken qua tendens met de door die OCMW’s aan POD opgeleverde gegevens. Verder werd besloten om de informatieverwerking niet te beperken tot het initieel aantal van circa 60, maar dit uit te breiden tot 81. In akkoord met de stuurgroep heeft dit geleid tot een niet onaanzienlijke verlenging van de onderzoeksperiode, mede gezien de afwezigheid van diverse OCMW- mandatarissen tijdens de traditionele vakantiemaanden. In stap 3.a was oorspronkelijk voorzien dat we de kwalitatieve bevragingen hielden door middel van rondetafelgesprekken op subprovinciale basis. Uiteindelijk werd geopteerd voor individuele gesprekken met voorzitter, secretaris en hoofd sociale dienst of maatschappelijk werker van de deelnemende OCMW’s, en dit op basis van een specifieke vragenlijst per functiehouder. Tevens werd beslist om een groter dan initieel voorzien aantal mandatarissen te interviewen. De finale samenstelling van de te interviewen personen in de kwalitatieve bevraging vindt u terug in 3.4.1. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.11
  • 19. In stap 3.b tenslotte werd geopteerd voor individuele interviews met begunstigden, zonder aanwezigheid van OCMW-medewerkers. De selectiecriteria voor de begunstigden en het OCMW waaronder ze ressorteren, werden door Ernst & Young opgemaakt en aan de diverse deelnemende OCMW’s bezorgd, zodat het OCMW enkel nog in de rangen van haar cliënteel een aantal personen diende te selecteren die aan onze selectiecriteria beantwoordden. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.12
  • 20. 2. Werkgroep en stuurgroep Bij aanvang van het project werd een werk- en stuurgroep opgericht. Werkgroep De werkgroep betrekt experts uit de dagelijkse praktijk in de studie. De werkgroep dient als klankbord en voor het aftoetsen van de opgestelde vragenlijsten en analyseresultaten. Stuurgroep De stuurgroep heeft niet alleen een rol in het bewaken van de vooruitgang en kwaliteit, maar heeft ook de autoriteit om tussentijdse rapporten te valideren. 2.1 Samenstelling werkgroep De samenstelling van de werk groep verduidelijkt dat verschillende belangengroepen bij deze studie betrokken werden: − Mevr. Debast, stafmedewerker OCMW-wetgeving & schuldbemiddeling van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) − Mevr. Wastchenko, secretaris van de Afdeling Maatschappelijk welzijn en Sociale bijstand van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) − Dhr. Ernotte, Directeur Général van de Fédération des CPAS binnen de L’Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) en als dusdanig expert inzake de problematiek van “Droit à l’intégration sociale”. − Dhr. Wouters, secretaris OCMW Gent en voorzitter van de Vereniging van de Vlaamse OCMW-Secretarissen (VVOS). − Dhr. Van Velthoven, Hoofd Sociale Dienst Turnhout − Dhr. Bienfait, CPAS Saint-Josse-ten-Noode − Dhr. Jacques, Premier Conseiller Service Social CPAS Charleroi − Dhr. Termote, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting 2.2 Samenstelling stuurgroep − Dhr.Van Geertsom, voorzitter POD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie − Dhr. Lesiw, Kabinet minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen − Mevr. Depuyt, Kabinet minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen − Mevr. Voets, POD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie − Mevr. Goris, POD Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.13
  • 21. 3. Kwantitatieve bevraging 3.1 Selectie van de steekproef 3.1.1 Representativiteit van de steekproef De steekproef is representatief als, ten opzichte van de variabelen, de frequentieverdeling van de variabelen overeenkomt met de frequentieverdeling van de variabelen in de totale populatie. Deze werkwijze geeft dus geen representativiteit over alle steekproefvariabelen in de populatie, enkel ten aanzien van de geselecteerde variabelen. In het kader van deze evaluatie werden volgende steekproefvariabelen weerhouden: − Aantal inwoners (van de gemeente): grootte van het OCMW, uitgedrukt in groot, middelgroot en klein, met als maatstaf het aantal inwoners van de gemeente − Aantal cliënten van het OCMW: belasting van het OCMW op basis van de verhouding tussen aantal cliënten en aantal inwoners − Gewest: op basis van de ligging van het OCMW, namelijk in Vlaanderen, Wallonië of Brussel Hoofdstedelijk Gewest − Deelname aan de periodieke monitoring, georganiseerd door de POD − Deelname clustering : het al dan niet lidmaatschap van het OCMW in een lokale cluster of lokaal samenwerkingsverband met andere OCMW’s De uiteindelijke samenstelling van de steekproef vond plaats na overleg met en in consensus met werkgroep en stuurgroep. 3.1.2 Steekproefkader en samenstelling van de steekproef Omdat alle OCMW’s gekend zijn, komt binnen deze studie het steekproefkader volledig overeen met de populatie (alle Belgische OCMW’s). Voor de kwantitatieve bevraging werden 120 OCMW’s geselecteerd middels een gewogen combinatie van de verschillende steekproefvariabelen. 3.1.2.1 Monitoring Wij merken op dat de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie een zogenaamde monitoringgroep heeft uitgebouwd met een 60- tal OCMW’s. Deze groep engageert zich om op maandelijkse basis een aantal specifieke cijfers over de operationele en financiële status van hun OCMW aan de POD door te geven. Doordat deze groep van 60 OCMW’s in principe de gewoonte heeft om informatie aan te leveren en wij ervan uitgingen dat hun informaticastructuur hier wellicht op afgestemd was, werd besloten om deze groep van 60 OCMW’s volledig in de samen te stellen steekproef op te nemen. Tijdens de loop van het onderzoek bleek echter dat meerdere van deze OCMW’s die aan onze bevraging deelnamen, geen of onvolledige informatie aan de POD bezorgd hadden met betrekking tot de informatie die wij voor de maanden september 2002 en september 2003 vroegen. Dit leidde ertoe dat wij vaak lege of onvolledige monitoring-fiches van de betrokken OCMW’s ontvingen. Daarom werd door de POD tijdens ons onderzoek een extra gegevensinzameling succesvol opgestart. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.14
  • 22. Om de steekproef verder gestratifieerd aselect op te kunnen stellen werden de steekproefvariabelen in drie klassen opgedeeld, om op die manier een evenwichtige spreiding te bekomen. De gegevens betreffende aantal cliënten, grootte van gemeenten en steden, en gewest zijn afkomstig van enerzijds het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) en anderzijds de POD Maatsschappelijke integratie. 3.1.2.2 Gewest A. Definitie − Vlaams − Brussels − Waals B. Bepaling van het quotum Tab.1. Bepaling van het quotum voor gewest Totaal Theoretisch Populatie Reeds in Bijkomend Totaal Steekproef aantal e verdeling verdeling monitoring nodig verdeling OCMW's Vlaams 308 63 52% 26 32 58 48% Brussel 19 4 3% 11 1 12 10% Waals 262 53 44% 23 27 50 42% Totaal 589 120 100% 60 60 120 100% De Vlaamse OCMW’s vertegenwoordigen 52%, de Waalse OCMW’s 44% en de Brusselse OCMW’s slechts 3% in de totale OCMW-populatie. In de samenstelling van de steekproef hebben wij geopteerd om een groter aantal Brusselse OCMW’s dan het vereiste aantal van 3 aan te schrijven, en dit teneinde een toereikende representativiteit van Brusselse OCMW’s te bekomen. Dit heeft ertoe geleid dat “slechts” 58 i.p.v. 63 Vlaamse OCMW’s en “slechts” 50 i.p.v. 53 Waalse OCMW’s werden uitgenodigd tot deelname. 3.1.2.3 Grootte van het OCMW A. Definitie Deze variabele wordt bepaald door het aantal inwoners van de stad of gemeente waar het OCMW zich bevindt. Wij merken hierbij op dat deze indeling gekozen werd in het streven naar een representatieve steekproef, en dus niet noodzakelijk overeenkomt met andere mogelijke definities van de OCMW-grootte. − Klein OCMW : < 10.800 inwoners − Middelgroot OCMW : 10.800 tot 80.000 inwoners − Groot OCMW : > 80.000 inwoners B. Bepaling van het quotum In de monitoringgroep zijn alle 11 grote OCMW’s aanwezig. In de theoretische verdeling zijn maar 2 dergelijke OCMW’s nodig. Toch werd besloten om alle 11 grote OCMW’s in de steekproef te houden, teneinde een representatief staal te bekomen van de grote OCMW’s. Zoniet zouden grote steden als Antwerpen, Luik, … niet in de steekproef opgenomen zijn, en zou de variabele “grootte” tot weinig relevante resultaten geleid hebben. Tab.2. Bepaling van het quotum voor grootte Totaal Theoretisch Populatie Aangepast Reeds in Bijkomend Totaal Steekproef aantal e verdeling verdeling e verdeling monitoring nodig verdeling OCMW's Kleine 276 56 47% 52 12 40 52 43% Middelgrote 302 62 51% 57 37 20 57 48% Grote 11 2 2% 11 11 0 11 9% Totaal 589 120 100% 120 60 60 120 100% Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.15
  • 23. Verder hebben wij niet enkel rekening gehouden met een toereikend aantal grote en middelgrote OCMW’s, maar ook met een voldoende aantal kleine OCMW’s. Als dusdanig is deze groep weinig vertegenwoordigd in de “monitoringgroep”, maar vertegenwoordigen ze wel een belangrijk deel van de OCMW-populatie. 3.1.2.4 Belasting van het OCMW A. Variabelen Deze variabele is een indicatie van hoe zwaar een OCMW “belast” is. Wij merken op dat de term “belasting” in deze studie slechts een indicatie is van de OCMW-belasting, gebaseerd op de verhouding van het aantal cliënten tot het aantal inwoners in de stad of gemeente. In die zin mag de term belasting in deze studie dus niet verward worden met de reële werkdruk van de OCMW-medewerkers. De belasting wordt berekend door het aantal cliënten te delen door het aantal inwoners in de stad of gemeente: − Licht belast : < 0,27% − Middel belast : tussen 0,27% tot 1,27% − Zwaar belast : > 1, 27% B. Bepaling van het quotum De cijfergegevens over het aantal cliënten zijn afkomstig van de POD Maatschappelijke integratie en slaan op het aantal bestaansminimumgerechtigden in 2002. Tab.3. Bepaling van het quotum voor belasting Aantal Theoretisch Populatie Aangepast Reeds in Bijkomend Totaal Verdeling OCMW's e verdeling e monitoring nodig verdeling verdeling Licht belast 258 53 44% 49 9 40 49 41% Middel belast 310 63 53% 55 35 20 55 46% Zwaar belast 21 4 4% 16 16 0 16 13% Totaal 589 120 100% 120 60 60 120 100% De monitoringgroep omvat reeds 16 zwaar belaste OCMW’s, alhoewel er voor de theoretische verdeling slechts 4 vereist zijn. Er werd besloten om alle 16 zwaar belaste OCMW’s toch in de steekproef op te nemen. 3.1.2.5 Clustergroep Sommige OCMW’s maken deel uit van een lokale cluster, d.w.z. een overleggroepering van verschillende OCMW’s. Voor zover mogelijk wensen wij in de steekproef een representatief aantal clustergroep OCMW’s op te nemen, teneinde na te gaan of cluster-OCMW’s wezenlijk verschillen van niet-cluster OCMW’s inzake activering, individuele integratieprojecten, samenwerking met andere diensten binnen en buiten OCMW, … 50 OCMW’s zijn lid van dergelijke clusters. Op 589 OCMW wil dit zeggen 8,4% cluster-OCMW’s. De steekproef van 120 aan te schrijven OCMW’s bevatte daarom 11 cluster-OCMW’s. 3.1.3 Selectie van de steekproef De uiteindelijke selectie en samenstelling van de steekproef gebeurden in twee delen: − Om te voorkomen dat een te groot aantal OCMW’s werd aangeschreven, dat niet op een vlotte wijze de verscheidenheid aan informatie kon aanleveren, werden alle 60 OCMW’s uit de monitoringgroep de facto opgenomen in de steekproef. − 60 andere OCMW’s werden willekeurig uit de overblijvende lijst van Belgische OCMW’s geselecteerd, rekening houdend met volgende criteria: Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.16
  • 24. Tab.4. Selectie en samenstelling van de bijkomende steekproef Theoretische verdeling Werkelijke verdeling Brussel 1 OCMW 1 OCMW Vlaanderen 14 Kleine OCMW's, licht belast 14 Kleine OCMW's, licht belast 7 Kleine OCMW's,Middel belast 7 Kleine OCMW's,Middel belast 7 Middelgrote OCMW's, licht belast 7 Middelgrote OCMW's, licht belast 4 Middelgrote OCMW's Middel belast 4 Middelgrote OCMW's Middel belast Wallonië 12 Kleine OCMW's, licht belast 12 Kleine OCMW's, licht belast 6 Kleine OCMW's,Middel belast 6 Kleine OCMW's,Middel belast 6 Middelgrote OCMW's, licht belast 2 Middelgrote OCMW's, licht belast 3 Middelgrote OCMW's Middel belast 7 Middelgrote OCMW's Middel belast Wij merken op dat wij hierdoor in Wallonië slechts 2 middelgrote, licht belaste OCMW’s zouden bereikt hebben zijn in plaats van de theoretisch noodzakelijke 6. Daarom werden er 4 bijkomende middelgrote middelzwaar belaste OCMW’s toegevoegd aan de oorspronkelijke verdeling (7 in plaats van 3). Bovendien is er 1 extra Brusselse OCMW bijgekomen, waardoor ook 1 extra zwaar belast. De hiernavolgende tabel geeft de synthese volgens de gehanteerde criteria. Tab.5. Samenstelling steekproef volgens de gehanteerde criteria Regio Belasting Grootte Licht Middel Zwaar Totaal Klein Middel Groot Totaal Brussel - 6 6 12 9 3 12 Wallonië 14 26 10 50 26 20 4 50 Liege 4 6 4 14 6 7 1 14 Namur 1 5 1 7 4 2 1 7 Brabant Wallon 5 4 - 9 5 4 9 Hainaut 2 8 4 14 6 6 2 14 Luxemburg 2 3 1 6 5 1 6 Vlaanderen 29 28 1 58 25 29 4 58 Antwerpen 8 6 14 7 6 1 14 Limburg 3 2 5 3 2 5 Oost-Vlaanderen 5 9 14 6 7 1 14 Vlaams Brabant 8 3 11 5 5 1 11 West-Vlaanderen 5 8 1 14 4 9 1 14 Totaal 43 60 17 120 51 58 11 120 3.1.4 Uiteindelijke steekproef De tabel op de hiernavolgende pagina’s geeft het detail van de geselecteerde 120 OCMW’s. Tab.6. Lijst van geselecteerde OCMW’s* Regio / Provincie Gemeente Grootte Belasting Monitoring Cluster Brussel Koekelberg M M Sint-Joost-ten-Node M Z m Etterbeek M Z m Sint-Gillis M Z m Vorst M M m Sint-Lambrechts-Woluwe M M m Sint-Jans-Molenbeek M Z m Elsene M Z m Ukkel M M m Anderlecht G M m Schaarbeek G M m Brussel G Z m Wallonië Province de Liège Crisnée K L * Legende: Grootte  K = klein / M = Middelgroot / G = Groot ; Belasting  L = Lichte belasting / M = Middelmatige belasting / Z = Zware belasting ; Monitoring  m = behorend tot monitoringgroep ; Cluster  c = behorend tot clustergroep Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.17
  • 25. Province de Liège Stoumont K L Province de Liège Dalhem K L Province de Liège Sankt-Vith K L c Province de Liège Blégny M M Province de Liège Herve M M Province de Liège Ans M M Province de Liège Donceel K M m Province de Liège Comblain-au-Pont K M m Province de Liège Eupen M M m Province de Liège Huy M Z m Province de Liège Verviers M Z m Province de Liège Seraing M Z m Province de Liège Liège G Z m Province de Namur La Bruyère K L Province de Namur Beauraing K M Province de Namur Mettet M M Province de Namur Viroinval K M m Province de Namur Assesse K M m Province de Namur Eghezée M M m Province de Namur Namur G Z m Prov. du Brabant wallon Mont-Saint-Guibert K M Prov. du Brabant wallon Beauvechain K L Prov. du Brabant wallon Perwez K L Prov. du Brabant wallon Chaumont-Gistoux K L Prov. du Brabant wallon Grez-Doiceau M L Prov. du Brabant wallon Lasne M L Prov. du Brabant wallon Nivelles M M Prov. du Brabant wallon Braine-le-Château K M m Prov. du Brabant wallon Braine-l'Alleud M M m Province du Hainaut Froidchapelle K M c Province du Hainaut Sivry-Rance K M c Province du Hainaut Silly K L Province du Hainaut Estaimpuis K L Province du Hainaut Thuin M M Province du Hainaut Manage M M Province du Hainaut Celles K M m Province du Hainaut Chièvres K M m Province du Hainaut Châtelet M Z m Province du Hainaut Mouscron M M m Province du Hainaut Tournai M M m Province du Hainaut La Louvière M Z m Province du Hainaut Mons G Z m Province du Hainaut Charleroi G Z m Prov. du Luxembourg Martelange K Z Prov. du Luxembourg Saint-Léger K L Prov. du Luxembourg Attert K L Prov. du Luxembourg Vielsalm K M c Prov. du Luxembourg Meix-devant-Virton K M m Prov. du Luxembourg Arlon M M m Vlaanderen Provincie Antwerpen Vorselaar K M Provincie Antwerpen Sint-Amands K L Provincie Antwerpen Schelle K M Provincie Antwerpen Hove K L Provincie Antwerpen Retie K L Provincie Antwerpen Berlaar K L c Provincie Antwerpen Malle M M Provincie Antwerpen Mol M L Provincie Antwerpen Hulshout K L m Provincie Antwerpen Duffel M L m c Provincie Antwerpen Ranst M L m Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.18
  • 26. Provincie Antwerpen Turnhout M M m Provincie Antwerpen Mechelen M M m Provincie Antwerpen Antwerpen G M m Provincie Limburg As K L Provincie Limburg Borgloon K M c Provincie Limburg Halen K L m Provincie Limburg Genk M L m Provincie Limburg Hasselt M M m Prov. Oost-Vlaanderen Kluisbergen K L Prov. Oost-Vlaanderen Sint-Laureins K L c Prov. Oost-Vlaanderen Knesselare K L Prov. Oost-Vlaanderen Zomergem K M Prov. Oost-Vlaanderen Sint-Lievens-Houtem K L Prov. Oost-Vlaanderen Denderleeuw M M Prov. Oost-Vlaanderen Lebbeke M M Prov. Oost-Vlaanderen Lokeren M M Prov. Oost-Vlaanderen Moerbeke K L m Prov. Oost-Vlaanderen Ronse M M m Prov. Oost-Vlaanderen Dendermonde M M m Prov. Oost-Vlaanderen Sint-Niklaas M M m Prov. Oost-Vlaanderen Aalst M M m Prov. Oost-Vlaanderen Gent G M m Prov. Vlaams-Brabant Drogenbos K M Prov. Vlaams-Brabant Bekkevoort K L Prov. Vlaams-Brabant Huldenberg K L Prov. Vlaams-Brabant Oud-Heverlee K L Prov. Vlaams-Brabant Liedekerke M L Prov. Vlaams-Brabant Aarschot M L Prov. Vlaams-Brabant Bever K L m Prov. Vlaams-Brabant Keerbergen M L m c Prov. Vlaams-Brabant Tremelo M L m c Prov. Vlaams-Brabant Vilvoorde M M m Prov. Vlaams-Brabant Leuven G M m Prov. West-Vlaanderen Alveringem K L Prov. West-Vlaanderen Heuvelland K M Prov. West-Vlaanderen Oudenburg K L Prov. West-Vlaanderen Nieuwpoort K M Prov. West-Vlaanderen Damme M L Prov. West-Vlaanderen Wingene M L Prov. West-Vlaanderen Oostkamp M L Prov. West-Vlaanderen Knokke-Heist M M Prov. West-Vlaanderen Blankenberge M M m Prov. West-Vlaanderen Wervik M M m Prov. West-Vlaanderen Roeselare M M m c Prov. West-Vlaanderen Oostende M Z m Prov. West-Vlaanderen Kortrijk M M m Prov. West-Vlaanderen Brugge G M m 3.2 Opmaak & structuur van de vragenlijst voor kwantitatieve bevraging 3.2.1 Opmaak vragenlijst De vragenlijst werd in een aantal opeenvolgende stappen in een iteratief proces uitgewerkt. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.19
  • 27. Een eerste draft versie werd besproken met de werkgroep en vervolgens met de stuurgroep. De herziene versie werd nogmaals besproken met werkgroep en stuurgroep, en vervolgens verrijkt met suggesties van een aantal door het onderzoeksteam gecontacteerde OCMW-secretarissen en OCMW-maatschappelijk werkers. Tevens werd hierbij de nodige aandacht besteed aan een voor mandatarissen begrijpbare taal en correct jargon. Tenslotte werd deze versie opnieuw besproken met werkgroep en stuurgroep, teneinde de finale versie te bekomen. 3.2.2 Structuur van de vragenlijst De kwantitatieve vragenlijst werd opgebouwd in twee hoofddelen. Vooreerst worden in het luik “profiel van het OCMW” een aantal algemene gegevens opgevraagd. Vervolgens worden in het luik “ kwantitatieve bevraging” een uitgebreide set gegevens opgevraagd middels 10 gesloten hoofdvragen en 1 open hoofdvraag. Elke vraag behandelt een afzonderlijke thematiek. Dit neemt niet weg dat wij in meerdere vragen een aantal deelaspecten bevroegen die ook in andere vragen in bijna identieke verwoording aan bod kwamen. Dit liet ons toe om een dubbelcheck op deze gegevens te houden, en op deze wijze de gegevens te corrigeren middels contacten met de betrokken OCMW’s waarbij zich dergelijke anomalieën voordeden. De volledige vragenlijst vindt u in bijlage (p.121). De dubbelcheck-gegevens worden naargelang de vraag waarin ze voorkomen, behandeld in de diverse paragrafen van hoofdstuk 5, waarin de analyseresultaten worden toegelicht. 3.3 Methode van versturing 3.3.1 E-mail De vragenlijsten werden verstuurd per e-mail, samen met een begeleidende brief vanwege minister Arena. Indien geen e-mail coördinaten van een OCMW gekend waren, bezorgden wij het betrokken OCMW de vragenlijst per post en per fax. De e-mail en het postverkeer werd geadresseerd aan de secretaris. Door alle e-mails te voorzien van een ‘return receipt’ werd opgevolgd in hoeverre de e-mails ook daadwerkelijk hun bestemmeling bereikten. Indien na telefonische contactname bleek dat e-mail verkeer niet mogelijk was, werd de vragenlijst per post en per fax toegezonden. In een eerste fase beschikten de aangeschreven OCMW’s over een periode van 4 weken om de vragenlijsten in te vullen en aan Ernst & Young terug te sturen. 3.3.2 Herinneringsbrief Na drie weken was slechts 7% van de enquêtes ingevuld teruggestuurd. Daarom stuurde Ernst & Young een herinneringsbrief, mede-ondertekend door dhr. Van Geertsom, voorzitter van de POD Maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie. Het responspercentage steeg in de daaropvolgende weken tot 30%. Fout! Opmaakprofiel niet gedefinieerd. P.20