More Related Content
Similar to Sociale media strategie_voor_politie
Similar to Sociale media strategie_voor_politie (18)
More from Frank Smilda (20)
Sociale media strategie_voor_politie
- 2. Een sociale media-strategie voor de politie
Een sociale media-strategie voor de politie
1 INLEIDING 4
2 WAT ZIJN SOCIALE MEDIA? 6
2.1 Definitie ............................................................................................. 6
2.2 Van massacommunicatie naar een massa communicators......................... 6
2.3 Plaats in het (communicatie)beleidsplan ................................................. 8
2.4 Cijfergegevens .................................................................................... 9
2.5 Virale communicatie ............................................................................ 10
2.6 Burgerjournalistiek .............................................................................. 11
2.7 Vlaamse overheden geven het voorbeeld................................................ 12
3 WAAROM SOCIALE MEDIA OPNEMEN IN DE POLITIEWERKING? 13
3.1 Niet meer ontkennen ........................................................................... 13
3.2 10 slechte uitvluchten .......................................................................... 13
3.3 10 goede redenen ............................................................................... 14
3.4 De politiefilosofie: gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ) .................... 14
3.5 Jongeren bereiken ............................................................................... 15
3.6 De C.O.P.P.S. methode ........................................................................ 15
3.7 Conclusie............................................................................................ 17
4 HOE SOCIALE MEDIA OPNEMEN IN DE OPERATIONELE POLITIEWERKING? 18
4.1 Werving ............................................................................................. 18
4.2 Verkeer .............................................................................................. 19
4.3 Wijkwerking........................................................................................ 19
4.4 Preventie............................................................................................ 20
4.5 Opsporingen ....................................................................................... 22
4.6 Informatiegaring ................................................................................. 23
4.7 Communicatie en pr............................................................................. 26
4.8 Samenwerken ..................................................................................... 26
4.9 Bedenkingen ....................................................................................... 27
5 HOE SOCIALE MEDIA OPTIMAAL INTEGREREN IN DE COMMUNICATIE? 29
5.1 Inleiding............................................................................................. 29
5.2 Interne communicatie .......................................................................... 29
5.3 Externe Communicatie ......................................................................... 31
5.4 Imagomanagement: pr ........................................................................ 32
5.5 Plaats in de communicatiemix ............................................................... 32
5.6 Een sociale media-strategie bepalen ...................................................... 34
5.7 Toegevoegde waarde ........................................................................... 35
5.8 Herkenbaarheid en huisstijl................................................................... 36
5.9 Conclusie............................................................................................ 37
6 WELKE SOCIALE MEDIA KUNNEN NUTTIG ZIJN VOOR DE POLITIE? 38
6.1 Intranet ............................................................................................. 38
6.2 Website.............................................................................................. 38
6.3 e-zine ................................................................................................ 38
6.4 Blogs ................................................................................................. 38
6.5 Facebook en Netlog ............................................................................. 39
6.6 Twitter ............................................................................................... 40
6.7 LinkedIn ............................................................................................. 41
6.8 Flickr en Picasa ................................................................................... 41
6.9 YouTube ............................................................................................. 41
6.10 Wiki ................................................................................................... 42
© SDS 2|75
- 3. Een sociale media-strategie voor de politie
7 WIE GEBRUIKT SOCIALE MEDIA EN WAAR? 43
7.1 Iedereen ............................................................................................ 43
7.2 Communicatoren ................................................................................. 43
7.3 Stakeholders bereiken en boeien ........................................................... 44
7.4 Overal................................................................................................ 45
8 WELKE RICHTLIJNEN KAN DE POLITIE HANTEREN? 46
8.1 Disclaimer .......................................................................................... 46
8.2 Richtlijnen .......................................................................................... 46
8.3 Richtlijnen voor communicatoren........................................................... 47
8.4 Richtlijnen overtreden .......................................................................... 48
8.5 Richtlijnen voor doorklikken en linken .................................................... 48
8.6 Sociale media controleren en modereren ................................................ 49
8.7 Reageren op negatieve feedback ........................................................... 50
9 RANDVOORWAARDEN 51
9.1 Wat zijn de grootste misvattingen over sociale media? ............................. 51
9.2 Duidelijke beleidsvisie en –doelstellingen................................................ 52
9.3 Draagvlak en goede informatiedoorstroming ........................................... 52
9.4 Middelen ............................................................................................ 52
9.5 Training en bijscholing ......................................................................... 52
10 KENMERKEN VAN SOCIALE MEDIA 53
10.1 Inleiding............................................................................................. 53
10.2 Overzicht van de kenmerken................................................................. 53
10.3 Aftoetsen van de kenmerken................................................................. 64
10.4 Checklist ............................................................................................ 65
11 BIJLAGEN 66
11.1 Lijst van bijlagen ................................................................................. 66
11.2 Lijst van figuren .................................................................................. 66
12 BRONNEN 71
12.1 Boeken............................................................................................... 71
12.2 Kranten- en tijdschriften(artikels).......................................................... 71
12.3 Websites ............................................................................................ 72
12.4 Beleidsnota’s ...................................................................................... 75
12.5 Wetteksten ......................................................................................... 75
© SDS 3|75
- 4. Een sociale media-strategie voor de politie
1 Inleiding
Tijdens de doorlichting van het korps in het algemeen en in het bijzonder het luik
communicatie werd duidelijk dat we in de huidige gemediatiseerde (politie)maatschappij
de nodige aandacht moeten hebben voor (sociale) communicatie.
Met het overzicht Een sociale media-strategie voor de politie heb ik mij de vraag
gesteld “Waarom zou de politie sociale media integreren in haar politiewerking en hoe
kan ze dat optimaal doen?”
Het aantal sociale media platformen en hun draagwijdte zijn de afgelopen jaren sterk
toegenomen; ze hebben ook een steeds prominentere plaats in onze maatschappij.
Communicatieprofessionals uit de overheid en zakenwereld doen er goed aan op de
hoogte te blijven van de ontwikkelingen rond sociale media. Communicatiemedewerkers
binnen een politiekorps voelen de veranderingen en verschuivingen die de sociale media
en netwerken op grote schaal veroorzaken.1
We hebben allemaal wel vragen over deze nieuwe technologieën en met dit overzicht wil
ik er een aantal van overlopen.
Ik probeer ook een zeefdruk te maken voor een bruikbare en hedendaagse sociale
media-strategie. Je kan de onderdelen los van elkaar lezen en vlot over sommige
hoofdstukken springen. Je kan ook deel uit deze bundel lichten om daarop verder te
werken.
• Wat zijn sociale media eigenlijk?
Hoofdstuk 2 gaat over de definities die je hanteert en met welke
maatschappelijke effecten van sociale media je rekening moet houden.
• Waarom kan de politie niet achterblijven?
In hoofdstuk 3 lees je waarom de politie zich niet kan veroorloven om sociale
media naast zich neer te leggen en hoe je een strategie kan uittekenen.
• Hoe pak je sociale media concreet aan?
Nu je weet dat de politie aan sociale media moet beginnen, is het interessant te
ontdekken hoe sociale media kunnen helpen bij criminaliteitsbestrijding.
• Welke sociale media zijn nuttig?
Dit deel bespreekt de verschillende sociale media platformen die bruikbaar zijn
voor de politie en het bakent hun gebruik en doelgroepen af.
• Wie gebruikt sociale media en waar?
Door welke personeelsleden worden sociale media gebruikt? Wie zal al dan niet
in naam van een korps kunnen, mogen of moeten communiceren?
• Overzicht van de richtlijnen.
Dit is misschien wel het belangrijkste hoofdstuk. In dit deel van de bundel kan
je de richtlijnen voor sociale media communicatie raadplegen
1
Schepers, B. (december 2009). De ontvanger staat central: Web 2.0 verwijst bestaande
communicatiemodellen naar de prullenbak. Ad Rem, 2009/6, p. 2.
© SDS 4|75
- 5. Een sociale media-strategie voor de politie
Dit project zit momenteel in een conceptuele fase van literatuurstudie en de dagelijkse
professionele beleving.
Binnen de communicatiewerking van Politie Gent voelde ik de noodzaak om sociale media
aan te kaarten. Omdat het internet geen rekening houdt met stads- en landsgrenzen, is
het duidelijk dat dit geen verhaal kan zijn van Politie Gent alleen. Federaal en zelfs
internationaal is men met deze problematiek bezig.
Het is dan ook de bedoeling om deze bundel samen met politiepartners en externe
diensten te bespreken en aan de hand van werkgroepen de verschillende deelgebieden te
bekijken, uit te werken en mogelijks te implementeren.
Vandaag werken we binnen Politie Gent met 0% sociale media,
we willen van start gaan op 01/01/2011 met 10% sociale media,
we mikken tegen 01/06/2011 op 25% sociale media
en we integreren graag vanaf 01/01/2012 50% sociale media.
De evolutie zal uitwijzen of we vanaf 01/01/2013 tot 100% sociale media kunnen komen.
Steven De Smet (SDS)
Hoofdcommissaris
Figuur 1: Social Media Jokes and Comics2
April 2012, Universiteit van Columbia (VSA):
“… en dit jaar gaat de Pulitzer Prijs voor onderzoekstwitterering naar…”
2
Social Media Jokes and Comics (2010). Geraadpleegd op 23 augustus 2010,
http://blog.thoughtpick.com/2009/06/25-social-media-jokes-and-comics-episode-1.html
© SDS 5|75
- 6. Een sociale media-strategie voor de politie
2 Wat zijn sociale media?
“A revolution doesn’t happen when a society adopts new tools. It
happens when society adopts new behaviours…” – Clay Shirky3
2.1 Definitie
Sociale media is de benaming voor online platformen waar de gebruikers, met geen of
weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Onder deze
platformen vallen weblogs, wiki’s, fora, sociale netwerken als Facebook en LinkedIn en
diensten als Twitter, SMS en YouTube.
Web 1.0 wordt gezien als het web van de documenten. Informatie werd voor iedereen
toegankelijk gemaakt, maar daar bleef het aanvankelijk bij. Web 2.0 is de tweede fase in
de ontwikkeling van het World Wide Web waarbij een verzameling aparte websites
evolueert naar een volledig platform waar surfers interactieve webapplicaties kunnen
gebruiken.
Het grote verschil tussen Web 1.0 en Web 2.0 is dat niet alleen de eigenaar van een
webpagina zijn inhoud bepaalt. Ook de gebruikers van de website kunnen meeschrijven
aan de inhoud van een pagina. Web 2.0 heeft vooral de groei van sociale media
gemakkelijk gemaakt, het internet was immers altijd al een sociale omgeving.
Bij Web 3.0 (het intelligente of semantische web) worden met technische integratie van
webservices op het internet verschillende (mobiele) toepassingen aan elkaar gelinkt.
Onder Web 3.0 wordt het bijvoorbeeld mogelijk om met één combinatie van
gebruikersnaam en wachtwoord een hele resem internettoepassingen te beheren, zowel
op computers als laptops en gsm’s. 4
2.2 Van massacommunicatie naar een massa communicators
Communicatie is een proces waarbij een boodschap overgedragen wordt vanuit een
zender of bron naar een ontvanger via communicatiemiddelen. De ontvanger kan op zijn
beurt een boodschap terugkoppelen naar de zender (=feedback).
Massacommunicatie is een vorm van communicatie waarbij massaal professioneel
geproduceerde boodschappen door een formele en herkenbare zender openbaar, via
technische verspreidingsmiddelen, indirect en eenzijdig aan een groot publiek worden
aangeboden. De vier belangrijkste massamedia zijn: televisie, radio, internet, en krant.
Traditioneel kenden de massamedia een model met daarin één zender en een massa
ontvangers, die via hetzelfde medium dezelfde boodschap ontvangen.
3
Clay Shirky (°1964) is een Amerikaanse schrijver, consultant en hoogleraar Nieuwe Media aan de
New York Universiteit. Zijn werk gaat onder meer over de sociale en economische effecten van
internettechnologieën en sociale netwerken.
4
Wikipedia. De vrije encyclopedie. (2010) verschillende definities. Geraadpleegd in augustus 2010,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina.
© SDS 6|75
- 7. Een sociale media-strategie voor de politie
Figuur 2: Model massacommunicatie
In het steeds wijzigende en groeiende communicatietijdperk is het essentieel om de
klassieke media innovatief in te zetten en rekening te houden met het effect van digitale
sociale netwerken. Een persoon, organisatie, bedrijf of overheid kan beslissen om een
blog, wiki, sociaal netwerk of online forum te creëren of deel te nemen aan dergelijke
sociale publicaties of discussies.
Door actief te zijn op online platformen via nieuwe (mobiele) technologieën ontstaan
sociale netwerken die tot een nieuw en onbekend communicatiemodel leiden: van
massacommunicatie naar een massa communicators. (van broadcast naar peer-to-peer)
Figuur 3: Model massa communicators
© SDS 7|75
- 8. Een sociale media-strategie voor de politie
2.3 Plaats in het (communicatie)beleidsplan
De introductie van sociale media maakt deel uit van een communicatievisie waarbij een
communicatiedienst de rol van specialist, voortrekker en communicatiecoach op zich
neemt. Het communicatiebeleid moet ingebed worden in een breder korpsbeleid en er
moet zowel intern als extern een draagvlak worden gecreëerd.
In de krachtlijnen die de Werkgroep Communicatie naar voren schoof (Verbeterplan d.d.
15/07/2010) werd de introductie van sociale media aangekondigd:5
• Intranet ter bevordering van de interne communicatie. We ontwikkelen een
nieuw intranet zodat de interne informatiecyclus op een hoger niveau wordt gebracht.
Belangrijke nieuwigheden vanuit communicatief oogpunt zijn: doelgroepgerichte
communicatie en ondersteuning voor bottom-up communicatie en dialoog
(vraagbaak, fora, e.d.).
• e-mail en internet voor alle medewerkers. Elk personeelslid heeft een persoonlijk
e-mailadres en een eigen internettoegang nodig zodat alle medewerkers intern
worden bereikt en iedereen extern kan communiceren.
• Kwalitatieve inzet communicatiemix. De inzet van de communicatiemix – zoals
ondermeer website, intranet, dagorder, e-zine, affiches, jaarverslag - wordt bepaald
door de doelgroepen waarnaar we ons richten en de doelen die we willen bereiken.
• e-communicatie ter bevordering van de externe communicatie. We moeten
erkennen en aanvaarden dat officiële instanties en overheden niet langer eigenaar
blijven over de inhoud van hun communicatie, zeker niet online. De gebruikers van
onze digitale informatie beslissen mee over de inhoud.
• Policy communicatietool. Er is voor elk communicatiemiddel een richtlijn
voorhanden rekening houdend met de visie, waarden en de wenselijke mentaliteit
(collectieve ambitie).
In hetzelfde verbeterplan Doorlichting Politie Gent: De tweede fase: Het verbeterplan van
Prof.dr. Brice De Ruyver en Prof.dr.dr.h.c. Cyrille Fijnaut, stellen de professoren trouwens
duidelijk:
“In afwachting van de formulering van [een communicatie]beleid worden na oprichting
van de dienst in het bijzonder de volgende taken ter hand genomen:
(eerste punt)
De vernieuwing van de berichtgeving via het intranet en via de nieuwe sociale media.”6
5
De Ruyver, B. & Fijnaut, C. (2010). Doorlichting Politie Gent: De tweede fase: Het verbeterplan.
Juli 2010, p. 297-298.
6
De Ruyver, B. & Fijnaut, C. (2010). Doorlichting Politie Gent: De tweede fase: Het verbeterplan.
Juli 2010, p. 8.
© SDS 8|75
- 9. Een sociale media-strategie voor de politie
2.4 Cijfergegevens
• Er worden wereldwijd miljoenen blogs bijgehouden. Ook België is sterk vertegen-
woordigd. In de Belgische blogosfeer vind je zo’n 33.079.000 blogs terug.7
• Facebook telt sinds kort wereldwijd 500 miljoen gebruikers. In België heeft de site
3.526.500 geregistreerde en actieve leden (augustus 2010).8
• Netlog, de sociale netwerksite die vooral door Europese jongeren gebruikt wordt, telt
meer dan 62 miljoen leden (april 2010). Netlog NV is gevestigd in Gent en telt
3.194.539 Nederlandstalige leden (augustus 2010).
• LinkedIn heeft 30 miljoen leden (augustus 2010). Je kan nu het aantal LinkedIn
profielen per land niet meer opvragen, maar begin 2010 waren er 526.476 in België.
• Twitter telt 100 miljoen gebruikers (augustus 2010), maar geeft toe dat een groot
deel van hun leden niet actief is. Op 3 augustus 2010 waren er zo’n 46.000 Belgische
Twitteraars.
Figuur 4: Evolutie over het voorbije jaar
(waarde 100 werd toegekend aan de cijfers van augustus 2009)
Waarde 100 werd toegekend aan de cijfers van augustus 2009. Facebook is in België
over deze periode veel sterker gegroeid in vergelijking met de andere opgevolgde
platformen (van waarde 100 naar 150, dus een stijging van 50%). De blogplatformen
groeien ‘maar’ met zo'n 12% tot 27% op jaarbasis.
7
Vlaamse Overheid (2010) Communicatie. Een site over Vlaamse overheidscommunicatie. Sociale
media: de cijfers. Geraadpleegd op 11 augustus 2010,
http://communicatie.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=675
8
Deze en volgende cijfergegevens: B.V.L.G. (2010) B.V.L.G. Geraadpleegd op 10 augustus 2010,
http://bvlg.blogspot.com
© SDS 9|75
- 10. Een sociale media-strategie voor de politie
Figuur 5: Evolutie over het voorbije jaar (staafdiagram)
2.5 Virale communicatie
Zoals het model van een massa communicators aangeeft, verspreidt de boodschap zich
tussen zenders en ontvangers in een sociaal netwerk zelden rechtlijnig. De boodschap
verspreidt zich chaotisch én exponentieel, zodat we spreken van virale communicatie.
Virale communicatie is een communicatietechniek die bestaande sociale netwerken
gebruikt om zo een boodschap te verspreiden op een manier die te vergelijken is met
een virale epidemie. Het lijkt op mond-tot-mondreclame die versterkt wordt door het
internet, waardoor zeer snel een groot aantal mensen bereikt kan worden.
Je kan zo heel gemakkelijk je boodschap op een virale manier doorgeven. Een paar tips
om het sneeuwbaleffect te vergroten9:
• Geef iets weg: gratis informatie, stickers, een brochure, een inkleurtekening,…
• Maak het zeer eenvoudig om je bericht naar anderen door te sturen
• Zorg dat schaalvergroting mogelijk is: je moet de capaciteit hebben om een
explosie van reacties, vragen of deelnemers te kunnen opvangen, anders voelen
de ontvangers van je boodschap zich bedrogen
• Vertrek vanuit een concrete situatie
• Zorg dat je op voorhand lid bent van de netwerken: je bent niet geloofwaardig als
je de week voor je communicatiecampagne een Facebookprofiel aanmaakt
• Gebruik ook de middelen en kanalen van anderen: plaats een banner of link op
partnersites, je volgers of fans kunnen over je schrijven op hun persoonlijk blog,…
9
Wilson, R. F. (2000). The Six Simple Principles of Viral Marketing. Geraadpleegd op 26 augustus
2010, http://www.wilsonweb.com/wmt5/viral-principles.htm
© SDS 10|75
- 11. Een sociale media-strategie voor de politie
2.6 Burgerjournalistiek
Communicatie is steeds meer van iedereen, voor iedereen en door iedereen. Doelgroepen
willen niet alleen informatie ontvangen, maar ook de inhoud mee beheren, bepalen,
verbeteren. Daarvan is de opkomende burgerjournalistiek een uitstekend voorbeeld.
De term burgerjournalistiek wordt gebruikt voor nieuws dat door niet-journalisten
verzameld, geschreven en gepubliceerd wordt. Deze vorm van journalistiek vind je vooral
terug op weblogs, die tegenwoordig zelfs vaak door kranten en andere massamedia
aangeboden worden.
Burgerjournalistiek omvat ook alle gevallen waarin burgers met hun camera’s en gsm’s
ongelooflijke beelden maken van nieuwsgebeurtenissen. Beelden die toeschouwers ter
plaatse uit de eerste hand filmen en nadien de hele wereld rondsturen. Geen
professionele journalist of internationaal nieuwsbureau kan dergelijke publicatiesnelheid
evenaren.
2.6.1 Gisteren nog op de Heizel, vandaag al op Facebook
In augustus 2010 kwam de City Parade naar Brussel. Het massafeest trok zo’n 100.000
vierders en verliep opperbest, aldus de gemeentelijke autoriteiten. “Uiteindelijk werden
23 festivalgangers met spoed naar het ziekenhuis afgevoerd wegens overmatig drug- of
alcoholgebruik. De politie pakte ook veertien mensen op. Van zware incidenten was voor
het overige geen sprake.”10
Er was dus geen vuiltje aan de lucht, maar het verhaal kreeg een staartje.
Een dag later circuleerden een tiental compromitterende foto’s op het net: blijkbaar
konden enkele jonge vrouwen op de foto in de politiecombi, een wapenstok in de hand en
een kogelvrije vest om het lijf. Twee dagen later waren de foto’s voorpaginanieuws. 11
Figuur 6: Feestende vrouwen in politiecombi12
[De dames] kwamen op het idee voor de foto’s met politiespullen voor Facebook.13
10
De Morgen (22 augustus 2010).Organisatoren City Parade tevreden met 100.000 bezoekers.
Geraadpleegd op 24 augustus 2010,
http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1147964/2010/08/22/Organisator
en-City-Parade-tevreden-met-100-000-bezoekers.dhtml
11
Huyberechts, P. (24 augustus 2010). Politie gewillig op foto met feestende vrouwen: Bezoekers
City Parade mogen met schilden en politiekostuums poseren. De Gentenaar, p. 10.
12 12
Clint.be (23 augustus 2010). Sexy flik spelen in politiecombi City Parade Brussel (fotospecial).
Geraadpleegd op 24 augustus 2010, http://www.clint.be/nieuws/sexy-flik-spelen-politiecombi-
city-parade-brussel-fotospecial
13
D.H. (24 augustus 2010). Onderzoek naar sexy politiefoto’s. Gazet van Antwerpen, p. 12.
© SDS 11|75
- 12. Een sociale media-strategie voor de politie
De kranten smulden:
De Gazet van Antwerpen schreef: “De foto’s bereikten op een of andere manier de
redactie van clint.be. In een mum van tijd werden de licht pikante beelden van vrolijke
meiden en toffe agenten opgepikt door diverse nieuwssites, tot die van De Telegraaf en
het Algemeen Dagblad in Nederland toe. … [De dames] kwamen toen op het idee voor de
foto’s met politiespullen voor Facebook.14
De Morgen berichtte: “Het bleken vriendinnen van een vriend te zijn. Hij had de foto’s
gezien en heeft ze me doorgestuurd,” zegt organisator Claude Van Cools. “Ik heb ze zelf
meteen doorgespeeld naar de politie.”15
2.6.2 Motief van de massamedia?
Je kan je afvragen welke kaart de traditionele media spelen. Aan de ene kant schuimen
zij zelf de sociale netwerken en de blogs van burgerjournalisten af, op zoek naar nieuws
om te publiceren. Aan de andere kant zijn ze als de dood dat de sociale platformen
uiteindelijk de massamedia zullen overnemen. Vandaar dat je heel regelmatig
doemverhalen over privacy, leugens, en lasterlijke foto’s op Facebook en andere
netwerken kan lezen.
2.7 Vlaamse overheden geven het voorbeeld
Minister-president van de Vlaamse Regering Kris Peeters schrijft in zijn Beleidsbrief
Overheidscommunicatie (2009) dat de Vlaamse Regering bewust kiest om voor sommige
mediacampagnes de burgers niet via traditionele advertenties te benaderen. Zo kiest hij
voor online discussies en een modern communicatiebeleid met aandacht voor reputatie-
management.16
Communicatie begint met contact leggen, schrijft hij verder. Communicatie is steeds
meer van iedereen, voor iedereen en door iedereen. Hij wil de sociale netwerkmethode
invoeren en de overheid als platform aanbieden. De Vlaamse Regering gaat dus voluit
voor een mix van nieuwe en bestaande instrumenten, rekening houdend met de
internettechnologie en de evolutie van mobiele technologie.17
Stad Gent neemt zich in haar Beleidsnota Communicatie & Inspraak voor om naast
massacommunicatie ook bijzondere aandacht te besteden aan doel(groep)gerichte
communicatie. “De Stad verspreidt één boodschap via verschillende kanalen, om de
spreiding te vergroten (multikanaal-strategie), en past die indien nodig aan verschillende
doelgroepen aan.18
Onlangs testte de Gentse burgemeester Daniël Termont dit uit: op 24 augustus riep hij in
een internetfilmpje voetbalsupporters op om het sportief en vriendschappelijk te houden.
“Het filmpje is sinds het verschijnen ervan op de website van AA Gent en op YouTube
twee dagen geleden 3.517 keer bekeken. … De reacties zijn echter verdeeld,” schrijft De
Morgen. Feyenoordsupporters schreven veelal uitdagende commentaren op het filmpje.19
Opnieuw zie je hier hoe de krant eerder een negatief element van sociale media belicht.
14
D.H. (24 augustus 2010). Onderzoek naar sexy politiefoto’s. Gazet van Antwerpen, p. 12.
15
Seynaeve, B. (24 augustus 2010). Onderzoek naar fotoshoot in combi: Op City Parade gemaakte
foto’s van meisjes brengen Brusselse politie in opspraak. De Morgen, p.2.
16
Peeters, K. (2008). Beleidsbrief Overheidscommunicatie 2009. Oktober 2008.
17
Peeters, K. (2009)0 Beleidsnota DAR Overheidscommunicatie 2009 – 2014.
18
Termont, D. (2008). Beleidsnota Communicatie & Inspraak 2007 – 2012. Maart 2008.
19
B.S.E. (24 augustus 2010). Gentse burgemeester Termont spreekt Feyenoordsupporters toe via
Facebook. De Morgen, p. 2.
© SDS 12|75
- 13. Een sociale media-strategie voor de politie
3 Waarom sociale media opnemen in de
politiewerking?
“It is not the strongest of the species that survive, nor the most
intelligent, but the one most responsive to change.” – Charles Darwin20
3.1 Niet meer ontkennen
Zijn sociale media slechts een fascinerend maatschappelijk fenomeen?
Neen! Al blijven sociale media fascineren, toch moeten we ons realiseren dat sociale
media al een hele tijd geen hype meer zijn. Sociale media omvatten tegenwoordig de
nieuwe kanalen en manieren om te communiceren. Overheden en politiemachten vragen
zich best niet meer af óf ze sociale media zullen integreren, maar hóe ze dit zullen doen.
Het is niet meer geloofwaardig om als overheidsorganisatie optimale communicatie met
je burgers na te streven zonder daarbij een online strategie te ontwikkelen.
3.2 10 slechte uitvluchten
1. Het is te vroeg om er mee te beginnen.
(Hoezo? We lopen nu al achter!)
2. We weten niet hoe we sociale media nuttig kunnen gebruiken.
(Blijven lezen.)
3. Het is niet veilig.
(Grote banken, buitenlandse politiediensten en zelfs de CIA kan het veilig houden;
het zal dus wel mogelijk zijn.)
4. Er is geen geld. Er is geen personeel.
(Eeuuhm)
5. Het politiepersoneel zou wel eens iets doms, beschamends of illegaal kunnen doen.
(Dat kunnen ze ook zonder sociale media. Toezicht houden is een taak van de
leiding.)
6. Het internet is te informeel – wij houden ons bezig met serieus werk.
(Elke binnen- en buitenlandse overheid gebruikt de sociale platformen.)
7. Waarom zouden we bloggen? We zijn toch geen schrijvers?
(Speciaal opgeleid personeel zal communiceren in naam van het korps. Trainingen
worden voorzien.)
8. We willen niet te veel van onze werking prijsgeven.
(Transparantie en openbaarheid van bestuur afwegen t.o.v. het beroepsgeheim en
geheim van het onderzoek.)
9. Ze zouden eens slechte dingen over ons kunnen zeggen.
(Dat doen ze toch. Je kan er beter direct van op de hoogte zijn en kunnen reageren.)
10. Daar zijn we te oud voor.
(Veel personeelsleden gebruiken sociale media al in hun vrije tijd, voor hen is dit
dagelijkse kost. Hoe gebruiken je eigen kinderen het?)
20
Darwin, C. (1859) On the Origin of Species by Means of Natural Selection. Londen: John Murray.
© SDS 13|75
- 14. Een sociale media-strategie voor de politie
3.3 10 goede redenen
1. Vrees niet: het gaat niet over de technologie, maar over de inhoud.
2. Er zullen altijd negatieve dingen over de politie geschreven worden. Je kan er zowel
als eerste bij zijn en actief deelnemen aan het gesprek.
3. Je hoeft niet met alles op hetzelfde moment te beginnen. De website is er al. Bouw
een strategie. Start nu met Facebook en volgend jaar met een Twitter account.
4. Sociale media kunnen jongeren bereiken: ze identificeren zich met de flexibiliteit, de
netwerking, dialoog, interactiviteit en zelfs anarchistische aard van het web.
5. Een korps dat sociale media gebruikt, is een ‘trendy werkgever’. Vooral jonge
werknemers hebben meer vertrouwen in werkgevers die de nieuwe technologieën
omarmen en zijn productiever als ze af en toe een kijkje mogen nemen op
Facebook.21
6. Zoals je verder kan lezen, vallen sociale media onder de filosofie van de GGPZ.
7. Sociale media maken nieuwe vormen van criminaliteitsbestrijding mogelijk.
8. De politie wil in álle geledingen van de bevolking aanwezig zijn, ook de virtuele.
9. Zoek eens op YouTube naar ‘Politie Gent’ en ‘betoging Gent’ en vraag je af hoe het
komt dat je deze video’s nog nooit eerder hebt gezien.
10. De slechtste strategie is géén strategie.
3.4 De politiefilosofie: gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ)
Transparantie, inspraak, toegankelijkheid en een open communicatiecultuur zijn meer
dan een reeks mooie begrippen. Het implementeren van sociale media en platformen
sluit perfect aan bij de achterliggende gedachte van de gemeenschapsgericht politiezorg.
Gemeenschapsgerichte politiezorg (GGPZ)22 is een politiemodel dat het culturele en
filosofische kader vormt voor de geïntegreerde politie. Het is van toepassing op alle
vormen van politiewerk en in alle politiekorpsen en –diensten23. De GGPZ berust op vijf
pijlers:
Pijler 1: externe oriëntering
De politie is in de maatschappij geïntegreerd en moet in het bijzonder rekening
houden met de verwachtingen van de bevolking.
Pijler 2: probleemoplossend werken
Pijler 3: partnerschap
De politie is niet als enige verantwoordelijk voor de veiligheid, leefbaarheid en
criminaliteit, want veiligheidszorg bestaat uit een keten van partners.
Pijler 4: verantwoording afleggen
De politie moet – via opgezette mechanismen – verantwoording afleggen over
de antwoorden die ze formuleert op de vragen en noden van de burgers.
Pijler 5: bekwame betrokkenheid
Politie en de diverse bevolkingsgroepen samen kunnen problemen van
veiligheid, leefbaarheid en criminaliteit aanpakken.
21
Harvard Business Review (2009). The Über-Connected Organization: A Mandate for
2010. Geraadpleegd op 13 augustus 2010: http://hbr.org/search/uberconnected/
22
De GGPZ is de politiefilosofie waarvoor gekozen is bij de politiehervorming van 2001.
23
Van Aerschot, D. (2008) Optimale bedrijfsvoering bij de politie. Beter blauw op straat.
Antwerpen: Maklu
© SDS 14|75
- 15. Een sociale media-strategie voor de politie
3.5 Jongeren bereiken
Na de baby boomers (jaren 60), generatie X (jaren 70) en generatie Y (jaren 80 en 90),
staat er nu een generatie digital natives op: jongeren en jongvolwassen die opgroeiden
na de intrede van de digitale technologie. Zij zijn vertrouwder met computers, het
internet, gsm’s en mp3’s dan andere leeftijdsgroepen ooit kunnen dromen.
Een deel van hun identiteit bouwen ze op met elementen uit het web 2.0. De sociale
netwerken, wiki’s, blogs en andere user generated content vormen de kern van hun
digitale persoonlijkheid. Zij leven in een online cultuur waarbij foto’s, meningen en
schoolwerk met de hele wereld wordt gedeeld.
Jongeren zijn een moeilijk te bereiken doelgroep. Het is aan jou om als communicatie-
specialist een weg te vinden naar hun leefwereld en hen aan te spreken in de taal die ze
begrijpen mét de middelen die ze gebruiken.
3.6 De C.O.P.P.S. methode
De COPPS methode24 van Lauri Stevens (Social Media Strategist for Law Enforcement) is
gebaseerd op de POST methode25 en laat je even stilstaan bij acht belangrijke vragen
waarop je het antwoord zou moeten formuleren, alvorens aan een echte sociale strategie
te beginnen.
C – Citizens
Begin niet aan een strategie alvorens je je doelgroep en stakeholders in kaart brengt.
Wie wil je bereiken met de sociale media?
O – Objectives
Maak een keuze en bepaal de doelstellingen waarvoor je de sociale media zal inzetten.
Wat wil je bereiken met de sociale media? (zie bijlage)
P – Plan
Dit luik omvat vier cruciale onderdelen:
Welke technologie ga je inzetten?
Welke inhoud ga je vrijgeven?
Hoeveel personeel en tijd ga je hiervoor uittrekken?
Kan en ga je hiervoor training voorzien?
P – Policy
Stel goede richtlijnen op voor het communiceren, modereren en reageren op internet.
Aan welke regels houden we ons tijdens het gebruik van sociale media?
S – Schedule
Rekening houdend met de vorige beslissingen, stel je best een gedetailleerde planning op
voor het trainen, het aan maken en opstarten, het schrijven en redigeren, het inzetten
van middelen en personeel van je sociale campagnes.
Wanneer komt welk onderdeel van je strategie aan bod?
24
Stevens, L. (2010) The C.O.P.P.S. Social Media MethodTM for Cops. Geraadpleegd op 12 augustus
2010, http://connectedcops.net/?p=1634
25
Forrester Research, Inc. (2007) The POST Method: A systematic approach to social strategy.
Geraadpleegd op 12 augustus 2010, http://forrester.typepad.com/groundswell/2007/12/the-
post-method.html
© SDS 15|75
- 16. Een sociale media-strategie voor de politie
Figuur 7: Antwoorden formuleren met de C.O.P.P.S methode
Figuur 8: De zeven bouwstenen van sociale media26
26
Smith, G. (2007). nForm: Social software building blocks. Geraadpleegd op 24 augustus 2010,
http://nform.ca/publications/social-software-building-block
© SDS 16|75
- 17. Een sociale media-strategie voor de politie
De zeven elementen - identiteit, aanwezigheid, relaties, conversaties, groepen, reputatie
en delen - vormen een solide basis van de mogelijkheden die sociale media platformen
aanbieden. Als je deze bouwstenen goed leert kennen en manipuleren, dan kan je ze op
de gepaste momenten inschakelen in je communicatiemix.
• Identiteit: op het sociale netwerk kan je je op een persoonlijke en unieke manier
voorstellen met een eigen profielfoto, beschrijving, citaat e.d.
• Aanwezigheid: het sociale netwerk laat zien wie van je vrienden of kennissen online
is, zodat je kan hen kan contacteren
• Relaties: op het sociale netwerk kan je je relaties met andere mensen omschrijven
(familie, vrienden van vrienden, collega)
• Converseren: via het sociale platform kan je chatten, berichten sturen, afspraken
maken, reacties achterlaten, commentaren schrijven, waarderingscijfers geven,
vragen stellen of antwoorden formuleren.
• Groepen: het sociale netwerk biedt de mogelijkheid communities te creëren voor
mensen met dezelfde interesses, eenzelfde achtergrond, dezelfde leeftijd e.e.g.
• Reputatie: op sociale netwerksites worden reputaties gebouwd, gemanaged,
gecontroleerd en gebroken
• Delen: het sociale netwerk laat je delen: foto’s, bestanden, muziek, video’s,
meningen, levenswijsheden, anekdotes, feitenkennis e.e.g.
3.7 Conclusie
De politieleiding neemt het gebruik van sociale media op in het (communicatie)beleid. De
leiding gaat best een stap verder door het personeel aan te moedigen om sociale media
op dezelfde manier te gaan integreren in hun werking als de telefoon en de pc.
De meest effectieve manier voor politie om de sociale media te gebruiken, is
informatieverspreiding en het sensibiliseren van burgers om toekomstige overtredingen
te voorkomen. De politie kan sociale netwerksites ook gebruiken om overtreders van de
wet te betrappen. In het volgende hoofdstuk wordt besproken hoe deze nieuwe
communicatietechnologieën mogelijkheden openen in de operationele politiewerking.
Sociale media zijn verder strategische instrumenten om burgers tot participatie aan te
sporen doordat ze zorgen voor veranderingen in gebruikersrollen.27 Deze veranderingen
gebeuren onafhankelijk van de keuzes en het gedrag van de politie, dus is het belangrijk
er rekening mee te houden:
• Burgers kunnen andere burgers in het oog houden en indien nodig ze publiekelijk
aan de schandpaal brengen.
• Burgers kunnen het gedrag van de politie in het oog houden.
• Burgers kunnen allerlei soorten problemen delen met de rest.
Het valt aan te raden om richtlijnen uit te schrijven voor het gebruik van sociale media.
Zowel tijdens als na de diensturen zal het politiepersoneel actief zijn op blogs, Twitter,
internetgroepen en andere sociale platformen. Het is beter om hen deze richtlijnen aan te
bieden en hen op de hoogte te brengen van de risico’s online.
27
Osimo, D. (2008). Web 2.0 in government: why and how? Luxembourg: Office for
Official Publications of the European Communities.
© SDS 17|75
- 18. Een sociale media-strategie voor de politie
4 Hoe sociale media opnemen in de operationele
politiewerking?
4.1 Werving
Sociale media kunnen de politie nieuwe kanalen bieden om het beeld bij te stellen dat
mensen, en zeker jongeren, hebben over het werken bij de politie. Via sociale netwerken
kan de toekomstige wervingsdoelgroep een gevoel krijgen van ‘daar wil ik ook bij horen’.
De Nederlandse Afdeling Werving Politie heeft drie sociale mediaplatformen geselecteerd
die in de komende jaren worden ingezet28: Hyves29, Marokko.nl30 en YouTube31. Deze
keuze is gebaseerd op basis van doelgroep en bereik. Sinds 16 maart 2010 staat op de
uitverkoren netwerken informatie over het werken bij de politie, films, foto’s, een game,
blogs, een eventagenda, de laatste vacatures,…
Figuur 9: Kom bij de politie op Hyves.nl en Marokko.nl
28
Marketing RSLT. Social Media School (2010) Politie zet sociale media in voor werving.
Geraadpleegd op 9 augustus 2010, http://www.molblog.nl/bericht/politie-zet-social-media-in-
voor-werving
29
http://kombijdepolitie.hyves.nl
30
http://www.politie.marokko.nl
31
http://www.youtube.com/user/Kombijdepolitie
© SDS 18|75
- 19. Een sociale media-strategie voor de politie
Er is ook een discussieforum en een chatfunctie voorzien: twee applicaties die mankracht
en opvolging vragen, maar die wel dialoog en betrokkenheid kunnen garanderen.
4.2 Verkeer
Verkeersinformatie wordt in realtime doorgeseind aan journalisten en geïnteresseerde
burgers, net zoals meldingen op police blotters waarover je verder zal lezen.
Het Vlaams Verkeerscentrum32 heeft als belangrijkste opdracht om verkeersinformatie ter
beschikking te stellen van de weggebruiker d.m.v. dynamische verkeersborden langs de
snelwegen op aangepaste routes en snelheidsbeperkingen bij verkeershinder.
Realtime informatie van de verkeerssituatie biedt het Verkeercentrum aan op de website
http://www.verkeerscentrum.be en via mobiel internet op http://www.filebeeld.be.
Mobiel Vlaanderen33 subsidieerde een aantal verkeersveiligheidscampagnes die bewust
gebruik hebben gemaakt van sociale media en virale communicatie. Jongeren werden
zelf ingeschakeld om campagne te voeren. Hierbij ging de campagne uit van de kracht
van de peergroep. Als eerste en ook belangrijkste kanaal gebruikte de campagne het
internet. Daarnaast stonden ook Facebook en Netlog centraal. Zij ondersteunden de
website en werden van bij het begin geïntegreerd in het verhaal.34
4.3 Wijkwerking
Met een aangepaste blog of een profielpagina op Facebook kan de politie zich ook in de
virtuele wereld onder de burgers begeven. Het zorgt voor de mogelijkheid om de
stadswijken en hun wijkinspecteurs in beeld te brengen. Op de blog of op Facebook
kunnen verhalen uit de wijk gedeeld worden. De wijkinspecteur kan er uitleggen wat zijn
job inhoudt en wanneer je beroep kan doen op hem. De burgers zelf zullen ook met een
heleboel vragen en verhalen komen.
De sociale media kunnen de wijkwerking in de schijnwerpers plaatsen, maar het is een
stap die niet licht gezet mag worden. Houd rekening met de volgende bedenkingen:
• Zorg ervoor dat je verhaal niet te promotioneel wordt. Wijkwerking is geen pr en
mensen haken vlug af als ze aan de oprechtheid van een boodschap twijfelen.35
• Probeer je online forum laagdrempelig te houden. Je wilt een ontmoetingsplaats waar
iedereen zijn weg vindt en zijn zegje wilt doen.
• Steek er tijd en moeite in. Om het levendig te houden, is het nodig om meer dan één
bericht per week te posten. Als mensen een vraag sturen, verwachten ze liefst
dezelfde dag nog een antwoord.
• Voor een burger met een vraag blijft het een hoge drempel om een politiekantoor
binnen te stappen. Een Facebookberichtje is veel sneller en gemakkelijker.
• Om als wijkinspecteur geloofwaardig te blijven, schrijf je best onder je eigen naam in
plaats van de anoniemere noemer van het politiekorps te gebruiken.36
32
Verkeerscentrum Vlaanderen (2010) Nieuws. Geraadpleegd op 13 augustus 21010,
http://www.verkeerscentrum.be/verkeersinfo/nieuws
33
Departement Mobiliteit en Openbare Werken (2010) Mobiel Vlaanderen. Geraadpleegd op 13
augustus 2010, http://www.mobielvlaanderen.be/subsidiedecreet/
34
Communicatiejaarverslag Vlaamse Regering (2010) Specifieke communicatieacties in 2009.
Geraadpleegd op 13 augustus 2010, http://www3.vlaanderen.be/jacom/woordenwolk/sociale-
media
35
Peter Mechant, Licentiaat in de communicatiewetenschappen aan de Ugent.
36
Nick Vanden Bussche, Studenteninspecteur politie Leuven.
© SDS 19|75
- 20. Een sociale media-strategie voor de politie
4.4 Preventie
4.4.1 Incidenten en crisiscommunicatie
In een crisis kunnen de sociale media platformen heel vlug een groot publiek bereiken.
De vele mogelijkheden van sociale media worden dus best van bij de voorbereidingen
geïntegreerd in de crisiscommunicatie, met specifieke richtlijnen voor gebruik en
monitoring. Daarom verwijzen we hier naar het crisiscommunicatieplan van de politie.
4.4.2 Informeren en sensibiliseren
Sociale media zijn handige middelen om campagnes te voeren en mensen te
sensibiliseren. Klassieke media-instrumenten bouwen hun bereik en hun publiek traag
op, waarna deze min of meer constant blijven. Bij sociale media maak je nu een pagina,
kan die razendsnel bijzonder populair worden, maar is die de volgende dag terug
vergeten. Toch kan je een jaar later dezelfde pagina onder dezelfde naam aanmaken,
zoals er elk jaar een nieuwe pagina van de Gentse Feesten op Facebook komt.37
Veel hangt af van de doelgroep die je wilt bereiken. De digital natives, die opgegroeid
zijn met pc en tv, bereik je het gemakkelijkst met een campagne via sociale media. Maar
er zijn ook nog altijd mensen die geen toegang hebben tot computers of die niet zo
mediageletterd zijn.
Preventie- en sensibiliseringscampagnes via sociale media zijn het interessants wanneer
ze gecombineerd worden met campagnes via de traditionele wegen. Beide hebben hun
voor- en nadelen, waardoor een combinatie de nadelen gedeeltelijk wegwerken en de
voordelen elkaar aanvullen en dus versterken.
Een campagne als Kot op slot kan via peer pressure bevestigd worden op
Facebook. Studenten zien de traditionele affiche van de campagne op straat.
Wanneer ze online de campagne opnieuw tegenkomen, merken dat hun vrienden
de actie steunen en hun kot op slot doen, dringt de boodschap beter door.
4.4.3 Openbare orde
Sociale media een handig instrument om de temperatuur op te meten. De politie gebruikt
Facebook bijvoorbeeld om risicoanalyses te maken. Bekende groeperingen of clubs
worden gemonitord op basis van de activiteiten (samenkomsten, betogingen e.d.) die ze
plannen. Deze groepen maken heel regelmatig gebruik van sociale platformen om hun
leden te organiseren en op te roepen tot een bepaalde actie. Daarmee kan je de
temperatuur opnemen, er enkele zaken uit afleiden en die vullen dan de harde feiten
aan.
Twee typische activiteiten die met sociale media georganiseerd worden, zijn flash mobs
en botellóns. Een flash mob is een (grote) groep mensen die plotseling op een openbare
plek samenkomt, iets ongebruikelijks doet en daarna weer snel uiteenvalt. Een botellón
is een verzameling vrienden, vooral jongeren, die op een publieke plaats in de
buitenlucht samenkomen om samen alcohol te drinken. Het officieuze wereldrecord
deelnemers aan een botellón staat op naam van Sevilla in maart 2004, waarbij 70,000
personen samenkwamen.
37
Bart Rousseau, Programmaregisseur Strategische Communicatie, Departement Stafdiensten,
Stad Gent.
© SDS 20|75
- 21. Een sociale media-strategie voor de politie
In juni 2009 is de eerste Vlaamse botellón in Gent georganiseerd via een
Facebook initiatief dat opriep om een feestje te bouwen op het Sint-Pietersplein.
Burgemeester Termont gaf aan dat het feest heel gezellig was, maar presenteerde
de organisator een rekening voor de schoonmaakkosten. De organisator had geen
vergunning voor het straatfeest aangevraagd, maar had ook niet verwacht dat het
dergelijke proporties ging aannemen. Op korte tijd schreven bijna 1.400 mensen
zich in op Facebook en er daagden zo’n 500 mensen op.38
Figuur 10: filmpje botellon Gent39
38
Belga (25 juni 2009). ‘Eerste Vlaamse botellon’ kost organisator 1.310 euro. Het Nieuwsblad.
39
M10vdk (2009). Botellon Gent 24 juni 2009 (YouTube video). Geraadpleegd op 24 augustus
2010, http://www.youtube.com/watch?v=tOjQyuJWlUI
© SDS 21|75
- 22. Een sociale media-strategie voor de politie
Tijdens massamanifestaties kan je deelnemers tweeten over toegankelijke straten,
rustigere pleinen, richtingsveranderingen en gevaarlijkere zones met Twitter. De LAPD,
het politiekorps van Los Angeles gebruikte Twitter tijdens de begrafenis van Michael
Jackson (7 juli 2009) om het publiek te monitoren40. Tussen de 750.000 en 1 miljoen
fans verzamelden rond het Staples Center en maakten het voor de lokale politie het
grootste massa event sinds de Olympische Spelen van 1984.41
Politie Nederland zette nieuwe media in voor crowd control tijdens het zomercarnaval in
Rotterdam (31/07/2010). Een Twitterspecialist van de Rotterdamse politie liep in burger
tussen de feestvierders en stuurde continue Tweets die zijn volgers onmiddellijk
ontvingen en andere geïnteresseerden met een mobiele internetverbinding konden
volgen. Binnenkort experimenteren ze met Bluetooth om te schatten hoeveel mensen
deelnemen aan massamanifestaties.42
4.5 Opsporingen
In Nederland worden de sociale media intensief aangewend om daders op te sporen.43 Op
YouTube heeft de Nederlandse politie een eigen kanaal ‘Opsporing verzocht’. 44 Aan de
hand van beeldmateriaal, video-opnames en persoonsbeschrijvingen zoeken zij ook via
het internet naar mogelijke (tips over) daders, getuigen en vermiste personen.
Figuur 11: http://www.youtube.com/opsporingverzocht
40
Cohen, L.S. (2010) 6 Ways Law enforcement Uses Social Media to Fight Crime. Geraadpleegd op
9 augustus 2010, http://mashable.com/2010/03/17/law-enforcement-social-media/
41
Wikipedia (2009) Michael Jackson Memorial Service. Geraadpleegd op 13 augustus 2010,
http://en.wikipedia.org/wiki/Michael_Jackson_memorial_service
42
van Rijssel, M. (2010). Politie zet nieuwe media in bij zomercarnaval. Geraadpleegd op 21
augustus 2010, http://criminaliteitswijzer.ning.com/video/politie-zet-nieuwe-media-
in?xg_source=msg_mes_network
43
Nederlandse Politie. (2010) Dadergezocht.nl Geraadpleegd op 12 augustus 2010,
http://www.dadergezocht.nl
44
Politie. Openbaar Ministerie. (2010) Opsporing verzocht. Geraadpleegd op 12 augustus 2010,
http://www.youtube.com/user/opsporingverzocht
© SDS 22|75
- 23. Een sociale media-strategie voor de politie
In België staat de lokale politie niet in voor opsporingsberichten. Het is de federale politie
die jaarlijks ongeveer 300 opsporingsberichten verspreidt. Elke verspreiding gebeurt op
vraag van een magistraat of onderzoeksrechter. Een opsporingsbericht in de media kan
vergeleken worden met een nationaal buurtonderzoek. Deze opsporingsberichten worden
bewerkt en verzonden door de Dienst opsporingsberichten van de Directie van de
gerechtelijke operaties van de Federale gerechtelijke politie.45
Deze dienst maakt vier types opsporingsberichten:
• een kort opsporingsbericht met foto dat vlak voor of na het avondnieuws wordt
uitgezonden op VRT en RTBF, en eventueel op radio
• een crime clip of een kort stukje tv met situeringsbeelden, eventueel aangevuld met
beelden van een bewakingscamera; worden uitgezonden op VRT en RTBF en op één
of meerdere regionale tv-zender
• de opsporingsreportages en opsporingsreconstructies van gerechtelijke dossiers
waarin getuigen worden gezocht; worden uitgezonden in opsporingsprogramma's
zoals Telefacts Crime op VTM en Affaires non-classées op RTL-TVI
• alle opsporingsberichten worden ook – via Belga Direct – aan alle nieuwsredacties in
het land aangeboden voor publicatie in de geschreven media
Momenteel kan je deze opsporingsberichten enkel opvragen via www.federalepolitie.be.
Je kan je inschrijven op een mailinglist. De Belgische federale politie maakt verder nog
geen gebruik van sociale media voor het opsporen van vermiste, gezochte of te
identificeren personen.
4.6 Informatiegaring
4.6.1 Anonieme tips
Iedere getuige kan voor een doorbraak zorgen, als getuige van een moord, een
gewapende overval of een zwaar verkeersgeval met vluchtmisdrijf. Eén op drie
verspreide opsporingsdossiers wordt opgelost dankzij een tip van een kijker of lezer uit
het publiek. Zowat de helft van de onrustwekkende verdwijningen worden opgelost
dankzij ‘een gouden tip’. Van de overige dossiers worden er jaarlijks bijna 30 procent
opgelost of op een goed spoor gezet dankzij een tip van een kijker.
Getuigen of mensen met inlichtingen kunnen 24 uur op 24 terecht op het gratis
telefoonnummer 0800 91 119. Wie via het Internet wil reageren, kan een mail sturen via
de pagina 'Opsporingen' op de www.federalepolitie.be 46
Het is duidelijk dat er momenteel onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de vele
mogelijke communicatiekanalen en sociale media die dankzij nieuwe technologieën
ontstaan zijn. Denk aan de sociale netwerken op Facebook en Netlog, de duizenden
Twitteraars die info kunnen tweeten, YouTube dat ingezet kan worden en zo veel meer!
In de VS ontwikkelen grote bedrijven en organisaties nieuwe software en applicaties om
de burgers en de politie beter en gemakkelijker online te laten interageren. Een van de
vele voorbeelden is www.tip411.com, een anoniem tip systeem waarmee ook jongere
mensen zich comfortabeler voelen om informatie door te spelen.47
45
Site van de Belgische federale politie. (2010) De Dienst opsporingsberichten. Geraadpleegd op
12 augustus 2010, http://www.polfed-fedpol.be/org/org_dgj_djotv_dienst_nl.php
46
Site van de Belgische federale politie. (2010) De Dienst opsporingsberichten. Geraadpleegd op
12 augustus 2010, http://www.polfed-fedpol.be/org/org_dgj_djotv_dienst_nl.php
47
Tip411 (2010) The Nationwide Standard for Anonymous Text Tips. Geraadpleegd op 12 augustus
2010, http://www.tip411.com/
© SDS 23|75
- 24. Een sociale media-strategie voor de politie
4.6.2 Police blotters
In de VS is het momenteel al schering en inslag om de zogenaamde police blotters online
openbaar te maken.48 In het Belgische politiekorps is deze blotter het equivalent van het
logboek. Het is een register van alle politionele gebeurtenissen binnen een politiekorps,
oproepen die binnenkomen via het nummer 101 of andere politionele overheden.
Figuur 12: De politie van Boston (VSA) twitter haar logboek
Dergelijke registers van misdaden en arrestaties worden in de Verenigde Staten dus al
op blogs, via Twitter, YouTube en Facebook Fanpagina’s in realtime verspreid door
politiechefs en sheriffs. Daar bestond al een traditie bij lokale kranten en radio’s om
(delen van) deze lijsten te publiceren.
Door deze gegevens digitaal mobiel te maken en sociaal te delen kunnen politiemensen
op locatie onmiddellijk correcte en essentiële informatie vrijgeven, zodat reporters en
nieuwsagentschappen hun feiten rechtstreeks op het web kunnen vinden.49
4.6.3 SMS-diensten
De politie heeft een nationaal noodnummer, maar nog geen sms-alarmnummer.
Sommige steden en gemeenten bieden een sms-dienst aan voor de doven en slecht-
horenden, maar om ze te kunnen gebruiken, moet je eerst ingeschreven zijn.
48
Zoek eens in Google naar ‘police blotter’
49
Cohen, L.S. (2010) 6 Ways Law enforcement Uses Social Media to Fight Crime. Geraadpleegd op
9 augustus 2010, http://mashable.com/2010/03/17/law-enforcement-social-media/
© SDS 24|75
- 25. Een sociale media-strategie voor de politie
Het is jammer dat je in noodsituaties nog steeds moet telefoneren om geholpen te
worden, ook al gebruikt iedereen dagelijks e-mail en sms. Er is nood aan een centraal
sms-alarmnummer, zoals de 101, dat iedereen kan gebruiken. Je eerst registreren is veel
te omslachtig. Ook mensen zonder hoorstoornis kunnen in een situatie geraken waar ze
niet kunnen bellen: als ze de politie willen verwittigen dat er nog steeds een inbreker in
huis is, of als ze niet kunnen praten na een ongeval bijvoorbeeld.50
Er zijn burgers die het nummer 4040 gebruiken en denken dat ze zo de politie bereiken.51
Op 12 september 2005 lanceerde het VTM Nieuws het nummer 404052 waarop kijkers zelf
het nieuws konden melden. Dit was een primeur in Vlaanderen en het nummer geraakt
vlot ingeburgerd. Twee jaar later was de kaap van 50.000 berichten al genomen. Al
honderden nieuwsberichten destilleerde het VTM Nieuws uit de tips van de Vlamingen,
gaande van faits divers tot wereldnieuws.
4.6.4 ‘Afluisteren’
Ondanks het feit dat sociale media argwanend bekeken worden door politieleidingen over
de hele wereld, hebben al deze verschillende korpsen één kenmerk gemeen: ze schuimen
stuk voor stuk sociale netwerk platformen af op zoek naar boeven, misdadigers en
gezochte personen. Ze leggen hun oren te luister op verschillende extremistische fora,
houden verdachten in de virtuele wereld in de gaten, speuren naar oproepen voor
gewelddadige acties of betogingen,…
Het is logisch dat dit gebeurt. Het is enkel jammer dat deze werking niet gestructureerd
wordt georganiseerd met een korpsbrede strategie.
Het werkt natuurlijk ook andersom:
Veel Facebook leden beklagen zich over de privé-gegevens die het medium schaamteloos
aan derden doorspeelt. De gemiddelde Facebook gebruiker zet nochtans een
ongelooflijke hoeveelheid privé-informatie zelf op het net, schrijft Tom Heremans in De
Standaard (13/12/2008).
Ook de Computer Crime Unit krijgt steeds meer meldingen van inbraken in huizen
waarvan de eigenaar op Facebook of Twitter heeft laten weten dat hij op reis is.
Criminelen maken massaal misbruik van de privé-informatie die ze op Facebook vinden.
Ze gebruiken de info om zich via telefoon of e-mail voor iemand anders uit te geven, zegt
Luc Beirens van de Computer Crime Unit.53
4.6.5 Arrestaties
Ook Duitse onderzoekers pakken sociale media en politie systematisch aan. Politie-
instructeurs van de deelstaat Rijnland-Palts Axel Henrichs en Jörg Wilhelm schrijven
erover in het vakblad ‘Kriminalistik’ (01/2010).54 Het artikel van de twee deskundigen
leest als een handleiding: hoe analyseer je profielpagina’s die wapenhobby’s aangeven,
hoe vind je foto’s of video’s die personen identificeren en hoe hou je preventief geplande
activiteiten in de gaten.
50
Bleys, R. (28 juli 2009). Centraal noodnummer is dringend nodig. Noodnummer voor doven en
slechthorenden goed maar ontoereikend bevonden. Het Nieuwsblad.
51
Wauters, S. (mei 2007). Medianet 4040. (pdf-document)
52
SMS 4040, MSM 4040, mail 4040@vtm.be, tel. 09000 4040.
53
Heremans, T. (13 december 2008). Privacy begint bij jezelf: Van je facebookvrienden moet je
het hebben. De Standaard.
54
Peteranderl, S. (13 augustus 2010). Auf Facebook-Streife. Geraadpleegd op 16 augustus 2010,
http://www.freitag.de/politik/1032-staatsschutz-auf-facebook-streife
© SDS 25|75
- 26. Een sociale media-strategie voor de politie
Arrestaties dankzij sociale media zijn al lang geen theorie meer. In het najaar,
bijvoorbeeld, visten Amerikaanse onderzoekers een 26-jarige verdachte uit het
Facebook-net. Hij zou verschillende banken in de VS voor een totaal van $200.000
opgelicht hebben. Hij was op de vlucht voor de Amerikaanse justitie en had zich in
Cancún, Mexico gevestigd. "Het is zoals het leven in het paradijs," schreef hij aan zijn
‘vrienden’. Een van hen was een voormalige medewerker van de US Department of
Justice...55 En zo zijn er vele verhalen.
"Er is geen enkele reden waarom de onderzoekers niet putten uit die bron," zei de
secretaris-generaal van Interpol een half jaar geleden aan een Zuid-Afrikaanse krant. De
hoogste Duitse rechters hebben er geen principieel bezwaar tegen dat de politie sociale
netwerken onderzoeken. "In Duitsland vallen berichten binnen de sociale netwerken
onder de telemediawet, die minder bescherming biedt dan de telecommunicatiewet,
waaronder e-mails of telefoontjes vallen", zegt Matthias Baker, docent publiekrecht aan
de Universiteit van Mannheim.56
4.7 Communicatie en pr
Het spreekt voor zich dat de sociale media opgenomen worden in de communicatie-
strategie van de politie. In het volgende hoofdstuk lees je hier meer over.
4.8 Samenwerken
Sociale media laten toe om sociale netwerken op te zetten en te onderhouden. De
mogelijkheden zijn veel ruimer dan op het eerste zicht doet vermoeden. Per doelgroep of
stakeholder kan er nu een concreet netwerk opgezet worden, waarbinnen informatie,
kennis, ideeën, oplossingen en samenwerkingsverbanden kunnen worden aangereikt.
Deze verschillende netwerken zullen elkaar overlappen – iemand is nooit exclusief in één
netwerk terug te vinden – en zo kunnen al deze netwerken ook onderling netwerken.
Politiekorpsen kunnen volgende netwerken opbouwen:
• een intern netwerk met het eigen personeel
• een netwerk van burgers
• een netwerk van kinderen en jongeren die met de politie willen interageren
• een netwerk van politiekorpsen in België
• een Europees netwerk van internationale politiekorpsen
• …
55
Associated Press (13/10/2009) Fugitive busted after accepting friend request. Geraadpleegd op
12 augustus 2010, http://www.msnbc.msn.com/id/33301490/ns/technology_and_science-
tech_and_gadgets/
56
Schmid, T. (2010) Die Polizei, dein facebook-freund. Geraadpleegd op 12 augustus 2010,
http://www.taz.de/1/netz/netzpolitik/artikel/1/moechtest-du-polizei-als-freund-hinzufuegen/
© SDS 26|75
- 27. Een sociale media-strategie voor de politie
4.9 Bedenkingen
4.9.1 Informatie t.o.v. communicatie
Communicatie en informatie zijn twee verschillende begrippen, ook wanneer het over
sociale media toepassingen gaat. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden
tussen het sociale communicatiebeleid en het kennisbeheer dat daaruit voortvloeit. Het
behoort niet tot de core business van een communicatiedienst om online operationele
informatie te gaan vergaren, laat staan verantwoordelijkheid op te nemen voor de
correctheid en de hoeveelheid verzamelde informatie op verschillende internetsites.
Deze informatiehuishouding hoort daarom niet thuis in een communicatiedienst, maar
maakt een onderdeel uit van de informatiegestuurde politiezorg IGPZ57.
4.9.2 Privacy
Mensen geven griezelig veel persoonlijke gegevens prijs op het internet en via sociale
netwerksites. “Volgens Eric Schmidt, CEO van Google, weten ze bij Google ongeveer wie
je bent, ongeveer wat je doet en ongeveer wie je vrienden zijn,” schrijft De Morgen. De
CEO meent ook dat de huidige tieners over tien jaar hun naam moeten veranderen door
het vele bezwarende materiaal dat in cyberspace rondzweeft.58
Figuur 13: Social Media Jokes and Comics59
- “Werkloos wegens domme persoonlijke dingen die ik op Facebook plaatste.”
- “Ik ook.”
- “Bij mij was het een schaamtelijke YouTube video.”
57
Van Aerschot, D. (2008) Optimale bedrijfsvoering bij de politie. Beter blauw op straat.
Antwerpen: Maklu
58
Decaestecker, B. (19 augustus 2010). Google waarschuwt voor uw privacy: Gedelegeerd
bestuurder Eric Schmidt maakt opmerkelijke bocht en geeft toe dat internet Big Brother is. De
Morgen, p. 7
59
Social Media Jokes and Comics (2010). Geraadpleegd op 23 augustus 2010,
http://blog.thoughtpick.com/2009/06/25-social-media-jokes-and-comics-episode-1.html
© SDS 27|75
- 28. Een sociale media-strategie voor de politie
“Niet het internet zal moeten veranderen, maar wel wij” nuanceert Bart De Waele,
internetpioneer en zaakvoerder van het sociale mediabureau Talking Heads. “Vroeger
was alles privaat en moest je moeite doen om iets publiek te krijgen. Nu is alles publiek
en moet je moeite doen om iets privaat te krijgen.”60
Dit artikel uit De Morgen toont opnieuw aan dat kranten maar al te graag wijzen op de
privacy-problemen die hun grote vijand, de sociale media, veroorzaken. Verder in het
artikel lezen we trouwens dat de uitspraken van de CEO van Google strategisch gedaan
zijn om concurrent Facebook te raken; niet uit bezorgdheid voor de burgers.
Aan de andere kant heeft de politie wel een voorbeeldfunctie en zou dus op haar
websites en sociale platformen een opmerking kunnen plaatsen, die waarschuwt voor het
teveel prijsgeven van privé-informatie op het internet en de sociale netwerken.
4.9.3 Juridische kwesties en legitimiteit
Momenteel heerst er op het internet een soort vage wetteloosheid.
Zoals je al kon lezen in het stukje van de Duitse politie, wordt dit vraagstuk door
rechters, juristen en specialisten wetgeving grondig bekeken. Er stellen zich een heleboel
vragen, waarop broodnodig universele antwoorden moeten komen:
• Welke rechtsgeldigheid heeft bewijsmateriaal dat op het internet verzameld werd?
• Vallen de ‘berichten aan vrienden’ op Facebook onder de privacy-wetgeving?
• Mogen politie-inspecteurs zich op het internet als iemand anders voordoen?
• Mogen zij anoniem opereren online?
• Wat doe je als internetpagina’s met een illegale inhoud de volgende dag weg zijn?
4.9.4 Anonimiteit
Wanneer je als politiemacht online aanwezig bent en communiceert, is het van groot
belang dat je geloofwaardig en betrouwbaar bent. Mensen moeten kunnen checken of je
wel bent wie je bent.
Tip 1: plaats op de startpagina van je website je link naar Facebook en Twitter
Tip 2: communiceer consequent over al je sociale media kanalen
Tip 3: leg zo gauw mogelijk je online namen vast (ze zijn gemakkelijk te stelen)
Volgend voorbeeldje toont hoe eenvoudig het is om je online voor te doen als iemand
anders. Het overkwam de Gentse burgemeester Termont. “De onbekende gaf zich op de
sociale netwerksite Facebook uit voor de burgervader. … De dader lokte meer dan 200
vrienden naar de pagina. De burgemeester kon de valse pagina niet appreciëren en had
ermee gedreigd klacht in te dienen…”61
4.9.5 Federale politie en andere overheden
Zoals al eerder aangestipt, vallen sommige van bovenstaande suggesties onder de
bevoegdheid van de federale politie of van het Vlaams Verkeerscentrum. Het is dan ook
niet aan een lokale politiezone om bijvoorbeeld opsporingsberichten in sociale netwerken
te publiceren, een systeem voor anonieme tips te ontwikkelen of nationale verkeers-
informatie te verspreiden.
60
Decaestecker, B. (19 augustus 2010). Google waarschuwt voor uw privacy: Gedelegeerd
bestuurder Eric Schmidt maakt opmerkelijke bocht en geeft toe dat internet Big Brother is. De
Morgen, p. 7
61
MAB (21 augustus 2010). Valse facebook-pagina Termont verdwenen. Het Nieuwsblad, p. 31.
© SDS 28|75
- 29. Een sociale media-strategie voor de politie
5 Hoe sociale media optimaal integreren in de
communicatie?
5.1 Inleiding
Er wordt over de politie gesproken en geschreven – en vaak niet in al te positieve
bewoordingen. Als je zelf deelneemt aan deze gesprekken, dan ben je in staat om als
eerste nieuwe geruchten op te vangen, te peilen naar de emotionele temperatuur van de
sprekers, in dialoog te gaan met je burgers en misschien zelfs de teneur van bepaalde
gesprekken te verbeteren.
Deze gesprekken worden ook gevoerd op je eigen werkvloer: je politiepersoneel is een
belangrijke stakeholder die je kan bereiken via deze nieuwe kanalen, waardoor de
interne communicatie beter vlot, je de algemene mentaliteit kan bijsturen en positieve
emoties kan bekrachtigen zodat het personeel met plezier zijn werk doet.
Het is belangrijk dat elke medewerker het korpsimago mee uitdraagt en ondersteunt.
Veel personeelsleden hebben dagelijks contact met de burger en met specifieke
doelgroepen. Het imago van ons korps wordt dan ook in belangrijke mate bepaald door
deze personeelsleden. Ze zijn de ambassadeurs van ons korps.
Figuur 14: Tweets over politie62
5.2 Interne communicatie
Als de interne communicatie binnen een politie-organisatie goed loopt, dan kan je samen
met je personeel de betrokkenheid vergroten. De interne communicatie kan voor meer
transparantie zorgen en een samenhorigheidsgevoel creëren, waardoor het volledige
korps beter presteert.
62
search.twitter.com
© SDS 29|75
- 30. Een sociale media-strategie voor de politie
Via interne communicatie kan dit rechtstreeks (door bijvoorbeeld inzicht te geven in een
bepaalde politieprocedure) of onrechtstreeks (door je medewerkers sterker aan het korps
te binden), op een operationele of emotionele manier. 63 F F
Je mag het belang van emotionele communicatie niet onderschatten. Het politiepersoneel
draagt mee je ‘merk.’ Zij zijn stuk voor stuk ambassadeurs van je korps en je imago. Het
is dan ook essentieel om in de communicatieaanpak rekening te houden met de
verschillende types medewerkers (operationeel, calog, leeftijden, achtergronden) en de
korpscultuur die heerst of die je nastreeft. 64 F
Sociale media zijn een ideaal middel om deze emotionele communicatie doorheen het
korps te stroomlijnen en zo te investeren in een collectieve ambitie.
5.2.1 Functies van interne communicatie
Figuur 15: De 4 functies van IC: informeren, verbeteren, binden en betrekken
Informeren: Een vlot te gebruiken intranet is bij uitstek het instrument voor het
doorgeven van organisatorische, praktische of operationele informatie. Je wilt namelijk
dat alle medewerkers weten wat ze moeten doen, volgens welke procedures en
technieken. Omdat deze operationele informatie meestal bestemd is voor specifieke
doelgroepen, kan je ze dus op basis van deze (sociale) groepen verspreiden.
Verbeteren: Als je intern een draagvlak wil creëren voor sociale media, dan begint dat
bij vorming en training. Je wilt je personeel niet enkel overtuigen dat sociale media een
volgende logische stap zijn in de politionele werking, maar je wilt ze ook de visie en
strategie bijbrengen die hoort bij de inzet van sociale media in je politiekorps. Je zult
technische training moeten voorzien, maar het is nog belangrijker dat ze zich de inhoud
van deze bundel eigen maken.
63
Reijnders, E. (2006). Basisboek Interne communicatie. Aanpak en achtergronden. Assen: Van Gorcum, p.
1220-125; Reijnders, E. (2006). Interne Communicatie voor de professional. Assen: Van Gorcum, p. 59 ev.
64
Slangen, N. (2006). Modellen van C. Den Haag: Sdu uitgeverij, p. 122-126
© SDS 30|75
- 31. Een sociale media-strategie voor de politie
Binden: Een grote uitdaging is het behouden van de beste medewerkers. Je kan je
personeel binden door de politiezone als community te versterken, door je korps te
positioneren als een leefgemeenschap waar collega's vrienden kunnen zijn en waar
iedereen trots is als een afdeling een positief resultaat behaalt. Dit kan je heel eenvoudig
door bepaalde kenmerken van sociale media intern toe te passen, de community te
creëren en de bestaande collegialiteit om te zetten naar echte of virtuele vriendschappen.
Betrekken: Betrokkenheid creëer je niet alleen door korps en de GGPZ aan de
medewerkers te ‘verkopen’, maar ook door ze mee aan die cultuur te laten bouwen.
Luisteren en kanalen aanbieden waarlangs iemand zijn ei kwijt kan, is goed voor de
motivatie en de betrokkenheid van het personeel. Weet bovendien dat je eigen
medewerkers de beste ambassadeurs van de politie zijn. Die vorm van betrokkenheid
noemen we ‘interne branding’. 65 F
5.3 Externe Communicatie
5.3.1 Persberichten
Via de sociale media platformen kan je je persberichten aan het grote publiek aanbieden.
Plaats ze op je website, geef ze door aan de site van de federale politie, neem ze op in je
e-zine, haal er de uitschieters uit en tweet ze naar je volgers. Het mag contradictoir
klinken, maar door je persberichten vrij te geven op het www kan je je doelgroepen
beter bereiken en je boodschap beter controleren dan ze met de klassieke media mee te
geven.
De Boca Raton Police Department (Florida, VSA) is nog een stapje verder gegaan. “We
sturen geen persberichten meer naar de pers, maar publiceren echte nieuwsartikelen op
de website”, zegt Mark Economou, persverantwoordelijke van de Boca Raton Police
Departement. “We vinden het trouwens interessant dat de pers meestal onze verhalen
knippen en plakken, zowel op televisie als geprinte media.” De Boca Raton Police
Departement heeft ook een eigen webplatform Viper.66 Sociale media is een erg
belangrijk onderdeel van hun strategie; ze gebruiken deze media als ondersteuning en
versterking van hun gewone politiewerking.67
5.3.2 Crisiscommunicatie
In een crisis kunnen de sociale media platformen heel vlug een groot publiek bereiken.
De vele mogelijkheden van sociale media worden dus best van bij de voorbereidingen
geïntegreerd in de crisiscommunicatie, met specifieke richtlijnen voor gebruik en
monitoring. Daarom verwijzen we hier naar het crisiscommunicatieplan van de politie.
5.3.3 Netwerken
Sociale media heten niet voor niets sociaal. Je moet zelf actief zijn in het onderhouden
van je contacten. Net als in de echte wereld. Als mensen geen reactie krijgen, voelen ze
zich niet serieus genomen en weg is de verbinding. Reageer en communiceer altijd met
je volgers, je vrienden en je fans. Beantwoord vragen vlot en publiceer ze ook online. Dit
zal ook anderen opvallen waardoor het balletje kan gaan rollen…
Als je deze nieuwe media opnieuw in een éénrichting, top-bottom zou gebruiken, in
plaats van het gesprek aan te gaan, dan mis je een grote kans. Dan maak je een grote
fout die je online partners je niet vlug zullen vergeven.
65
Slangen, N. (2006). Modellen van C. Den Haag: Sdu uitgeverij, p. 122-126
66
http://www.bocaviper.com
67
Mashable (2010) 6 Ways Law Enforcement Uses Social Media to Fight Crime. Geraadpleegd op
21 augustus 2010, http://mashable.com/2010/03/17/law-enforcement-social-media/
© SDS 31|75
- 32. Een sociale media-strategie voor de politie
5.4 Imagomanagement: pr
Imagomanagement is het beheren van het imago dat de organisatie online heeft.
Sollicitanten, lesgevers, politici en potentiële partners worden steevast gegoogled om
hun imago na te kijken. Op welke websites hebben zij informatie over zichzelf gepost?
Welke opinies verkondigen ze en welke strekkingen hangen ze aan? Zijn er (genante)
foto's of verhalen terug te vinden?
Weblogs, video sharing sites en sociale media hebben een steeds grotere impact op de
verschillende doelgroepen waarmee de politie in aanraking komt. Er zijn tientallen tot
honderden sociale media websites waar mensen hun ongezouten mening plaatsen over je
politie-organisatie. Als je je enkel op je eigen website concentreert om je online reputatie
te beheren, dan ben je verkeerd bezig.
Ontevreden burgers, kwaadwillige personen of pressiegroepen kunnen via sociale media
op korte tijd een groot publiek bereiken en veel negatieve publiciteit genereren. Als er op
een bepaald moment negatieve geruchten rondgaan, kunnen deze heel hoog scoren in de
zoekmachines68 en zo een enorme impact hebben op je imago. Ook nadat de storm is
gaan liggen, loopt de organisatie het risico nog lang met negatieve berichten in de
resultaten van de zoekmachines te verschijnen.
5.5 Plaats in de communicatiemix
5.5.1 Corporate Communication
In de dagelijkse werkelijkheid wordt het korps beoordeeld – zowel door de burgers als
door het eigen personeel. Het imago van een politiezone is het resultaat van de
geleverde dienst (het imago dat gevormd wordt door de actie en houding van de
medewerkers) en de geboden dienst (het gewenste imago dat het korps wil uitstralen).
Corporate communication is een communicatievisie die deze twee imago’s op elkaar wil
afstemmen. Ze omvat alle interne en externe communicatieactiviteiten en -middelen die
de politie-organisatie richt op haar relevante doelgroepen. Het zorgt voor een effectieve
informatieverspreiding (zowel intern als extern), een positieve bedrijfsidentiteit (zowel
intern als extern) en een bestendige relatie met de verschillende stakeholders.69
Doelstelling is het verankeren van een goede en coherente korpsidentiteit, zowel bij de
personeelsleden als bij het grote publiek.
5.5.2 Geïntegreerde aanpak
Corporate communication is de theoretische visie om tot een goede beeldvorming te
komen. De geïntegreerde aanpak is het antwoord op ‘hoe’ dit in de praktijk gebeurt.
Om tot een eenduidige uitstraling te komen, heb je een overkoepelende, corporatieve
benadering nodig: eenduidige richtlijnen voor elk communicatiemiddel uit de
communicatiemix (zowel intern voor feedback, vergaderingen, teamoverleg, mailverkeer
als extern voor persteksten, de website en de sociale media) zijn een cruciaal onderdeel
van deze geïntegreerde aanpak.
68
Google juice: hoe meer activiteit en reacties bij een bepaald webbericht staan, hoe hoger dit
bericht bij de zoekresultaten op Google gerangschikt wordt.
69
De Smet, S. (2010) Visie Communicatie: Naar aanleidng van het doorlichtingsrapport “Vol
vertrouwen naar de de toekomst” van Prof.dr. Brice De Ruyver en Prof.dr.dr.h.c. Cyrille Fijnaut.
Juni 2010, p. 10.
© SDS 32|75
- 33. Een sociale media-strategie voor de politie
Gefragmenteerde, onderling afwijkende boodschappen leiden immers tot uiteenlopende
beeldvorming of concepties aan ontvangerskant of misschien zelfs tot misverstanden.70
5.5.3 Communicatiemix
De boodschap die je wilt overbrengen moet inherent zijn aan de politie-organisatie en
aansluiten bij de doelgroep waarnaar je je richt. Iedere doelgroep heeft namelijk eigen
kenmerken en afhankelijk van de doelgroep kies je bepaalde communicatiemiddelen of
sociale media platformen.
Per communicatieactie en –middel stel je een geschikte mix samen op maat van de
individuen van de bijbehorende doelgroep. Je kan al deze acties en middelen
samenvatten in een overzichtelijke tabel.
Facebook is handig om mensen uit te nodigen voor of te herinneren aan een gebeurtenis.
Echte discussies worden op Facebook niet gevoerd, maar je creëert er wel een warm
gevoel rond een campagne. LinkedIn heeft dan weer de serieux om zakelijke campagnes
te ontwikkelen of om mensen te rekruteren. Twitter kan je gebruiken om ongevallen of
algemene mobilisaties te melden. Blogs geven de burgers meer ruimte en kans om
dieper in te gaan op thema’s en werkelijk discussies te houden. Netlog kan dan weer
gebruikt worden om kinderen te bereiken (maar niet hun ouders).
• Schrijf op regelmatige basis een voor jouw doelgroep inhoudelijk interessant artikel
en verstuur dit aan abonnees (e-zine).
• Plaats dit artikel op een blog of website om je online vindbaarheid te verhogen.
• Distilleer uit je artikel een aantal aansprekende quotes die je als Twitterberichtje of
LinkedIn statusupdate kunt gebruiken. Verwijs hierbij naar het volledige artikel in de
webversie van je e-zine, zodat belangstellenden meer kunnen lezen en geprikkeld
worden zich in te schrijven op deze nieuwsbrief.
• Verwijs in online discussies, indien passend, naar een artikel dat je eerder schreef.
Figuur 16: Sociale communicatiestroom71
70
De Smet, S. (2010) idem, p.20.
71
De Waele, B. (2010). www.netlash.com
© SDS 33|75
- 34. Een sociale media-strategie voor de politie
5.5.4 Klassieke media innovatief gebruiken
De massamedia kunnen en mogen niet genegeerd worden. Wanneer je een sociale
media-strategie uitdenkt, is deze in eerste instantie afhankelijk van de massamedia.
Later geraken je massamedia-strategie en sociale media-strategie netjes met elkaar
vervlochten.
Net zomin mogen de traditionele middelen die je communicatiedienst al jaren gebruiken
zomaar opzij worden geschoven. Het gaat erom alles optimaal te combineren. Daar waar
je vroeger persconferenties hield, persberichten uitstuurde en interviews gaf, ga je nu
nieuwe mogelijkheden zien: Je geeft een persconferentie óver je eerste Twitter profiel. Je
persberichten worden ook in je e-zine verspreid. Je interviews worden natuurlijk gelinkt
naar je Facebook profiel. In elke traditionele communicatievorm vermeld je vanaf nu: de
URL van je website, ‘Volg ons op Facebook’, ‘Schrijf je in op ons e-magazine’ en zo meer.
Blijf verder ook zoeken naar manieren om je affiches, folders, brochures, tijdschriften, je
website en het intranet binnen elke communicatiecampagne innovatief te gebruiken.
5.6 Een sociale media-strategie bepalen
De C.O.P.P.S methode van Lauri Stevens72 helpt bij het opstellen van je sociale media-
strategie, doordat je een aantal cruciale vragen moet beantwoorden. Zorg dus ook dat je
het antwoord op elke vraag geformuleerd hebt, alvorens je met communicatie-
campagnes sociale netwerken van start gaat.
C – Citizens .......Wie wil je bereiken met sociale media?
O – Objectives ...Wat wil je bereiken met sociale media?
P – Plan ............Welke technologie ga je inzetten?
Welke inhoud ga je vrijgeven?
Hoeveel personeel en tijd ga je hiervoor uittrekken?
Kan en ga je hiervoor training voorzien?
P – Policy ..........Welke regels volg je tijdens het gebruik van sociale media?
S – Schedule .....Wanneer komt welk onderdeel van je strategie aan bod?
Een sociale media-strategie ziet er in elk korps een beetje anders uit, maar als je de
antwoorden op deze vragen in kaart brengt, ze naast je stakeholders legt en je
communicatiemix erop afstemt, dan ben je al een heel eind op weg.
72
Stevens, L. (2010) The C.O.P.P.S. Social Media MethodTM for Cops. Geraadpleegd op 12 augustus
2010, http://connectedcops.net/?p=1634
© SDS 34|75
- 35. Een sociale media-strategie voor de politie
5.7 Toegevoegde waarde
De toekomst van sociale media hangt af van de inhoud. Geen flauwekul, geen ditjes en
datjes. Tijdens het lezen van internetberichtjes speur je automatisch naar het
interessante nieuws. Dat wat iets toevoegt, waar je iets aan hebt. Het hoeft niet alleen je
kennis en beeldvorming te verrijken, maar kan soms louter nuttig zijn omdat je je ermee
kan profileren. Je ontleent dan identiteit aan het verzenden van een bepaald bericht (en
hoeft de inhoud niet zelf te bedenken…). Jij zendt het naar je vriend, die het op zijn beurt
twittert en de volgende lezer post het op zijn blog.73
Een interessant bericht geeft dus meer kans op reactie en interactie. Er ontstaat contact,
dynamiek, beweging. Interessante berichten worden binnen een bepaalde kring met vaak
een overeenkomstig profiel doorgestuurd. Dat bericht komt vervolgens terecht bij
vrienden of kennissen die de interesse delen. Het sleutelwoord is toegevoegde waarde.
Figuur 17: Content (inhoud) primeert74
73
Virale ideeën: uitlatingen die blijven hangen in het geheugen en die uitnodigen tot het
navertellen aan anderen. Zo wordt de gedachte van persoon naar persoon overgebracht, naar
analogie van de werking van een virus.
74
Indie Group (2010). www.indiegroup.be
© SDS 35|75
- 36. Een sociale media-strategie voor de politie
Als een idee aan een aantal voorwaarden voldoet, dan blijft ze gemakkelijker plakken bij
de lezers (de plakfactor75):
• eenvoudig: essentie, geen ballast
• onverwacht: verrassend uit de hoek trekt de aandacht
• concreet: voorbeelden uit de praktijk, betrokkenheid, geen vaktaal
• geloofwaardig: statistieken, foto’s, quotes, autoriteit elders lenen
• met gevoel: emoties verlenen extra dimensie
• met een verhaal: verhaallijn en gedachtegang worden onthouden
Schrijven voor het web is trouwens anders dan zakelijk schrijven op papier. Lezers haken
vlugger af en klikken weg als ze je tekst vervelend vinden. Lange teksten in een klein
lettertype zijn sowieso nefast. Hoe aantrekkelijker je boodschap eruit ziet op het scherm,
hoe groter de kans dat hij gelezen wordt en verder gestuurd wordt.
• Schrijft beknopt. Snoei vage uitdrukkingen en hou de gemiddelde zinslengte kort.
Ook erg vermoeiend voor de lezers zijn inleidingen en welkomstwoordjes.
• Behandel één onderwerp per alinea, kernzin vooraan. Kom snel terzake. Op het
internet heb lezers (nog) minder geduld en scannen ze je tekst op relevante
informatie. Gebruik dan ook kernwoorden, prikkelende woorden die de essentie
van het idee weergeven.
• Schrijf duidelijke tussenkopjes. Probeer cryptische kopjes of grappige vondsten te
vermijden.
• Maak opsommingen en lijstjes. Je slaat twee vliegen in een klap: je schrijft
overtuigender en het kost minder woorden.
• Zorg voor een consequente aanspreekstijl. Lezers willen voelen dat er een persoon
staat achter de tekst. Zelf willen ze ook als mens behandeld worden.76
5.8 Herkenbaarheid en huisstijl
De huisstijl is meer dan enkel het logo: het is een normenboek dat bepaalt hoe alle
grafische kenmerken op een systematische en coherente wijze worden gebruikt. De
huisstijl is een teken van (h)erkenning: het is uithangbord van de politie-organisatie en
bepaalt mee het imago van het korps.
Ook op de sociale media platformen heeft een consistente huisstijl een aantal voordelen:
• Bekendheid: De huisstijl roept herkenning op. Hoe vaker en coherenter de huisstijl
wordt gebruikt, hoe groter de bekendheid.
• Samenhang: De huisstijl bevordert de bekendheid en de leesbaarheid van een
geheel met meerdere onderafdelingen, dat soms ingewikkeld lijkt.
• Samenhorigheid: Met de huisstijl kunnen waarden en bijzonderheden worden
uitgedrukt. Het korps kan uitleggen waarom het fier op zichzelf mag zijn, zodat het
haar medewerkers achter haar logo kan samenbrengen en zij zich ermee kunnen
identificeren.
• Positionering: De geschiedenis, de cultuur, het project, de bijzonderheden en de
waarden van een organisatie zijn symbolisch verenigd in de huisstijl. Daardoor kan de
organisatie een positie innemen (haar terrein afbakenen) ten opzichte van andere
organisaties.
75
Heath, D. & C. (2007). De plakfactor: Waarom sommige ideeën aanslaan en andere niet.
Amsterdam: Pearson Education Benelux.
76
Weijers, E. (2010). Hoe schrijf ik een webtekst. Geraadpleegd op 26 augustus 2010,
http://www.hoedoe.nl/computers/internet/websites/hoe-schrijf-ik-een-webtekst
© SDS 36|75
- 37. Een sociale media-strategie voor de politie
5.9 Conclusie
Als je niet akkoord bent met berichten over de politie die in de massamedia verschijnen,
kan je via sociale media platformen reageren en je eigen kant van het verhaal vertellen.
Je kan fouten rechtzetten, gegevens aanvullen en nuanceren zonder afhankelijk te zijn
van de goede wil van een paar journalisten.
De externe communicatie van een korps wordt een stuk breder gemaakt dankzij sociale
media. Je kan je boodschap rechtstreeks tot bij de burgers brengen, zonder de
tussenkomst van de drie grote media (televisie, radio en krant) en zo ontwijk je de
mediafilter. Politieberichten die anders het journaal of de krant niet halen, kunnen via
sociale kanalen toch bij een geïnteresseerd publiek terechtkomen.
Of je nu een persbericht wil verspreiden, je reputatie na een incident wil opkrikken of je
oor te luister leggen bij de burgers, sociale media bieden je mogelijkheden en opties die
met de klassieke media ondenkbaar zijn.
Figuur 18: De cirkel van een succesvolle sociale media-strategie77
77
Meereboer, T. (2010). http://commidea.nl/blog
© SDS 37|75
- 38. Een sociale media-strategie voor de politie
6 Welke sociale media kunnen nuttig zijn voor de
politie?
6.1 Intranet
Het intranet is hét middel om je eigen personeel te bereiken. Je moet je personeelsleden
op permanente basis informeren over het reilen en zeilen in hun korps. Je verhoogt hun
betrokkenheid en motivatie en je verbetert de onderlinge samenwerking.
De nieuwste intranetten nemen als vanzelfsprekend elementen over van sociale media.
Een sociaal intranet heeft een ingebouwde bottom-up communicatie en vergemakkelijkt
dialoog, in de vorm van vraagbaken en fora. Je kan aparte teamsites opzetten voor
projectteams. Je kan je aansluiten bij bepaalde groepen of afdelingen, zodat
doelgroepgerichte informatie vlot bij de juiste personen terecht komt. Deze groepen
kunnen samen aan bepaalde documenten werken,...
Verschillende diensten en groepen kunnen informatie aanbieden op het intranet, dus het
inhoudelijke beheer van de content gebeurt decentraal. De participatie van gans het
korps is dus cruciaal voor het succes van het intranet.
6.2 Website
De website is het meest onmiddellijke mediakanaal dat je hebt om met de bevolking te
communiceren en in de meeste korpsen is de website de enige tool in het steeds
veranderende digitale landschap. Dagelijks verzorgt een communicatiedienst de
actualisering van de informatie die er te vinden is, publiceert ze nieuwe artikelen rond
politiethema’s en brengt ze leuke weetjes online. Op de website vind je de gangbare
zaken terug: een overzicht van de structuur van het korps in de vorm van een
organogram, meer uitleg over de verschillende diensten waaruit het korps bestaat,
algemene informatie over verkeer en preventie en controleacties.
6.3 e-zine
Het opstarten van een eigen e-zine is de meest overzichtelijke en ook controleerbare
stap richting Web 2.0. In een e-zine, waarbij de lezers zelf kiezen of ze zich abonneren of
niet, kan je díe informatie meegeven die volgens jou relevant is. Je kiest zelf wanneer
bepaalde topics aan bod komen, hoe de onderwerpen belicht worden en op welke wijze
we antwoorden en reacties kunnen formuleren op berichten uit de massamedia. De
controle blijft groot omdat je de mate van interactie in de hand houdt. Lezers kunnen
hun mening (nog) niet kwijt op een forum, via commentaren of onder elkaar.
6.4 Blogs
Een weblog, ook blog genoemd, is een website waarop regelmatig – soms meermalen
per dag – nieuwe bijdragen verschijnen in omgekeerd chronologische volgorde (het
nieuwste bericht verschijnt als eerst). De auteur, ook blogger genoemd, biedt in feite een
logboek van informatie die hij wil delen met zijn publiek. Meestal biedt hij tekst aan,
maar het kan ook om foto's (een fotoblog), video (vlog) of audio (podcast) gaan. Blogs
bieden hun lezers de mogelijkheid om – al dan niet anoniem – reacties onder de
berichten te posten. Het is het persoonlijke en gespecialiseerde karakter dat blogs
interessant maakt voor bezoekers.
© SDS 38|75
- 39. Een sociale media-strategie voor de politie
Een blog is eindig: begint op een bepaalde datum en stopt daarna ook weer. Blogs rond
projecten worden wel bewaard en zijn steeds raadpleegbaar. Op de website kan een
specifieke pagina voorzien worden onder ‘Politie Blogt’ waar alle blogs verzameld worden.
6.5 Facebook en Netlog
Facebook is een sociale netwerksite. Het wordt wereldwijd gebruikt en is zeer populair.
Sinds mei 2008 bestaat er een Nederlandstalige versie. In december 2008 groeide de site
met 600.000 nieuwe aanmeldingen per dag. In april 2009 had Facebook meer dan 200
miljoen actieve gebruikers, vijf maanden later waren dat er 50 miljoen meer. Sinds april
2010 zit Facebook al op 500 miljoen gebruikers.
Netlog is een sociale netwerksite, vooral actief bij Europese jongeren. Het platform is
beschikbaar in meer dan 25 landen en 20 talen en telt meer dan 62 miljoen leden (op 24
april 2010). Netlog NV is gevestigd in Gent, maakt geen gebruik van een commerciële
ploeg en draait 19 verschillende versies met 40 mensen.
Om duidelijk naar buiten te komen voor externe partners en alle burgers, is het beter dat
er één gezamenlijk Facebook profiel wordt aangemaakt voor het korps, waarnaar alle
profielen binnen het korps gelinkt worden en dat een overzicht geeft van de virtuele
aanwezigheid van het korps op Facebook. Dit profiel moet volgens strikte afspraken door
een waaier aan beheerders aangepast kunnen worden. Volgens specifieke acties,
diensten of projecten kunnen nieuwe Facebook groups of pagina’s aangemaakt en gelinkt
worden.
Figuur 19: Facebook profiel Politie Gent als 'hub'
© SDS 39|75
- 40. Een sociale media-strategie voor de politie
Bij het opvolgen van de berichten en commentaren op het prikbord zijn opnieuw
duidelijke afspraken en de functie ‘moderator’ noodzakelijk. Als er effectief wordt
gekozen voor een korpsbrede Facebookpagina, dan is het aan te raden om simultaan te
werken met een Netlog-account die de Vlaamse jeugd op eenzelfde manier zal benaderen
en aanspreken.
6.6 Twitter
Twitter is een internetdienst en een sociale netwerksite waarop je jezelf een profiel en
een avatar kan aanmeten. De activiteit bij het gebruiken van Twitter heet twitteren (ook
wordt de term 'tweeten' gebruikt), dat kwetteren betekent. Het logo van Twitter is
daarom een klein vogeltje.
De basisvraag van de dienst was oorspronkelijk ‘Wat ben je aan het doen?’ en is nu ‘Wat
gebeurt er?’ Iedere twitteraar kan op elk moment van de dag in maximaal 140 tekens in
realtime vertellen waar hij mee bezig is, wat hij van plan is of wat hem bezighoudt. Er
zijn ook mensen die vooraf aankondigen dat zij bij een evenement aanwezig zijn en met
anderen, al dan niet aanwezig bij het evenement, willen twitteren. Dit creëert een
virtuele aanwezigheid.
Eén enkele account voor een politiezone is niet praktisch of werkbaar. Beter een account
voor de verkeerseenheid, één voor openbare orde, recherche, de communicatiedienst…
met een maximum van bijvoorbeeld 10 verschillende accounts. Deze accounts hebben
dan ook afzonderlijke beheerders en volgelingen. De accounts worden ook op andere
manieren ingezet rond andere onderwerpen. Dit onderscheid moet goed duidelijk
gemaakt worden aan de volgers en moet dus ook gebaseerd zijn op de burgers, en niet
de interne politiewerking zelf.
Figuur 20: Twitter staat erom bekend verslavend te zijn...78
78
Social Media Jokes and Comics (2010). Geraadpleegd op 23 augustus 2010,
http://blog.thoughtpick.com/2009/06/25-social-media-jokes-and-comics-episode-1.html
© SDS 40|75