1. SSST…HIER SPEELT MEN!
Over spelen en geluidsoverlast
VVJ | Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw |
Ossenmarkt 3 | 2000 Antwerpen
T 03 821 06 06 | F 03 821 06 09 | E info@vvj.be |
W www.vvj.be

2. Geluidsoverlast in de media
Lawaai is een
kinderrecht
Pietje Pek
moet dicht
Sluiting kinderopvang in Erpe-
Mere wegens geluidsoverlast
bevestigd in beroep

3. In deze sessie
• “Spelende kinderen en geluidsoverlast”: waar
hebben we het dan over?
→Wanneer is er sprake van geluidsoverlast?
• Wat kun je doen om het te voorkomen?
→Wat indien er toch klachten komen?

4. Waar hebben we het over?
• De klachten die terecht
komen bij de rechtbank
gaan niet over
individuele spelende
kinderen.
• Het gaat over de
verhouding tussen
kinderen en de ruimte
die ze hebben/krijgen.

5. Geluidsoverlast
• Er is volgens de rechters in de verschillende
zaken sprake van geluidsoverlast bij:
→ Teveel kinderen op een te kleine oppervlakte: dit
valt niet onder de normale burenlast.
→ Veel kinderen bij elkaar in een dicht bebouwde
omgeving, waar dus veel omwonenden minder
genot hebben van hun eigendom.
→ Er moeten rustpauzes zijn, waarin mensen
kunnen genieten van hun eigendom.

6. De gemeente

7. De taak van de gemeente
• Categoriaal jeugdbeleid: jeugdruimte
• Ruimtelijk structuurplan
• Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) heeft
de taak een visie te ontwikkelen op
kinderopvang die gebaseerd is op de lokale
noden en behoeften.

8. Vragen voor de gemeente
→Gaan we voor grootschalige of kleinschalige
initiatieven?
→Kiezen we voor speelmogelijkheden en opvang
dicht bij huis of verder af?
→Welke rol spelen kinderen en jongeren in de
openbare ruimte?
→Wat primeert: de opvangfunctie of leefbaarheid?
→Combineren we meerdere functies en
doelgroepen in de openbare ruimte of scheiden
we ze?

9. Oefening: je gemeente
• Analyseer je eigen gemeente:
→ wat zijn sterke en zwakke punten van jullie
locatie(s) van
jeugdwerk/kinderopvang/speelplein?
→ denk aan:
• Grootte van de opvang (aantal kinderen vs. ruimte)
• Beschikbare buitenruimte en inrichting ervan
• Momenten dat er geen opvang/speelplein is
• Mate van bebouwing van de omgeving
• Communicatie en interactie met de buurt

10. Oefening: jouw visie
• Wat is jouw visie op kinderen en speelruimte?
→
→Kijk eens terug naar de ‘vragen voor de
gemeente’: sluit dit plaatje aan bij jouw visie op
het thema?

11. Oefening: knelpunten
→Waar ligt volgens jou het (mogelijke) knelpunt?
• Bij de constructie of plaats van het gebouw
• Bij de negatieve houding van de (of één of enkele)
omwonenden
• Bij gemaakte beleidskeuzes, nl. …
•…

12. Klachten: wat nu?

13. Juridische gronden
• Pro het spelen van kinderen met alle geluid
dat erbij hoort:
→ Het IVRK: recht op spel en vrije tijd
→ Het BPA: woonzone of zelfs jeugdcentrum oid
→ Hof van Beroep in Gent: maximale verwevenheid
tussen spelen en wonen in woonzones

14. Juridische gronden
• Contra het spelen van kinderen met alle geluid
dat erbij hoort:
→ art. 544 B.W.: Eigendom is het recht om over een
zaak te beschikken en er het volste genot van te
hebben.
→ BPA: woonzone of ander -> betekent niet dat er
geen overlast kan zijn

15. Andere argumenten

16. Gebruikte argumenten:
ervaring van het geluid
• - Qua dB kunnen ze even luid gaan als een
straaljager
• + Kindergeluid is een subjectieve ervaring
(zoals bijv. gebabbel) en is niet te vergelijken
met vliegtuigen etc.

17. Gebruikte argumenten:
gezondheid
• - Geluidsoverlast en de bijbehorende stress
zijn schadelijk voor de gezondheid
• + Kinderen hebben recht op een
levensstandaard die toereikend is voor de
lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijk
e en maatschappelijke ontwikkeling van het
kind (art. 27 IVRK). Spelen maakt daar
onderdeel van uit.

18. Als er klachten komen…

19. Bepalen van overlast
• Spelende kinderen vallen nergens onder qua
regelgeving.
• Hoe dit objectiveren?
• Vlarem: bedrijven met impact op het
leefmilieu
→ Decibelmetingen: max. 45 dB.
• dB is logaritmisch!

21. Voordat het escaleert
• Neem klachten serieus ( hoofdmoni’s)
• Erken de last die de buurtbewoners ervaren
zonder ze gelijk te geven

22. Voordat het escaleert
• Probeer helder te krijgen wat precies de
klacht/ de vraag is
• Nodig mensen uit om eens rond te kijken of
organiseer iets positiefs (en doe dit vooral
sowieso!)

23. Voordat het escaleert
• Geef aan dat je zult bekijken wat er gedaan
kan worden en er op terug komt.
• Doe dat en kom erop terug.
• Informeer eens bij collega’s.
• Kun je tot een compromis komen?
• Do they have a case?
• Haal evt. schepen erbij

24. Zoek steun bij elkaar
• Verschillende sectoren worden met dit
probleem geconfronteerd.
→ kinderopvang
→ jeugdwerk (vb. fuiven, lokalen)
→ scholen (vb. pauzes)
→ sportverenigingen (vb. voetbalmatchen)
→ cultuur (vb. festivals)
→ buurtwerkingen (vb. buurtfeesten)

25. Zie het breed
• Klachten over geluidsoverlast hangen vaak
samen met andere overlastklachten, vb.
rondhangen, onveiligheidsgevoel, afval, vandal
isme.
• Probeer over deze terreinen heen te komen
tot een ruime kijk op de plek van kinderen en
jongeren.

26. Klachten over geluidsoverlast
• 1. Probeer de positieve invalshoek
• 2. Zijn er compromissen mogelijk? Welke
toegevingen zouden kunnen helpen?
• 3. Kaart het probleem aan bij de schepen en
het college, met je eigen analyse ervan.
• 4. Weet waar je staat (juridisch)

27. Oefening
• Terug naar jouw eigen praktijk
• Stel: iemand dreigt een klacht neer te leggen
bij de rechtbank wegens geluidsoverlast.
→ Verzin een positieve actie die wellicht zou helpen
om buurtbewoners het goede van je werking te
laten zien.
→ Wie gaat het gesprek aan met de
buurtbewoners? Jij? Jeugdwerker? Schepen?
Bemiddelaar?

28. Oefening
→Welke aspecten van jouw analyse (uit de vorige
oefening) zouden goed vallen bij het college en
welke minder goed?
• Bijv.: Ons college vindt cohesie in de buurt belangrijk.
Dit kan een aanknopingspunt zijn om speelruimte juist
midden in de wijk te plaatsen. Of de basisschool naast
het bejaardentehuis.
→Welke compromissen zou jij haalbaar vinden?
Waarin zou je buurtbewoners tegemoet kunnen
komen?

29. Omgaan met conflicten
• Zelf actie ondernemen
• Iemand laten bemiddelen vanuit zijn/haar
positie (vb. schepen, directeur, …)
• Een externe bemiddelaar

30. 5 stappenplan van Ury
1. Tel tot 10 -> even afstand nemen om beter te
kunnen zien wat er speelt
2. Ontwapen de ander door ernaast te gaan
staan
3. Verander het spel: herframen
4. Bouw een brug
5. Maak het lastig om nee te zeggen

31. 1. Tel tot 10
• 7 I-model
→ Issues: wat zijn de kwesties?
→ Individuen: wie zijn de partijen?
→ Interdependentie: welke relatie hebben
de partijen?
→ Implicaties: wat zijn de mogelijke uitkomsten?
→ Instituties: met welke context rekening houden?
→ Interventies: wat kun je doen?

32. 2. Ontwapen de ander
• Door ernaast te gaan staan:
→ actief luisteren:
• Oogcontact
• Aandacht
• Vragen
• Parafraseren
• Uit laten praten
• Ingaan op gevoelens
→ Gezamenlijk probleem en
oplossing

33. 3. Herframen
• De klager een andere kijk geven op de situatie.
• Bijvoorbeeld door:
→ uit te leggen op welke manieren er al rekening
gehouden wordt met de buurt ed.
→ uit te nodigen
→ ouders of jongeren te
betrekken in het gesprek
→

34. 4. Bouw een brug
• Kleine stapjes naar elkaar
→ geloof in een uitkomst terugbrengen
→ visualiseer een uitkomst
→ concreet uitwerken
→ gezichtsverlies voorkomen

35. 5. Maak het lastig om nee te
zeggen
• Maak de negatieve consequenties van de
huidige situatie duidelijk.
• Stel duidelijke keuzes voor.
• Leg de overeenstemming schriftelijk vast.

36. Oefening
• 1 is de klager, een oudere man. Hij klaagt over
het constante gegil en ballen die tegen zijn
huis kaatsen.
• 2 is de hoofdmonitor die de man eerder te
woord heeft gestaan. Zij vindt het allemaal
onzin.
• 3 is de jeugdconsulent, die het gesprek
voorzit. Je wilt tot een oplossing komen.

37. Aandachtspunten
• Structureer het gesprek goed: geef duidelijk
aan wat en hoe je wilt bespreken
• Maak je eigen rol duidelijk
• Geef beide partijen aandacht
• Inventariseer de problemen
• Denk samen na over mogelijke oplossingen
• Concentreer je op het belang van ‘er samen
uit komen’