VVSG en VVJ schetsen belangrijke tendensen voor het jeugdbeleid van de toekomst op het plenum van de congressenreeks 'Lokale besturen als regisseur van het jeugdbeleid'.
VVSG en VVJ schetsen belangrijke tendensen voor het jeugdbeleid van de toekomst op het plenum van de congressenreeks 'Lokale besturen als regisseur van het jeugdbeleid'.
De thuis- en schoolomgeving zijn dankbare plekken om in te investeren, ook als gemeente. In dit tweeluik: ∫ Naomi Felder, onderzoekster en architect bij www.bureaufeld.nl, geeft je ideeën voor een beleefbare en bespeelbare stad. ∫ ‘Pimp je speelplaats’ stimuleert scholen om hun speelplaats groener en avontuurlijker in te richten en de speelkansen en het welbevinden van kinderen te verhogen. Na een jaar project
is er een duidelijker zicht op de ondersteuning die scholen zoeken en wat de gemeente hierin kan betekenen.
Wat stimuleert mensen in hun doen en denken?
We richten ons in onze aanpak vaak op de
rationele mens, terwijl we eerder allemaal ‘Homer
Simpson’-s zijn in (het veranderen van) ons gedrag.
Fran Bambust, beleids- en communicatieconsulente,
licht een tipje van de sluier over hoe
je met inzicht in menselijk gedrag je beleid, communicatie
en dienstverlening effectiever maakt.
Het belang van het kind is een belangrijk basisprincipe van de kinderrechten. Maar, hoe bepaal je wat ‘in het belang van een kind’ is? Hoe verzoen je de belangen van kinderen met de belangen van anderen? We gebruiken de reflectieve inspiratie van het Kenniscentrum Kinderrechten en de praktische creativiteit uit de jeugddienst om het belang van het kind concreet te vertalen in jouw werking.
Wat zijn in jouw gemeente de bepalende factoren voor de aanleg en aanpak van speelterreinen? Worden alle risico’s gebannen of vormen berekende risico’s een noodzakelijk deel van spelen en de speelse omgeving? Een goede risicoanalyse helpt je het enge ‘norm’-denken te doorbreken.
De projectmedewerker radicalisering van VVSG
zet termen zoals radicalisering en extremisme in
perspectief. We zoomen in op het gemeentelijk
beleid en de integrale preventie van radicalisering,
en wat de rol van jeugd(werk)beleid daarbij
kan zijn. VVSG werkte een handelingskader uit dat
gemeenten helpt radicalisering breed, preventief
en integraal te benaderen.
Waar liggen kinderen & jongeren in Vlaanderen wakker van? Deze zomer interviewden jongeren van de Vlaamse Jeugdraad - de 'Touristen' - maar liefst 800 andere kinderen en jongeren en kwamen zo tot tien thema's. Wat kunnen we op lokaal niveau leren van de gebruikte methodiek en van de input van al die kinderen en jongeren?
De thuis- en schoolomgeving zijn dankbare plekken om in te investeren, ook als gemeente. In dit tweeluik: ∫ Naomi Felder, onderzoekster en architect bij www.bureaufeld.nl, geeft je ideeën voor een beleefbare en bespeelbare stad. ∫ ‘Pimp je speelplaats’ stimuleert scholen om hun speelplaats groener en avontuurlijker in te richten en de speelkansen en het welbevinden van kinderen te verhogen. Na een jaar project
is er een duidelijker zicht op de ondersteuning die scholen zoeken en wat de gemeente hierin kan betekenen.
Wat stimuleert mensen in hun doen en denken?
We richten ons in onze aanpak vaak op de
rationele mens, terwijl we eerder allemaal ‘Homer
Simpson’-s zijn in (het veranderen van) ons gedrag.
Fran Bambust, beleids- en communicatieconsulente,
licht een tipje van de sluier over hoe
je met inzicht in menselijk gedrag je beleid, communicatie
en dienstverlening effectiever maakt.
Het belang van het kind is een belangrijk basisprincipe van de kinderrechten. Maar, hoe bepaal je wat ‘in het belang van een kind’ is? Hoe verzoen je de belangen van kinderen met de belangen van anderen? We gebruiken de reflectieve inspiratie van het Kenniscentrum Kinderrechten en de praktische creativiteit uit de jeugddienst om het belang van het kind concreet te vertalen in jouw werking.
Wat zijn in jouw gemeente de bepalende factoren voor de aanleg en aanpak van speelterreinen? Worden alle risico’s gebannen of vormen berekende risico’s een noodzakelijk deel van spelen en de speelse omgeving? Een goede risicoanalyse helpt je het enge ‘norm’-denken te doorbreken.
De projectmedewerker radicalisering van VVSG
zet termen zoals radicalisering en extremisme in
perspectief. We zoomen in op het gemeentelijk
beleid en de integrale preventie van radicalisering,
en wat de rol van jeugd(werk)beleid daarbij
kan zijn. VVSG werkte een handelingskader uit dat
gemeenten helpt radicalisering breed, preventief
en integraal te benaderen.
Waar liggen kinderen & jongeren in Vlaanderen wakker van? Deze zomer interviewden jongeren van de Vlaamse Jeugdraad - de 'Touristen' - maar liefst 800 andere kinderen en jongeren en kwamen zo tot tien thema's. Wat kunnen we op lokaal niveau leren van de gebruikte methodiek en van de input van al die kinderen en jongeren?
Het jeugdhuiswerk van de toekomst? Formaat identificeerde vier speerpunten voor een eigentijds en relevant jeugdhuislandschap. Welke invloeden hebben ze op de rol en opdracht van beroepskrachten in het jeugdhuis? Samen met jou concretiseren ze deze rol en opdracht. Speciale aandacht gaat naar een goede samenwerking tussen de jeugdhuiswerker en de jeugdambtenaar. Hoe kunnen ze complementair aan elkaar werken aan een sterk lokaal jeugdbeleid?
Wat zijn in jouw gemeente de bepalende factoren voor de aanleg en aanpak van speelterreinen? Worden alle risico's gebannen? Of vormen berekende risico's een noodzakelijk deel van spelen en de speelse omgeving? Peter Dekeyser van Kind & Samenleving toont je hoe een goede risicoanalyse je helpt het enge 'norm'-denken te doorbreken.
Het kampcharter is een engagementsverklaring voor een optimaal kampklimaat tussen drie betrokken partijen: jeugdgroepen, gemeenten en uitbaters. Benieuwd? Check www.opkamp.be/kampcharter. We gaan aan de slag met de actiepunten en zoeken manieren om het samenleven tussen de drie partijen in jouw gemeente verder op punt te stellen.
Een kwaliteitsvol jeugdruimtebeleid vertrekt van een goede analyse van de bestaande situatie. Welke jeugdruimtes hebben we al in onze gemeente? Hoe zit het met de spreiding, variatie en bereikbaarheid ervan? Met behulp van jeugdmaps.be brengen we onze jeugdruimte in kaart, en samen met de Ambrassade maken we een aantal eenvoudige GIS-analyses (GIS = geografisch informatie systeem).
Kinderen en jongeren hebben steeds minder ruimte om te spelen of hun vrije tijd te beleven. Door onderbenutte of tijdelijk ongebruikte ruimtes open te stellen, creëren we meer ruimte voor kinderen, jongeren en hun organisatie. De Ambrassade stalt haar 'handleiding ruimte delen' voor, met heel wat tips.
Labo vzw staat voor leren, ageren, bewegen en organiseren. Ze ijveren voor sociale verandering. Je krijgt uitgelegd hoe je bottom-up thema's verpakt en ombuigt tot straffe campagnes. Heel wat good practices komen aan bod zodat jij zelf aan de slag kan.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Je droomt over natuurlijk speelruimteontwerp, hebt een beperkt budget maar denkt groots. Jo Ampe van SpeelsR geeft je voorbeelden hoe je jouw ideeën kan omzetten in de praktijk. Hoe jan je de norm gebruiken om zelf spelaanleidingen te bouwen op een eenvoudige manier? Kerndoel van zijn verhaal: speelwaarde integreren in het verdichte stedelijk weefsel van vandaag.
Stel: je bent een enthousiaste jeugdambtenaar en je werkgever is heel tevreden over je werk. Je krijgt steeds meer taken, maar... op een dag gaat het licht uit. Het verdict is hard: burn-out. Hermen Six (oud-jeugdconsulent in Torhout en evenementencoördinator in Roeselare) maakte het zelf mee en leerde waardevolle lessen. Hij komt dit graag met jullie delen. Met een aantal oefeningen neem je jezelf onder de loep.
Neem een kijkje in de wondere wereld van de hedendaagse jongerencultuur: die van de helden van het internet. Met Mediaraven verken je de diverse vormen en gevolgen van dit online heldendom en gaan we in op de motivaties van deze social influencers. Een waaier aan voorbeelden passeert de revue. Zet je schrap en maak kennis met deze nieuwe jongerenidolen.
Op 23 februari 2018 stelt Vlaams minister van jeugd Sven Gatz zijn masterplan diversiteit in/en het jeugdwerk voor. Het masterplan bundelt bestaande initiatieven en stelt ambities voor
vernieuwende acties. VVJ onderschreef dit plan en wil met jou uitwisselen en discussiëren over wat het masterplan voor jou als jeugdambtenaar kan betekenen.
De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties vormen een mooie basis om lokaal beleid op te stoelen. Herlinde Baeyens is al meer dan een jaar VN-jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling van de Vlaamse Jeugdraad en leert je vanuit haar ervaring hoe
je aan de slag kan met deze ontegensprekelijk belangrijke doelen.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Chris Peeters van VVSG en Ann Vandenbussche van het departement CJM duiken samen met jullie in de wondere wereld van een aantal nieuwe decreten die in de pijplijn zitten. Het decreet lokaal bestuur, bovenlokaal jeugdwerk, bovenlokaal cultuurbeleid, decreet opvang en vrijetijd passeren de revue. Je krijgt zicht op de kansen en bedreigingen en wat de impact wordt voor jouw gemeente.
Blikopener, een project van Graffiti vzw, bekijkt samen met je hoe je op een andere, creatieve manier kan communiceren met jongeren en hoe je hen kan aanzetten om mee te werken aan of in een organisatie. Je krijgt uitleg over de opzet en de resultaten van hun onderzoek. Daarna focussen we op de doelgroep
jongeren en geven we je graag nog tips mee over hoe netwerken creëren. Als kers op de taart analyseren we de kracht van een aantal good practices.
Het gemeentelijk subsidielandschap kent een vorm die meer en meer aan succes wint: de projectsubsidie. Om losse ideeën van individuele jongeren mee te ondersteunen, of verenigingen die voor dat ene zotte project willen gaan een boost te geven. Maar hoe steek je zo’n projectsubsidie in elkaar? Waar hou je rekening mee? Hoe werk je met een adviescommissie? Welke soort projecten wil je ondersteunen? Wat met de randgevallen? Heb je een projectsubsidie of wil je er eentje in het leven
roepen? Stel je vragen en kom uitwisselen met je collega’s!
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
Na het succes op Plan & Play bouwen Ine (jeugddienst Herk-de-Stad) en Marijke (jeugddienst Lanaken) opnieuw een echte escape room. Kom ‘m testen! Daarna krijg je van hen een heleboel tips & tricks om zelf aan de slag te gaan om je eigen
Escape Room jeugddienststijl te ontwikkelen.
Sessie 9 en 13 Ontwikkel je eigen Escape Room (handouts)
Sessie 9 - ppt een antropologische kijk op spelen
1. Een antropologische kijk op spelen
Johan Meire
Onderzoekscentrum Kind & Samenleving
VVJ vormingsdriedaagse, Oostmalle, 7 maart 2012
2. Antropologie?
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
3. Antropologie?
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
4. Antropologische kijk op spelen
Spelen als manier om je te verbinden met
je leefwereld
◦ meer dan alleen ‘plezier’
◦ meer dan alleen ‘leren’ en ‘ontwikkelen’
◦ ‘iets wat je doet’ (een spel, een activiteit)
maar vooral spelen/speelsheid:
een vorm van betekenisgeving (cultuur)
een manier om ‘in de wereld te staan’
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
5. En we zingen op de wijs van
K3...
Van Afrika tot in de cinema
lopen meisjes rond in hun blote kont
kont op kont, mond op mond
alle meisjes zijn gemaakt van stront
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
6. En we zingen op de wijs van
K3...
Van Afrika tot in de cinema
daar lopen kleuters rond in hun blote kont
Schiet ze neer, bombardeer
Formidabel doe dat nog een keer
Alle kleuters vliegen op en neer
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
7. Peer cultures
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
8. Het Lot
‘Onika Bonika’, Sheffield, 2010
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
9. Het Lot
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
10. ‘Dirty play’
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
11. ‘Dirty play’
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
14. Jongens & meisjes
Lagere schoolleeftijd:
Speelrepertoires verschillen
Speelstijlen verschillen
Grotere aanwezigheid jongens in de
publieke sfeer
Leidt tot apart spelen jongens//meisjes
Spel verandert bij gemengde deelnemers
Gendergrenzen bevestigen/afzwakken
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
15. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
16. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
• Proces is meer van belang van doel
• Voortzetten spel primeert op winnen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
17. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
• Proces is meer van belang van doel
• Voortzetten spel primeert op winnen
• Alert maar zonder stress of echte angst
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
18. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
• Proces is meer van belang van doel
• Voortzetten spel primeert op winnen
• Alert maar zonder stress of echte angst
• Er zijn regels en grenzen
• Vooral zelfgekozen, onderhandeld, gedeeld
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
19. Spelen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
20. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
• Proces is meer van belang van doel
• Voortzetten spel primeert op winnen
• Alert maar zonder stress of echte angst
• Er zijn regels en grenzen
• Vooral zelfgekozen, onderhandeld, gedeeld
• Onderscheid spelcontext en reële wereld
• Time in/time out
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
21. Spelen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
22. Spelen
• Zelfgekozen en zelf gestuurd
• Inclusief vrijheid om te stoppen
• Proces is meer van belang van doel
• Voortzetten spel primeert op winnen
• Alert maar zonder stress of echte angst
• Er zijn regels en grenzen
• Vooral zelfgekozen, onderhandeld, gedeeld
• Onderscheid spelcontext en reële wereld
• Time in/time out
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
23. Controle
Gezinstijd ‘ ‘
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
24. Delen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
25. Lichamelijkheid
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
26. Controle & delen – inclusie &
exclusie
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
27. Controle & delen – inclusie &
exclusie
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
28. Controle & delen – inclusie &
exclusie
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
29. Bouwen van en spelen in kampen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
30. Bouwen van en spelen in kampen
Het georganiseerde speelplein
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
31. Bouwen van en spelen in kampen
Het georganiseerde speelplein
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
32. Bouwen van en spelen in kampen
Het georganiseerde speelplein
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
33. Bouwen van en spelen in kampen
Het georganiseerde speelplein
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
34. Bouwen van en spelen in kampen
Het georganiseerde speelplein
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
38. Spelen in kampen als geritualiseerde
inclusie en exclusie
Bij een kamp horen
Exclusie
Interne rivaliteit
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
39. Spelen in kampen als geritualiseerde
inclusie en exclusie
Bij een kamp horen
Exclusie
Interne rivaliteit
Rivaliteit tussen kampen K am p e n b o u
we n
Bewaken
Stelen, sabotage
Gevoel voor proportie
Een echte aanval?
Geritualiseerd - gedeeld, gestileerd, ingeperkt
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
40. Spelen in kampen als geritualiseerde
inclusie en exclusie
Rivaliteit tussen kampen
Externe vijand
B.v. tieners
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
41. Spelen in kampen als geritualiseerde
inclusie en exclusie
Rivaliteit tussen kampen
Externe vijand
B.v. tieners
Wapens
Symbolisch belang
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
42. Spelen
Spelen helpt om wat ‘gegeven’ is, te
herdefiniëren.
◦ Kunnen improviseren, omgaan met het
onverwachte
◦ Risico’s nemen zonder desastreuze gevolgen
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
44. Omgaan met onzekerheid en risico
Avontuur:
Een roekeloze
onderneming,
ingegeven door
onderzoeksdrang
of overmoed,
met levensbedreigende
aspecten,
onberekenbare gevaren
en een vaak fatale afloop.
(Walter Moers, De stad van de dromende boeken)
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
45. Spelen en actorschap
‘In de wereld zijn’
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
46. Spelen en actorschap
‘In de wereld zijn’
‘Alsof’-
karakter
van spel
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
47. Game over
Johan Meire jmeire@k-s.be – Kind & Samenleving
www.k-s.be
Een antropologische kijk op spelen – 7 maart 2012
Editor's Notes
Hoe ben je als mens verbonden met wereld waarin je leeft (andere mensen, dingen, plaatsen, tijd, goden en geesten). “Cultuur” Van binnen uit: veldwerk, etnografisch Historisch vooral bij ‘primitieve volkeren’, lange tijd weinig aandacht voor het moderne. “ Anthropology is the science which tells us that people are the same the whole world over - except when they are different.”
Veldwerk: etnografische methode: niet zomaar opzij blijven staan en kijken, maar je (ten dele) integreren in de leefwereld van wie je bestudeert: dus participerende of min of meer participerende observatie. Zelf op vakantiespeelpleinen en een buitenschoolse kinderopvang: halfparticiperende observatie, met een “reactieve methode”: daar rondhangen, zelf niet het initiatief nemen maar wachten tot kinderen me betrekken en dan daarop reageren. Zo ben je minder een indringer en ken je jezelf geen duidelijke rol toe die al meteen vastligt. Dan uitleg geven (bezoeker). - - meer kant van de kinderen dan van de animatoren/begeleiders (vb verboden dingen tonen, mee in kamp), zonder dat je natuurlijk een van hen wordt. Dat is vrij makkelijk in jeugdwerkomgevingen: valt niet zo op, niet zo raar, veel kinderen bijeen. Zeker in speelpleinwerk: lossere groep.
Spel en het enthousiasme ervoor is iets wat alle kinderen delen en wat kinderen van volwassenen onderscheidt. Is deel van hun culturele wereld (samen met bvb vriendschap, consumptie, media), maar het meest typisch voor kinderen. In de wereld staan: relaties leggen met omgeving, met anderen – ook machtsrelaties.
Tegelijk subversief en onschuldig. Incorporeren van thema’s uit media/volwassenen en er een eigen draai aan geven. Gedeeld door kinderen (niet door volwassenen aangeleerd), tegelijk verandert dat en blijft dat gelijk. Eerste versie gezongen door jongens, tweede door meisje.
Tegelijk subversief en onschuldig. Incorporeren van thema’s uit media/volwassenen en er een eigen draai aan geven. Gedeeld door kinderen (niet door volwassenen aangeleerd), tegelijk verandert dat en blijft dat gelijk. Eerste versie gezongen door jongens (die natuurlijk nooooit naar K3 luisteren - die het zoals zo vaak over seks hebben en zich afzetten tegen meisjes), tweede door meisje (dat dus niet over meisjes zingt, maar over kleuters – en eigenlijk nog subversiever is, want omkering van de schone boodschap van het liedje van K3, “wij zijn zoveel mooier als we samen zijn” – seks & geweld ook bij kinderen zelf basisthema’s).
Peer cultuur: peers is gelijken, dus leeftijdsgenoten. Wat je deelt met je peers, wat je aan elkaar doorgeeft, van elkaar leert, en steeds weer verandert. >Maar niet los van volwassenen, altijd incorporeren van volwassen thema’s en dingen. Cf. zelfs spel zoals knikkeren of hinkelen: via romeinse soldaten bij ons gekomen, maar dus door volwassenen, die dat lang hebben gespeeld. Geven die cultuur aan elkaar door. Dus ‘ontstaat” en groeit als kinderen met veel andere kinderen in contact komen, met name als ze naar school beginnen gaan. Ze leren dan bvb liedjes, rijmpjes, klapspelletjes van elkaar. Zonder dat daar volwassenen in tussenkomen. En dan kan je bvb tien jaar later naar dezelfde school gaan, en dan ga je zien dat veel van die liedjes nog altijd bestaan, waarschijnlijk wat veranderd. En je leert er ook iets mee over culturele normen en verwachtingen, bvb When Susie was a baby. Stadia van meisjesleven: baby (weent), kleuter (krabbelt/schrijft), kind, tiener (When Susie was a teenager, she went oh I lost my bra, I left my knickers in my boyfriend’s car), moeder, grootmoeder (breien), dode en geest. Dat kan ook braver worden, ik vond ook een versie uit 2008 waar de tiener alleen nog maar haar gsm kwijt is en over haar mooie haar bezig is… Cf. meisjes zijn daar veel meer mee bezig dan jongens (cf. “jongen, meisje, tweeling, dood”). Je ziet ook veranderingen, bvb meisjes lang gemarginaliseerd geweest op schoolspeelplaats: alle plek voor de jongens en voetbal; maar is met heel de girl-power-beweging (Spice Girls) deels veranderd in de jaren 1990.
Deze jongens van een school in Sheffield gebruikten het liedje ‘Onika Bonika’ als een manier om te kiezen wie ‘hem’ zou zijn in tikkertje of verstoppertje, zeker al een jaar lang toen dit filmpje werd gemaakt. Als je voet aangewezen wordt mag je je andere voet zetten. Wie uiteindelijk overblijft, is de tikker (de jongen links). Het liedje werd ook al in de jaren zestig zo opgetekend, maar dan met vuisten of vingers ipv voeten. Het rijmpje bestaat alleszins al sinds de negentiende eeuw in Vlaanderen en Nederland, als ‘Olleke Bolleke’. Je ziet dus hoe zelfs in de taal die kindercultuur internationaal kan zijn. Soortgelijke manieren om te bepalen wie ‘hem’ zal zijn, zijn soms heel oud en een beetje overal op de wereld terug te vinden. Bijvoorbeeld twee spelers met hun vuist tgo elkaar en dan elk een aantal vingers tonen, beiden roepen tegelijk hoeveel vingers (0 tot 10) er getoond worden: bestaat bij ons, bestond 1000 geleden al in Egypte, en nu bvb in Italië en in China veel gebruikt.
Vgl schunnige liedjes van kinderen & June Factor, een van de meest gecensureerde ‘jeugdauteurs’ in australië, gewoon omdat ze verzamelingen van liedjes/rijmpjes van kinderen publiceert – terwijl diezelfde kinderen eigenlijk de auteurs van de gecensureerde teksten zijn
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt.
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt.
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt.
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt.
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt.
Spelen Zelfgekozen en zelf gestuurd (inclusief vrij om te stoppen) – en dat is vaak wat spel ruïneert als volwassenen erin tussenkomen Proces is meer van belang van doel (bouwen van het zandkasteel, niet dat er een zandkasteel staat) – voortzetten spel primeert op winnen -Alert maar zonder stress: actief omgaan met de wereld, maar zonder echte angst om te mislukken, want proces is belangrijker dan doel. -Er zijn regels (vooral vanuit de spelers zelf, zelfgekozen, onderhandeld, gedeelde scripts) Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt. Huizinga: ‘magic circle of play’ (cf. voortdurend in Calvin & Hobbes)
Verschil spel en reële wereld: tegelijk echt en niet echt, serieus en niet serieus. Time in/time out: Zelfs een tweejarige weet dat de beer niet echt drinkt. (voortdurend in Calvin&Hobbes, cf tijger echt/knuffelbeest) (het leuke is hier dat het speelse juist niet zit in de ‘activiteit spelen’ (glijbaan) )
Dat kan ook slaan op heel weinig intens spel – vb strijkpareltjes prikken in de kinderopvang – lijkt bezigheidstherapie maar is niet zonder reden populair bij veel kinderen: individueel bezig (proces primeert, ook al is er een doel), rustig, maar tegelijk sociaal: babbelen met de andere kinderen over dingen die buiten het spel zelf liggen (itt tot intens fantasiespel of voetbal: conversaties daar over spel zelf). Maar verbindt je ook met de wereld omdat je op zoek bent naar geborgenheid, veiligheid, ‘delen’ (en tegelijk stukje controle ivm wat je met de pareltjes maakt).
Het onverwachte of risicovolle ook opzoeken; jezelf voor uitdagingen stellen die er helemaal niet hoeven te zijn. (ook bij dieren, cf. plezier van ‘opgejaagd worden’) Risico’s nemen is ook risico’s leren beheersen – via spel: is vaak ook relationeel: elkaar duwen: hoe ver ga je daarin? Meisjes even hard duwen als jongens? Altijd een notie van ‘voorzichtig zijn’ (want anders vernietig je het spel).
Traditie (vb geleerde en gedeelde scripts), het nu (cf. improvisatie), de mogelijke toekomst.