De zomervakantie: boordevol speelpleinwerking, sport- en speelkampen, grabbelpasactiviteiten, animatorenweekend, bedankingsfeestjes… We werpen vanuit jouw evaluatie van deze zomer een blik naar de toekomst. Hoe gebruiken we de verzamelde informatie om vanaf morgen nog beter te worden? Wat willen jij en vrijwilligers, kinderen, ouders... tegen de volgende werking zeker veranderd zien? Wat en wie neem je mee in je verhaal om effectief aan de slag te gaan met je evaluatie?

1. VVJ
Vormings-
tweedaagse
Je werking
verbeteren
vanuit je
zomerevaluatie

2. Waarom
zit
je
hier?

3. Waarvoor wil je
eigenlijk evalueren?

4. Maak een tijdslijn van de fasen
die je doorloopt om je
zomerwerking te evalueren!
van 30 augustus tot 1 juli

5. PLAN DO CHECK ACT
Plan het plan!!!
 Inventariseren
Wat is er al? Waar zoeken we naar?
 Bewerken: analyse-synthese
 Confronteren: weeg af
 Beslis : giet in acties
Overloop de 8 w’s
Uitvoeren Wat zijn de resultaten
 I
 B
 C
 B
Communiceer je dit?

6. Checklist bij het projectmatig werken : de 8 W's.
Een projectplan = antwoorden op onderstaande vragen!
• Waarom?* Welk doel willen we met dit plan bereiken?
• Wat? Welke resultaten leveren we op?
• Wie? Wie hebben we nodig om de resultaten op te leveren?
• Wanneer? Hoe ziet de planning eruit?
• Waar? Waar voeren we het project uit?
• Welke wijze? Op welke wijze gaan we het project uitvoeren? Welke aanpak kiezen
we?
• Waarmee? Wat hebben we nodig aan hulpmiddelen, methoden, enzovoort om de
resultaten op te leveren?
• Whoops! Wat kan er allemaal misgaan? Welke risico's kleven er aan het project en
welke maatregelen kunnen we nemen?

7. Ontdekken we gezamenlijke fasen?
Missen we gezamenlijk fasen?

8. PLAN DO CHECK ACT
Waarom?
Doel?
Actief
Evaluaties
Rapporteren
Impact?

9. Wat zijn
de doelgroepen
van je werking?

10. Hebben ze
hetzelfde
doel?
Willen ze
hetzelfde
evalueren?

11. Wat zijn
de doelgroepen
van je evaluatie?

12. Welke doelgroep is het
belangrijkst?

13. Hebben ze hetzelfde doel?
Willen ze hetzelfde evalueren?
Op dezelfde manier?
Met dezelfde bril?
Door dezelfde mensen?

14. Wat?
Wie?
Hoe?
Werkvorm!
Door wie?
Door wie?
Hoe?
Werkvorm!

15. Impact ?