Een heerlijk complex project: analyseren en \’vertalen\’ van Jeugdbeleid 2011-2014 met bijbehorend uitvoeringsplan tot een \’publieksvriendelijke\’ variant
Een heerlijk complex project: analyseren en \’vertalen\’ van Jeugdbeleid 2011-2014 met bijbehorend uitvoeringsplan tot een \’publieksvriendelijke\’ variant
El documento presenta el objetivo general del Plan Integral Maipú Poniente, que es mejorar la calidad de vida de los residentes de la zona occidental de Maipú promoviendo la equidad e igualdad en todos los barrios a través de mayores niveles de tranquilidad. Para lograr esto, el plan involucra a los vecinos en mapear los principales problemas de su villa o población y propone soluciones y diseños alternativos para los espacios públicos y áreas comunes basados en las ideas de los residentes.
Este documento presenta una teoría sobre el color. Explica que la luz del sol al descomponerse genera diferentes longitudes de onda que corresponden a colores específicos. También describe la estructura del ojo humano y cómo cada una de sus partes permite percibir e interpretar imágenes en color. Finalmente, clasifica los diferentes tipos de colores como cromáticos, acromáticos y monocromáticos.
Grappa es un aguardiente de orujo italiano obtenido por destilación de orujos de uva con un contenido alcohólico entre 38-50 grados. Su sabor depende de la uva utilizada y a veces se endulza con jarabe de frutas. Tradicionalmente se producía para evitar desperdiciar el bagazo tras la vendimia pero ahora se produce a gran escala para su venta mundial.
El resumen cuenta la leyenda de cómo Dios creó a la mujer al haber agotado todos los materiales en la creación del hombre. Dios tomó diversos atributos de la naturaleza como la luna, las olas, las flores y los animales y los mezcló para formar a la mujer, dándosela al hombre. Sin embargo, el hombre regresó a Dios una semana después quejándose de la mujer. Más tarde, el hombre volvió a Dios diciendo que se sentía solo sin la mujer y que ahora valoraba sus cualidades como la risa, la
The document describes a WebQuest assignment for 11th grade students where they must design a robotic arm to repair damage to a NASA spacecraft. Students are split into teams and must research materials, motors, and gears to build an arm that meets specific constraints. They submit their selected components and calculations showing the arm can withstand stresses. The goal is to provide experience applying physics knowledge to a real-world engineering design problem.
El documento anuncia que febrero es el Mes de Guadalinfo y lista varios próximos eventos relacionados con la red, incluyendo la celebración del Día de Andalucía el 28 de febrero y un evento de Wikanda sobre imágenes de Andalucía donde se invita a participar. También menciona noticias sobre la asociación Comunidad Redes de Telecentros midiendo el impacto social de las TIC, Guadalinfo participando en una recaudación de fondos de UNICEF y en unas jornadas políticas, y la viabilidad de gest
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdfDriessen Research
In Nederland wordt al geruime tijd beleid gevoerd op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in de thuissituatie van kinderen. Momenteel vormt de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) een speerpunt van dit beleid. In kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en kleutergroepen van de basisschool krijgen kinderen met (dreigende) achterstanden stimuleringsprogramma’s aangeboden, met name op het gebied van taal. Ten gevolge van de in 1998 in gang gezette decentralisatie hebben gemeenten en schoolbesturen veel autonomie en vrijheid gekregen bij de vormgeving van VVE. Dit heeft geleid tot een enorme variatie bij de uitvoering. Het heeft er erg veel van weg dat men binnen elke gemeente aan de slag is gegaan met het opnieuw uitvinden van het wiel. Dit is allebehalve efficiënt en bovendien kan men zich afvragen of hiermee goede condities worden geschapen voor een effectieve VVE.
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Presentatie Brabantse beleidsmedewerkers VVE 18-10-2011KPC Groep
Presentatie van Ineke Sagasser en Anneke Elenbaas van KPC Groep voor Brabantse beleidsmedewerkers VVE. Op de agenda stonden actuele ontwikkelingen in relatie tot jonge kinderen en actuele vraagstukken bij implementatie Wet OKE.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) betreft educatieve stimuleringsprogramma’s voor peuters en
kleuters die vanwege factoren gelegen in de thuissituatie onderwijsachterstanden dreigen op te lopen.
VVE kent al een lange geschiedenis en er wordt jaarlijks ruim 250 miljoen euro aan besteed. Het is dan
ook merkwaardig dat de empirische basis ervoor onduidelijk is, zeker in het licht van een trend naar meer
evidence-based overheidsbeleid. In dit artikel wordt op zoek gegaan naar de oorsprong van VVE en beoordeelt
op kritische wijze de kwaliteit van het bewijs dat wordt opgevoerd voor de positieve werking ervan.
Bovendien worden drie recente Nederlandse publicaties op het gebied van VVE samengevat en gewogen.
Het bewijs voor positieve effecten blijkt vooralsnog te ontbreken.
El documento presenta el objetivo general del Plan Integral Maipú Poniente, que es mejorar la calidad de vida de los residentes de la zona occidental de Maipú promoviendo la equidad e igualdad en todos los barrios a través de mayores niveles de tranquilidad. Para lograr esto, el plan involucra a los vecinos en mapear los principales problemas de su villa o población y propone soluciones y diseños alternativos para los espacios públicos y áreas comunes basados en las ideas de los residentes.
Este documento presenta una teoría sobre el color. Explica que la luz del sol al descomponerse genera diferentes longitudes de onda que corresponden a colores específicos. También describe la estructura del ojo humano y cómo cada una de sus partes permite percibir e interpretar imágenes en color. Finalmente, clasifica los diferentes tipos de colores como cromáticos, acromáticos y monocromáticos.
Grappa es un aguardiente de orujo italiano obtenido por destilación de orujos de uva con un contenido alcohólico entre 38-50 grados. Su sabor depende de la uva utilizada y a veces se endulza con jarabe de frutas. Tradicionalmente se producía para evitar desperdiciar el bagazo tras la vendimia pero ahora se produce a gran escala para su venta mundial.
El resumen cuenta la leyenda de cómo Dios creó a la mujer al haber agotado todos los materiales en la creación del hombre. Dios tomó diversos atributos de la naturaleza como la luna, las olas, las flores y los animales y los mezcló para formar a la mujer, dándosela al hombre. Sin embargo, el hombre regresó a Dios una semana después quejándose de la mujer. Más tarde, el hombre volvió a Dios diciendo que se sentía solo sin la mujer y que ahora valoraba sus cualidades como la risa, la
The document describes a WebQuest assignment for 11th grade students where they must design a robotic arm to repair damage to a NASA spacecraft. Students are split into teams and must research materials, motors, and gears to build an arm that meets specific constraints. They submit their selected components and calculations showing the arm can withstand stresses. The goal is to provide experience applying physics knowledge to a real-world engineering design problem.
El documento anuncia que febrero es el Mes de Guadalinfo y lista varios próximos eventos relacionados con la red, incluyendo la celebración del Día de Andalucía el 28 de febrero y un evento de Wikanda sobre imágenes de Andalucía donde se invita a participar. También menciona noticias sobre la asociación Comunidad Redes de Telecentros midiendo el impacto social de las TIC, Guadalinfo participando en una recaudación de fondos de UNICEF y en unas jornadas políticas, y la viabilidad de gest
Geert Driessen (2012)TVO Voor- en Vroegschoolse Educatie.pdfDriessen Research
In Nederland wordt al geruime tijd beleid gevoerd op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele factoren in de thuissituatie van kinderen. Momenteel vormt de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) een speerpunt van dit beleid. In kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en kleutergroepen van de basisschool krijgen kinderen met (dreigende) achterstanden stimuleringsprogramma’s aangeboden, met name op het gebied van taal. Ten gevolge van de in 1998 in gang gezette decentralisatie hebben gemeenten en schoolbesturen veel autonomie en vrijheid gekregen bij de vormgeving van VVE. Dit heeft geleid tot een enorme variatie bij de uitvoering. Het heeft er erg veel van weg dat men binnen elke gemeente aan de slag is gegaan met het opnieuw uitvinden van het wiel. Dit is allebehalve efficiënt en bovendien kan men zich afvragen of hiermee goede condities worden geschapen voor een effectieve VVE.
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Presentatie Brabantse beleidsmedewerkers VVE 18-10-2011KPC Groep
Presentatie van Ineke Sagasser en Anneke Elenbaas van KPC Groep voor Brabantse beleidsmedewerkers VVE. Op de agenda stonden actuele ontwikkelingen in relatie tot jonge kinderen en actuele vraagstukken bij implementatie Wet OKE.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) betreft educatieve stimuleringsprogramma’s voor peuters en
kleuters die vanwege factoren gelegen in de thuissituatie onderwijsachterstanden dreigen op te lopen.
VVE kent al een lange geschiedenis en er wordt jaarlijks ruim 250 miljoen euro aan besteed. Het is dan
ook merkwaardig dat de empirische basis ervoor onduidelijk is, zeker in het licht van een trend naar meer
evidence-based overheidsbeleid. In dit artikel wordt op zoek gegaan naar de oorsprong van VVE en beoordeelt
op kritische wijze de kwaliteit van het bewijs dat wordt opgevoerd voor de positieve werking ervan.
Bovendien worden drie recente Nederlandse publicaties op het gebied van VVE samengevat en gewogen.
Het bewijs voor positieve effecten blijkt vooralsnog te ontbreken.
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2015). Voorschoolse educatie: Voor wie en hoe? ITS Nieuwbrief, 10 maart 2015. Retrieved from http://www.ru.nl/its/vm-afgerond-0/doelgroepenbeleid/voorschoolse/
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Driessen Research
Smit, F., Driessen, G., Kuijk, J. van, & Wit, C. de (2008). VVE en ouders. Ouderbetrokkenheid en -participatie in de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Nijmegen: ITS.
<isbn>
[Brochure] [29 pp]
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
Kwaliteit in beweging junior
1. ADVIES
OSG ONDERSTEUNT
GEMEENTEN EN INSTELLINGEN
BIJ INVOERING OKE WET
Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, ofwel de OKE-wet in werking
getreden. De wet wil voor kinderen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven een veilige, stimulerende
omgeving creëren. In deze omgeving moeten taalachterstanden via voor- en vroegschooolse educatie e ectief
aangepakt worden. Voortaan hebben gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid gekregen om met een goed
VVE-aanbod te komen. Binnen verschillende gemeenten begeleiden adviseurs van OSG de invoering van de OKE-wet.
De OKE-wet zegt dat gemeenten voortaan moeten zor- Je kunt het ook doorvertalen in een subsidiesystematiek
gen voor voldoende VVE-peuterplaatsen en dat ze erop voor peuterspeelzaalwerk en VVE die vergelijkbaar is met
moeten letten dat deze plaatsen worden bezet door peu- de kinderopvang.’
ters uit de doelgroep. Lotte Bakker, die als adviseur van
OSG voor de gemeente Emmen werkt, benadrukt hier de Toezicht op resultaten
gelijke kansen voor alle kinderen. Ze voegt eraan toe: ‘De Nieuw in de OKE-wet is dat de overheid voortaan inzicht
OKE-wet geeft via de lokaal educatieve agenda handen wil hebben in de resultaten van de VVE programma’s.
en voeten aan de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn Het is niet altijd eenvoudig om dit meetbaar en inzichte-
tussen voor- en vroegschoolse voorzieningen.’ lijk te maken. Het basisonderwijs is intussen bekend met
opbrengstgericht werken. Het meten en registreren van
Kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen de ontwikkeling van peuters staat bij veel organisaties in
De OKE-wet zegt dat de gemeenten afspraken moeten de kinderopvang nog in de kinderschoenen. Lotte Bakker
maken met kinderopvang, peuterspeelzalen en basis- van OSG zegt erover: ‘Als je groepsleiding vraagt naar het
onderwijs over bijvoorbeeld de de nitie van ‘doelgroep- meten van de resultaten van de ontwikkeling van kinde-
kinderen’ en de resultaten van VVE. De gemeente krijgt ren, is een veelvoorkomende reactie: Dat kun je niet me-
van de wet een coördinerende rol in de afstemming en ten, maar dat zie je of dat weet je!’
doorgaande lijn van de VVE-programma’s. GGD en On-
derwijsinspectie houden toezicht op de uitvoering van Kwaliteit in Beweging Junior
de wet. De OKE-wet zorgt er onder andere voor dat de OSG helpt met de kwaliteitsmethode Kwaliteit in Bewe-
kwaliteitseisen die tot dan toe. Voor de kinderopvang ging Junior de kinderopvang om hun ervaringen te verta-
golden, sinds 1 augustus jl. ook van toepassing zijn voor len naar meetbare resultaten. De methode geeft groeps-
peuterspeelzalen. Wim de Jong van OSG, die de ge- leiding en management inzicht in de opbrengsten en de
meente Heerenveen adviseert, juicht die extra aandacht kwaliteit. Aan de hand van deze analyses levert Kwaliteit
voor de kwaliteit toe: ‘De OKE-wet geeft richting aan de in Beweging Junior jaarlijks een aantal speerpunten in
scholing en begeleiding van VVE-professionals. De kwa- een jaarplan op waarin staat hoe de pedagogische resul-
liteit van de uitvoering staat voortaan duidelijk voorop.’ taten behaald moeten worden. Het plan gaat in op as-
De nieuwe wet stelt onder andere eisen aan de kennis en pecten als het primaire proces, strategie en beleid, leider-
vaardigheden van de groepsleiding, de doorgaande lijn schap, personeel, middelen en processen, inclusief een
met het basisonderwijs, de leidster-kind ratio, contact nancieringsprogramma en meerjarenbegroting.
met ouders, de interne kwaliteitszorg van de organisatie
en de registratie van basisgegevens. OSG denkt met Kwaliteit in Beweging Junior een transpa-
rant sturingsinstrument te kunnen aanbieden dat op alle
Eén van de adviseurs van OSG, werkzaam voor de gemeen- niveaus binnen een organisatie functioneert en dat zorgt
te Groningen, ziet grote voordelen in het gelijktrekken van voor samenhang en eenduidigheid.
peuterspeelzalen en kinderopvang. ‘Je kunt nu heel ge-
richt werken aan meer samenwerking en integratie.
16 OSG NIEUWS · JUNI 2011
2. STAPPENPLAN INVOERING KWALITEIT IN BEWEGING JUNIOR De sterke punten van kwaliteit in beweging junior
• Stap 1: • Een eigen kwaliteitskader voor VVE-programma’s.
Vaststellen eigen kwaliteitskader. • Een professionele en resultaatgerichte cultuur binnen
Wat willen we dat kinderen kunnen en kennen wanneer ze naar de de organisatie.
basisschool gaan? Wat zijn onze eigen normen voor kwaliteit en • Een gedeeld pedagogisch klimaat (zoals een uitnodi-
waaraan kunnen we dat zien? gende inrichting van groepsruimten en eenduidigheid
• Stap 2: in gedragsregels).
Vaststellen verplicht kwaliteitskader. • Teambuilding door middel van een professionele dia-
Welke kwaliteit MOETEN we leveren? Deze aspecten zijn aanvullend loog.
of overlappend op onze eigen normen. Welk bewijsmateriaal heb- • Leiderschapsontwikkeling.
ben we hiervoor? • Breed inzicht in de ontwikkeling van kinderen.
• Stap 3: • Een samenhangende planning met overzichtelijke jaar-
Vaststellen gewenste en verplichte kwaliteit. plannen op locatie- en organisatieniveau.
Wat zeggen ons de data? Welke conclusies kunnen we eruit trekken? • Een krachtig sturingsinstrument voor strategie, beleid
• Stap 4: en uitvoering, afgestemd met de middelen.
Vaststellen doelen op basis van analyse. • VVE-resultaten die ‘inspectieproof’ zijn.
Zijn de doelen ‘inspectieproof’? Passen ze binnen ons eigen kwali-
teitskader? Aan het eind van deze stap weten we waar we nu staan
en waar we naartoe willen. Dit artikel is te vinden in de Special Advies Noord-
• Stap 5: Nederland. Met deze Special informeert OSG u over
Vaststellen acties om doelen te bereiken. innovatieve projecten voor onderwijs, opvang en leef-
Hoe komen we daar? Hoe gaan we dit organiseren en nancieren? baarheid in Noord-Nederland. Benieuwd naar de andere
Waar liggen de verbeterpunten? artikelen in deze Special? Ga dan nu naar www.osg.nl of
www.osgadvies.nl.
OSG NIEUWS JUNI 2011 17