Analoog of digitaal?
Kanalenstrategie!
Eric Goubin
1.
Kortom op onderzoek
Situering
• Studieopdracht & boek Kortom: “Analoog of digitaal?
Inclusief communiceren in de internetsamenleving.
• Verregaande digitalisering van economie, samenleving
en overheid
• Niet-digitalen vormen een uitstervend ras (?)
• Overheden digitaliseren & besparen op papier
• Ondertussen al ruim 20 jaar digitale inclusie initiatieven:
nood aan update
Digitaliseringsdrang of besparingsdrang?
• Digitaal is het nieuwe normaal
• Radicaal digitaal
• Print is dead
• Digital first
• Digital by default
• Want:
• Bijna iedereen heeft internet
• Drukwerk is duur
• Drukwerk is weinig milieuvriendelijk
• Digitaal is het
nieuwe normaal!
• Radicaal digitaal!
• Print is dead!
• Digital first!
• Digital by default!
Evolutie in kanaal- en contentstrategie - 1
(geïnspireerd op Atie de Heer, « content organizing in de praktijk »)
• Eilandenfase:
• elke dienst op zich, met eigen kanalen, vaak amateuristische aanpak
• Silofase:
• elk kanaal apart en met eigen filosofie; inbreng mogelijk vanuit verschillende diensten
• Concentratiefase:
• verschillende kanalen naast & met elkaar, geconcentreerd en beheerd vanuit één
(communicatie)dienst, met nadruk op informatie en werving (verkoop)
• Geïntegreerde netwerkfase:
• geïntegreerde contentontwikkeling, de hele organisatie doet mee, met ruimte voor
wisselwerking met doelgroepen, kanalen in een logische samenhang, elkaar
versterkend en ondersteunend (crossmediaal), niet allen info & werving, ook ruimte
voor communitybuilding en verbinding
Evolutie in kanaal- en contentstrategie - 2
• Broadcasting
• Narrowcasting
• Pointcasting / one to one
2.
Mythologie van het kloofdenken
Mythe of realiteit?
• “Het overgrote deel van de bevolking heeft internet thuis.
Dus kunnen we die als overheid ook bereiken met internet.”
• “Kansarmen en allochtonen maken weinig of geen gebruik
van internet.”
• “Wie zich in de digitale kloof bevindt, kunnen we best helpen
met gedrukte info.”
• “Sociale media zijn goed om de jeugd te bereiken.”
• “Digitaal is altijd goedkoper dan gedrukt.”
• “We moeten kiezen voor “radicaal digitaal”, anders hinken we
achterop en missen we de toekomst.”
10
Wie zit in de digitale kloof?
(referentiebron: FOD Economie Barometer Informatiemaatschappij 2015)
• 1e graad:
• De niet-gebruikers van internet
• => 10 à 20% van de bevolking (83% heeft internet thuis)
• 2e graad:
• De internetgebruikers die technisch weinig internetvaardig zijn
• => 37% van de bevolking
• 3e graad:
• De internetgebruikers met onvoldoende infovaardigheden om
digitale middelen nuttig en doelgericht te gebruiken
• => …% van de bevolking
• 45% van de Belgen gebruikt nog geen internet voor
contact met overheid. Redenen:
• Onvoldoende internetvaardig
• Weinig of geen zicht op beschikbare online overheidsinfo
• Gebrek aan vertrouwen in kanaal
• Voorkeur voor kanaal waar men meer mee vertrouwd is
• 49% van de Belgen gebruikte nog nooit een eID-
kaartlezer; 62% heeft er geen.
• 21% van de Belgen vindt zich onvoldoende digitaal
vaardig bij het invullen van online (overheids)formulieren.
Verschillende burgers,
verschillende profielen mediagebruik
Tijdschriften
15
• 1. Dag Allemaal 382.206 CIM
• 2. VAB Magazine 300.404 CIM
• 3. Kerk&Leven* 280.085 CIM
• 4. De Bond (Gezinsbond) 276.483 CIM
• 5. Touring Explorer (nl) 187.211 CIM
• 6. OKRA Magazine 162.574 CIM
• 7. Story 157.334 CIM
• 8. Humo 153.210 CIM
• 9. Nest (fr+nl) 149.017 CIM
• 10. Teveblad 144.164 CIM
De oplagetop tien, volgens CIM-gecontroleerde oplages
(voorjaar 2014)
Bron: MedianetwerkPlus / Memori (2014)
16
• 1. Visie (Beweging.net/CM/ACV) 1.300.000 UPP
• 2. Klasse voor Ouders (Vl. overheid) 700.000 UPP
• 3. S-Magazine (Social. Mutualiteit) 503.700 UPP
• 4. Dag Allemaal 382.206 CIM
• 5. Ons Recht (LBC-NVK) 320.000 info uitgever
• 6. VAB Magazine 300.404 CIM
• 7. De Nieuwe Werker (ABVV) 300.000 PUB/info uitgever
• 8. Kerk&Leven 280.085 CIM
• 9. De Bond (Gezinsbond) 276.483 CIM
• 10. Profiel (Onafhankel.Ziekenfondsen) 253.000 UPP
De oplagetop tien,
volgens publiek toegankelijke bronnen
(CIM, PUB, UPP, voorjaar 2014) (foutmarge 10 à 20%)
Bron: MedianetwerkPlus / Memori (2014)
• Een Vlaams gezin krijgt maandelijks 6 tot 18 niet-
commerciële (“gratis”) bladen in de bus
(MedianetwerkPlus/Memori, 2014)
• De niet-commerciële pers neemt 58% van het
tijdschriftenlandschap beslag (bpost, 2012)
• Gemiddeld 10 à 25% niet-lezers ; gemiddeld 75 à 90%
lezers (MedianetwerkPlus/Memori, 2014)
• Bijna alle Vlaamse gemeenten hebben een
gemeentelijk informatieblad
• Stelselmatig gelezen in gemiddeld 3 op 4 gezinnen (Memori –
Thomas More, 2000-2013)
Evolutie in informatiegedrag
• De burgers worden niet alleen digitaler maar ook omni-
medialer
• Afhankelijk van onderwerp hebben burgers andere
voorkeurkanalen
• Ondertussen: overheden worden multimedialer
• 1997: maximum 14 communicatiekanalen per gemeente
• 2013: maximum 28 communicatiekanalen per gemeente
(Groot Gemeentelijk Communicatieonderzoek, Thomas More)
3.
Burgers en hun voorkeurkanalen
van en met de overheid
Kanalenvoorkeur hangt af van:
• Socio-economische achtergrond:
• Aandachtspunt van informatiegeletterdheid & mediawijsheid
• Mensen in armoede: mondelinge communicatie centraal
• Leeftijd
• Onderwerp van de communicatie
1.00
1.50
2.00
2.50
3.00
3.50
4.00
Gemeente Bornem: kennis en gebruik van informatiekanalen x leeftijd
gem.score van 1 (ken ik niet) tot 4 (gebruik ik regelmatig)
25 jaar of jonger 26 tot 45 jaar 46 tot 65 jaar ouder dan 65 jaar
Bron: Gemeente Bornem / Thomas More – Memori (2012)
Bron: De Ambrassade / Hogeschool Gent (2013)
Voorkeurkanalen – informatieve contacten
26%
14%
60%
43%
71%
27%
21%
6%
16%15% 16% 17%
63%
47% 46%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
praktische info diensten op de hoogte blijven van
vrijetijdsactiviteiten
info premies
ter plaatse, bij de dienst zelf
via folders
telefonisch
per mail
via de website
Digitale dienstverlening 2010
© Memori
Bron: Intercommunale Leiedal / Thomas More – Memori (2010)
Voorkeurkanalen – administratieve
contacten
31%
47%
75%
34%
6% 5%
2%
10%
56%
32%
8%
11%
36%
38%
20%
36%
25%
31%
21% 25%
36%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
melden van defect inschrijven voor activteit aanvragen attest mening over project
ter plaatse, bij de dienst zelf
per brief
telefonisch
per mail
via de website
op een bewonersvergadering
Digitale dienstverlening 2010
© Memori
Bron: Intercommunale Leiedal / Thomas More – Memori (2010)
Syntheseoverzicht
kanaalvoorkeuren
Dus…
• Er zijn geen standaardkanalen om mensen te bereiken:
noch het brede publiek noch het individu
• Kanaalvoorkeur is sterk afhankelijk van het onderwerp
van de communicatie
• Zelfs digitaal vaardige burgers willen niet alles digitaal
• In de communicatie van overheid naar burger:
voorkeurmix van digitale & papieren kanalen
• In de communicatie van burger naar overheid:
voorkeurmix van vnl. mondelinge en digitale kanalen
4. Communicatiekanalen kiezen
i.f.v. communicatiedoelen
29
• 1. Aandacht trekken
• 2. Informeren / kennis verhogen
• 3. Overtuigen en werven
• 4. Ondersteunen
• 5. Onderhouden
• 6. Engageren, wisselwerken, verbinden
Communicatiedoelen: waarom communiceren?
Wat willen we bereiken met communicatie?
=> Zes clusters mogelijke doelen:
• 1. aandacht trekken
• top of mind zijn
• stijgende bekendheid van beleid, diensten, activiteiten, ideeën...
• 2. Informeren / kennis verhogen
• alle info is beschikbaar voor wie er om vraagt
• alle info is vindbaar voor wie er naar zoekt
• de doelgroepen zijn actief geïnformeerd
• de informatie is kwaliteitsvol (tijdig, correct, bevattelijk, …)
• 3. Overtuigen en werven
• besef beïnvloeden (awareness)
• houding beïnvloeden (attitude)
• gedrag beïnvloeden (behavior)
• een beoogd imago nastreven (imagebuilding, branding,
reputatiemanagement…)
• voldoende deelnemers aan activiteiten / cliënten voor diensten /
aanhangers van een idee(ëngoed) genereren
30
• 4. Ondersteunen
• regelmatig opnieuw aandacht trekken (reminders)
• beschikbaarheid voorzien van info voor wie méér, méér gedetailleerde,
méér info op maat wenst
• bekend en/of top of mind houden van de communicatiekanalen
(communicatie over de communicatie)
• 5. Onderhouden
• je publiek op duurzame wijze blijven bereiken: regelmaat in de
communicatie
• 6. Engageren, wisselwerken, verbinden
• interactie van / wisselwerking met de doelgroep bekomen
• positieve omgang met personen met vragen, kritieken, klachten,
suggesties…
• betrokkenheid genereren
• engageren
31
32
 Elk communicatiemedium heeft een specifiek
“communicatievermogen”: vermogen om aandacht te trekken,
te informeren, te overtuigen, te ondersteunen, publiek te
behouden, positief om te gaan met interactie en engagement.
 Voor elk type communicatiedoel zijn verschillende
communicatiekanalen meer/minder geschikt
 Dit is geen exacte wetenschap: veel hangt ook af van
doelgroep, omgeving, te communiceren inhoud/boodschap, …
=> samenspel van inzicht, expertise, inlevingsvermogen en
creativiteit
 Aandacht is wenselijk voor de synergie tussen de verschillende
communicatiekanalen: crossmediale aanpak
33
Doel 1: aandacht trekken, vooral via:
• (landelijke, regionale en/of lokale) pers: printmedia (dagbladen,
periodieken, huis-aan-huis, gemeentelijk infoblad), audiovisuele
media, digitale media
• affiches op geschikte locaties
• folder of pamflet (= flyer)
• persoonlijke brief / direct mail
• mondelinge media (aanspreken, telefoneren, …)
• stand op een beurs, evenement, …
• sms-bericht
• e-mail en e-zine
• sociale media
37
Doel 2: informeren, vooral via:
• website
• Informatieblad/tijdschrift
• folder / brochure
• direct mail
• mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn,
vergadering, stand…)
• e-zine
• pers (+/-)
41
Doel 3: overtuigen, vooral via:
• mondelinge communicatie (incl. via intermediairs)
• TV-redactioneel / filmpjes (incl. YouTube)
• (sociale media => vnl overtuigend i.f.v. “instant”
impulsgedrag ; weinig duurzaam)
42
43
45
46
Doel 4: ondersteunen, vooral via:
• website
• brochure / folder
• sociale media
• mondelinge communicatie
47
49
Doel 5: je publiek behouden/
onderhouden, vooral via:
• mondelinge communicatie
• tijdschrift
• (nieuws)brief
• e-zine
• sociale media
53
Doel 6: Engageren, wisselwerken, verbinden,
vooral via:
• mondelinge communicatie
• sociale media
• gevorderde interactieve website
• enquêtevormen
55
59
http://www.politeia.be//nl-be/book/analoog-of-digitaal-inclusief-communiceren-in-de-internetsamenleving/ANALOO604P.htm
60
Bedankt voor uw aandacht!
Volg ons op:
www.kortom.be & www.memori.be
Eric@Kortom.be
Alsook op Twitter (@EricGoubin), Linkedin…

Kanaalstrategie goubin ui tforum2015

  • 2.
  • 3.
  • 4.
    Situering • Studieopdracht &boek Kortom: “Analoog of digitaal? Inclusief communiceren in de internetsamenleving. • Verregaande digitalisering van economie, samenleving en overheid • Niet-digitalen vormen een uitstervend ras (?) • Overheden digitaliseren & besparen op papier • Ondertussen al ruim 20 jaar digitale inclusie initiatieven: nood aan update
  • 5.
    Digitaliseringsdrang of besparingsdrang? •Digitaal is het nieuwe normaal • Radicaal digitaal • Print is dead • Digital first • Digital by default • Want: • Bijna iedereen heeft internet • Drukwerk is duur • Drukwerk is weinig milieuvriendelijk
  • 6.
    • Digitaal ishet nieuwe normaal! • Radicaal digitaal! • Print is dead! • Digital first! • Digital by default!
  • 7.
    Evolutie in kanaal-en contentstrategie - 1 (geïnspireerd op Atie de Heer, « content organizing in de praktijk ») • Eilandenfase: • elke dienst op zich, met eigen kanalen, vaak amateuristische aanpak • Silofase: • elk kanaal apart en met eigen filosofie; inbreng mogelijk vanuit verschillende diensten • Concentratiefase: • verschillende kanalen naast & met elkaar, geconcentreerd en beheerd vanuit één (communicatie)dienst, met nadruk op informatie en werving (verkoop) • Geïntegreerde netwerkfase: • geïntegreerde contentontwikkeling, de hele organisatie doet mee, met ruimte voor wisselwerking met doelgroepen, kanalen in een logische samenhang, elkaar versterkend en ondersteunend (crossmediaal), niet allen info & werving, ook ruimte voor communitybuilding en verbinding
  • 8.
    Evolutie in kanaal-en contentstrategie - 2 • Broadcasting • Narrowcasting • Pointcasting / one to one
  • 9.
  • 10.
    Mythe of realiteit? •“Het overgrote deel van de bevolking heeft internet thuis. Dus kunnen we die als overheid ook bereiken met internet.” • “Kansarmen en allochtonen maken weinig of geen gebruik van internet.” • “Wie zich in de digitale kloof bevindt, kunnen we best helpen met gedrukte info.” • “Sociale media zijn goed om de jeugd te bereiken.” • “Digitaal is altijd goedkoper dan gedrukt.” • “We moeten kiezen voor “radicaal digitaal”, anders hinken we achterop en missen we de toekomst.” 10
  • 11.
    Wie zit inde digitale kloof? (referentiebron: FOD Economie Barometer Informatiemaatschappij 2015) • 1e graad: • De niet-gebruikers van internet • => 10 à 20% van de bevolking (83% heeft internet thuis) • 2e graad: • De internetgebruikers die technisch weinig internetvaardig zijn • => 37% van de bevolking • 3e graad: • De internetgebruikers met onvoldoende infovaardigheden om digitale middelen nuttig en doelgericht te gebruiken • => …% van de bevolking
  • 12.
    • 45% vande Belgen gebruikt nog geen internet voor contact met overheid. Redenen: • Onvoldoende internetvaardig • Weinig of geen zicht op beschikbare online overheidsinfo • Gebrek aan vertrouwen in kanaal • Voorkeur voor kanaal waar men meer mee vertrouwd is • 49% van de Belgen gebruikte nog nooit een eID- kaartlezer; 62% heeft er geen. • 21% van de Belgen vindt zich onvoldoende digitaal vaardig bij het invullen van online (overheids)formulieren.
  • 13.
  • 14.
  • 15.
    15 • 1. DagAllemaal 382.206 CIM • 2. VAB Magazine 300.404 CIM • 3. Kerk&Leven* 280.085 CIM • 4. De Bond (Gezinsbond) 276.483 CIM • 5. Touring Explorer (nl) 187.211 CIM • 6. OKRA Magazine 162.574 CIM • 7. Story 157.334 CIM • 8. Humo 153.210 CIM • 9. Nest (fr+nl) 149.017 CIM • 10. Teveblad 144.164 CIM De oplagetop tien, volgens CIM-gecontroleerde oplages (voorjaar 2014) Bron: MedianetwerkPlus / Memori (2014)
  • 16.
    16 • 1. Visie(Beweging.net/CM/ACV) 1.300.000 UPP • 2. Klasse voor Ouders (Vl. overheid) 700.000 UPP • 3. S-Magazine (Social. Mutualiteit) 503.700 UPP • 4. Dag Allemaal 382.206 CIM • 5. Ons Recht (LBC-NVK) 320.000 info uitgever • 6. VAB Magazine 300.404 CIM • 7. De Nieuwe Werker (ABVV) 300.000 PUB/info uitgever • 8. Kerk&Leven 280.085 CIM • 9. De Bond (Gezinsbond) 276.483 CIM • 10. Profiel (Onafhankel.Ziekenfondsen) 253.000 UPP De oplagetop tien, volgens publiek toegankelijke bronnen (CIM, PUB, UPP, voorjaar 2014) (foutmarge 10 à 20%) Bron: MedianetwerkPlus / Memori (2014)
  • 17.
    • Een Vlaamsgezin krijgt maandelijks 6 tot 18 niet- commerciële (“gratis”) bladen in de bus (MedianetwerkPlus/Memori, 2014) • De niet-commerciële pers neemt 58% van het tijdschriftenlandschap beslag (bpost, 2012) • Gemiddeld 10 à 25% niet-lezers ; gemiddeld 75 à 90% lezers (MedianetwerkPlus/Memori, 2014) • Bijna alle Vlaamse gemeenten hebben een gemeentelijk informatieblad • Stelselmatig gelezen in gemiddeld 3 op 4 gezinnen (Memori – Thomas More, 2000-2013)
  • 18.
    Evolutie in informatiegedrag •De burgers worden niet alleen digitaler maar ook omni- medialer • Afhankelijk van onderwerp hebben burgers andere voorkeurkanalen • Ondertussen: overheden worden multimedialer • 1997: maximum 14 communicatiekanalen per gemeente • 2013: maximum 28 communicatiekanalen per gemeente (Groot Gemeentelijk Communicatieonderzoek, Thomas More)
  • 19.
    3. Burgers en hunvoorkeurkanalen van en met de overheid
  • 20.
    Kanalenvoorkeur hangt afvan: • Socio-economische achtergrond: • Aandachtspunt van informatiegeletterdheid & mediawijsheid • Mensen in armoede: mondelinge communicatie centraal • Leeftijd • Onderwerp van de communicatie
  • 21.
    1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50 4.00 Gemeente Bornem: kennisen gebruik van informatiekanalen x leeftijd gem.score van 1 (ken ik niet) tot 4 (gebruik ik regelmatig) 25 jaar of jonger 26 tot 45 jaar 46 tot 65 jaar ouder dan 65 jaar Bron: Gemeente Bornem / Thomas More – Memori (2012)
  • 22.
    Bron: De Ambrassade/ Hogeschool Gent (2013)
  • 23.
    Voorkeurkanalen – informatievecontacten 26% 14% 60% 43% 71% 27% 21% 6% 16%15% 16% 17% 63% 47% 46% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% praktische info diensten op de hoogte blijven van vrijetijdsactiviteiten info premies ter plaatse, bij de dienst zelf via folders telefonisch per mail via de website Digitale dienstverlening 2010 © Memori Bron: Intercommunale Leiedal / Thomas More – Memori (2010)
  • 24.
    Voorkeurkanalen – administratieve contacten 31% 47% 75% 34% 6%5% 2% 10% 56% 32% 8% 11% 36% 38% 20% 36% 25% 31% 21% 25% 36% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% melden van defect inschrijven voor activteit aanvragen attest mening over project ter plaatse, bij de dienst zelf per brief telefonisch per mail via de website op een bewonersvergadering Digitale dienstverlening 2010 © Memori Bron: Intercommunale Leiedal / Thomas More – Memori (2010)
  • 25.
  • 27.
    Dus… • Er zijngeen standaardkanalen om mensen te bereiken: noch het brede publiek noch het individu • Kanaalvoorkeur is sterk afhankelijk van het onderwerp van de communicatie • Zelfs digitaal vaardige burgers willen niet alles digitaal • In de communicatie van overheid naar burger: voorkeurmix van digitale & papieren kanalen • In de communicatie van burger naar overheid: voorkeurmix van vnl. mondelinge en digitale kanalen
  • 28.
  • 29.
    29 • 1. Aandachttrekken • 2. Informeren / kennis verhogen • 3. Overtuigen en werven • 4. Ondersteunen • 5. Onderhouden • 6. Engageren, wisselwerken, verbinden Communicatiedoelen: waarom communiceren? Wat willen we bereiken met communicatie? => Zes clusters mogelijke doelen:
  • 30.
    • 1. aandachttrekken • top of mind zijn • stijgende bekendheid van beleid, diensten, activiteiten, ideeën... • 2. Informeren / kennis verhogen • alle info is beschikbaar voor wie er om vraagt • alle info is vindbaar voor wie er naar zoekt • de doelgroepen zijn actief geïnformeerd • de informatie is kwaliteitsvol (tijdig, correct, bevattelijk, …) • 3. Overtuigen en werven • besef beïnvloeden (awareness) • houding beïnvloeden (attitude) • gedrag beïnvloeden (behavior) • een beoogd imago nastreven (imagebuilding, branding, reputatiemanagement…) • voldoende deelnemers aan activiteiten / cliënten voor diensten / aanhangers van een idee(ëngoed) genereren 30
  • 31.
    • 4. Ondersteunen •regelmatig opnieuw aandacht trekken (reminders) • beschikbaarheid voorzien van info voor wie méér, méér gedetailleerde, méér info op maat wenst • bekend en/of top of mind houden van de communicatiekanalen (communicatie over de communicatie) • 5. Onderhouden • je publiek op duurzame wijze blijven bereiken: regelmaat in de communicatie • 6. Engageren, wisselwerken, verbinden • interactie van / wisselwerking met de doelgroep bekomen • positieve omgang met personen met vragen, kritieken, klachten, suggesties… • betrokkenheid genereren • engageren 31
  • 32.
    32  Elk communicatiemediumheeft een specifiek “communicatievermogen”: vermogen om aandacht te trekken, te informeren, te overtuigen, te ondersteunen, publiek te behouden, positief om te gaan met interactie en engagement.  Voor elk type communicatiedoel zijn verschillende communicatiekanalen meer/minder geschikt  Dit is geen exacte wetenschap: veel hangt ook af van doelgroep, omgeving, te communiceren inhoud/boodschap, … => samenspel van inzicht, expertise, inlevingsvermogen en creativiteit  Aandacht is wenselijk voor de synergie tussen de verschillende communicatiekanalen: crossmediale aanpak
  • 33.
    33 Doel 1: aandachttrekken, vooral via: • (landelijke, regionale en/of lokale) pers: printmedia (dagbladen, periodieken, huis-aan-huis, gemeentelijk infoblad), audiovisuele media, digitale media • affiches op geschikte locaties • folder of pamflet (= flyer) • persoonlijke brief / direct mail • mondelinge media (aanspreken, telefoneren, …) • stand op een beurs, evenement, … • sms-bericht • e-mail en e-zine • sociale media
  • 37.
    37 Doel 2: informeren,vooral via: • website • Informatieblad/tijdschrift • folder / brochure • direct mail • mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn, vergadering, stand…) • e-zine • pers (+/-)
  • 41.
    41 Doel 3: overtuigen,vooral via: • mondelinge communicatie (incl. via intermediairs) • TV-redactioneel / filmpjes (incl. YouTube) • (sociale media => vnl overtuigend i.f.v. “instant” impulsgedrag ; weinig duurzaam)
  • 42.
  • 43.
  • 45.
  • 46.
    46 Doel 4: ondersteunen,vooral via: • website • brochure / folder • sociale media • mondelinge communicatie
  • 47.
  • 49.
    49 Doel 5: jepubliek behouden/ onderhouden, vooral via: • mondelinge communicatie • tijdschrift • (nieuws)brief • e-zine • sociale media
  • 53.
    53 Doel 6: Engageren,wisselwerken, verbinden, vooral via: • mondelinge communicatie • sociale media • gevorderde interactieve website • enquêtevormen
  • 55.
  • 59.
  • 60.
    60 Bedankt voor uwaandacht! Volg ons op: www.kortom.be & www.memori.be Eric@Kortom.be Alsook op Twitter (@EricGoubin), Linkedin…