SlideShare a Scribd company logo
Hoofdstuk 2
De zuur-base evenwichten
1 BLT Analytische chemie 1
1 BLT Analytische chemie 2
2.1 Zuren en basen
Johannes Nicolaus Brønsted
(1897-1947)
Thomas Martin Lowry
(1874-1936)
Brønsted-Lowry-theorie
Zuur = protondonor
Base = protonacceptor
Een stof kan zich enkel gedragen als een zuur wanneer er een protonacceptor (of base) aanwezig is en
omgekeerd kan een stof zich enkel gedragen als een base wanneer er een protondonor (of zuur) aanwezig is.
1 BLT Analytische chemie 3
2.1 Zuren en basen
2.1.1 Geconjugeerde zuren en basen
Voorbeeld
base1 zuur2 zuur1 base2
base1 zuur2 zuur1 base2
1 BLT Analytische chemie 4
2.1 Zuren en basen
2.1.2 De zuurgraad van een waterige oplossing
Søren Peter Lauritz Sørensen
1868-1939
Zuiver water en neutrale oplossingen: pH = 7.
Zure oplossingen: pH < 7
Basische oplossingen: pH > 7.
1 BLT Analytische chemie 5
Søren Peter Lauritz Sørensen, “Über die Messung und die Bedeutungder Wasserstoff Ionen Konzentration bei Enzymatischen Prozessen”, Biochemische Zeitschrift 21,
pp. 131–200 (1909).
1 BLT Analytische chemie 6
2.1 Zuren en basen
2.1.3 Amfoteren
Opgeloste stoffen die zowel zure als basische eigenschappen vertonen
zuur1 base2 base1 zuur2
Voorbeeld
Opmerking
Aminozuren behoren tot de amfoteren.
glycine zwitterion
Glycine ondergaat bijvoorbeeld een soort van zuur-base reactie wanneer het wordt opgelost in water!
base1 zuur2 zuur1 base2
1 BLT Analytische chemie 7
C
O
CH
NH2 H
O
-
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
0 2 4 6 8 10 12 14
pH
a
C
O
CH
NH3
+
H
O
-
C
O
CH
NH3
+
H
OH
Illustratie zuurbase karakter van glycine
1 BLT Analytische chemie 8
2.1 Zuren en basen
2.1.4 De autoprotolyse van water
Concentratie van water t.o.v. H+ en OH– ionen is gigantisch in verdunde oplossingen en is bijgevolg quasi constant!
Ionenproduct van water
base1 zuur2 zuur1 base2
1 BLT Analytische chemie 9
2.1 Zuren en basen
2.1.5 De sterkte van zuren en basen
1 BLT Analytische chemie 10
2.1 Zuren en basen
2.1.6 Zuurconstanten en baseconstanten
Voorbeeld
Zwak zuur
Zuur dissociatieconstante
of zuurconstante!
Zwakke base
Base dissociatieconstante
of baseconstante!
Merk op!
[H2O] zit in de evenwichtsconstanten Kz en Kb!
Zwakke monobasen
Voorbeeld
1 BLT Analytische chemie 11
2.1 Zuren en basen
2.1.7 Zuurconstanten en baseconstanten
Zwakke base
Voorbeeld
Zwak zuur
1 BLT Analytische chemie 12
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.1 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van sterke zuren & sterke basen
Algemeen
Sterke zuren
Kwantitatieve (quasi volledige) dissociatie
Voorbeeld 2.1
Voor reactie:
Tijdens reactie:
Na reactie:
 

Wat is de pH van een 0,0200 M HClO4 oplossing?
Voor reactie 0,0200 M
Tijdens reactie – 0,0200 M + 0,0200 M + 0,0200 M
Na reactie / 0,0200 M 0,0200 M
1 BLT Analytische chemie 13
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.1 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van sterke zuren & sterke basen
Voorbeeld
Sterke basen
Kwantitatieve (quasi volledige) dissociatie
Voor reactie:
Tijdens reactie:
Na reactie:
 

Wat is de pH van een 0,1 M NaOH oplossing?
1 BLT Analytische chemie 14
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
Zwakke zuren
Zwak zuur
Ionenproduct van water
De oxoniumionen komende van de eerste evenwichtsreactie overstijgen de dissociatie van water
Ladingsbalans
Massabalans
De som van de molaire concentraties van het zwakke zuur en de geconjugeerde base is gelijk aan de analytische concentratie van het zuur cHA
Elektrische neutraliteit betekent dat [+] = [–]
Eerste benadering
1 BLT Analytische chemie 15
De positieve oplossing van bovenstaande kwadratische vergelijking is
Tweede benadering
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
Zwakke zuren
2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
1 BLT Analytische chemie 16
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
Zwakke zuren
Voorbeeld 2.1
Bereken de pH van een 0,1 M CH3COOH oplossing.
Voor reactie 0,1 M
Tijdens reactie – x + x + x
Na reactie 0,1 M – x x x
Herschikken
Kwadratische vergelijking
Positieve wortel
2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
1 BLT Analytische chemie 17
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
Zwakke basen
Ionenproduct van water
Zwakke base
Ladingsbalans Elektrische neutraliteit betekent dat [+] = [–]
Eerste benadering
De hydroxide-ionen komende van de eerste evenwichtsreactie overstijgen de dissociatie van water
Massabalans
De som van de molaire concentraties van de zwakke base en het geconjugeerd zwak zuur is gelijk aan de analytische concentratie van de zwakke base Cb
2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
1 BLT Analytische chemie 18
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
Zwakke basen
Tweede benadering
2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
1 BLT Analytische chemie 19
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen
Algemeen
Buffers van zwakke zuren/geconjugeerde base
Verwaarlozen
Massabalans
Benadering
1 BLT Analytische chemie 20
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen
Buffers van zwakke zuren/geconjugeerde base
De Henderson-Hasselbach vergelijking
Buffers van zwakke basen/geconjugeerde zuren
Quasi volledig analoog als de voorgaande uitwerking. Men zal meestal trachten om de vergelijkingen te vereenvoudigen zodanig dat de
voorgaande vereenvoudigde formule om de pH te berekenen kan gebruikt worden.
1 BLT Analytische chemie 21
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen
Voorbeeld 2.3
Een buffer wordt bereid door 100 ml 0,05 M CH3COONa en 100 ml 0,01 M CH3COOH te mengen. Bereken de pH van deze buffer.
100 ml CH3COO– 0,05 M
100 ml CH3COOH 0,01 M
= 5,00 mmol CH3COO– = zwakke base (zb)
= 1,00 mmol CH3COOH = zwak zuur (zz)
Vtot = 200 ml
Voor reactie 1/200 M 5/200 M
Tijdens reactie – x + x + x
Na reactie 1/200 M – x x 5/200 + x
Met verwaarlozen
1 BLT Analytische chemie 22
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen
We bespreken de veelgebruikte buffer met de naam ‘tris’ en gebruik makend van de Henderson-Hasselbach vergelijking
Voorbeeld 2.4
Bepaal de pH van een 1,00 L waterige oplossing die 12,43 g tris (MB= 121,14 g/mol) en 4,67 g tris hydrochloride (MBH+Cl– = 157,60 g/mol) bevat.
Invullen in de Henderson-Hasselbach vergelijking
1 BLT Analytische chemie 23
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen
Invloed van de verdunning
Volume van de oplossing is irrelevant is om de pH te vinden van de tris-buffer.
De pH van een buffer is quasi onafhankelijk is van verdunningen.
1 BLT Analytische chemie 24
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen
Invloed van het toevoegen van sterke zuren of sterke basen
Voorbeeld 2.5
We voegen 12,0 ml van een 1,00 M HCl-oplossing toe aan de 1,00 l tris-buffer met een pH 8,61 uit Voorbeeld 2.4. Wat is de nieuwe pH?
BH+ 0,0296 M
B (tris) 0,1026 M
12,0 ml HCl 1,00 M
= 29,6 mmol BH+ = zwak zuur (zz)
= 102,6 mmol B = zwakke base (zb)
= 12,0 mmol HCl = sterk zuur (sz)
Vtot = 1012 ml
1000 ml
Reactie
Voor reactie 102,6 mmol
Tijdens reactie
Na reactie
12,0 mmol
–12,0 mmol –12,0 mmol
/
+12,0 mmol
41,6 mmol
29,6 mmol
90,6 mmol
41,6/1012 M90,6/1012 M
Met behulp van de bufferformule (of de Henderson-Hasselbach vergelijking)
Heel belangrijke eigenschap van bufferoplossingen is de weerstand tegen pH-veranderingen nadat er kleine hoeveelheden sterke zuren of sterke
basen worden toegevoegd!
Buffers behouden de pH niet bij een absolute constante waarde, maar de veranderingen in pH zijn relatief klein wanneer er kleine hoeveelheden
van een sterk zuur of een sterke base worden toegevoegd!
1 BLT Analytische chemie 25
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.5 Buffercapaciteit
De buffercapaciteit meet hoe goed een oplossing bestand is tegen pH-veranderingen wanneer een sterk zuur of een sterke base wordt toegevoegd.
Hoe groter de buffercapaciteit, hoe kleiner de pH-verandering.
Simulatie voor tris-buffer
Het effect van het toevoegen van 0,0100 mol H+ of OH–
aan een tris-buffer die BH+ en B bevat waarbij de totale
hoeveelheid BH+ + B = 1 mol. De minimale pH-
verandering komt voor wanneer de initiële pH van de
buffer gelijk is aan de pKz-waarde (8,07).
De buffercapaciteit is maximaal wanneer pH = pKz
1 BLT Analytische chemie 26
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.5 Buffercapaciteit
Voorbeeld 2.6
Voorbeeld van een berekening voor de simulatie vertrekkende van een tris-buffermengsel van 0,150 mol B en 0,850 mol BH+ zodat de initiële pH
gelijk is aan 7,32 (het volume van de oplossing is irrelevant).
Wanneer we 0,0100 mol OH– toevoegen aan dit buffermengsel, zal het zwakke zuur BH+ hiermee reageren om de zwakke base tris (B) te vormen.
Voor reactie 0,850 mol
Tijdens reactie
Na reactie
0,0100 mol
– 0,0100 mol – 0,0100 mol
/
+ 0,0100 mol
0,160 mol
0,150 mol
0,840 mol
Vertrekken we van hetzelfde buffermengsel en voegen we 0,0100 mol H+ toe, bekomen we een pH-verandering van –0,04.
1 BLT Analytische chemie 27
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.5 Eigenschappen van bufferoplossingen
Het pH-gebied waarover een buffer werkzaam is, is eveneens afhankelijk van de concentraties van het zwakke zuur en zijn geconjugeerde base
Simulaties van de buffercapaciteiten in functie van de pH
voor een tris-buffer volgens een formele definitie. In de
simulaties werd gekozen voor cbuffer =1 M en cbuffer = 0,5 M.
De buffercapaciteit is maximaal bij pH = pKz-waarde = 8,07.
Een hogere bufferconcentratie houdt een hogere
buffercapaciteit in.
De buffercapaciteit wordt snel kleiner wanneer de
concentratieverhouding van het zuur t.o.v. de base groter of
kleiner wordt dan één eenheid.
Praktisch: pHbuffer = pKz ± 1
1 BLT Analytische chemie 28
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.6 Bereiden van buffers
Voorbeeld 2.7
Hoeveel ml van een 0,500 M NaOH-oplossing zou in theorie moeten worden toegevoegd aan 10,0 g tris hydrochloride (BH+) om een pH 7,60 te
bekomen in een finaal volume van 250 ml.
Voor reactie 0,0635 mol
Tijdens reactie
Na reactie
x mol
– x mol – x mol
/
+ x mol
x mol(0,0635 – x) mol
x /250 M(0,0635 – x) /250 M
Met behulp van de bufferformule (of de Henderson-Hasselbach vergelijking)
1 BLT Analytische chemie 29
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.7 Vereenvoudigde berekening van de pH voor amfoteren
Voorbeeld van een amfolyt is NaHCO3
zuur base
zuurbase
Nog een 3e vergelijking nodig! Massabalans!
(1)
(2)
(3)
Stel nu dat dat Kz1 << [HCO3
-] ≈ cNaHCO3
Besluit! Goed interpreteren of je deze
verwaarlozing mag doorvoeren!
1 BLT Analytische chemie 30
2.2 Berekening van de pH van oplossingen
2.2.7 Vereenvoudigde berekening van de pH voor amfoteren
Voorbeeld 2.8
Wat is de pH van een 0,0500 M NaHCO3 oplossing?
Mogen we Kz1 verwaarlozen? Tabellen!!!
1 BLT Analytische chemie 31
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
Uitbreiding – Kwalitatieve bepaling van sulfiet in wijn
http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/ed500811h
1 BLT Analytische chemie 32
 
     
 
    211
2
2
2
3332
32
SOH
HH
H
SOHSOSOH
SOH
32
aaa KKK 


 


a
 
     
 
    211
2
1
2
3332
3
HSO
HH
H
SOHSOSOH
HSO
3
aaa
a
KKK
K








a
 
          211
2
21
2
3332
2
3
SO
HHSOHSOSOH
SO
2
3
aaa
aa
KKK
KK






a
http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/ed500811h
Figure 1. Fractional composition diagram of sulfurous acid. At low pH
SO2/H2SO3 is dominant. In the pH range of white wine (3-4) HSO3
- is
dominant, whereas at high pH SO3
2- dominates.
H2SO3 ⇌ H+ + HSO3
- Ka1 = 1.39 × 10-2
HSO3
- ⇌ H+ + SO3
2- Ka2 = 6.73 × 10-8
SrSO3 ⇌ Sr2+ + SO3
2- Ksp = 4.20 × 10-8
SrSO4 ⇌ Sr2+ + SO4
2- Ksp = 3.44 × 10-7
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
Uitbreiding – Kwalitatieve bepaling van sulfiet in wijn
1 BLT Analytische chemie 33
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.1 De rechtstreekse invloed van de pH op de oplosbaarheid
Voorbeeld
Kwalitatief
Basische oplossingen – pH stijgt → Le Châtelier → minder oplosbaar
Zure oplossingen – pH daalt → Le Châtelier → meer oplosbaar
1 BLT Analytische chemie 34
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.1 De rechtstreekse invloed van de pH op de oplosbaarheid
Voorbeeld
De oplosbaarheid van Mg(OH)2 daalt met stijgende pH. De neerslag is slechts kwantitatief bij hoge pH (pH ≥ 11,5)
Gemeenschappelijk Ion Effect
1 BLT Analytische chemie 35
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride
H
+
verzadigde oplossing
van CaF2 in H2O Bron: J. McMurry, R. C. Fay, Chemistry 4th
Ed., Prentice Hall, 2004
1 BLT Analytische chemie 36
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride
Analytisch chemische uitwerking
Massabalans
1 BLT Analytische chemie 37
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride
Analytisch chemische uitwerking
Berekening van [Ca2+] bij verschillende pH’s.
1 BLT Analytische chemie 38
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride
0
0.005
0.01
0.015
0.02
0.025
0.03
0 1 2 3 4 5 6 7
sCaF2
(mol/l)
pH
De oplosbaarheid van CaF2 in functie van de pH
1 BLT Analytische chemie 39
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat
1 BLT Analytische chemie 40
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat
Berekening van [Ca2+] in functie van de pH.
Massabalans
1 BLT Analytische chemie 41
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat
Berekening van [Ca2+] bij verschillende pH’s.
1 BLT Analytische chemie 42
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH
Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat
0
0.005
0.01
0.015
0.02
0.025
0 1 2 3 4 5 6 7
sCaOx(mol/l)
pH
De oplosbaarheid van CaC2O4 in functie van de pH
1 BLT Analytische chemie 43
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.3 Scheiding van metaalionen als hydroxiden
Voorbeelden
M2+ en M3+ vormen onoplosbare hydroxiden. Afhankelijk van pH.
Veronderstel [M2+] = [M3+] = 0,1 M
a) pH waar de hydroxiden beginnen neer te slaan
1 BLT Analytische chemie 44
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.3 Scheiding van metaalionen als hydroxiden
b) pH waar de metaalionen kwantitatief uit de oplossing verdwenen zijn
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Besluit
Metaalionen kan men scheiden onder de vorm van hun hydroxide door pH-controle wanneer hun neerslaggebied niet overlappen is.
1 BLT Analytische chemie 45
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
Voorbeeld Triamminetrichlorocobalt(III)[CoCl3(NH3)3]
Bron – The Red Book 2005 pagina 35 – IUPAC
Centraal metaalkation (M)
elektronenacceptor
Neutraal complex - ruimtelijk weergegeven
Liganden
elektronendonoren
Complex = een verbinding met coördinatief covalente (of datieve) bindingen tussen een elektronenacceptor (het metaalion M) en
elektronendonoren (liganden L).
Coördinatiegetal = aantal gevormde bindingen tussen het metaalion (M) en de liganden L
Voorbeelden [Ag(NH3)2]+ Coördinatiegetal = 2Diaminezilver-ion
[Fe(CN)6]4–Hexacyanoferraat(II)-ion Coördinatiegetal = 6
1 BLT Analytische chemie 46
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
Meest gebruikt complexon = ethyleen-diaminetetraazijnzuur (EDTA)
Aminopolycarbonzuren vormen met metaalionen in water oplosbare stabiele chelaten.
Chelaat = verbinding waarbij één ligand meerdere coördinatief covalente bindingen met het metaalion vormt
Tandigheid = het aantal datieve bindingen per ligand.
→ polydentaat of een meertandig complex
N CH2 CH2 N
CH2
CH2CH2
CH2
HOOC
HOOC
COOH
COOH
Structuurformule
EDTA wordt verkort voorgesteld door H4Y en wordt gekenmerkt door 4 Kz-waarden
1 BLT Analytische chemie 47
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
n+
+n – 4
Bron: D. Skoog, D. West & J. Holler, Cengage Learning, 8th edition (2003)
Metaalion wordt in een driedimensioneel netwerk als
centraal element ingesloten.
Octaëdrische structuur van een metaal/EDTA chelaat.
EDTA kan met een centraal metaalion een hexadendaat chelaat vormen Coördinatiegetal = 6
Dankzij de kooistructuur zal de complexometrische reactie altijd gebeuren volgens een 1:1 stoichiometrie.
1 BLT Analytische chemie 48
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
EDTA is commercieel verkrijgbaar als het dinatriumzout Na2H2Y·2H2O.
Reacties met de verschillende metaalionen verlopen als volgt
Algemeen
Besluit
1 mol metaalionen reageert steeds met 1 mol EDTA-ionen onafhankelijk van de lading van het metaalion.
1 BLT Analytische chemie 49
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
Stabiliteit van het gevormde complex
a) de pH
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
0 2 4 6 8 10 12 14
pH
a
Bij hoge pH (> 10) is Y4– de voornaamste component
Het gevormde complex zal bij een hoge pH
stabieler zijn dan bij een lage pH.
1 BLT Analytische chemie 50
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
b) de lading van het metaalion
Stabiliteit van het gevormde complex
De vorming van elk chelaat wordt gekenmerkt door een stabiliteitsconstante. Zie tabellenboekje pagina 8
Algemene vormingsreactie
Stabiliteitsconstante
• KMY↓ → stabiliteitcomplex↓
• KMY↑ → stabiliteitcomplex↑
• Lading van het metaalion ↑ → KMY↑
Voorbeelden
NaY3– KMY = 5,0 x 101 Weinig stabiel → Niet bruikbaar voor een titratie
Eénwaardige metaalionen vormen met EDTA weinig stabiele complexen
LiY3– KMY = 6,2 x 102
AgY3– KMY = 2,1 x 102
1 BLT Analytische chemie 51
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
b) de lading van het metaalion
Stabiliteit van het gevormde complex
Voorbeelden
MgY2– KMY = 4,9 x 108
Tweewaardige metaalionen vormen met EDTA relatief stabiele complexen
CaY2– KMY = 5,0 x 1010
Tireren bij hoge pH (> 10) → Y4– de voornaamste component
CuY2– KMY = 6,3 x 1018
MnY2– KMY = 6,2 x 1013
ZnY2– KMY = 3,2 x 1016
FeY2– KMY = 2,1 x 1014
Drie- en vierwaardige metaalionen vormen met EDTA zeer stabiele complexen
Tireren bij lage pH is mogelijk
FeY– KMY = 1,3 x 1025
ThY KMY = 1,6 x 1023
AlY– KMY = 1,3 x 1016
1 BLT Analytische chemie 52
2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten
2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur
Stabiliteit van het gevormde complex
StabiliteitMY2– < StabiliteitMY– < StabiliteitMY
Besluiten
EDTA-titraties
Me2+ → pH > 10 KMY = klein
Me3+ → pH ~ 2
Me4+ → pH < 2 KMY = voldoende groot
Scheiding door een controle van de pH is mogelijk!
Opmerking!
H+-ionen komen vrij tijdens de titratie → pH↓
In een gebufferd midden werken

More Related Content

What's hot

Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Tom Mortier
 
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - ElektrochemieHoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
Tom Mortier
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieLabovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Tom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IITom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLTHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Tom Mortier
 
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasenOefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentraties
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaatLabovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
Tom Mortier
 
Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
Tom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel I
Tom Mortier
 
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolytenOefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Tom Mortier
 
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproductenOefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Tom Mortier
 

What's hot (20)

Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - ElektrochemieHoofdstuk4 - Elektrochemie
Hoofdstuk4 - Elektrochemie
 
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene InleidingAnalytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Analytische chemie I - Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel iiHoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
Hoofdstuk 1 - concentraties - deel ii
 
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en JodimetrieLabovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
Labovoorbereiding - Jodometrie en Jodimetrie
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel II
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLTHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
 
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel iHoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
Hoofdstuk 2 - zuur-base-evenwichten-deel i
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
 
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasenOefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
Oefeningen op pH-berekeningen van Polyzuren en polybasen
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
 
Hoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentratiesHoofdstuk 1 - concentraties
Hoofdstuk 1 - concentraties
 
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaatLabovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
Labovoorbereiding - bereiding van een ester: ethylacetaat
 
Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Zuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel IZuur-base titraties - Deel I
Zuur-base titraties - Deel I
 
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolytenOefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
Oefeningen op pH-berekeningen van amfolyten
 
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproductenOefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
Oefeningen op oplosbaarheid en oplosbaarheidsproducten
 

Similar to Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten

Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasenOefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
Tom Mortier
 
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffersOefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
Tom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Tom Mortier
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene InleidingHoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Tom Mortier
 
WZ4: Zuren en basen
WZ4: Zuren en basenWZ4: Zuren en basen
WZ4: Zuren en basen
Arne Sinnesael
 
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOHLabovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOHTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Tom Mortier
 
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHLabovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHTom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Tom Mortier
 
Wz5 titraties
Wz5 titratiesWz5 titraties
Wz5 titraties
Arne Sinnesael
 

Similar to Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten (12)

Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasenOefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
Oefeningen - Zwakke monozuren en monobasen
 
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
Hoofdstuk 2 - Concentraties van oplossingen
 
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffersOefeningen op pH-berekeningen van buffers
Oefeningen op pH-berekeningen van buffers
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene InleidingHoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene Inleiding
 
WZ4: Zuren en basen
WZ4: Zuren en basenWZ4: Zuren en basen
WZ4: Zuren en basen
 
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOHLabovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
Labovoorbereiding - titratie HCl met NaOH
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
 
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOHLabovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
Labovoorbereiding - titratie azijnzuur met NaOH
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - BLT
 
Wz5 titraties
Wz5 titratiesWz5 titraties
Wz5 titraties
 

More from Tom Mortier

Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Tom Mortier
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Tom Mortier
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
Tom Mortier
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
Tom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Tom Mortier
 

More from Tom Mortier (10)

Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamicaInleidende begrippen van de chemische thermodynamica
Inleidende begrippen van de chemische thermodynamica
 
De standaard additie methode
De standaard additie methodeDe standaard additie methode
De standaard additie methode
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
 

Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten

  • 1. Hoofdstuk 2 De zuur-base evenwichten 1 BLT Analytische chemie 1
  • 2. 1 BLT Analytische chemie 2 2.1 Zuren en basen Johannes Nicolaus Brønsted (1897-1947) Thomas Martin Lowry (1874-1936) Brønsted-Lowry-theorie Zuur = protondonor Base = protonacceptor Een stof kan zich enkel gedragen als een zuur wanneer er een protonacceptor (of base) aanwezig is en omgekeerd kan een stof zich enkel gedragen als een base wanneer er een protondonor (of zuur) aanwezig is.
  • 3. 1 BLT Analytische chemie 3 2.1 Zuren en basen 2.1.1 Geconjugeerde zuren en basen Voorbeeld base1 zuur2 zuur1 base2 base1 zuur2 zuur1 base2
  • 4. 1 BLT Analytische chemie 4 2.1 Zuren en basen 2.1.2 De zuurgraad van een waterige oplossing Søren Peter Lauritz Sørensen 1868-1939 Zuiver water en neutrale oplossingen: pH = 7. Zure oplossingen: pH < 7 Basische oplossingen: pH > 7.
  • 5. 1 BLT Analytische chemie 5 Søren Peter Lauritz Sørensen, “Über die Messung und die Bedeutungder Wasserstoff Ionen Konzentration bei Enzymatischen Prozessen”, Biochemische Zeitschrift 21, pp. 131–200 (1909).
  • 6. 1 BLT Analytische chemie 6 2.1 Zuren en basen 2.1.3 Amfoteren Opgeloste stoffen die zowel zure als basische eigenschappen vertonen zuur1 base2 base1 zuur2 Voorbeeld Opmerking Aminozuren behoren tot de amfoteren. glycine zwitterion Glycine ondergaat bijvoorbeeld een soort van zuur-base reactie wanneer het wordt opgelost in water! base1 zuur2 zuur1 base2
  • 7. 1 BLT Analytische chemie 7 C O CH NH2 H O - 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 0 2 4 6 8 10 12 14 pH a C O CH NH3 + H O - C O CH NH3 + H OH Illustratie zuurbase karakter van glycine
  • 8. 1 BLT Analytische chemie 8 2.1 Zuren en basen 2.1.4 De autoprotolyse van water Concentratie van water t.o.v. H+ en OH– ionen is gigantisch in verdunde oplossingen en is bijgevolg quasi constant! Ionenproduct van water base1 zuur2 zuur1 base2
  • 9. 1 BLT Analytische chemie 9 2.1 Zuren en basen 2.1.5 De sterkte van zuren en basen
  • 10. 1 BLT Analytische chemie 10 2.1 Zuren en basen 2.1.6 Zuurconstanten en baseconstanten Voorbeeld Zwak zuur Zuur dissociatieconstante of zuurconstante! Zwakke base Base dissociatieconstante of baseconstante! Merk op! [H2O] zit in de evenwichtsconstanten Kz en Kb! Zwakke monobasen Voorbeeld
  • 11. 1 BLT Analytische chemie 11 2.1 Zuren en basen 2.1.7 Zuurconstanten en baseconstanten Zwakke base Voorbeeld Zwak zuur
  • 12. 1 BLT Analytische chemie 12 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.1 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van sterke zuren & sterke basen Algemeen Sterke zuren Kwantitatieve (quasi volledige) dissociatie Voorbeeld 2.1 Voor reactie: Tijdens reactie: Na reactie: Wat is de pH van een 0,0200 M HClO4 oplossing? Voor reactie 0,0200 M Tijdens reactie – 0,0200 M + 0,0200 M + 0,0200 M Na reactie / 0,0200 M 0,0200 M
  • 13. 1 BLT Analytische chemie 13 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.1 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van sterke zuren & sterke basen Voorbeeld Sterke basen Kwantitatieve (quasi volledige) dissociatie Voor reactie: Tijdens reactie: Na reactie: Wat is de pH van een 0,1 M NaOH oplossing?
  • 14. 1 BLT Analytische chemie 14 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen Zwakke zuren Zwak zuur Ionenproduct van water De oxoniumionen komende van de eerste evenwichtsreactie overstijgen de dissociatie van water Ladingsbalans Massabalans De som van de molaire concentraties van het zwakke zuur en de geconjugeerde base is gelijk aan de analytische concentratie van het zuur cHA Elektrische neutraliteit betekent dat [+] = [–] Eerste benadering
  • 15. 1 BLT Analytische chemie 15 De positieve oplossing van bovenstaande kwadratische vergelijking is Tweede benadering 2.2 Berekening van de pH van oplossingen Zwakke zuren 2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
  • 16. 1 BLT Analytische chemie 16 2.2 Berekening van de pH van oplossingen Zwakke zuren Voorbeeld 2.1 Bereken de pH van een 0,1 M CH3COOH oplossing. Voor reactie 0,1 M Tijdens reactie – x + x + x Na reactie 0,1 M – x x x Herschikken Kwadratische vergelijking Positieve wortel 2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
  • 17. 1 BLT Analytische chemie 17 2.2 Berekening van de pH van oplossingen Zwakke basen Ionenproduct van water Zwakke base Ladingsbalans Elektrische neutraliteit betekent dat [+] = [–] Eerste benadering De hydroxide-ionen komende van de eerste evenwichtsreactie overstijgen de dissociatie van water Massabalans De som van de molaire concentraties van de zwakke base en het geconjugeerd zwak zuur is gelijk aan de analytische concentratie van de zwakke base Cb 2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
  • 18. 1 BLT Analytische chemie 18 2.2 Berekening van de pH van oplossingen Zwakke basen Tweede benadering 2.2.2 Vereenvoudigde berekeningen van de pH van zwakke zuren & zwakke basen
  • 19. 1 BLT Analytische chemie 19 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen Algemeen Buffers van zwakke zuren/geconjugeerde base Verwaarlozen Massabalans Benadering
  • 20. 1 BLT Analytische chemie 20 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen Buffers van zwakke zuren/geconjugeerde base De Henderson-Hasselbach vergelijking Buffers van zwakke basen/geconjugeerde zuren Quasi volledig analoog als de voorgaande uitwerking. Men zal meestal trachten om de vergelijkingen te vereenvoudigen zodanig dat de voorgaande vereenvoudigde formule om de pH te berekenen kan gebruikt worden.
  • 21. 1 BLT Analytische chemie 21 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.3 Vereenvoudigde berekening van de pH in bufferoplossingen Voorbeeld 2.3 Een buffer wordt bereid door 100 ml 0,05 M CH3COONa en 100 ml 0,01 M CH3COOH te mengen. Bereken de pH van deze buffer. 100 ml CH3COO– 0,05 M 100 ml CH3COOH 0,01 M = 5,00 mmol CH3COO– = zwakke base (zb) = 1,00 mmol CH3COOH = zwak zuur (zz) Vtot = 200 ml Voor reactie 1/200 M 5/200 M Tijdens reactie – x + x + x Na reactie 1/200 M – x x 5/200 + x Met verwaarlozen
  • 22. 1 BLT Analytische chemie 22 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen We bespreken de veelgebruikte buffer met de naam ‘tris’ en gebruik makend van de Henderson-Hasselbach vergelijking Voorbeeld 2.4 Bepaal de pH van een 1,00 L waterige oplossing die 12,43 g tris (MB= 121,14 g/mol) en 4,67 g tris hydrochloride (MBH+Cl– = 157,60 g/mol) bevat. Invullen in de Henderson-Hasselbach vergelijking
  • 23. 1 BLT Analytische chemie 23 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen Invloed van de verdunning Volume van de oplossing is irrelevant is om de pH te vinden van de tris-buffer. De pH van een buffer is quasi onafhankelijk is van verdunningen.
  • 24. 1 BLT Analytische chemie 24 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.4 Eigenschappen van bufferoplossingen Invloed van het toevoegen van sterke zuren of sterke basen Voorbeeld 2.5 We voegen 12,0 ml van een 1,00 M HCl-oplossing toe aan de 1,00 l tris-buffer met een pH 8,61 uit Voorbeeld 2.4. Wat is de nieuwe pH? BH+ 0,0296 M B (tris) 0,1026 M 12,0 ml HCl 1,00 M = 29,6 mmol BH+ = zwak zuur (zz) = 102,6 mmol B = zwakke base (zb) = 12,0 mmol HCl = sterk zuur (sz) Vtot = 1012 ml 1000 ml Reactie Voor reactie 102,6 mmol Tijdens reactie Na reactie 12,0 mmol –12,0 mmol –12,0 mmol / +12,0 mmol 41,6 mmol 29,6 mmol 90,6 mmol 41,6/1012 M90,6/1012 M Met behulp van de bufferformule (of de Henderson-Hasselbach vergelijking) Heel belangrijke eigenschap van bufferoplossingen is de weerstand tegen pH-veranderingen nadat er kleine hoeveelheden sterke zuren of sterke basen worden toegevoegd! Buffers behouden de pH niet bij een absolute constante waarde, maar de veranderingen in pH zijn relatief klein wanneer er kleine hoeveelheden van een sterk zuur of een sterke base worden toegevoegd!
  • 25. 1 BLT Analytische chemie 25 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.5 Buffercapaciteit De buffercapaciteit meet hoe goed een oplossing bestand is tegen pH-veranderingen wanneer een sterk zuur of een sterke base wordt toegevoegd. Hoe groter de buffercapaciteit, hoe kleiner de pH-verandering. Simulatie voor tris-buffer Het effect van het toevoegen van 0,0100 mol H+ of OH– aan een tris-buffer die BH+ en B bevat waarbij de totale hoeveelheid BH+ + B = 1 mol. De minimale pH- verandering komt voor wanneer de initiële pH van de buffer gelijk is aan de pKz-waarde (8,07). De buffercapaciteit is maximaal wanneer pH = pKz
  • 26. 1 BLT Analytische chemie 26 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.5 Buffercapaciteit Voorbeeld 2.6 Voorbeeld van een berekening voor de simulatie vertrekkende van een tris-buffermengsel van 0,150 mol B en 0,850 mol BH+ zodat de initiële pH gelijk is aan 7,32 (het volume van de oplossing is irrelevant). Wanneer we 0,0100 mol OH– toevoegen aan dit buffermengsel, zal het zwakke zuur BH+ hiermee reageren om de zwakke base tris (B) te vormen. Voor reactie 0,850 mol Tijdens reactie Na reactie 0,0100 mol – 0,0100 mol – 0,0100 mol / + 0,0100 mol 0,160 mol 0,150 mol 0,840 mol Vertrekken we van hetzelfde buffermengsel en voegen we 0,0100 mol H+ toe, bekomen we een pH-verandering van –0,04.
  • 27. 1 BLT Analytische chemie 27 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.5 Eigenschappen van bufferoplossingen Het pH-gebied waarover een buffer werkzaam is, is eveneens afhankelijk van de concentraties van het zwakke zuur en zijn geconjugeerde base Simulaties van de buffercapaciteiten in functie van de pH voor een tris-buffer volgens een formele definitie. In de simulaties werd gekozen voor cbuffer =1 M en cbuffer = 0,5 M. De buffercapaciteit is maximaal bij pH = pKz-waarde = 8,07. Een hogere bufferconcentratie houdt een hogere buffercapaciteit in. De buffercapaciteit wordt snel kleiner wanneer de concentratieverhouding van het zuur t.o.v. de base groter of kleiner wordt dan één eenheid. Praktisch: pHbuffer = pKz ± 1
  • 28. 1 BLT Analytische chemie 28 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.6 Bereiden van buffers Voorbeeld 2.7 Hoeveel ml van een 0,500 M NaOH-oplossing zou in theorie moeten worden toegevoegd aan 10,0 g tris hydrochloride (BH+) om een pH 7,60 te bekomen in een finaal volume van 250 ml. Voor reactie 0,0635 mol Tijdens reactie Na reactie x mol – x mol – x mol / + x mol x mol(0,0635 – x) mol x /250 M(0,0635 – x) /250 M Met behulp van de bufferformule (of de Henderson-Hasselbach vergelijking)
  • 29. 1 BLT Analytische chemie 29 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.7 Vereenvoudigde berekening van de pH voor amfoteren Voorbeeld van een amfolyt is NaHCO3 zuur base zuurbase Nog een 3e vergelijking nodig! Massabalans! (1) (2) (3) Stel nu dat dat Kz1 << [HCO3 -] ≈ cNaHCO3 Besluit! Goed interpreteren of je deze verwaarlozing mag doorvoeren!
  • 30. 1 BLT Analytische chemie 30 2.2 Berekening van de pH van oplossingen 2.2.7 Vereenvoudigde berekening van de pH voor amfoteren Voorbeeld 2.8 Wat is de pH van een 0,0500 M NaHCO3 oplossing? Mogen we Kz1 verwaarlozen? Tabellen!!!
  • 31. 1 BLT Analytische chemie 31 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten Uitbreiding – Kwalitatieve bepaling van sulfiet in wijn http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/ed500811h
  • 32. 1 BLT Analytische chemie 32               211 2 2 2 3332 32 SOH HH H SOHSOSOH SOH 32 aaa KKK        a               211 2 1 2 3332 3 HSO HH H SOHSOSOH HSO 3 aaa a KKK K         a             211 2 21 2 3332 2 3 SO HHSOHSOSOH SO 2 3 aaa aa KKK KK       a http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/ed500811h Figure 1. Fractional composition diagram of sulfurous acid. At low pH SO2/H2SO3 is dominant. In the pH range of white wine (3-4) HSO3 - is dominant, whereas at high pH SO3 2- dominates. H2SO3 ⇌ H+ + HSO3 - Ka1 = 1.39 × 10-2 HSO3 - ⇌ H+ + SO3 2- Ka2 = 6.73 × 10-8 SrSO3 ⇌ Sr2+ + SO3 2- Ksp = 4.20 × 10-8 SrSO4 ⇌ Sr2+ + SO4 2- Ksp = 3.44 × 10-7 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten Uitbreiding – Kwalitatieve bepaling van sulfiet in wijn
  • 33. 1 BLT Analytische chemie 33 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.1 De rechtstreekse invloed van de pH op de oplosbaarheid Voorbeeld Kwalitatief Basische oplossingen – pH stijgt → Le Châtelier → minder oplosbaar Zure oplossingen – pH daalt → Le Châtelier → meer oplosbaar
  • 34. 1 BLT Analytische chemie 34 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.1 De rechtstreekse invloed van de pH op de oplosbaarheid Voorbeeld De oplosbaarheid van Mg(OH)2 daalt met stijgende pH. De neerslag is slechts kwantitatief bij hoge pH (pH ≥ 11,5) Gemeenschappelijk Ion Effect
  • 35. 1 BLT Analytische chemie 35 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride H + verzadigde oplossing van CaF2 in H2O Bron: J. McMurry, R. C. Fay, Chemistry 4th Ed., Prentice Hall, 2004
  • 36. 1 BLT Analytische chemie 36 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride Analytisch chemische uitwerking Massabalans
  • 37. 1 BLT Analytische chemie 37 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride Analytisch chemische uitwerking Berekening van [Ca2+] bij verschillende pH’s.
  • 38. 1 BLT Analytische chemie 38 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumfluoride 0 0.005 0.01 0.015 0.02 0.025 0.03 0 1 2 3 4 5 6 7 sCaF2 (mol/l) pH De oplosbaarheid van CaF2 in functie van de pH
  • 39. 1 BLT Analytische chemie 39 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat
  • 40. 1 BLT Analytische chemie 40 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat Berekening van [Ca2+] in functie van de pH. Massabalans
  • 41. 1 BLT Analytische chemie 41 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat Berekening van [Ca2+] bij verschillende pH’s.
  • 42. 1 BLT Analytische chemie 42 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.2 De onrechtstreekse invloed van de pH Invloed van de pH op de oplosbaarheid van calciumoxalaat 0 0.005 0.01 0.015 0.02 0.025 0 1 2 3 4 5 6 7 sCaOx(mol/l) pH De oplosbaarheid van CaC2O4 in functie van de pH
  • 43. 1 BLT Analytische chemie 43 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.3 Scheiding van metaalionen als hydroxiden Voorbeelden M2+ en M3+ vormen onoplosbare hydroxiden. Afhankelijk van pH. Veronderstel [M2+] = [M3+] = 0,1 M a) pH waar de hydroxiden beginnen neer te slaan
  • 44. 1 BLT Analytische chemie 44 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.3 Scheiding van metaalionen als hydroxiden b) pH waar de metaalionen kwantitatief uit de oplossing verdwenen zijn 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Besluit Metaalionen kan men scheiden onder de vorm van hun hydroxide door pH-controle wanneer hun neerslaggebied niet overlappen is.
  • 45. 1 BLT Analytische chemie 45 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur Voorbeeld Triamminetrichlorocobalt(III)[CoCl3(NH3)3] Bron – The Red Book 2005 pagina 35 – IUPAC Centraal metaalkation (M) elektronenacceptor Neutraal complex - ruimtelijk weergegeven Liganden elektronendonoren Complex = een verbinding met coördinatief covalente (of datieve) bindingen tussen een elektronenacceptor (het metaalion M) en elektronendonoren (liganden L). Coördinatiegetal = aantal gevormde bindingen tussen het metaalion (M) en de liganden L Voorbeelden [Ag(NH3)2]+ Coördinatiegetal = 2Diaminezilver-ion [Fe(CN)6]4–Hexacyanoferraat(II)-ion Coördinatiegetal = 6
  • 46. 1 BLT Analytische chemie 46 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur Meest gebruikt complexon = ethyleen-diaminetetraazijnzuur (EDTA) Aminopolycarbonzuren vormen met metaalionen in water oplosbare stabiele chelaten. Chelaat = verbinding waarbij één ligand meerdere coördinatief covalente bindingen met het metaalion vormt Tandigheid = het aantal datieve bindingen per ligand. → polydentaat of een meertandig complex N CH2 CH2 N CH2 CH2CH2 CH2 HOOC HOOC COOH COOH Structuurformule EDTA wordt verkort voorgesteld door H4Y en wordt gekenmerkt door 4 Kz-waarden
  • 47. 1 BLT Analytische chemie 47 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur n+ +n – 4 Bron: D. Skoog, D. West & J. Holler, Cengage Learning, 8th edition (2003) Metaalion wordt in een driedimensioneel netwerk als centraal element ingesloten. Octaëdrische structuur van een metaal/EDTA chelaat. EDTA kan met een centraal metaalion een hexadendaat chelaat vormen Coördinatiegetal = 6 Dankzij de kooistructuur zal de complexometrische reactie altijd gebeuren volgens een 1:1 stoichiometrie.
  • 48. 1 BLT Analytische chemie 48 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur EDTA is commercieel verkrijgbaar als het dinatriumzout Na2H2Y·2H2O. Reacties met de verschillende metaalionen verlopen als volgt Algemeen Besluit 1 mol metaalionen reageert steeds met 1 mol EDTA-ionen onafhankelijk van de lading van het metaalion.
  • 49. 1 BLT Analytische chemie 49 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur Stabiliteit van het gevormde complex a) de pH 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 0 2 4 6 8 10 12 14 pH a Bij hoge pH (> 10) is Y4– de voornaamste component Het gevormde complex zal bij een hoge pH stabieler zijn dan bij een lage pH.
  • 50. 1 BLT Analytische chemie 50 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur b) de lading van het metaalion Stabiliteit van het gevormde complex De vorming van elk chelaat wordt gekenmerkt door een stabiliteitsconstante. Zie tabellenboekje pagina 8 Algemene vormingsreactie Stabiliteitsconstante • KMY↓ → stabiliteitcomplex↓ • KMY↑ → stabiliteitcomplex↑ • Lading van het metaalion ↑ → KMY↑ Voorbeelden NaY3– KMY = 5,0 x 101 Weinig stabiel → Niet bruikbaar voor een titratie Eénwaardige metaalionen vormen met EDTA weinig stabiele complexen LiY3– KMY = 6,2 x 102 AgY3– KMY = 2,1 x 102
  • 51. 1 BLT Analytische chemie 51 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur b) de lading van het metaalion Stabiliteit van het gevormde complex Voorbeelden MgY2– KMY = 4,9 x 108 Tweewaardige metaalionen vormen met EDTA relatief stabiele complexen CaY2– KMY = 5,0 x 1010 Tireren bij hoge pH (> 10) → Y4– de voornaamste component CuY2– KMY = 6,3 x 1018 MnY2– KMY = 6,2 x 1013 ZnY2– KMY = 3,2 x 1016 FeY2– KMY = 2,1 x 1014 Drie- en vierwaardige metaalionen vormen met EDTA zeer stabiele complexen Tireren bij lage pH is mogelijk FeY– KMY = 1,3 x 1025 ThY KMY = 1,6 x 1023 AlY– KMY = 1,3 x 1016
  • 52. 1 BLT Analytische chemie 52 2.3 Toepassingen van zuur-base evenwichten 2.3.4 Het gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur Stabiliteit van het gevormde complex StabiliteitMY2– < StabiliteitMY– < StabiliteitMY Besluiten EDTA-titraties Me2+ → pH > 10 KMY = klein Me3+ → pH ~ 2 Me4+ → pH < 2 KMY = voldoende groot Scheiding door een controle van de pH is mogelijk! Opmerking! H+-ionen komen vrij tijdens de titratie → pH↓ In een gebufferd midden werken