2. ENKELEVRAGENVOORAF
Bepaal het probleem (Is het probleem een concreet feit of een grote
gebeurtenis?)
Is gedrag het probleem, of eerder de intenties van het gedrag, de
gevolgen…?
Wat is het doel van het gesprek?Wil je dat het gedrag
veranderd/bijgestuurd wordt?
3. GA NIET ALLEEN AF OP JE GEVOEL
Wat is er echt gebeurd en wat zijn mijn interpretaties?
In welke mate beoordeel ik de persoon objectief?
Neem ik voldoende afstand van het probleem?
Analyseer ik het probleem voldoende?
Bekijk ik het probleem in zijn context?
Heb ik het probleem niet zelf in de hand gewerkt?
Voorbeeld:Jouw collega werkt niet goed mee omdat jij al meerdere keren de indruk hebt gegeven dat hij/zij
de materie onvoldoende beheerst.
4. START HET GESPREK
Informeer je gesprekspartner: licht het doel en het verloop van het gesprek
toe.
Jouw doel is niet louter kritiek geven, maar komen tot een win-winsituatie:
hoe komen we tot een situatie waar beide partijen beter van worden?
Geef aan dat beide partijen gehoord worden: er is ruimte voor het bespreken
van vragen, fouten enz.
5. GETTOTHE POINT!
Start met de feiten.
Vermijd interpretaties (want dat leidt tot defensief gedrag).
Verbloem het gesprek niet.
Start (eventueel) met positieve feedback (dit vergroot de kans dat er met
aandacht geluisterd wordt naar de werkpunten).
Bij defensief gedrag is het belangrijk om opnieuw het doel van het gesprek
toe te lichten.
6. NA DE FEEDBACK
Beëindig de feedback met een goede vraag (bv. “Kan u zich daarin vinden?”).
Laat de gesprekspartner aan het woord zodat hij/zij zich kan verantwoorden.
Zoek samen met de gesprekspartner naar oplossingen.
7. FINALISEER HET GESPREK
Voorzie tijd om het gesprek af te ronden.
Vat het gesprek samen: de werkpunten, de te ondernemen acties.
Eventueel metagesprek: zitten jullie op dezelfde golflengte?
Actiepunten en vervolgafspraken: zo weten beide partijen wat er concreet
verwacht wordt.
8. WAT DOE IK MET
HEFTIGE EMOTIES?
Bij het krijgen van negatieve feedback kunnen ook emoties tot uiting komen. Enkele tips om ermee
om te gaan.
Laat de persoon zich afreageren. Het heeft geen zin om het gesprek verder te zetten als de
gesprekspartner nog niet uitgeraasd is.
Geef aandacht aan die emoties. Stimuleer iemand tot het uiten van zijn emoties door o.a. een
gevoelsreflectie. Je kan de gesprekspartner ook vragen naar de oorzaak van deze emoties.
Door gepast te reageren kan je jouw gesprekspartner helpen om zijn/haar emoties te
onderdrukken om nadien terug een rationeel gesprek te kunnen voeren.