3. Programma
13.00 u Inleiding
13.15 u Aan de slag met de visie
14.00 u TPACK in de klas
15.00 u Introductie OneNote Class
15.30 u Aan de slag
16.00 u Einde
Ergens tussendoor nemen we pauze!
Je hebt je notebook of smartphone nodig!
5. Vier in balans model (Kennisnet)
Visie
Deskundig-
heid
Digitaal
leer-
materiaal
Infra-
structuur
Primair: hogere motivatie, betere leerprestaties, efficiënter
leerproces.
Secundair: Tijdsbesparing, betere sturing, meer
transparantie, hogere professionaliteit.
Onderwijsgedreven innovatie
Technologiegedreven innovatie
Samenwerking
Leiderschap
6. Voordat we beginnen…
Visie op didactisch gebruik van ICT komt
altijd voort uit de opleidingsvisie;
ICT is een hulpmiddel, nooit een doel
(behalve bij jullie);
Gebruik leertechnologieën alleen als ze
een meerwaarde vormen.
7. Wat staat er in de visie?
Invloed van technologie op de maatschappij;
Invloed van technologie op de leefwereld van
de doelgroep;
Invloed van technologie op het beroep
waarvoor men wordt opgeleid;
Invloed van technologie op de didactiek;
Betekenis van bovenstaand op de rol die
studenten en docenten vervullen.
8. Wat is onze visie?
Werkvorm: Brainstorm via Padlet
Kernvragen:
Welke rol speelt technologie in de
belevingswereld van jullie studenten?
https://padlet.com/mdietzenbacher/workshop1
Wat zouden leertechnologieën kunnen
bijdragen aan jullie (toekomstige)
onderwijs?
https://padlet.com/mdietzenbacher/workshop2
Welke randvoorwaarden zijn er nodig om
leertechnologieën in te kunnen zetten?
https://padlet.com/mdietzenbacher/workshop3
10. Terugkoppeling
1. Bespreek in groepen van 3-4 personen
de uitkomsten van de verschillende
muren
2. Maak een swot analyse op basis van
jullie discussie over het gebruik van
leertechnologieën in jullie onderwijs
3. Formuleer (3) doelstellingen over
hetgeen jullie willen bereiken. Hoe? Wie?
Wat? Wanneer?
15. TPACK Spel
Verkennen van de didactische mogelijkheden van
leertechnologieën
Ideeën opdoen voor de eigen lespraktijk
Ideeën opdoen voor curriculum ontwerp
Discussie over visie op leertechnologieën in het
onderwijs
Buiten eigen referentiekader kijken naar
onderwijs
Doel van het spel:
16. Warming up
De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en
“Technologie” één kaartje;
De inhoud van de “Content” is KOEIEN MELKEN;
De deelnemers bedenken een realistisch
voorbeeld van een lesactiviteit waarin de
onderdelen van de kaartjes worden verwerkt;
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten
van de groepjes plenair.
17. Spelvorm 1
De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en
“Technologie” één kaartje;
De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van)
de deelnemers;
De deelnemers bedenken een realistisch voorbeeld van een
lesactiviteit waarin de onderdelen van de kaartjes worden
verwerkt;
Na ongeveer 10 minuten kiest iedere deelnemer één
kaartje “Technologie” welke volgens hem beter bij de
“Content” en “Pedagogie” en licht iedere deelnemer zijn
keuze toe.
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
18. Spelvorm 2
De groep trekt van de stapel “Pedagogie” één kaartje;
De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de
deelnemers;
De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen van
“Technologie” die passen bij de “Pedagogie” en “Content”;
Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij
hun keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes
plenair.
19. Spelvorm 3
Één persoon van de groep brengt een concrete lessituatie
in en benoemt hierbij “Content” en “Pedagogie”.
De overige deelnemers bedenken (in stilte) allen 3
verschillende “Technologie” mogelijkheden die passen bij
de beschreven lessituatie;
Na ongeveer 10 minuten bespreken de deelnemers hun
keuzes en proberen zij tot één voorstel te komen;
De persoon die de lessituatie ingebracht heeft, neemt niet
deel aan deze discussie, maar geeft in de nabespreking
haar bevindingen weer;
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
20. Spelvorm 4
De groep trekt van de stapel “Pedagogie” en “Context” één kaartje;
De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de
deelnemers;
De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen van
“Technologie” die passen bij de “Pedagogie” en “Content”;
Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij
hun keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes
plenair
21. Spelvorm 5
De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en
“Technologie” één kaartje;
De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van)
de deelnemers;
De deelnemers bedenken een realistisch voorbeeld van
een lesactiviteit waarin de onderdelen van de kaartjes
worden verwerkt;
Na ongeveer 10 minuten trekt een van de deelnemers
één kaartje “Context”.
Iedere deelnemer kiest vervolgens één kaartje
“Technologie” welke volgens hem beter past bij de
“Content” ,”Context” en “Technologie” en licht iedere
deelnemer zijn keuze toe.
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
22. Spelvorm 6
De groep trekt van de stapel “Technologie” één kaartje;
De deelnemers bepalen welke toepassingen van
“Pedagogie” passen bij de gekozen “Technologie”
Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de
gekozen kaartjes “Technologie” in een van de onderstaande
rubrieken en motiveren zij hun keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
23. Spelvorm 7
De groep trekt van de stapel “Pedagogie” één kaartje;
De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één
van) de deelnemers;
De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen
van “Technologie” die passen bij de “Pedagogie” en
“Content”;
Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de
gekozen kaartjes “Technologie” in een van de
onderstaande rubrieken en motiveren zij hun keuzes:
o Verbetert de kwaliteit van het onderwijs
o Maakt het onderwijs makkelijker
o Maakt het onderwijs aantrekkelijker
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
24. Spelvorm 8
De groep trekt van de stapel “Technologie” één kaartje;
De deelnemers bepalen welke toepassingen van
“Pedagogie” passen bij de gekozen “Technologie”
Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de
gekozen kaartjes “Pedagogie” in een van de onderstaande
rubrieken en motiveren zij hun keuzes:
o Verbetert de kwaliteit van het onderwijs
o Maakt het onderwijs makkelijker
o Maakt het onderwijs aantrekkelijker
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
25. Spelvorm 9
Leg de kaartjes van de stapel “Pedagogie” bij de indeling
van didactische werkvormen:
o Instructievormen;
o Interactievormen;
o Opdrachtvormen;
o Samenwerkingsvormen;
o Spelvormen.
Leg de kaartjes van de stapel “Technologie” hier bij.
Bespreek na ongeveer 15 minuten de resultaten van de
groepjes plenair.
28. Wat is OneNote Class?
Applicatie in Office 365;
“Klapper met tabbladen”;
Kent 3 secties:
o Documentenbibliotheek
o Individuele ruimte voor de student
o Samenwerkingsruimte voor groepswerk
Samenwerken gaat real time met automatisch
versiebeheer en annotatie;
Wordt opgeslagen in OneDrive en deelt
automatisch vanuit OneNote
29. Wat kan OneNote Class?
Geschikt voor:
o Distribueren van documenten/opdrachten
o Volgen van leerproces studenten
o Samenwerkend leren tussen studenten
Minder/niet geschikt voor:
o Maken van ‘rich content’
o Beoordelen van opdrachten
o Sterk wisselende klassensamenstellingen
30. Tips & tricks
Start altijd vanuit de webversie;
Denk vooraf na over de indeling van de
‘studentensectie’;
Werk vanuit de inhoudsbibliotheek en laat de
studentensectie leeg;
Maak veelvuldig gebruik van de labels;
Download:
Invoegtoepassing Classnotebook
Onetastic
Heb geduld! Synchroniseren kan lang duren.