Deze presentatie wordt gebruikt bij de workshop TPACK Spel en geeft zeer kort weer wat TPACK inhoud, alsmede 9 verschillende spelvormen.

1. TPACK Spel

2. TPACK in 3 minuten
Om het filmpje te kijken, ga naar:
https://www.youtube.com/watch?v=Brz0WXJxUyw&index=4&list=PLg
FpXD1FtDYdPrw5GEraUdy_IcRHK0m4H

3. PEDAGOGY: Welke didactische werkvorm wordt er
gebruikt?
TECHNOLOGY: Welke
technologie wordt er gebruikt?
CONTENT: Waar gaat de leerstof
over?
TPACK gebruik
CONTEXT: Wat is je doelgroep?
Wat kan en mag er op school?

4. TPACK gebruik
PCK: Draagt de didactiek bij aan het verduidelijken
van concepten of het bevorderen van dieper leren?
TCK: Draagt de technologie bij aan het
overbrengen van de leerstof op
verschillende manieren en/of vergroot
dit de verscheidenheid aan didactische
werkvormen?
TPK: Wordt de
beschikbare
technologie
optimaal gebruikt
binnen de
didactische
toepassing en
dragen deze bij aan
leren en/of het
evalueren van leren?
TPCK: Wat moet er veranderen als een van de
onderdelen wijzigt of niet beschikbaar is?

5. TPACK Spel
DOEL van het spel
 Verkennen van de didactische mogelijkheden van ICT
 Ideeën opdoen voor de eigen lespraktijk
 Ideeën opdoen voor curriculum ontwerp
 Discussie over visie op ict in het onderwijs
 Buiten eigen referentiekader kijken naar onderwijs

6. Spelvormen
Warming up
Spelvorm 1
Spelvorm 2
Spelvorm 3
Spelvorm 4
Spelvorm 5
Spelvorm 6
Spelvorm 7
Spelvorm 8
Spelvorm 9

7. Warming up
 De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en “Technologie” één
kaartje;
 De inhoud van de “Content” is KOEIEN MELKEN;
 De deelnemers bedenken een realistisch voorbeeld van een
lesactiviteit waarin de onderdelen van de kaartjes worden verwerkt;
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes
plenair.

8. Spelvorm 1
 De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en “Technologie” één
kaartje;
 De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de
deelnemers;
 De deelnemers bedenken een realistisch voorbeeld van een
lesactiviteit waarin de onderdelen van de kaartjes worden verwerkt;
 Na ongeveer 10 minuten kiest iedere deelnemer één kaartje
“Technologie” welke volgens hem beter bij de “Content” en
“Pedagogie” en licht iedere deelnemer zijn keuze toe.
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes
plenair.

9. Spelvorm 2
 De groep trekt van de stapel “Pedagogie” één kaartje;
 De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de deelnemers;
 De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen van “Technologie” die
passen bij de “Pedagogie” en “Content”;
 Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij hun
keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

10. Spelvorm 3
 Één persoon van de groep brengt een concrete lessituatie in en benoemt hierbij
“Content” en “Pedagogie”.
 De overige deelnemers bedenken (in stilte) allen 3 verschillende “Technologie”
mogelijkheden die passen bij de beschreven lessituatie;
 Na ongeveer 10 minuten bespreken de deelnemers hun keuzes en proberen zij
tot één voorstel te komen;
 De persoon die de lessituatie ingebracht heeft, neemt niet deel aan deze
discussie, maar geeft in de nabespreking haar bevindingen weer;
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

11. Spelvorm 4
 De groep trekt van de stapel “Pedagogie” en “Context” één kaartje;
 De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de deelnemers;
 De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen van “Technologie” die
passen bij de “Pedagogie” en “Content”;
 Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij hun
keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair

12. Spelvorm 5
 De groep trekt van de stapels “Pedagogie” en “Technologie” één kaartje;
 De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de deelnemers;
 De deelnemers bedenken een realistisch voorbeeld van een lesactiviteit waarin
de onderdelen van de kaartjes worden verwerkt;
 Na ongeveer 10 minuten trekt een van de deelnemers één kaartje “Context”.
 Iedere deelnemer kiest vervolgens één kaartje “Technologie” welke volgens hem
beter past bij de “Content” ,”Context” en “Technologie” en licht iedere
deelnemer zijn keuze toe.
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

13. Spelvorm 6
 De groep trekt van de stapel “Technologie” één kaartje;
 De deelnemers bepalen welke toepassingen van “Pedagogie” passen bij de
gekozen “Technologie”
 Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij hun
keuzes:
o Makkelijk te realiseren
o Op termijn te realiseren
o Lastig te organiseren, maar de moeite waard
o Gaan we niet doen
Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

14. Spelvorm 7
 De groep trekt van de stapel “Pedagogie” één kaartje;
 De inhoud van de “Content” wordt bepaald door (één van) de deelnemers;
 De deelnemers bedenken zoveel mogelijk toepassingen van “Technologie” die
passen bij de “Pedagogie” en “Content”;
 Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Technologie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij hun
keuzes:
o Verbetert de kwaliteit van het onderwijs
o Maakt het onderwijs makkelijker
o Maakt het onderwijs aantrekkelijker
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

15. Spelvorm 8
 De groep trekt van de stapel “Technologie” één kaartje;
 De deelnemers bepalen welke toepassingen van “Pedagogie” passen bij de
gekozen “Technologie”
 Na ongeveer 10 minuten ordenen de deelnemers de gekozen kaartjes
“Pedagogie” in een van de onderstaande rubrieken en motiveren zij hun keuzes:
o Verbetert de kwaliteit van het onderwijs
o Maakt het onderwijs makkelijker
o Maakt het onderwijs aantrekkelijker
 Bespreek na ongeveer 10 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

16. Spelvorm 9
 Leg de kaartjes van de stapel “Pedagogie” bij de indeling van didactische
werkvormen:
 Instructievormen;
 Interactievormen;
 Opdrachtvormen;
 Samenwerkingsvormen;
 Spelvormen.
 Leg de kaartjes van de stapel “Technologie” hier bij.
 Bespreek na ongeveer 15 minuten de resultaten van de groepjes plenair.

17. Zijn er nog vragen?

18. http://www.slideshare.net/mdietzenbacher

19. Marc Dietzenbacher
https://www.linkedin.com/in/mdietzenbacher
http://mdietzenbacher.blogspot.nl/
m.dietzenbacher@gmail.com
https://plus.google.com/s/mdietzenbacher
https://twitter.com/mdietzenbacher/

20. Bedankt voor jullie aandacht!