1. Criteria eTwinning kwaliteitslabels en prijzen 2021
De minimumcriteria zijn:
Het project heeft een gemeenschappelijk doel en plan;
Het project is afgewerkt of zit in de laatste fase;
De indiener van het project leverde een duidelijke bijdrage aan het project;
Er is een vorm van samenwerking zichtbaar tussen de projectpartners;
De projectresultaten zijn zichtbaar voor de jury.
1. Pedagogische innovatie en creativiteit
De leerkrachten in het project hebben met hun leerlingen verschillende pedagogische
methoden uitgeprobeerd om hun doelstellingen tijdens het project te bereiken, zoals het
stellen van richtvragen aan de leerlingen voor onderzoek en analyse, het organiseren van
groepswerk, de leerlingen de mogelijkheid geven om de manieren te kiezen om informatie te
vinden en te tonen, enz. Afhankelijk van de context en de leeftijd van de leerlingen, enz.
moet de situatie zodanig zijn dat de leerlingen worden aangemoedigd om de belangrijkste
kracht in het project te worden, creatief, verantwoordelijk, autonoom en niet alleen in de
positie om de ideeën van de leerkracht uit te voeren.
1.a Leerdoelen vastleggen
ZWAK Er zijn geen leerdoelen gedefinieerd. 0
MATIG
Er zijn leerdoelen gedefinieerd. De doelen zijn vaag en de relatie met
het project is niet duidelijk.
1
GEMIDDELD
De leerdoelen zijn specifiek, ze zijn gerelateerd aan het thema en de
inhoud van het project.
2
GOED
De leerdoelen zijn specifiek en relevant. Er wordt rekening gehouden
met de context, het niveau van de leerlingen, de planning van het
project, en de tijd/middelen voor het project.
3
ZEER GOED
De leerdoelen zijn specifiek en relevant, en bovendien haalbaar. De
doelen stellen een haalbare uitdaging: ze zijn niet te moeilijk en niet te
gemakkelijk om te behalen en ze zijn tijdsgebonden in de
projectplanning.
4
UITSTEKEND
De leerdoelen zijn specifiek, relevant, haalbaar en tijdsgebonden. De
leerdoelen zijn ook meetbaar en er is een duidelijk evaluatieproces.
5
1.b Pedagogische aanpak en didactische ondersteuning
ZWAK Leerlingen doen niet mee in het project. 0
MATIG
Het project is gebaseerd op klassikale lessen waarbij de leerlingen
een passieve rol hebben. Leerlingen hebben geen autonomie en zijn
niet betrokken in het beslissingsproces. De leerkracht neemt alle
beslissingen en de eindproducten zijn beïnvloed of gemaakt door de
leerkracht. Bijvoorbeeld: studenten nemen beslissingen op enkele
specifieke momenten (stemmen voor een logo, bv). Er is een beperkt
aantal beslissingen door de leerlingen en leerlingen voeren geen
debat. De verwachte eindproducten zijn erg gestructureerd en
ontworpen door de leerkracht.
1
GEMIDDELD
De leerlingen voeren activiteiten uit die voorgesteld en ontworpen zijn
door de leerkracht en er is geen significante variatie in de
methodologie. De leerlingen hebben enkele mogelijkheden om met
2
2. elkaar in interactie te gaan (bv. informatie vergelijken, samenwerken
om een of meerdere uitkomsten te behalen).
GOED
Er is een significante variatie in de voorgestelde activiteiten en
methodologie/technieken waarbij leerlingen een actieve rol hebben in
het leerproces. Bijvoorbeeld; leerlingen kunnen beslissingen nemen
(bv. stemmen voor een logo) en voeren hierover discussies. De
leerlingen hebben een zekere vrijheid in het uitvoeren van de
eindproducten.
3
ZEER GOED
Er is een significante variatie in de voorgestelde activiteiten en
methodologie/technieken waarbij leerlingen interactief en
samenwerkend kunnen leren (informatieverzameling, vergelijkend
werk, probleemoplossend, samen producten creëren. etc.)
Bijvoorbeeld: leerlingen nemen beslissingen en uiten hun mening over
fundamentele aspecten van het project: projectthema, organisatie van
het projectwerk, activiteiten, eindproducten, ...
4
UITSTEKEND
Er is een significante variatie in de voorgestelde activiteiten gedurende
het hele project. Er is een optimale leeromgeving aanwezig waar een
combinatie van alle geschikte pedagogische methoden en technieken
wordt gebruikt waarbij de leerlingen een actieve rol spelen in hun
leerproces. De leerlingen nemen beslissingen en geven hun mening
over fundamentele aspecten van het project, hetzij in virtuele, hetzij in
niet-virtuele ruimtes. Bovendien worden de debatten die aan de
besluitvorming voorafgaan, georganiseerd en geformuleerd als
onderdeel van het project. Er is bewijs van deze debatten in forums,
chats of andere ruimtes. De pedagogische methodes en technieken
zijn bijzonder creatief of goed aangepast aan de omstandigheden ter
plaatse.
5
2. Integratie in het curriculum
Het projectwerk is gebaseerd op het schoolcurriculum en de syllabi. Het grootste deel van
het projectwerk dat door de leerlingen wordt uitgevoerd, wordt gedaan tijdens de schooltijd,
het project is niet alleen gebaseerd op het werk dat door de leerlingen thuis wordt gedaan.
Het project streeft er duidelijk naar om de competenties van de leerlingen te ontwikkelen
zoals vereist in de verschillende vakken. Het projectwerk is een integraal onderdeel van het
schoolwerk in sommige vakken.
2.a Integratie van het curriculum in één of meerdere vakken
ZWAK
Noch de projectbeschrijving, noch de aanvraag voor een
kwaliteitslabel, noch enig ander document heeft betrekking op
integratie van het curriculum in het project in een of meer vakken.
0
MATIG
De doelstellingen en de inhoud van het curriculum worden genoemd,
maar op een vage manier. De activiteiten hebben echter geen
betrekking op deze doelstellingen en inhoud.
1
GEMIDDELD
De doelstellingen en de inhoud van het curriculum worden genoemd,
maar er is geen duidelijk verband tussen deze doelstellingen en de
activiteiten in het project.
2
GOED
De activiteiten hebben duidelijk betrekking op de doelstellingen en de
inhoud van het leerplan, hoewel de referenties van het leerplan
misschien niet expliciet worden vermeld.
3
3. ZEER GOED
Het werk omvat doelstellingen en inhoud van het curriculum. Dit wordt
duidelijk en gedetailleerd beschreven in de projectbeschrijving, in de
aanvraag voor het kwaliteitslabel of in een ander document.
4
UITSTEKEND
Het werk omvat doelstellingen en inhoud van het curriculum. Dit wordt
duidelijk en grondig beschreven in een bepaald document. Daarnaast
is het project op de een of andere manier bedoeld als onderdeel van
het officiële onderwijsprogramma van de school of de klas.
5
2.b Multidisciplinaire aanpak
ZWAK
In het project komen geen multidisciplinaire elementen voor. Zo zijn
sommige inhoudelijke elementen van een tweede vakgebied
essentieel voor de ontwikkeling van het project, maar ze komen niet
aan bod.
0
MATIG
De introductie van multidisciplinaire elementen komt niet voor. Zo zijn
sommige inhouden van een tweede vak relevant voor de ontwikkeling
van het project, maar worden ze niet behandeld.
1
GEMIDDELD Enkele multidisciplinaire elementen worden geïntroduceerd. 2
GOED
Op basis van de doelstellingen van het project worden
multidisciplinaire elementen geïntroduceerd.
3
ZEER GOED
In het project worden verschillende vakgebieden op dezelfde school
behandeld. Deze multidisciplinaire aanpak komt tot uiting in de inhoud
en de doelstellingen van het project in het algemeen en in een aantal
activiteiten die worden opgezet. De eindproducten hebben betrekking
op verschillende kennisgebieden.
4
UITSTEKEND
In het project worden verschillende vakgebieden op dezelfde school
en op de partnerscholen behandeld. Deze multidisciplinaire aanpak
komt tot uiting in de inhoud en de doelstellingen van het project in het
algemeen en in een aanzienlijk aantal activiteiten of eindproducten
waarin verschillende kennisgebieden worden samengevoegd.
5
2.c Sleutelcompetenties en vaardigheden
ZWAK
Sleutelcompetenties worden niet vermeld of in verband gebracht met
het project.
0
MATIG
Sleutelcompetenties worden vermeld, maar er zijn geen tekenen van
een significant verband tussen deze competenties en de rest van het
project.
1
GEMIDDELD
Er is een verband tussen de sleutelcompetenties en de algemene
doelstellingen van het project, maar dit is onvoldoende beschreven.
2
GOED
Er is een duidelijk verband tussen de sleutelcompetenties en de
vaardigheden, de inhoud, de doelstellingen en de activiteiten, maar het
is niet per se expliciet.
3
ZEER GOED
Er is een duidelijk verband tussen sleutelcompetenties en
vaardigheden, de inhoud, de doelstellingen en de activiteiten. Deze
relatie wordt in detail beschreven, vooral in de belangrijkste
voorbeelden.
4
UITSTEKEND
Er is een duidelijk verband tussen sleutelcompetenties en
vaardigheden, de inhoud, de doelstellingen en de activiteiten. Deze
relatie wordt in detail beschreven, vooral in de belangrijkste
voorbeelden. Bovendien worden er evaluatiecriteria opgesteld om de
ontwikkeling van deze competenties te meten.
5
4. 3. Samenwerking tussen partnerscholen
Samenwerkingsactiviteiten gaan verder dan communicatie: de partners zijn niet alleen
ontvangers van informatie, maar ook teamleden, coauteurs en coproducenten.
Samenwerking betekent dat beide klassen de inbreng van hun partnerklas nodig hebben om
de activiteit te voltooien. Enkele voorbeelden van gezamenlijke eindproducten zijn: een krant,
een verslag, een gezamenlijke samenvatting van alle onderwerpen waaraan tijdens het
project is gewerkt, een verzameling brieven die over een bepaald thema zijn geschreven,
een kookboek, een gedichtenbundel, een fictief werk (detectiveverhaal, sprookje, tekenfilm,
film...), enz. Deze lijst is niet volledig, want er kunnen nog veel meer voorbeelden zijn.
Gemengde internationale teams zijn een zeer effectieve best practice voor samenwerking.
(kleine groep uit de ene klas + kleine groep uit een andere klas = gemengd internationaal
team).
3.a Strategieën voor de coördinatie tussen de leerkrachten
ZWAK
De coördinatie tussen de leerkrachten is niet verder gegaan dan het
akkoord met de projectbeschrijving.
0
MATIG
Er staan af en toe wel eens berichten van leerkrachten in het
projectdagboek, op het forum of in andere ruimtes, maar er is geen
sprake van interactie. Er is geen werkplan.
1
GEMIDDELD
Er staan af en toe wel eens berichten van leerkrachten in het
projectdagboek, op het forum of in andere ruimtes. Er is wel interactie
tussen de leerkrachten, maar die is niet bepaald relevant voor de
uitvoering van het project. Er is geen werkplan.
2
GOED
De leerkrachten gebruiken gemeenschappelijke ruimtes om
commentaar te geven op de ontwikkeling van het project (opdrachten
afwerken, materialen ontvangen, enz.), maar er is geen expliciet
gedetailleerd werkplan.
3
ZEER GOED
Er is een overeengekomen planning in de vorm van een kalender of
iets dergelijks en deze omvat, voor zover van toepassing, de
toewijzing van taken. Dit wordt gedeeld in een gemeenschappelijke
ruimte en het is mogelijk om dit plan te gebruiken om de feitelijke
ontwikkeling van het project te volgen.
4
UITSTEKEND
Het overeengekomen werkplan omvat monitoringvergaderingen
(virtueel of face-to-face) of andere coördinatieactiviteiten waarbij, voor
zover van toepassing, de herziening en aanpassing van de
oorspronkelijke aanpak wordt geregeld.
5
3.b Strategieën voor samenwerking tussen leerlingen
ZWAK
Er zijn geen samenwerkingsactiviteiten gepland. Er is geen
communicatie of interactie tussen de leerlingen. Samenwerking en
andere besluitvormingsactiviteiten kunnen op het niveau van de eigen
klas hebben plaatsgevonden onder de leerlingen, maar niet met de
partnerscholen.
0
MATIG
De activiteiten worden parallel georganiseerd; er is geen verbinding
tussen groepen leerlingen van verschillende scholen, maar de
producten van de leerlingen zijn wel beschikbaar voor alle andere
scholen.
1
GEMIDDELD
Groepen van dezelfde school werken parallel, maar ze zien de
eindproducten van de groepen van andere scholen. Er zijn interacties
2
5. tussen de leerlingen (chats, videoconferenties, forumdiscussies...),
maar ze zijn niet gerelateerd aan de kernactiviteiten van het project.
GOED
Groepen van dezelfde school werken bijna altijd parallel, maar er is af
en toe contact met andere scholen. Ze zien het werkproces van
andere groepen en er vindt een uitwisseling van informatie en ideeën
plaats. Er is interactie tussen de leerlingen met betrekking tot de
producten van hun partners.
3
ZEER GOED
Groepen of leerlingen van verschillende scholen werken aan een
gemeenschappelijk product, maar ze doen het op een sequentiële of
onafhankelijke manier; de taken worden duidelijk toegewezen per land
/ partnerschool, maar er is discussie en overeenstemming over de
inhoud, het formaat en de presentatie van het werk.
4
UITSTEKEND
Sommige of alle activiteiten worden zo georganiseerd dat leerlingen
van verschillende scholen/nationaliteiten debatteren, compromissen
sluiten en werken aan het bereiken van een gemeenschappelijk doel.
5
3.c Gezamenlijke producten creëren
ZWAK
Er is geen verband tussen de producten die in de verschillende
scholen worden gemaakt.
0
MATIG
Er zijn aanzienlijke en onredelijke verschillen tussen de producten van
de verschillende scholen.
1
GEMIDDELD
Schoolproducten zijn volledig onafhankelijk van elkaar. Toch zijn ze
qua vorm en inhoud met elkaar verbonden. Als er verschillen zijn,
worden deze in het projectplan toegelicht.
2
GOED
Uit de producten blijkt een zekere mate van coördinatie tussen
groepen in verschillende scholen; zo wordt bijvoorbeeld een stukje
informatie dat in een bepaalde school is geproduceerd, gebruikt om
het product of de activiteit van een andere school te ontwikkelen, of
zijn de producten van verschillende scholen complementair. Ook al
zijn het afzonderlijke eenheden, de eindproducten van dezelfde
activiteit vertonen samenhang.
3
ZEER GOED
Sommige producten zijn het resultaat van bijdragen van groepen of
leerlingen van verschillende scholen. De producten van de ene school
worden geïntegreerd in het werk van een andere school of ze worden
gebruikt als een middel om de taken van de partner te voltooien (zoals
het "reisboek") of om de ontvangen informatie te verwerken. Hierdoor
kan geen enkele groep of leerling als enige auteur van de producten
worden beschouwd.
4
UITSTEKEND
Sommige producten zijn het resultaat van de samenwerking tussen
leerlingen van verschillende partnerscholen, waarbij individuele
bijdragen met elkaar verweven zijn.
5
4. Gebruik van ICT
Technologie kan een meerwaarde aan het project bieden. ICT-hulpmiddelen moeten zodanig
worden gebruikt dat zij het succes van de pedagogische doelstellingen van het project
waarborgen en een verantwoord gebruik van de technologie laten zien. Dit criterium beoogt
een goede toepassing van technologie als een facilitator van authentieke interactie en
samenwerking tussen de projectpartners, maar ook van het creëren van inhoud. De
integratie van ICT-tools biedt mogelijkheden om zowel digitale vaardigheden als digitale
burgerschapscompetenties op te bouwen. Er wordt rekening gehouden met alle aspecten die
verband houden met privacy en veiligheid en de partners maken gebruik van materiaal en
6. middelen die vrij zijn van auteursrechten.
4.a De keuze en het gebruik van ICT (alle digitale technologische tools)
ZWAK Er wordt geen gebruik gemaakt van ICT in het project 0
MATIG ICT wordt in het project gebruikt, maar vooral door de leerkrachten. 1
GEMIDDELD
De leerlingen gebruikten ICT om basisvaardigheden te leren en te
oefenen, maar het gebruik van ICT ondersteunt of demonstreert de
kennisopbouw niet.
2
GOED
De leerlingen gebruiken ICT om basisvaardigheden te leren en te
oefenen. De keuze van de ICT-tools en de mate van begeleiding door
de leerkrachten zijn afgestemd op de leeftijd van de leerlingen en
geschikt voor de specifieke activiteiten.
3
ZEER GOED
De leerlingen gebruiken ICT om de kennisopbouw te ondersteunen en
passen hun kennis toe in een nieuwe context. De leerlingen hebben
wel degelijk een ICT-product gebouwd of actief deelgenomen aan de
bouw ervan, met de nodige begeleiding door de leerkrachten.
4
UITSTEKEND
De leerlingen gebruiken ICT om de kennisopbouw te ondersteunen en
nemen actief deel aan de opbouw van een digitaal product. Naast het
feit dat de hulpmiddelen en de bemiddeling van de leerkracht gepast
zijn, is één van de volgende factoren aanwezig:
a. Er is een opvallend creatief gebruik van tools.
b. Er wordt gebruik gemaakt van alternatieve tools voor hetzelfde
product.
c. De leerlingen worden betrokken bij het voorstellen en kiezen van de
tools.
d. De leerlingen krijgen tutorials en gidsen om hen te helpen de tools
te leren kennen en onafhankelijker te worden bij het gebruik ervan.
e. De leerlingen gebruiken de tools autonoom
5
4.b Beheer van de werkruimte (TwinSpace of gelijkaardig)
ZWAK
Er wordt geen werkruimte gebruikt die door de leerkrachten wordt
beheerd en die het beheer, de communicatie en de publicatie van de
leden mogelijk maakt, zoals de TwinSpace of iets dergelijks.
0
MATIG
Er wordt gebruik gemaakt van een werkruimte, maar alleen
leerkrachten hebben er toegang toe.
1
GEMIDDELD
De leerlingen (met de nodige begeleiding van de leerkrachten) en de
leerkrachten hebben toegang tot de werkruimte. De secties voor
communicatie, posten, archivering, etc. worden niet goed gebruikt en
de ontwikkeling van het project is niet te volgen.
2
GOED
Alle deelnemers hebben toegang tot de werkruimte. Een effectief
gebruik van de verschillende secties valt op en de manier waarop de
werkruimte is georganiseerd maakt het project over het algemeen
gemakkelijk te volgen.
3
ZEER GOED
Alle deelnemers hebben toegang tot de werkruimte. De secties
worden efficiënt gebruikt en ze zijn zodanig georganiseerd dat het
project gemakkelijk te volgen is; ook kunnen de bezoekers op deze
manier gemakkelijk door de verschillende activiteiten en resultaten
bladeren wanneer ze een bepaalde sectie willen bezoeken.
4
UITSTEKEND
Alle deelnemers hebben toegang tot de werkruimte. De secties
worden efficiënt gebruikt en ze zijn zodanig georganiseerd dat het
project gemakkelijk te volgen is; ook kunnen de bezoekers op deze
5
7. manier gemakkelijk door de verschillende activiteiten en resultaten
bladeren wanneer ze een bepaalde sectie willen bezoeken. Bovendien
is er een correct beheer van de verschillende gebruikers: leerkrachten,
leerlingen, beheerders, uitnodigingen aan gezinnen, management en
expertteams, enz.
4.c GDPR en auteursrechtelijke kwesties
ZWAK
In sommige gevallen is een onmiddellijke beëindiging van de
betrokken secties raadzaam. Bijvoorbeeld:
- Persoonlijke informatie en beelden met betrekking tot minderjarigen
worden in de openbare ruimte weergegeven
- Ongepast gedrag is toegestaan
- Er is sprake van een ernstige inbreuk op de wettelijke voorschriften
inzake het auteursrecht
0
MATIG
Er zijn ten minste twee van de volgende omstandigheden aanwezig:
a. Herkenbare beelden van minderjarige leerlingen met hun
persoonlijke gegevens (namen, voorkeuren, enz.) worden in openbare
gedeelten weergegeven.
b. Het gebruik van persoonlijke communicatiekanalen als onderdeel
van het project wordt bevorderd: e-mail en social media en messenger
accounts
c. Er is ongepast gedrag dat niet wordt gecorrigeerd.
d. Het werk wordt uitgevoerd in een omgeving waarin de leerlingen
worden blootgesteld aan ongewenste invloeden van buitenaf, zoals
publiciteit, commentaar van derden, enz.
e. Een deel van het gebruikte materiaal (video's, afbeeldingen, muziek,
teksten, etc.) is onderhevig aan auteursrechtlicenties die niet worden
nageleefd of afkomstig zijn van bronnen die niet worden geciteerd.
1
GEMIDDELD
Een van de volgende omstandigheden is aanwezig:
a. Herkenbare beelden van minderjarige leerlingen met hun
persoonlijke gegevens (namen, voorkeuren, enz.) worden in openbare
gedeelten weergegeven.
b. Het gebruik van persoonlijke communicatiekanalen als onderdeel
van het project wordt bevorderd: e-mail en social media en messenger
accounts
c. Er is ongepast gedrag dat niet wordt gecorrigeerd.
d. Het werk wordt uitgevoerd in een omgeving waarin de leerlingen
worden blootgesteld aan ongewenste invloeden van buitenaf, zoals
publiciteit, commentaar van derden, enz.
e. Een deel van het gebruikte materiaal (video's, afbeeldingen, muziek,
teksten, etc.) is onderhevig aan auteursrechtlicenties die niet worden
nageleefd of afkomstig zijn van bronnen die niet worden geciteerd.
2
GOED
Het project levert geen grote problemen op met betrekking tot privacy
en veiligheid of auteursrechten. Er worden echter geen proactieve
acties ondernomen, zoals een gedragscode, richtlijnen,
auteursrechtenvrije middelen...
3
ZEER GOED
Alle problemen met betrekking tot privacy en veiligheid worden op een
passende manier opgelost; er wordt voldoende onderscheid gemaakt
tussen inhoud die openbaar kan worden gemaakt en inhoud die privé
moet blijven. Er wordt voldaan aan de licentievoorwaarden met
betrekking tot de gebruikte materialen.
4
8. UITSTEKEND
Alle problemen met betrekking tot privacy en veiligheid worden op een
passende manier opgelost; er wordt voldoende onderscheid gemaakt
tussen inhoud die openbaar kan worden gemaakt en inhoud die privé
moet blijven. Bovendien worden duidelijke en specifieke gedragsregels
en -normen opgesteld voor leerkrachten en leerlingen.
De licentievoorwaarden met betrekking tot al het gebruikte materiaal
worden nageleefd. Bronnen van auteursrechtelijk beschermd of gratis
licentiemateriaal worden mogelijks aangeboden, samen met duidelijke
en specifieke instructies voor het gebruik van dat materiaal.
5
5. Resultaten, impact en documentatie
De resultaten en de impact van een eTwinning-project moeten worden gedocumenteerd,
zodat de resultaten en de organisatie van het project kunnen worden aangetoond. Projecten
van hoge kwaliteit blinken uit in een volledig en transparant overzicht van alle elementen van
het project, zodat zowel de projectpartners als andere geïnteresseerden ervan kunnen leren.
De documentatie omvat zowel zichtbare, tastbare resultaten als de minder zichtbare impact
op de deelnemers. Zichtbare resultaten omvatten: projectresultaten zoals gemaakte
producten, zowel digitaal als niet-digitaal; de activiteiten en de betrokkenheid van leerlingen,
zowel in de klas als online (TwinSpace); projectdocumentatie (planning, evaluatie & reflectie,
feedback etc.) . Hoogwaardige eTwinning-projecten hebben ook een positieve impact: op de
vaardigheden van leerkrachten; op de vaardigheden en kennis van leerlingen; op het sociale
gedrag en de persoonlijkheid van leerkrachten en leerlingen; op andere belanghebbenden
en op een bredere gemeenschap. Het onzichtbare deel kan alleen indirect worden
geëvalueerd door de projectdocumentatie te lezen en te vergelijken met het zichtbare deel.
5.a Realisatie van de doelstellingen
ZWAK
Er is geen nauw verband tussen de doelstellingen en de aanpak en
activiteiten van het project.
0
MATIG
Het project is zo opgezet dat het de deelnemers in staat stelt hun
doelstellingen te bereiken; dit is echter niet gebeurd vanwege
tekortkomingen in de implementatie en uitvoering van het project.
1
GEMIDDELD
Sommige van de doelstellingen worden bereikt en sommige van de
verwachte eindproducten worden gecreëerd, maar de verwachtingen
worden niet ingelost.
2
GOED
Er kan worden gesteld dat de doelstellingen in het algemeen worden
bereikt en dat de verwachte eindproducten worden gecreëerd. Er is
hierover echter geen expliciete evaluatie.
3
ZEER GOED
In de meeste gevallen worden de doelstellingen en de verwachte
eindproducten bereikt. De mate waarin elk van de doelstellingen en
eindproducten is bereikt, is goed gedocumenteerd en op
gestructureerde wijze toegelicht.
4
9. UITSTEKEND
Alle doelstellingen en verwachte eindproducten worden bereikt. De
mate van realisatie van elk van de doelstellingen en eindproducten is
goed gedocumenteerd en op gestructureerde wijze toegelicht.
5
5.b Projectevaluatie
ZWAK Er wordt geen enkele vorm van evaluatie uitgevoerd. 0
MATIG
Er zijn enkele algemene opmerkingen op het aanvraagformulier voor
het kwaliteitslabel of op een gelijkaardig document.
1
GEMIDDELD
Er wordt een enquête voor leerkrachten of leerlingen voorzien, of er is
een beschrijving van een evaluatieplan, maar de resultaten ervan zijn
niet zichtbaar.
2
GOED
Er wordt een enquête gehouden voor leerkrachten en leerlingen, of er
is een beschrijving van een evaluatieplan. De resultaten zijn zichtbaar,
maar zijn niet geanalyseerd.
3
ZEER GOED De resultaten van de evaluatie worden geanalyseerd en besproken. 4
UITSTEKEND
De resultaten van de evaluatie worden geanalyseerd en besproken.
Bovendien is er sprake van een toegevoegde waarde als een van de
volgende factoren aanwezig is:
a. De evaluatie en de daaropvolgende analyse wordt uitgebreid naar
andere leden van de onderwijsgemeenschap, zoals gezinnen, ook al
hebben zij geen leidende rol in het project gehad.
b. De evaluatie richt zich niet alleen op de mening van de deelnemers,
maar ook op de impact die het project heeft gehad op andere
gebieden, zoals andere schoolvakken, het schoolleven, etc.
5
5.c Disseminatie en impact
ZWAK
De leerkrachten zijn de enige die zich bewust zijn van het feit dat ze
betrokken zijn bij het project.
0
MATIG
De leerkrachten en de leerlingen zijn zich bewust van hun
betrokkenheid bij het project, maar er is geen moeite gedaan om de
rest van de onderwijsgemeenschap hierover te informeren.
1
GEMIDDELD
Sommige producten van het project, zoals posters, grafieken, brieven,
enz. worden in het klaslokaal tentoongesteld. Er wordt duidelijk op
gewezen dat ze het resultaat zijn van een eTwinning-project.
2
GOED
Een van de volgende factoren is van toepassing:
a. Informatie over het project wordt verstrekt tijdens
personeelsvergaderingen, vakgroepvergaderingen of dergelijke.
b. Sommige projectproducten worden in gemeenschappelijke
3
10. schoolruimtes getoond en worden gepresenteerd als de resultaten van
een eTwinning-project.
c. De gezinnen van de leerlingen worden geïnformeerd. d. Het
materiaal dat openbaar wordt gemaakt, geeft een nauwkeurig
overzicht van de projectontwikkeling.
ZEER GOED
Er zijn ten minste twee van de volgende factoren van toepassing:
a. Informatie over het project wordt verstrekt tijdens
personeelsvergaderingen, vakgroepvergaderingen of dergelijke.
b. Sommige projectproducten worden in gemeenschappelijke
schoolruimtes getoond en worden gepresenteerd als de resultaten van
een eTwinning-project.
c. De gezinnen van de leerlingen worden geïnformeerd. d. Het
materiaal dat openbaar wordt gemaakt, geeft een nauwkeurig
overzicht van de projectontwikkeling.
4
UITSTEKEND
Naast het informeren van de onderwijsgemeenschap zoals vermeld in
sectie 4, gaat de disseminatie van het project verder dan deze
omgeving; de disseminatie-activiteiten maken altijd duidelijk dat het
project een eTwinning-project is. De verspreiding omvat aanwezigheid
in de media, het gebruik van het project als onderdeel van
opleidingsactiviteiten voor leerkrachten van andere scholen, het
aanvragen van andere prijzen, het betrekken van lokale instellingen bij
het project, enz.
5