23. Facebook: het algoritme
Interest: hoeveel interactie is er tussen de volger en de pagina in kwestie?
Post performance: hoe meer interacties op een post ontstaan, hoe meer visibiliteit
Past Page Performance: hoe beter je pagina in het verleden presteerde, hoe meer visibiliteit
Type of content: video scoort beter dan foto, link en tekst
Recency: een recente post maakt meer kans dan een oude post
29. Instagram
Gestart in 2010, intussen gekocht door Facebook
1 miljard actieve gebruikers (3x zo groot als Twitter!)
+70% jongeren (16-24) zit op Instagram
Ideaal om tieners, studenten en prille dertigers mee te bereiken
WAAROM? Interageren met andere gebruikers!
30. Instagram
Interest: sluit de post thematisch aan bij de interesses van je volgers?
Timeliness: post je op een moment dat je volgers actief zijn op Instagram?
Relationship: hoe vaak hebben beide accounts contact? (views, interacties, messages…)
Frequency: hoe vaak checken je volgers hun account?
Following: hoeveel accounts volgen je volgers nog allemaal?
Usage: Gaan je volgers snel even checken of lang door Instagram scrollen?
32. Instagram
• Altijd meteen (Insta-gram)
• Je volgt anderen (niet wederzijds zoals Facebook)
• Je profiel kan openbaar of enkel voor volgers
• Andere gebruikers taggen; ook privé-berichten
•Doorposten op Facebook is mogelijk, maar: doe het niet te vaak en
pas je aan aan het medium
• HasHashtags beïnvloeden het algoritme!
• Populairste hashtags? http://top-hashtags.com/instagram/
41. LINKEDIN
450 miljoen gebruikers wereldwijd
3 miljoen gebruikers en 30.000 Belgische bedrijven in België
21% van de Vlamingen heeft actieve account
WAAROM? Netwerken, aanwezig zijn, jobs posten
42. Anatomie van LinkedIn
• LinkedIn-profiel = persoonlijk
• LinkedIn-Company page = externe communicatie vanuit je
organisatie
• LinkedIn-groep = discussiegroepen per sector/thema of voor
interne communicatie
• Jobs: vacatures uit jouw sector
• Netwerk: connecties toevoegen
45. Update je LinkedIn-profiel
• Intro: maak een concrete en aantrekkelijke koptekst die zegt
wie je bent (ook al ben je nog student) => de eerste 300
tekens (op desktop) of 165 tekens (op mobiel) worden
weergegeven
• Maak een korte en krachtige samenvatting
• Gebruik een professionele (maar vriendelijke) en recente foto
• Stel ook een achtergrond in!
• Netwerk => ‘people you may know’, dus niet alleen vrienden
(zoals op Facebook)
• Doorklikken via connecties en zo nieuwe mensen zoeken
• Connecteren mag ook als je elkaar niet kent maar elkaar van
dienst kan zijn! Dat is een verschil met andere sociale media.
46. Aanvullen van je profiel
• Werkervaring: deel relevante werkervaring, ook
vrijwilligerswerk of projecten waar je aan meewerkte
• Omschrijf ook telkens je functie daar,
eventueel met concrete resultaten
• Opleiding: deel relevante studies + omschrijving
Link telkens aan de company-page
van de school waar je studeerde
49. Twitter
• 320 miljoen actieve gebruikers wereldwijd
• 18% van de Vlamingen heeft actieve account
• Actua: je mening delen, gedacht zeggen, discussiëren
• Vooral politici, BV’s, marketeers, journalisten
WAAROM? pers, tijdens events, om op de hoogte te zijn
50. EEN BEETJE TERMINOLOGIETWITTERTERMINOLOGIE
VOLGERS
Geen ‘vrienden’ dus! Niet wederzijds!
TWEET
Een twitterberichtje (mening/link) delen
RETWEETEN
Een tweet van iemand anders delen
CITEREN
Een tweet delen met commentaar erbij
REPLY
Antwoorden op
MENTION
Een andere gebruiker vermelden
FAVORITE
Een tweet van een ander ‘liken’
52. Hoe hashtags inzetten?
• Gebruik altijd hashtags (1-2)
• Zet niet bij elk woord een hashtag
• Mee discussiëren met belangrijke hashtags
• Een hashtag kan niet uit alleen cijfers bestaan
• Gebruik geen lange hashtags …
53. Tweets opmaken
• Vroeger 140
lettertekens, nu 280
• Vermijd afkortingen
(behalve cijfers)
• Maak geen
opeenvolgende
berichten, genre (1/2)
en (2/2)
61. Voor alle sociale media geldt: ‘content is king’
Een pagina/profiel/account bouw je op door consequent inhoud te brengen
Dat betekent: eigen verhalen, posts uit je sector,
afgewisseld met bredere content (campagnes, opinies, nieuws)
62. Soorten berichten
3 types berichten:
- Ego-content (1/3)
= je eigen ‘boetiek’: nieuws, evenementen, actua, …
- Sectorcontent (1/3)
= nieuws, evenementen, good cases, inspirerende
voorbeelden, tips, … uit jouw sector
- ‘Vind ik leuk’-berichten (1/3)
= content binnen het thema: actualiteit, filmpjes, artikels
71. BEDANKT!
Stuur je vragen naar
christophe@ilikemedia.be
Deze presentatie vind je ook op
www.slideshare.net/ilikemedia
Abonneer je op onze nieuwsbrief
www.ilikemedia.be/nieuwsbrief
En … volg ons op Facebook en
Instagram