3. Omstandereffect
Bereidheid tot helpen kleiner naarmate er
meer omstanders zijn
Spreiding van verantwoordelijkheid
Hoe omstanders activeren?
4. Groepssocialisatie
In meer permanente groepen
Socialisatieproces in vier stappen :
-voorbereidende stap
-categorisatie
-compartementalisatie
-integratie
5. Leiders en volgers
Gaat om sociale uitwisseling
Taakgericht en relatiegericht leiden
Vier leiderschapsstijlen : laag/hoog
Hangt af van motivatie en competentie van
groepsleden
7. Man of vrouw als leider?
Rolcongruentietheorie
Vrouwen : glazen plafond en Queen bee
Voorkeur voor vrouw : verandering,
competitie, vrede, crisis
8. Groepsprestaties
Prestaties van groepsleden afhankelijk van
motivatie : extrinsiek/intrinsiek
Social loafing : minder best doen in groep
omdat individuele bijdrage aan groepsproduct
niet zichtbaar of duidelijk is
9. Sociale facilitatie
Prestaties van individuele groepsleden
verbeteren omdat ze deel uitmaken van groep
of door aanwezigheid van anderen
Simpele of complexe taak
11. Besluitvorming in groepen
Voor - en nadelen van unanimiteit
Groupthink: streven naar consensus is
belangrijker dan streven naar oplossing
Hoe vermijden van groupthink?
13. Beslissingen uitgevoerd?
Distributieve rechtvaardigheid : uitkomsten
van besluit, iets te verdelen
Procedurele rechtvaardigheid : hoe besluit
genomen?
Sociale uitwisseling en balans van geven en
nemen
Relatieve deprivatie
14. Competitie
Status en sociometrische analyse
N-effect en beloning
Doeloriëntaties : performance approach en
avoidance en mastery approach en avoidance
15. Groepssamenstelling
Homogeen versus divers
Bevorderen van functioneren van divers team
:-perspectief;
-mastery approach
-heldere en gedeelde doelen
-positieve att. tegenover diversiteit
-transformationele teamleider
16. Psychologische processen
tussen groepen
Zelfcategorisatie
5 waardedimensies waarop culturen
verschillen :
-grote vs kleine machtsafstand
-hoge vs. lage onzekerheidsvermijding
-collectivisme vs individualisme
-masculiniteit vs. femininiteit
-lange vs. kortetermijngerichtheid
17. Agressie tussen groepen
In en outgroup
KARMAA-model : altruïsme en agressie
Agressie vermindert door iets
gemeenschappelijks
21. Hercategoriseren
Common ingroup identity model
Samen deel van grotere, overkoepelende
groep
Leden van outgoup als individu of als lid van
specifieke sociale categorie zien