9. Leerdoelen formuleren 1:
Schrijf op wat je graag zou willen leren, of
waarin je je wilt ontwikkelen.
Wat zijn er nu voor vragen?
Waar loop je tegenaan?
Waar zie je uitdagingen/kansen?
11. Wat voor instructeur wil ik
zijn?
• Van wie heb ik veel geleerd?
• Waardoor kwam dat?
• Woordspin maken.
• In tweetallen elkaar bevragen:
• Wat deed iemand? Wat zag je? Wat
hoorde je?
• Trek hieruit conclusies.
12. Leerdoelen formuleren 2.
Schrijf nu opnieuw leerdoelen op, aan de
hand van de conclusies uit de woordspin
en het startassessment.
Vergelijk met eerdere leerdoelen.
Welke geven meer handvatten voor de
beroepsproducten?
14. • Waarom POP?
• Leren start in de praktijk.
• Reflectie op die praktijk leidt tot aantal
vragen
• Deze vragen zijn sturend in leren.
• Spiegeling aan competenties.
15. Nut van POP
•Om het proces van een concrete beroepssituatie naar een
verandering in het eigen handelen inzichtelijk te maken
voor jou en je begeleider, maken we gebruik van POP’s.
•In een POP staan leervragen, te realiseren competenties en
indicatoren, activiteiten, wie / wat je nodig hebt en de output
overzichtelijk naast elkaar.
•Hierdoor krijg je in- en overzicht op het te doorlopen proces
en of je in staat bent om te reflecteren en jezelf te
beoordelen.
16. Persoonlijk ontwikkelings
plan
• ‘Wie ben ik?’, ‘Wat kan ik al?’, ‘Waar pas ik?’, ‘Wat wil
ik?’, ‘Wat moet ik nog doen?’
• In een POP formuleer je persoonlijke leerdoelen.
• T.a.v. bekwaamheidseisen voor de instructeurs maar
ook eigen wensen/ doelen
• Welke zaken wil je bijvoorbeeld extra aandacht wilt
geven of verder ontwikkelen?
17. Persoonlijk Activiteiten Plan
• Het Persoonlijk Activiteiten Plan is de vervolgstap
van het POP.
• In het POP heb je beschreven WAT je nog wilt
leren, of wat je nog verder wilt ontwikkelen.
• Het PAP is het Actie Plan, dus: wat je gaat DOEN
om je leerdoelen te bereiken, dit zijn de
beroepsproducten.
• Wat heb ik hierbij nodig? Wie heb ik nodig?
18. Waaruit bestaat het
POP/PAP?
• Wie ben ik? Intake formulier uitgebreid.
• Waar sta ik? Startassessment en conclusies.
• Waar wil ik naar toe?
Woordspin en conclusies.
Leerdoelen, met achtergrond
• Hoe kom ik daar?
Welke beroepsproducten horen hierbij?
• Hoe evalueer ik? Portfolio
20. Opdracht:
• Kijk in tweetallen naar je leervragen/leerdoelen. ( 2 x 30 min.)
• Wat vind je van de leervragen die worden gesteld?
• Welke leervragen vind je goed? En waarom?
• Welke leervragen vind je minder goed? En waarom?
• Komt in de leervragen terug:
– dat je je handelen in de praktijk wilt verbeteren?
– dat je je handelen laat inspireren door de theorie?
Zie je voldoende mogelijkheden voor uitwerking naar de
beroepsproducten? M.a.w.: is het concreet genoeg?
21. Opleidingsgids
Bespreken:
•– vragen over de studiegids ?
•-- Versnellen
•– toelichting pop/pap blz. 45
•– toelichting beroepsproducten vanaf blz.24
•– logboek blz. 64
•– gebruik andere documenten
•– lesopnames blz. 23 onderaan
•-- Coachverklaring op blz 32