2. Waarom Leven Lang Leren?
• Steeds meer nieuwe competenties nodig.
• Beroepsbevolking krimpt:
productiviteitsverhoging vereist
gekwalificeerde mensen.
• Vergrijzing heeft negatief effect op
competenties.
• Veel mensen met onvoldoende scholing.
3. Veel mensen met onvoldoende scholing
• Jaarlijks 50.000 leerlingen zonder
startkwalificatie.
• 2008: 1,1 miljoen laaggeletterden tussen de
16 en 64 jaar, waarvan 2/3 autochtoon
(tendens toenemend).
• Van de Brabantse beroepsbevolking is
kwart (286.000) laaggeschoold, waarvan
slechts 34.000 nww.
4. LLL doelen
• KIA: in 2016 neemt 35% van de
beroepsbevolking deel aan scholing.
• Stand van zaken 2007:
17,1% NL;
16,5% Brabant.
6. Deelnemers aan postinitieel onderwijs
•
•
•
•
•
•
Jong meer dan oud 42%-29%.
Vast contract meer dan flex 38%-21%.
Grote bedrijven meer dan kleine 40%-28%.
Overheid meer dan marktsector 55%- (23% - 44%).
Hoogopgeleid meer dan laagopgeleid 51%-16%.
Opleidingsniveau meest bepalende factor.
7. Hoe leren laagopgeleiden?
• Duidelijk verband tussen leren en werken.
• Praktisch.
• Onder begeleiding van vakmensen
experimenteren en oefenen.
• Aansluiten op competenties.
• Begeleiding én zelfsturing.
• Behapbare stukken in tijd en omvang.
9. Wat kan de werkgever doen?
• Bewustmaken belang van leren.
• Leren stimuleren en/of verplichten.
• Leercultuur versterken: loopbaan en scholing
gespreksonderwerp, scholing zichtbaar en
normaal maken, leerambassadeurs instellen.
• Leren op de werkplek organiseren.
• Niet alleen functiegericht scholen, ook
basisvaardigheden.
• Leren belonen.
• Richt open leercentrum in.
10. Wat heeft de werkgever eraan?
• 10% meer investeren in
bedrijfsopleidingen leidt tot tussen de 0,7
en 73% productiviteitstoename
• Onvoldoende competenties leiden tot rem
op innovatiekracht
• Bij laagopgeleiden beter interne
inzetbaarheid (hoger opgeleiden trekken
vaker naar andere werkgever)
• Beter werkklimaat, tevreden werknemers