Waar kies je voor? KerkNoordwolde voorganger de Lange
Wie is de ware God?
1. Voorganger: Ds. HuitemaVoorganger: Ds. Huitema
Organist: Dhr. de HarderOrganist: Dhr. de Harder
Thema: “Wie is de ware God?”Thema: “Wie is de ware God?”
2. Zingen voor de dienst:Zingen voor de dienst:
Gez. 295: 1,3 en 5Gez. 295: 1,3 en 5
3. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
4. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
5. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
6. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
7. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
8. Aan de deur van ‘s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661
9. Welkom en mededelingenWelkom en mededelingen
Voorganger: Ds. HuitemaVoorganger: Ds. Huitema
Organist: Dhr. de HarderOrganist: Dhr. de Harder
Thema: “Wie is de ware God?”Thema: “Wie is de ware God?”
18. Ere zij de Vader en de ZoonEre zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,En de Heilige Geest,
Als in den beginne,Als in den beginne,
nu en immer,nu en immer,
En van eeuwigheidEn van eeuwigheid
tot eeuwigheid.tot eeuwigheid.
Amen.Amen.
25. Opwekkingen tot geestelijk levenOpwekkingen tot geestelijk leven
12 En wij vragen u, broeders,12 En wij vragen u, broeders,
hen te erkennen die onder uhen te erkennen die onder u
arbeiden, u leiding geven in dearbeiden, u leiding geven in de
Heere en u terechtwijzen,Heere en u terechtwijzen,
26. 13 en hen uitermate hoog te achten13 en hen uitermate hoog te achten
in liefde, om hun werk. Leef in vredein liefde, om hun werk. Leef in vrede
met elkaar.met elkaar.
14 En wij roepen u ertoe op,14 En wij roepen u ertoe op,
broeders, hen die ordeloos levenbroeders, hen die ordeloos leven
terecht te wijzen, de moedelozen teterecht te wijzen, de moedelozen te
bemoedigen, de zwakken tebemoedigen, de zwakken te
ondersteunen, en met allen geduldondersteunen, en met allen geduld
te hebben.te hebben.
27. 15 Pas op dat niemand een15 Pas op dat niemand een
ander kwaad met kwaadander kwaad met kwaad
vergeldt, maar jaag altijd hetvergeldt, maar jaag altijd het
goede na, én voor elkaargoede na, én voor elkaar
én voor allen.én voor allen.
16 Verblijd u altijd.16 Verblijd u altijd.
17 Bid zonder ophouden.17 Bid zonder ophouden.
28. 18 Dank18 Dank GodGod in alles. Want dit isin alles. Want dit is
de wil van God in Christus Jezusde wil van God in Christus Jezus
voor u.voor u.
19 Blus de Geest niet uit.19 Blus de Geest niet uit.
20 Veracht de profetieën niet.20 Veracht de profetieën niet.
29. 21 Beproef alle dingen, behoud21 Beproef alle dingen, behoud
het goede.het goede.
22 Onthoud u van elke vorm van22 Onthoud u van elke vorm van
kwaad.kwaad.
30. 23 En moge de God van de vrede23 En moge de God van de vrede
Zelf u geheel en al heiligen, enZelf u geheel en al heiligen, en
mogen uw geheel oprechte geest,mogen uw geheel oprechte geest,
de ziel en het lichaam onberispelijkde ziel en het lichaam onberispelijk
bewaard worden bij de komst vanbewaard worden bij de komst van
onze Heere Jezus Christus.onze Heere Jezus Christus.
24 Hij Die u roept, is getrouw:24 Hij Die u roept, is getrouw:
Hij zal het ook doen.Hij zal het ook doen.
44. 25 Daarna zeide Elia tot
de profeten van de Baäl: Kiest
voor u de ene stier uit en bereidt
hem eerst, want gij zijt met
zovelen. Roept dan de naam van
uw god aan, maar brengt geen
vuur daarbij.
45. 26 Toen namen zij de stier die hij
hun gaf, bereidden hem, riepen van
de morgen tot de middag de naam
van de Baäl aan en zeiden: Baäl,
antwoord ons!
Maar er kwam geen geluid en
niemand gaf antwoord. Daarbij
hinkten zij om het altaar dat zij
gemaakt hadden.
46. 27 Toen het middag was
geworden, begon Elia hen te
bespotten en zeide: Roept luider,
want hij is immers een god.
Hij is zeker in gepeins,
of hij heeft zich afgezonderd,
of hij is op reis; misschien slaapt
hij en moet wakker worden.
47. 28 Toen riepen zij luider en
maakten zich naar hun gewoonte
insnijdingen
met zwaarden en speren, totdat
zij dropen van bloed.
48. 29 En zodra de middag voorbij
was, tot tegen het brengen van
het avondoffer, geraakten zij in
geestvervoering, maar er kwam
geen geluid, en niemand gaf
antwoord, of sloeg er acht op.
49. 30 Toen zeide Elia tot het gehele
volk: Nadert tot mij. En het
gehele volk naderde tot hem.
Daarop herstelde hij
het altaar des Heren, dat
omvergehaald was.
50. 31 Elia nam twaalf stenen naar het
getal van de stammen der zonen
van Jakob, tot wie het woord
des Heren gekomen was: Israël zal
uw naam zijn.
32 Hij bouwde met de stenen
een altaar in de naam des Heren, en
maakte rondom het altaar een
groeve ter wijdte van twee maten
zaad.
51. 33 Hij schikte het hout, hieuw de
stier aan stukken en legde die op
het hout.
34 Toen zeide hij: Vult
vier kruiken met water en giet ze
uit over het brandoffer en over
het hout.
52. Daarna zeide hij: Doet het tenDaarna zeide hij: Doet het ten
tweeden male. En zij deden het tentweeden male. En zij deden het ten
tweeden male. Daarna zeide hij:tweeden male. Daarna zeide hij:
Doet het ten derden male.Doet het ten derden male.
En zij deden het ten derden male,En zij deden het ten derden male,
35 zodat het water rondom35 zodat het water rondom
het altaar liep; zelfs de groeve vuldehet altaar liep; zelfs de groeve vulde
hij met water.hij met water.
53. 36 Op de tijd nu, dat men het36 Op de tijd nu, dat men het
avondoffer brengt, tradavondoffer brengt, trad
de profeet Elia naar voren ende profeet Elia naar voren en
zeide: Here, God van Abraham,zeide: Here, God van Abraham,
Isaak en Israël, heden moge bekendIsaak en Israël, heden moge bekend
worden,worden,
dat Gij God zijt in Israël, en dat ikdat Gij God zijt in Israël, en dat ik
uw knecht ben, en op uw bevel aluw knecht ben, en op uw bevel al
deze dingen doe.deze dingen doe.
54. 37 Antwoord mij, Here, antwoord
mij, opdat dit volk wete, dat
Gij, Here, God zijt, en dat Gij
hun hart weer terugneigt.
38 Toen schoot het vuur
des Heren neer en verteerde
hetbrandoffer, het hout, de stenen
en de aarde, en lekte het water in de
groeve op.
55. 39 Toen het gehele volk dat zag,39 Toen het gehele volk dat zag,
wierpen zij zich op hun aangezicht enwierpen zij zich op hun aangezicht en
zeiden: De Here, die is God! De Here,zeiden: De Here, die is God! De Here,
die is God!die is God!
40 Daarop zeide Elia tot hen: Grijpt40 Daarop zeide Elia tot hen: Grijpt
de profeten van de Baäl, laat niemandde profeten van de Baäl, laat niemand
van hen ontkomen. Zij grepen hen,van hen ontkomen. Zij grepen hen,
en Elia voerde hen naar de beeken Elia voerde hen naar de beek
Kison en liet hen daar slachten.Kison en liet hen daar slachten.
56. Voorbede
15 Daarom houd ook ik, gehoord
hebbende van uw geloof in de
Here Jezus en van uw liefde tot
al de heiligen,
16 niet op te danken, u
gedenkende bij mijn gebeden,
57. 17 opdat de God van onze
Here Jezus Christus, de Vader der
heerlijkheid, u geve de Geest van
wijsheid en van openbaring om Hem
recht te kennen:
18 verlichte ogen [uws] harten,
zodat gij weet, welke hoop zijn
roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid
is zijner erfenis bij de heiligen,
58. 19 en hoe overweldigend groot zijn19 en hoe overweldigend groot zijn
kracht is aan ons, die geloven, naarkracht is aan ons, die geloven, naar
de werking van de sterkte zijnerde werking van de sterkte zijner
macht,macht,
20 die Hij heeft gewrocht20 die Hij heeft gewrocht
in Christus, door Hem uit de dodenin Christus, door Hem uit de doden
op te wekken en Hem te zetten aanop te wekken en Hem te zetten aan
zijn rechterhand in de hemelsezijn rechterhand in de hemelse
gewesten,gewesten,
59. 21 boven alle overheid en macht en21 boven alle overheid en macht en
kracht en heerschappij en allekracht en heerschappij en alle
naam, die genoemd wordt nietnaam, die genoemd wordt niet
alleen in deze, maar ook in dealleen in deze, maar ook in de
toekomende eeuw.toekomende eeuw.
22 En Hij heeft alles onder zijn22 En Hij heeft alles onder zijn
voeten gesteld en Hem als hoofdvoeten gesteld en Hem als hoofd
boven al wat is, gegeven aanboven al wat is, gegeven aan
de gemeente,de gemeente,
60. 23 die zijn lichaam is, vervuld
met Hem, die alles in allen
volmaakt.
62. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
63. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
64. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
65. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
66. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
67. Eens komt de grote zomer (LvdK 288) t. J. Walter; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Rhau 1545
68. Preek over 1 Koningen 18:39Preek over 1 Koningen 18:39
39 Toen het gehele volk dat zag,39 Toen het gehele volk dat zag,
wierpen zij zich op hun aangezichtwierpen zij zich op hun aangezicht
en zeiden: De Here, die is God!en zeiden: De Here, die is God!
De Here, die is God!De Here, die is God!
69. Thema: Wie is de ware God?Thema: Wie is de ware God?