17. Votum en groet
Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest
Als in de beginne
Nu en eeuwig
en van eeuwigheid tot in eeuwigheid
Amen
20. Opwekking 192 1-2
1. Ik kom in uw heiligdom binnen
‘k voorhangsel ga ik voorbij.
‘k Breng u mijn offer, een zoete geur.
Vrucht van wat u deed in mij.
Mijn mond brengt een offer van lof Heer.
’t Gaat nu alleen om uw eer.
’t Reukwerk van mijn lofgezang
stijgt op in uw woning.
Ik kniel voor de troon van mijn Koning.
21. Opwekking 192 1,2
2. Samen met mijn stem hef ik
ook mijn handen op tot U
’t loflied komt diep uit mijn hart.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht,
komen U toe, God van ‘t heelal
voor eeuwig.
Lofprijs, aanbidding, glorie en kracht,
komen u toe, God van ’t heelal.
30. Hij leeft en ik ben vergeven
Don Fransisco
https://www.youtube.com/watch?
v=DKxD8WnSYqQ&nohtml5=False
31. Vertaling lied
1 De poorten en deuren waren gesloten
Alle ramen dicht
Ik had een slapeloze nacht
Werd overal wakker van
Vol van hopeloos verdriet en
Angst dat de dag ons zou vinden met soldaten
Om ons allemaal mee te nemen
32. 2 En vlak voor zonsopgang
Hoorde ik iets bij de muur
Het hek begon te rammelen
En een stem te roepen
Ik haastte mij naar het raam
En keek neer op de straat
Verwachtend dat ik zwaarden en fakkels zou zien
Bij het geluid van de voetstappen van soldaten
33. 3 Maar er was niemand behalve Maria
Dus ging ik naar beneden om haar binnen te laten
Johannes stond naast mij
Zij vertelde mij waar ze was geweest
Ze zei dat zij Hem in de nacht misschien hadden
weggehaald. Maar niemand weet waar
De steen is weggerold
En nu is Zijn lichaam er niet meer
34. 4 Wij renden beiden naar de tuin.
En Johannes rende vooruit
Wij vonden de steen en het lege graf
Zoals Maria zei
Maar de doeken waarin Hij gewikkeld was
Waren een leeg omhulsel
En hoe zij Hem hadden meegenomen of waar Hij was
Kon ik niet zeggen
35. 5 Oh er is iets vreemds gebeurd hier
Precies wat wist ik niet
Johannes geloofde een wonder
Maar ik draaide mij om om te gaan
Omstandigheden en speculatie
Kon ik niks mee
Want ik had gezien dat zij Hem hadden gekruisigd
En ik had Hem zien sterven
36. 6 Toen ik weer in huis was
Kwam de schuld en schaamte
Alles dat ik Hem had beloofd
Maakte dat ik mij nog meer schaamde
Toen het op keuzes aankwam
Ontkende ik dat ik Zijn naam kende
En al zou Hij nu weer leven
Het zou nooit meer hetzelfde zijn
37. 7 Maar plotseling was de lucht vervuld
Met een onherkenbaar en zoet parfum
Licht kwam overal vandaan
Dreef de schaduwen uit de kamer
En Jezus stond voor mij
Met Zijn armen wijd open
En ik viel op mijn knieën
En hield mij vast aan Hem en huilde
38. 8 Toen hielp Hij mij omhoog
En toen ik in Zijn ogen keek
Scheen de liefde van Hem af
Zoals zonlicht uit de hemel
Schuld in mijn verwarring
Verdween in zoete bevrijding
En elke angst die ooit gekend had
Smolt om in vrede
39. 9 Hij leef, ja, Hij leeft
Ja, Hij leeft en ik ben vergeven.
De poorten van de hemel staan wijd open.
Hij leeft!
41. Gezang (melodie 449 LB)
1 God enkel licht,
voor wiens gezicht
Niets zuiver wordt bevonden
Ziet ons bevlekt,
Met schuld bedekt,
Misvormd door duizend zonden.
42. 3 Heer waar dan heen?
Tot U alleen,
Gij zult ons niet verstoten.
Uw eigen Zoon
Heeft tot de troon
De weg ons weer ontsloten.
43. Ik ben het levende Brood
Johannes 6
https://www.youtube.com/watch?
v=EOvkZd_zmvg
44. Petrus getuigenis
Jezus vroeg: Willen jullie soms ook niet weggaan?
Petrus antwoord: Naar wie moeten wij gaan Heer?
U heeft woorden van leven.
45. Johannes 20:1-18
201
Vroeg op de eerste dag van de week, toen
het nog donker was, kwam Maria uit Magdala
bij het graf. Ze zag dat de steen van de
opening van het graf was weggehaald. 2
Ze liep
snel terug naar Simon Petrus en de
andere leerling, van wie Jezus veel hield, en
zei: ‘Ze hebben de Heer uit
het graf weggehaald en we weten niet waar
ze hem nu neergelegd hebben.’
47. Johannes 20:1-18
6
Even later kwam Simon Petrus en hij ging
het graf wel in. Ook hij zag
de linnendoeken, 7
en hij zag dat de doek
die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de
andere doeken lag, maar apart opgerold op
een andere plek. 8
Toen ging ook de
andere leerling, die het eerst bij
het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het
en geloofde.
48. 9
Want ze hadden uit de Schrift nog niet
begrepen dat hij uit de dood moest
opstaan. 10
De leerlingen gingen terug naar huis.
11
Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend
boog ze zich naar het graf, 12
en daar zag ze
twee engelen in witte kleren zitten, een bij het
hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek
waar het lichaam van Jezus had gelegen.
49. Johannes 20:1-18
13
‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze
hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet
waar ze hem hebben neergelegd.’ 14
Na deze
woorden keek ze om en zag ze Jezus staan,
maar ze wist niet dat
het Jezus was. 15
‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus.
‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman
was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald,
vertel me dan waar u hem hebt neergelegd,
dan kan ik hem meenemen.’
50. 16
Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich
om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent
‘meester’.) 17
‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik
ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar
mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik
opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is,
naar mijn God, die ook jullie God is.’ 18
Maria uit
Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen
hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles
wat hij tegen haar gezegd had.
51. Petrus twijfel en angst
4
Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling
rende vooruit, sneller dan Petrus
52. Jezus vergeeft en herstelt
Jezus vergeeft: De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt
en hij is aan Simon verschenen!’
(Lucas 24: 34)
Jezus herstelt: Zorg voor mijn lammeren,
(Johannes 21: 15-17)