20. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
21. JdH 575 – 1, 2, 4, 6
Ik heb een Heiland,
Die leeft om te bidden.
22. 1. Ik heb een Heiland,
Die leeft om te bidden.
O vrienden, die Heiland,
Hij bidt ook voor u;
Hij is met zijn Geest
nu ook zeeg´nend in ons midden,
en klopt aan uw hart,
roepend: opent Mij nu!"
23. Refrein:
O, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
Zijn bede geldt u!
24. 2. Ik heb een Vader,
Hij schonk mij het leven,
Hij gaf mij Zijn Zoon,
ja, ´k weet nu, Hij is mijn!
Kom, vriend, ga met mij,
ook voor u is Hij gegeven;
als straks de bazuin klinkt,
waar zult u dan zijn?
25. Refrein:
O, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
Zijn bede geldt u!
26. 4. Zo u door Jezus
verlost bent van zonden,
en ´t dienen van God,
onverdeeld, is uw keus,
ga dan aan de wereld
Zijn liefde luid verkonden;
"gered om te redden",
maak dat tot uw leus.
27. Refrein:
O, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
Zijn bede geldt u!
28. 6. Ik heb een Trooster
en Leidsman verkregen,
de Heilige Geest,
als een licht op mijn pad;
Hij leidt mij steeds veilig
langs ruw´ en duist´re wegen,
kent u ook die gids
naar de hemelse stad?
29. Refrein:
O, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
o, hoort naar Zijn bede,
Zijn bede geldt u!
32. De heilige stad
30 Dit zijn de omtrekken van de
stad. Aan de noordkant meet ze
4500 el. 31 De poorten van de stad
zijn genoemd naar de stammen
van Israël.
33. Er zijn drie poorten op het
noorden: de Rubenpoort, de
Judapoort en de Levipoort.32 Aan
de oostkant 4500 el, met
drie poorten: de Jozefpoort, de
Benjaminpoort en de Danpoort.
33 De zuidkant meet 4500 el, met
drie poorten:
34. de Simeonpoort, de
Issacharpoort en de
Zebulonpoort.
34 De westkant 4500 el, met deze
drie poorten: de Gadpoort, de
Aserpoort en de Naftalipoort.
35 De omtrek van de stad bedraagt
18.000 el.
Voortaan heet de stad:
‘De HEER is daar!’
36. 9 Een van de zeven engelen met de
offerschalen die gevuld waren
met de laatste zeven plagen kwam
op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid
laten zien, de vrouw van het
lam.’ 10 Ik raakte in vervoering, en
hij nam mij mee naar een heel
hoge berg en liet me
de heilige stad Jeruzalem zien,
die uit de hemel neerdaalde, bij
God vandaan.
37. 11 De stad schitterde door Gods
luister, met een schittering als
van een edelsteen, als een
kristalheldere jaspis. 12 Ze had
een grote, hoge muur met
twaalf poorten en bij
elke poort stond een engel. Op
de poorten waren namen
geschreven: de namen van
de twaalf stammen van Israëls
zonen.
38. 13 Vanuit het oosten gezien waren
er drie poorten, vanuit het
noorden drie, vanuit het zuiden
drie en vanuit het westen
drie. 14 De stadsmuur had twaalf
grondstenen, met daarop de
namen van de
twaalf apostelen van het lam.
39. 15 Degene die met mij sprak had
een gouden meetstok om
daarmee de stad, de poorten en
de muur op te meten. 16 De stad
was vierkant, even lang als breed.
Hij mat de stad met zijn
meetstok:
40. twaalfduizend stadie, zowel in de
lengte als in de breedte en in de
hoogte. 17 Hij mat de stadsmuur:
honderdvierenveertig el, in
gewone mensenmaat, die ook
engelenmaat is.
41. 22 Maar een tempel zag ik niet in
de stad, want God, de Heer, de
Almachtige, is haar tempel, met
het lam. 23 De stad heeft het licht
van de zon en de maan niet nodig:
over haar schijnt Gods luister, en
het lam is haar licht. 24 De volken
zullen in haar licht leven en de
koningen op aarde betuigen daar
hun lof.
42. 25 De poorten zullen overdag
nooit gesloten worden, en nacht
zal het er niet meer zijn. 26 De
volken zullen in haar hun lof en
eer komen betuigen.
43. 27 Maar alles wat verwerpelijk is
en iedereen die zich met
gruwelijke dingen en leugens
inlaat, komt de stad niet binnen,
alleen zij die in het boek van het
leven staan, het boek van het lam.
45. Ieder uur, iedere stap
brengt ons nader
Bij de grens van leven en dood
Heeft de Heiland uw paspoort
getekend
Met Zijn bloed dat Hij reddend
vergoot?
46. Nog is het tijd
De Heer geeft genâ
De toegang is vrij door Golgotha
Jezus ging voor
Hij wacht aan de grens
Is uw paspoort getekend, o mens?
47. Gij kunt zelf de tol niet betalen
Zilver en goud verliest daar zijn
macht
Slechts het kruis in uw paspoort
geeft toegang
Tot het land waar de Heiland u wacht
48. Nog is het tijd
De Heer geeft genâ
De toegang is vrij door Golgotha
Jezus ging voor
Hij wacht aan de grens
Is uw paspoort getekend, o mens?
49. Het is nu het uur der beslissing
Bij de grens begint het gericht.
O, geloof in de Heiland Uw redder
En Hij voert U naar ’t eeuwige licht
50. Nog is het tijd
De Heer geeft genâ
De toegang is vrij door Golgotha
Jezus ging voor
Hij wacht aan de grens
Is uw paspoort getekend, o mens?