36. 1 Er moet geroemd worden; het dient wel
tot niets, maar ik zal komen op gezichten
en openbaringen des Heren. 2 Ik weet
van een mens in Christus, veertien jaar is
het geleden – of het in het lichaam was,
weet ik niet, of dat het buiten het
lichaam was, weet ik niet, God weet het
– dat die persoon weggevoerd werd tot
in de derde hemel.
37. 3 En ik weet van die persoon – of het in
het lichaam of buiten het lichaam was,
weet ik niet, God weet het – 4 dat hij
weggevoerd werd naar het paradijs en
onuitsprekelijke woorden gehoord heeft,
die het een mens niet geoorloofd is uit te
spreken. 5 Over die persoon zal ik
roemen, maar over mijzelf zal ik niet
roemen, of het moest zijn in mijn
zwakheden.
38. 6 Want als ik wil roemen, zal ik niet
onverstandig zijn, want ik zal de waarheid
zeggen; maar ik onthoud mij ervan,
opdat men mij niet meer toekenne dan
wat men van mij ziet en hoort, 7 en ook
om het buitengewone van de
openbaringen. Daarom is mij, opdat ik
mij niet te zeer zou verheffen, een doorn
in het vlees gegeven,
39. een engel des satans, om mij met vuisten
te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou
verheffen. 8 Driemaal heb ik de Here
hierover gebeden, dat hij van mij zou
aflaten. 9 En Hij heeft tot mij gezegd:
Mijn genade is u genoeg, want de kracht
openbaart zich eerst ten volle in
zwakheid.
40. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog
meer roemen, opdat de kracht van
Christus over mij kome. 10 Daarom heb
ik een welbehagen in zwakheden,
smaadheden, noden, vervolgingen,
benauwenissen ter wille van Christus,
want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.
42. 1
Als op 's levens zee de stormwind om u
loeit,
als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit,
tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit
alleen.
43. Refr.
Tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
Tel ze allen en vergeet er geen.
Tel ze, alle noem ze één voor één,
en ge ziet Gods liefde dan door alles
heen.
44. 2
Drukken 's levens zorgen u soms zwaar ter
neer,
schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan
de Heer.
Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien,
dan zal 't harte zingen en de zorgen vliên.
45. Refr.
Tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
Tel ze allen en vergeet er geen.
Tel ze, alle noem ze één voor één,
en ge ziet Gods liefde dan door alles
heen.
46. 3
Als ge ziet op and'ren met veel geld en
goed,
weet, uw Hemelvader geeft u overvloed.
Tel uw zegeningen, voor geen geld te
koop,
schatten in de hemel zijn uw blijde hoop.
47. Refr.
Tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
Tel ze allen en vergeet er geen.
Tel ze, alle noem ze één voor één,
en ge ziet Gods liefde dan door alles
heen.
48. 4
Zo in alle moeiten, zorgen zonder tal,
wees toch nooit ontmoedigd, God is
overal.
Tel uw zegeningen, eng'len luist'ren toe,
troost en hulp schenkt Hij u, volg dan blij
te moe.
49. Refr.
Tel uw zegeningen, tel ze één voor één,
Tel ze allen en vergeet er geen.
Tel ze, alle noem ze één voor één,
en ge ziet Gods liefde dan door alles
heen.
54. Dat wat door God gegeven wordt,
vervult je helemaal.
55. 20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke
in ons werkt, bij machte is oneindig veel
meer te doen dan wij bidden of
beseffen,
21 Hem zij de heerlijkheid in de
gemeente en in Christus Jezus tot in alle
geslachten, van eeuwigheid tot
eeuwigheid! Amen.
(Efeziërs 3 : 20-21)
63. 1 Is hier een hart, door vrees benard,
vermoeid door 's levens strijd?
Twijfel drukt u neer;
gij struikelt telkens weer;
o, vat weer moed, want God is goed
en steeds tot hulp bereid!
Zo gij slechts kunt geloven,
ziet gij zijn heerlijkheid.
64. Refrein:
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht
voor elk die wond'ren van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
65. 2 Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?
Leg dan uw lasten neer!
Tob niet langer voort,
vertrouw op 's Heren woord!
Hij hoort uw bee en schenkt u vree
in liefde eind'loos teer.
Zo gij slechts kunt geloven,
niets is onmooglijk meer!
66. Refrein:
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht
voor elk die wond'ren van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.