1. Edo Ankum grijpt met beide handen de
kans aan om Lady Ann, een elegant
modern klassiek jacht, vaarklaar te
maken en naar de Carieb te varen.
De voorbereidingstijd is krap, de druk
om nog voor de herfststormen weg te
komen hoog. Eenmaal onderweg biedt
de boot verrassingen, maar de ‘oude
dame’ zeilt fantastisch.
Tekst en foto’s Edo Ankum
makkum-muros
metpieten1000
spinnen
biskaje over
vaargebied
2. E
en door merg en been gaande droge
knal wekt me. Dat klonk helemaal
niet goed. Ik schiet wat aan en meld
me bij opstapper Piet in de kuip.
Het is vijf uur in de ochtend. We
zeilen ter hoogte van Den Helder
hoog aan de wind zuidwaarts met
een westenwind, kracht 5 Beaufort.
De korte golven geven een constan-
te regen van buiswater. Het is aardedonker. Het omineuze
geluid kwam van de mast. Piet heeft de schijnwerper al in
handen. Na enig zoeken valt de lichtbundel op het euvel:
de plaat die de giekneerhouder aan de mast bevestigt,
hangt los van de mast. Het enige dat de zwabberende
giekneerhouder nu nog met de mast verbindt is een fragie-
le hydrauliek leiding. Die navelstreng kan ieder moment
knappen. We verwijderen de stalen bus die de giekneer-
houder aan de giek koppelt, trekken de losgeschoten neer-
houderplaat met twee spanbanden tegen de mast en sjor-
ren het uiteinde van de giekneerhouder op dek. We zetten
de grootschoot door en trekken zo de giek nog wat naar
beneden. De onmiddellijke crisis is bezworen. Maar wat
een vreselijke kracht is hier aan het werk geweest. Zestien
schroeven zijn van de mast gerukt. Bedremmeld zetten we
koers naar IJmuiden. We waren op weg naar Spanje.
Onwennig
Het is intussen licht, de hemel is loodgrijs en het begint te
regenen. Piet heeft zichtbaar last van de steile Noordzee-
golfslag. Hij zit in het dekhuis weggedoken in zijn zeilpak
maar hij blijft bewonderenswaardig alert en plichtsge-
trouw. Ik probeer in de kuip te genieten van het vertrek,
van de herwonnen vrijheid om over de zeeën te zwerven.
Lady Ann is een prachtig schip. Ze is weliswaar niet mijn
eigendom, het voelt wel zo. Maar genieten blijkt moeilijk.
Het is koud, nat, ik ben bekaf, ik tob over de technische
tegenslag. Wat voor verassingen heeft Lady Ann verder
voor ons in petto? De robuuste scheepsbewegingen spelen
ook mij parten. Heb ik hiervoor gezin, huis en haard verla-
ten? Voor deze geromantiseerde avontuurlijkheid?
In de uren die volgen trekt de wind langzaam aan. We
klokken uitschieters tot 40 knopen, stuiven langs het Prin-
Heb ik hiervoor gezin,
huis en haard
verlaten?
ses Amalia windmolenpark en lopen voor de vlagerige
wind de haven van IJmuiden aan. Als we de genua willen
inrollen, stopt de elektrische rolreefinstallatie er vrij snel
mee. We proberen het met de handlier, maar het gaat te
zwaar. We schieten de jachthaveningang voorbij en dende-
ren met 7 knopen op de sluizen af. Aan stuurboord dient
zich een havenarm aan waarin een groot cruiseschip aan
de loefkade ligt afgemeerd. We sturen erheen en zoeken
de windluwte op van het gigantische drijvende hotel. Dat
geeft de rust die we nodig hebben. Omhoog kijkend zien
we dat een ongebruikt val in de genua is meegedraaid. Dat
verklaart een hoop.
Even later schuiven we beschaamd maar opgelucht de
marina in. We zoeken een plek, onzeker waar aan te leg-
gen met onze 20 meter lange en ruim 30 ton wegende
schuit. Na de 14 meter en 12 ton van Sally Lightfoot is dit
wel even wat anders. Nog niet gewend aan het manoeu-
vreergedrag en het gebruik van de boegschroef doen we
het afmeren in verschillende stadia. Het door de meeuwen
volgescheten ponton wil maar niet dichterbij komen. Mis-
schien hadden we voor vertrek uit Makkum toch iets meer
aandacht moeten besteden aan een proefvaart.
Tweede poging
Na drie dagen zit de giekneerhouder mastplaat weer strak
tegen de mast. Aluminium bouten zijn vervangen door rvs
varianten. Ook andere vuiltjes zijn weggepoetst. Zo kun-
nen de dekluiken nu weer strak dichtgetrokken worden.
Hopelijk lekken ze niet meer zo als op het eerste traject.
Het weer is opgeklaard. De wind is met 2 Beaufort wat
matig, maar hij komt uit zuidoostelijke hoek. We zetten
koers naar het nauw van Calais op een vlakke zee met een
knoop of vier. We schuiven traag langs weer een windmo-
lenpark. Rust, koffie in de kuip, eindelijk tijd voor reflectie.
Ik denk terug aan de dagen in Makkum, waarin ik Lady
Ann vaarklaar maakte. Zes weken geleden werd ze gekocht.
Het daaraan voorafgaande traject was met de technische
keuringen, eigen onderzoek en de onderhandelingen met
de makelaar op zich al druk. Maar nadat de handtekenin-
gen bij de notaris waren gezet, begon de stress pas serieus.
Ik had het op me genomen om Lady Ann van Makkum
naar het Caribische gebied te varen. Daar begint haar eer-
ste charterseizoen. Met het oog op de herfststormen wilde
ik voor eind september de Golf van Biskaje over zijn. Ver-
trek stond daarom gepland medio september.
Ongelooflijk wat een werk in die paar weken is verzet. Vei-
ligheidsmiddelen werden gecontroleerd en waar nodig
vervangen, verzekeringen geregeld, zeilpakken gekocht,
bemanningskleding uitgezocht en voorzien van Lady Ann-
logo. Kombuisinventaris werd aangeschaft, alle aan boord
achtergelaten reserve-onderdelen werden geïnventari-
seerd. Boordbibliotheek en zeekaarten werden geactuali-
seerd, beddengoed en handdoeken gekocht. Tafellinnen,
chic dinerservies en bestek werden uitgezocht. De Lady
Ann-website werd ontworpen en gebouwd. De EHBO-kof-
fer en de boordapotheek werden in overleg met een huis-
arts samengesteld. Een schier oneindige lijst aanpassings-
makkum-muros
De boordapotheek is in overleg met een huisarts samengesteld.
Wat geduld betreft is Piet me veruit de baas.
Wat is hier een kracht aan het werk geweest!
Ongelooflijk, de hoeveelheid dozen die Lady Ann verzwolg.
9594 www.zeilen.nl januari 2013januari 2013 www.zeilen.nl
vaargebied
3. Lady Ann is duidelijk
een performance
cruiser
en reparatiewerkzaamheden werd afgewerkt, soms samen
met de werklui van de werf in Makkum. Groot onderhoud
aan hoofdmotor en generator werd uitgevoerd, en registra-
ties, meetbrief, nationaliteitsverklaring en een waaier aan
andere officiële documenten geregeld. Satellietcommuni-
catie- en televisie-abonnementen werden afgesloten.
’s Avonds las ik verontrustend veel handleidingen. Boe-
kingskantoren werden benaderd voor het optuigen van
charters. De administratie voor de onderneming die juri-
disch eigenaar is van Lady Ann werd opgezet, briefpapier
en visitekaartjes ontworpen. Ik kreeg het heen en weer van
het kopen van allerlei kleinere scheeps- en huishoudelijke
materialen. Ongelooflijk, de hoeveelheid kartonnen dozen
met spullen die Lady Ann onverzadigbaar verzwolg. Thuis
moest ik het ook nog zo organiseren dat ik de boel met een
gerust hart voor meerdere maanden kon achterlaten. En
dan moest ik nog iemand regelen die voor drie en een
halve maand mee zou varen als bemanning.
Naar buiten
We zijn intussen weer heel wat windmolens zuidwaarts
geschoven. De wind lijkt wat in te zakken. Misschien moet
straks de motor aan. Maar ik geniet nog even van dit sere-
ne moment. Ik realiseer me dat we met Sally Lightfoot
jaren hadden om ons voor te bereiden. Nu had ik zes
weken. Geen wonder dat die proefvaart er niet van kwam.
Maar ach, al doende zullen we ons schip de komende
dagen beter leren kennen. De zomer lijkt te zijn terugge-
keerd, de weersvoorspellingen voor de komende dagen
zijn goed. Daarop schieten we het Kanaal wel uit. Houdt
het mooie weer aan, dan gaan we meteen de Golf van Bis-
kaje over. Verslechtert het, dan wijken we uit naar Enge-
land of Frankrijk, maakt ons niet zoveel uit. Zover is het
evenwel nog niet. De Maasmond dient zich aan, door de
uitbreiding van de Maasvlakte een mijl of wat westelijker
dan op onze verouderde kaart. De radar legt de haven-
hoofden haarfijn bloot. We wachten ons slot af en steken
over. Een gigantisch koopvaardijschip schuift even later
achter ons naar buiten met een bol-ruit-bol als dagmerk.
Beperkt manoeuvreerbaar. Dat geloven we onmiddellijk
als we de AIS-gegevens van de kolos zien: een huivering-
wekkende diepgang van 17,2 meter. Intussen scharrelt Piet
onrustig over dek, kijkt omhoog naar de stand van groot-
zeil en genua. Ik vermoed dat hij is begonnen met het
trimmen van de zeilen. Ik ben benieuwd. Sally Lightfoot
was met haar torentuig een echte cruiser. Met trimmen
hadden we niet veel op, met de valspanning wilden we
nog wel eens spelen. Maar de onderlijkspanning bleef al
die jaren ongewijzigd. Lady Ann heeft een mast waarop
het voorstag een flink eind onder de top aangrijpt. Door de
spanning op het achterstag te wijzigen moet het grootzeil
boller of platter getrokken kunnen worden. De stand van
de giek en het onderlijk kunnen hydraulisch worden gewij-
zigd. Allemaal nieuw voor me. Piet is zeilinstructeur
geweest en vertelt over de theorie. Dan gaan we aan de
slag, spelen met alle factoren en persen er bijna een knoop
extra bootsnelheid uit. We kunnen het bijna niet geloven:
op 5 knopen ware wind en een bijna vlakke zee varen we
een dikke 6 knopen. Lady Ann is duidelijk een perfor-
mance cruiser. Ik had niet anders verwacht van een Gerard
Dijkstra-ontwerp. Je hebt wel iemand als Piet nodig om de
performance eruit te halen.
Zeiler gezocht
Onwillekeurig denk ik terug aan mijn onzekerheid tijdens
die zes weken van voorbereiding: zou ik ooit een plezierig
en kundig persoon vinden waar ik het vele maanden aan
boord mee zou uithouden? Joanne heeft een baan ‘aan de
wal’ en de kinderen zitten netjes op school. Van meet af
aan was duidelijk dat dit geen nieuw gezinsavontuur zou
worden. Natuurlijk had ik een professionele deliveryschip-
per kunnen inhuren. Maar ik was ervan overtuigd dat er
gepassioneerde zeilers te vinden moesten zijn die gewoon
voor de ervaring, en niet voor het geld, mee zouden willen.
Iemand ‘tussen twee banen’, een vertrekker in spe die
graag zeemijlen wil maken en wil proeven aan een moge-
lijk toekomstig bestaan, een kustzeiler die zelfvertrouwen
wil opbouwen voor langere oversteken. Hoe die te vinden?
LinkedIn bracht uitkomst. Ik plaatste daar een oproep bij
zeilgroepen: de Vereniging van Toerzeilers, de Vereniging
van Kustzeilers, het Dutch Sailing Network, Zeilen Maga-
zine. Verrassend veel reacties volgden met telefonische
interviews, persoonlijke ontmoetingen en een shortlist als
gevolg. Piet werd het: geen jonge hond, geen kroegtype,
rustig en bedachtzaam, tussen twee banen en mogelijk
vertrekker over een aantal jaren. Onze samenwerking is
voor ons beiden een sprong in het duister. Het vergt
wederzijds vertrouwen, respect en geduld. Met name op
dat laatste terrein is Piet me veruit de baas. Hij wekt mij
uit mijn overpeinzingen, staat bij het genua lei-oog en wil
dat naar achteren hebben. Ik haal de spanning van het
schoot, Piet schuift en ik zet weer door. Dat gaat soepel.
Niet te obsessief
Anderhalve dag later steken we ruim voor zonsopgang het
nauw van Calais over. De lichte noordoostelijke wind is
net geruimd naar zuidoost. Een slank maansikkeltje zakt
richting westelijke horizon. Het gladde zeeoppervlak
wordt hier en daar verstoord door een stroomrafeling. De
stroom staat mee en we lopen met bijna negen knopen
over de grond naar Dover. Bij zonsopgang blijken de krijt-
rotsen met een dikke mistdeken bedekt. Alhoewel de zon
wat later verwoede pogingen doet door de mist heen te
prikken, blijft Folkstone in nevelen gehuld. We schuiven
richting 0 meridiaan met een schuine blik op de boord-
computer. MaxSea geeft daarop een bemoedigende hoe-
veelheid stroompijltjes die allemaal in westelijke richting
wijzen. Het nodigt uit tot allerlei ingewikkeld gereken en
geplan om optimaal van de stroming gebruik te kunnen
maken. Met nog 700 mijl voor de boeg besluiten we er
maar niet te obsessief over te doen. Voordat we het Kanaal
uit zijn, kentert de stroom toch nog vele malen in ons voor-
en nadeel. Op een aantrekkende zuidelijke wind zeilen we
verder westwaarts, zetten zelfs een rif.
• Makkum – IJmuiden
De wind is overwegend west-
zuidwest: we kiezen voor een
rustige start vanaf Kornwer-
dersluis naar het noorden.
Via Harlingen en vervolgens
naar het gat tussen Vlieland
en Terschelling. Daar maken
we een grote slag naar buiten
totdat de neerhouderplaat
van de mast wordt gerukt.
Vandaar in rechte lijn naar
IJmuiden.
• IJmuiden – Ile d’Ouessant
We volgen op een noordooste-
Gekozen route
slagen in westelijke richting.
Gelukkig krimpt de wind weer
later terug naar het zuidoos-
ten. Ile d’Ouessant is daar-
door weer bezeild.
• Ile d’Ouessant – Muros
Vanaf de uitgang van het ka-
naal bij het Ile d’Ouessant is
de bestemming grotendeels
bezeild. Heel af en toe moe-
ten we heel licht koers wijzi-
gen om kleine verandering in
de wind op te vangen maar
verder blijven de omstandig-
heden ideaal voor de over-
steek. We varen parallel aan
de scheepvaartroute. Dat
geeft aanvankelijk aan stuur-
boord en later aan bakboord
altijd wel wat te zien. Aan-
vankelijk lagen we aan op La
Coruna, maar daar zouden we
’s nachts aankomen en een-
maal daar zouden we het risi-
co lopen er verwaaid te raken
door een herfstdepressie. Het
is windstil dus we motoren
langs Kaap Finisterre en ver-
der zuidwaarts tot ver achter
in de Ria de Muros.
lijke wind de Nederlandse en
Belgische kust. In het nauw
van Calais ruimt de wind naar
het zuidzuidoosten. De bezeil-
de route zou de scheepvaart-
route heel lang doorsnijden.
We moeten daarom overste-
ken naar Dover. Daarna is de
Zuid Engelse kust net bezeild.
Later ruimt de wind door naar
west zuidwest.
De Britse kust is niet langer
bezeild, dus we maken een
slag zuidwaarts en komen uit
bij Alderney. We maken wat
makkum-muros
9796 www.zeilen.nl januari 2013januari 2013 www.zeilen.nl
vaargebied
4. We kunnen gevaarloos
buitenom, maar een
beetje avontuur moet
Spinnenkolonie
De volgende ochtend valt de wind bijna helemaal weg. We
rollen, schommelen en hobbelen helemaal nergens heen.
Bij zonsopgang zijn lucht en water egaal grijs. Het want, de
zeilen, de reling, het dekhuis en het dek: alles is vochtig.
Druppels vallen van zeil en tuig omlaag zodat het lijkt
alsof het regent. Vanuit de beschutting van het dekhuis
bestuderen we de spinnenkolonie die zich in Makkum aan
boord heeft genesteld. Die houdt opvallend halsstarrig
stand. We verwachtten dat de zilte omstandigheden de
achtpotige horde wel zou decimeren. Niets daarvan. Wat
een bewonderenswaardige overlevingsdrang. Overal waar
ze ook maar een beetje beschutting kunnen vinden, zit
een tot een bolletje ingerold spinnetje te verpieteren. Hoe
lang houden ze dat vol?
Langzaam raken we gewend aan ons wachtsysteem. Tus-
sen 8 en 20 uur hebben we 3x4 ritme. ’s Nachts precies
andersom: 4x3. We maken een slag zuidwaarts op de naar
het oosten krimpende wind. Dat blijkt geen gunstige
keuze. De volgende dag raken we in de klauwen van de
sterke stromingen rond de Kanaal Eilanden en de regio
ten westen daarvan. Tergend langzaam harken we ons een
weg richting Ile d’Ouessant. De lichte wind komt van alle
kanten, we gijpen en overstaggen ons suf.
Maar het weer is prachtig. In korte broek en shirt is het
prima. ’s Nachts kijk ik op de kaart eens goed naar het
kanaal tussen Ouessant en het westelijke puntje van Bre-
tagne: de Passage du Fromveur. Op de kaart staan gevaar-
tekens. MaxSea geeft dieprode dikke stroompijlen voor de
doorgang met stroming van wel 10 knopen. Het is smal,
ondiep, en rotsig. Niet doorheen varen, geen risico’s
opzoeken, het is niet jouw schip, veilig afleveren, daar ben
je voor ingehuurd, fluistert mijn gezond verstand me in.
We kunnen gevaarloos buitenom varen. Kost maar een
paar uur extra. Maar is dit dan het ‘nieuwe’ zeilen? Zo risi-
coloos mogelijk van A naar B? Dan is de lol er wel snel af.
Een beetje avontuur moet. De wind is zuidoostelijke 3
Beaufort, dat geeft een hoge wal en de passage is bezeild.
Het kanaal lijkt smal maar is toch nog een mijl breed. We
zullen een uur na hoog water aankomen. Het is twee
dagen voor springtij. De stroming zal aanzienlijk zijn,
maar hij staat in zuidwestelijke richting. Perfect voor een
spectaculaire doorvaart. We zullen bovendien opkomen
bij zonsopgang en het is een heldere mistloze nacht. Ik
steek mijn hoofd uit de dekhuisingang. De lichtbundel van
de Keréon vuurtoren zwaait naar me vanaf zijn rots mid-
den van de passage. Dat geeft de doorslag. Twee uur later
passeren we de oostkardinaal bij de ingang van de door-
gang en is er geen weg terug meer. De stroming grijpt ons.
Bijna voelbaar accelereert Lady Ann. We stuiven langs de
schamele huizen van Frugullou. De teller stokt uiteindelijk
bij 16 knopen. Soms slaat een steile golf over de boeg. Dan
weer duikelt Lady Ann als een badeendje door een ver-
snelling. Pas als we de zuidelijke vuurtoren La Jument
dwars op stuurboord hebben, belanden we in rustiger
vaarwater. Euforisch. Hier doe ik het voor, hiervoor verliet
ik gezin, huis en haard.
We zijn op de Golf van Biskaje. Nog 360 mijl, koers 210 gra-
den. MaxSea rolt een rode loper over de Golf voor ons uit
op het computerscherm. Twee dolfijnen melden zich. Ze
surfen speels mee op de boeggolf. Vanaf het voordek kij-
ken Piet en ik er gebiologeerd naar. Vanuit hun schuil-
plaatsen onder de preekstoel doen de Makkumse spinnen
hetzelfde. Zonnige dagen, boeiende wolkenluchten en
milde winden volgen elkaar op in heerlijke ledigheid. Dol-
fijnen blijven ons soms urenlang begeleiden. We zitten in
het wachtritme, lezen, koken, ouwehoeren. Zo herinnerde
ik me een overtocht en het leven aan boord. Zo hoort het.
Soms geeft Piet trimles, brengen we bijvoorbeeld een uit
de hand gelopen hellinghoek met wat simpele ingrepen
terug tot een comfortabele 10 graden. En dat terwijl ik al
wilde reven.
Lekker solide
Soms ligt Lady Ann zo lekker solide op de lange oceaan
deining dat zelfs Piet geen zin heeft om te gaan rommelen
met schoten, vallen, spanners en strekkers. Soms vraagt
een zwalkend vissersschip om aandacht, maar verder is
het rustig.
’s Nachts, in het behaaglijke dekhuis, pak ik Master and
Commander van Patrick o’Brian erbij. De historische
roman beschrijft de avonturen van kapitein Jack Aubrey
en scheepsarts Stephen Maturin in de Britse marine ten
tijde van de Napoleontische zeeoorlogen, zo lees ik op de
achterflap. Een aanzienlijk deel van die oorlogen speelde
zich in ons huidige vaargebied af. Bij pagina 10 ben ik ver-
kocht. Briljant: het taalgebruik, de manier waarop het
decor wordt geschetst, de dialogen. Dit is deel 1 uit een
serie van 21. Nog een slordige 6500 pagina’s te gaan. Dat
moet ik uit kunnen krijgen voor de Carieb.
Zwemles
Tweeënhalve dag later zien we om 23 uur het licht van La
Coruna op 25 mijl. Finisterre is nog maar 70 mijl. We
besluiten Coruna te laten voor wat het is om door te varen
naar een van de noordelijkste Ria’s langs de Spaanse west-
kust, de Ria de Muros. Bij zonsopgang valt de wind weg.
We motoren het laatste stuk langs de kaap en draaien de
Ria in. Op de ruggen van de beboste heuvels prijken tien-
tallen windmolens. De Kaap is duidelijk niet voor niets om
haar stormen gevreesd. De oceaandeining maakt plaats
voor spiegelglad water. Hierop drijven grote vierkante vlot-
ten: mosselkwekerijen. Onder de vlotten hangen honder-
den lijnen waaraan mosselen zich hechten. De baai
wemelt van de ongemarkeerde vlotten. Goed dat we niet in
het donker zijn aangekomen. Aan het eind van de ochtend
valt het anker bij Portosin, een schilderachtig vissersdorp-
je een mijl of tien landinwaarts. We kijken wat onwennig
naar de wal. Eerst even bijslapen en schoon schip maken.
We verbeelden het ons misschien, maar kijken de overle-
venden van de Makkumse spinnenkolonie nou verlekkerd
naar de wal? Ze zullen wel honger hebben. Het zijn er nog
irritant veel, wat zijn die beesten hardnekkig. We zullen ze
straks maar eens zwemles geven. •
makkum-muros
Twee dolfijnen zwemmen gezellig een eindje mee. Gelukkig varen we niet ’s nachts langs de mosselvlotten.
9998 www.zeilen.nl januari 2013januari 2013 www.zeilen.nl
vaargebied