7. Governance
Veranderende rol van de overheid
Van publieke financiering van projecten naar partnerschappen
Veelheid van actoren: publieke, private, ngo’s, bedrijven, …
Ook voor het uitwerken van beleid
“governance refers to the new styles of governing that operate not only
through the apparatuses of the sovereign state but also through a range of
interconnecting institutions, agencies, partnerships and initiatives in which the
boundaries between the public, private and voluntary sectors become blurred”
(Woods 2005)
9. Groene revolutie – Feeding the world
Uniformiteit, hoge producties
standaardisatie, specialisatie,
intensificatie (kapitaal, nutriënten, water, GBM)
9
Anthropoceen
10. Anthropoceen
Mechanisatie
gebruik van fossiele brandstoffen
Gedegradeerde bodems
grote nutriënten verliezen
C opslagfunctie verloren
Uitstoot van broeikasgassen
opwarming van de aarde
Waterverbruik
Droogtes
Verlies aan diversiteit
Verlies aan diversiteit in farming systems (bio, soorten, genetische, habitat)
Verlies aan on farm systems expertise (monoculture of the minds)
Disconnectie tussen landbouwer en consument – lange keten
10
11. zeer veel verschillende beleidsniveaus en veelheid aan actoren
prominente rol van beleid, onderzoekstations, industrie
(zaadbedrijven, agrochemicals,…)
top down gedreven, landbouwers “moeten” volgen
alternatief discours vanuit ngo – imago van landbouw
11
multi-level governance & connectiviteit
13. Productie van levende planten en dieren
geen 100% zekerheid en controle over het productieproces (inelastisch aanbod)
ineffectieve opslag en distributie
ineffectieve wereldmarkten (externaliteiten, voedsel basisbehoefte en dus inelastische vraag)
13
14. Voedsel wordt niet geproduceerd waar het nodig is:
India : jaarlijks 21 miljoen ton graan
weggegooid door slechte opslag en distributie
Inschatting 30-50% van de productie bereikt
de maag van de mens niet
(Gustavsson et al. 2011, FAO)
Voedselverliezen in Vlaanderen : 211.855 ton per
jaar in de Vlaamse huishoudens, 19000 ton in de
horeca en 57.000 ton in de catering
14
18. onvoldoende marktmacht bij primaire producenten
zeer moeilijk om milieukost te internaliseren of door te
rekenen aan de consument
eisen worden bepaald door volgende schakels
profit for agribusiness hoog houden
specifieke supply chains (e.g. for animal feed, for
processed food ingredients) zeer export georiënteerd
wereldmarkt = moeilijke/oneerlijke concurrentie?
Marktmacht & Export oriëntatie
20. Path dependency - Padafhankelijkheid
• investeringen, in terms of equipment, training, networks and retail
relationships = nodig voor opschaling
• na dergelijke investeringen = moeilijk om business te veranderen
• incentives
• Beleid houdt fossiele brandstof goedkoop
• Ha gebaseerde landbouwsubsidies
• Onderzoek focust op enkele hoofdsoorten en richt zich meestal op de noden
van de grote groep = grootschalige vaak industriële landbouwbedrijven
• Bulk contracten vanuit de retail
23. Sustainability tools
WAT?
Criteria: e.g. gewasopbrengsten, arbeidsproductiviteit
Wat met: e.g. veerkracht van het bedrijf, ecosysteemdiensten, efficient
gebruik van resources, arbeidsvoorziening (job-creatie)
HOE?
Nu : vnl. in functie van beleid (FADN, LNE…)
Op welk level meten? Wie is eindgebruiker ?
incentives om te meten? Hoe implementeren als leertool voor
landbouwers?
24. Green revolution
Feeding the world
COMPARTMENTALIZED &
SHORT TERM THINKING
Where and by whom must
additional food be produced ?
Measures of success?
SYSTEM THINKING &
TRANSFORMATIEF LEREN
27. Systeemdenken
WAT IS SYSTEEMDENKEN?
27
andere manier van kijken = systeemkijken
andere manier van denken = cyclisch denken
andere manier om problemen aan te pakken = structuuraanpak
andere taal/syntax = systeemtaal
SYSTEEMDENKEN geeft geen ANTWOORDEN of OPLOSSINGEN!
SYSTEEMDENKEN IS MOEILIJK!
29. SYSTEEMDENKEN – andere manier van denken
= cyclisch denken
A beïnvloedt B
B beïnvloedt A samen kunnen ze inwerken op C.
Interacties, feedbackmechanismen, terugkoppelingen of lussen
tijdsvertraging vs directe affecten
29
lineair
oorzaak - gevolg - relaties - tijdsaspect
30. SYSTEEMDENKEN – andere manier
van aanpak problemen: structuuraanpak
Fundamentele aanpak (bronaanpak) versus symptoomaanpak
Begrip voor belangen en onderliggende waarden
30
inzicht creëert begrip
startpunt oplossingen
standpunten
belangen
behoeften/waarden
gebeurtenissen
31. SYSTEEMDENKEN – andere taal = systeemtaal
De systeembeoefenaar bepaalt
de systeemgrenzen zijn = afbakenen van een systeem.
De architectuur, de fundamentele componenten & subsystemen
De samenhang of onderlinge relaties & interacties
Dynamiek: systemen reageren op storingen van de omgeving
= relatie en interactie met de dynamische omgeving of context
Patronen: de grote hoeveelheid aan verschillende dynamieken
= een verzameling van (herkenbare) patronen
vb. estuarien landschap met schorplanten en sediment
vb. rangorde in een dierengroep: pikorde bij kippen
31
32. CONCRETE TOOLS VOOR SYSTEEMKENNIS:
mindmap
behavior over time diagrammen
multiple cause diagrammen
relatiecirkels
causal loop diagrammen
syndroom benadering
cognitive mapping
32
33. causale lussen
33
Positieve, versterkende loop = R = reinforcing
Negatieve, afremmende loop of evenwichtsloop = B = Balancing
Variabelen/elementen die elkaar beïnvloeden. A beïnvloedt B, maar B
beïnvloedt op zijn beurt ook A.
Processen versterken elkaar of ze stabiliseren elkaar.
Mechanismen : feedbacks of terugkoppelingen.
Een versterkende lus, of een stabiliserende lus, en vertragende aspecten
DOEL: zichtbaar maken van oorzaken, gevolgen en werking van een systeem
42. Wetenschappelijke kennis – Expertkennis
Wie heeft kennis Wat is kennis
MODE - 0 Wetenschappers hebben
kennis
Kennis is objectief en
generaliseerbaar
Intern gedreven
MODE - 1 Wetenschappers hebben
kennis
De maatschappij heeft vragen
Kennis is objectief of subjectief
(expliciet)
Soms intern, soms extern gedreven
MODE - 2 Verschillende wetenschappers
hebben verschillende kennis
Zowel wetenschappelijke
kennis als ervaringskennis
relevant
Kennis is context- en
persoonsgebonden (impliciet en
expliciet)
Kennis is intersubjectief
Meningen, ideeën en feiten moeilijk
te scheiden
Combinatie van interne en externe
gedrevenheid
Regeer en Bunders 2007
43. Verhouding wetenschap en
praktijk
Veronderstelde rol
wetenschappelijke
kennis(ontwikkeling)
Type kennis
MODE - 0 APART
Wetenschap en praktijk
staan (vrij) los van elkaar
AUTONOOM
Meer wetenschappelijke kennis
leidt tot meer vooruitgang
Monodisciplinaire
kennis
Nadruk op bèta
MODE - 1 SAMENWERKEN
Samenwerking tussen
wetenschap en praktijk
Geen verandering in wijze
van werken van beiden
INSTRUMENTEEL
Ontwikkelen van
beleidsrelevante kennis en/of
toegepaste kennis leidt tot het
oplossen van maatschappelijke
problemen en het stimuleren
van de economie
Afstemmingsactiviteiten
Mono-, multi- en
interdisciplinaire
kennis
Bèta en gamma
MODE - 2 CO-PRODUCTIE
Praktijk en wetenschap
beiden actief op zoek naar
beste manier om complexe
veranderingsprocessen vorm
te geven en te begeleiden
TRANSDISCIPLINAIR
Wetenschappelijke kennis
(mono-, multi- en inter-
disciplinair) maakt onderdeel uit
van het gezamenlijke
oplossingsproces EN het proces
maakt onderdeel uit van
wetenschappelijke
kennisontwikkeling
Mono- multi- en
interdisciplinaire
kennis
Ook ervaringskennis
44. Verschillende soorten kennis en leren…
Systeemkennis - doelkennis -
transformatiekennis
Peer to peer
learning
Ervaringsgericht leren
Social learning
Transformative
learning
Tacit knowledge – Explicit knowledge
Wetenschappelijke kennis -
Expertenkennis
47. Triste et al. 2017
“Klassieke” land- en tuinbouweducatie Educatie voor agro-ecologie
Aanpak gestoeld op theorie Actie-georiënteerde aanpak (Lieblein et
al., 2004; Lieblein et al., 2015; Hillmire et
al., 2014)
Ervaringsgericht leren (Kolb, 1984)
Actief leren (Revans, 1998)
Nadruk op cognitieve doelstellingen Cognitieve, affectieve en op vaardigheden
gerichte doelstellingen.
Institutioneel,personeel-gebaseerd
onderwijs/leren
Leren met en van buitenstaanders
Low-level cognitief leren Cognitief leren op hoger niveau
Accumuleren van kennis en inhoud Zelfsturend leren en oriëntatie op echte
problemen
Evaluatie op basis van kennisverwerving-
en reproductie
zelfevaluatie, reflectie, peer assessment,
evaluatie van maatschappelijke relevantie
48. Lieblein et al. (2007)
IN DE PRAKTIJK?
ONDERWIJS
• vormingsboerderijen
• stages en werkplekleren
• geïntegreerd werk
PRAKTIJK
• peer to peer learning
• demonstratie bedrijven
• discussie groepen
het persoonlijk leer/groeiproces
toenemend belang van houding,
waarden, moraal en ethiek
een hoger niveau van actie & gebruik
van kennis in een onbekende situatie
50. Vertrekken vanuit noden & gericht op proces
• Rekening houden met context,
flexibel proces
• Focus op landbouwer en bedrijf =
leermogelijkheden moeten
primeren
• Relevant voor communicatie naar
rest van de keten en consument
Two-dimensional framework which combines the time and complexity dimensions of
sustainability assessment with the strategic decision making of a farmerCoteur et al. 2016
53. 54
• Shop, Pick, Drive & Deliver (BB)
• Use of locally grown soy in the Belgian agro-food chain (AVEVE)
• Recovery of production surplusses in organic agriculture (Bioforum)
• Applying sustainability principles in social catering (Vredeseilanden)
54. Handvaten vanuit ervaringen
Vertrekken vanuit noden en gericht op proces (normativiteit!)
Ketenbenadering en werken op verschillende niveaus
Procescertificatie eerder dan productcertificatie?
57. Handvaten vanuit ervaringen
Vertrekken vanuit noden en gericht op proces (normativiteit!)
Ketenbenadering en werken op verschillende niveaus
Procescertificatie eerder dan productcertificatie?
Onderscheiden op niche versus wereldmarkt
58. Small promising initiatives in the niches
Transition towns
Urban agriculture initiatives
Short food supply chains
62. Handvaten vanuit ervaringen
Vertrekken vanuit noden en gericht op proces (normativiteit!)
Ketenbenadering en werken op verschillende niveaus
Procescertificatie eerder dan productcertificatie?
Onderscheiden op niche versus wereldmarkt
Technologische kansen
63. Nieuwe technologische mogelijkheden
veel mogelijkheden met precisielandbouw en big data
Bemesting op maat van de plant i.p.v.
op maat van het veld
Meer preventief handelen in de veehouderij door
allerhande sensoren (kauwsensoren, stapsensoren,
hoestsensoren,........)
64. Handvaten vanuit ervaringen
Vertrekken vanuit noden en gericht op proces (normativiteit!)
Ketenbenadering en werken op verschillende niveaus
Procescertificatie eerder dan productcertificatie?
Onderscheiden op niche versus wereldmarkt
Technologische kansen
EU samenwerking
66. FARMDEMO
FARMDEMO.EU
FarmDemo has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement
No 727388 PLAID and 728061 Agridemo-F2F
AGRIDEMO-H2020.EU
Building an interactive FarmDemo-Hub community:
enhancing farmer to farmer learning
67. Verduurzaming van de agrovoedingsketen
Systeemdenken & transformatief leren
ICAG
14 december 2017
Fleur Marchand
Social Science Unit
vv