8. 8
Zelfdeterminatietheorie
Gecontroleerde motivatie
Autonome motivatie
Externe regulatie
“Ik studeer omdat ik deze zomer op vakantie wil gaan”
Geïntrojecteerde regulatie
“Ik studeer omdat ik wil bewijzen dat ik het aankan”
Geïdentificeerde regulatie
“Ik studeer omdat ik het bezitten van kennis belangrijk vind”
Interne regulatie
“Ik studeer omdat het boeiend is”
EXTRINSIEKINTRINSIEK
14. Structuur vs. chaos
Structuur op disciplinair vlak
Structuur mbt leerproces
(verwachtingen duidelijk maken, consequent opvolgen van richtlijnen, …)
(Stappenplan opstellen, positieve feedback geven en vertrouwen schenken,
hulp bieden via tips, aangeven van werkpunten, optimaal uitdagende taken
aanbieden, …)
Behoefte aan competentie-ontplooiing
à Zich in iets bekwamen
à Houvast bieden, vooruitgang maken
15.
16. Autonomie vs. controle
Identificeren van interesses en persoonlijke waarden
Voeden van interesses en persoonlijke waarden
Opbouwen van interesses en persoonlijke waarden
(Luisteren naar lln, vragen wat lln wensen, empatische uitdrukkingen, …)
(Tijd om zelfstandig te werken, informationele positieve feedback geven,
informationele wijze van tips geven, informationele wijze van werkpunten
aanbieden, onvoorwaardelijk aanmoedigen, keuzes aanbieden, …)
(Aanbieden van een rationale)
à Behoefte aan zelfbepaling