1. Kathedralen van het platteland
Stukken en brokken: silo’s in Overijssel
Dirk Baalman
2. Het Belvedere-project ‘Lege silo’s - nieuwe vulling’ heeft
tot doel de silo’s te omschrijven en te waarderen.
Vervolgens is bestudeerd of ze tot iets bijzonders kunnen
worden getransformeerd. Het project resulteert in een
drietal samenhangende onderdelen:
1. Silogebouwen van graan- en veevoederbedrijven in
Nederland;
2. Stukken en brokken: silo’s in Overijssel;
3. Vijf hergebruikstudies van Overijsselse silo’s.
In ‘Silogebouwen van graan- en veevoederbedrijven in
Nederland’ beschrijft Karel Loeff de ontwikkeling van de
silobouw in Nederland. Het onderzoek is op te vatten als
aanzet tot waardering van silo’s. In nauwe samenwer-
king met Peter Nijhof, coördinator industrieel erfgoed
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, zijn
waardestellende criteria geformuleerd.
In het tweede deel ‘Stukken en brokken: silo’s in Over-
ijssel’ heeft Dirk Baalman het Overijsselse silobestand
geïnventariseerd, de ontwikkeling ervan beschreven en
gewaardeerd. Het bevat een velddekkend beeld van het
Overijsselse silobestand.
Een vijftal waardevolle Overijsselse studies vindt u op de
Cd-rom getiteld: ‘Vijf hergebruikstudies van Overijsselse
silo’s’. Voor vijf silocomplexen, te weten in Deventer,
Haaksbergen, Mariënberg en Raalte, zijn deze her-
gebruikstudies uitgevoerd. De opdrachten voor de
hergebruikstudies zijn steeds samen met de desbetref-
fende gemeente en soms door de eigenaar of project-
ontwikkelaar verleend.
De vijf studies resulteren in architectuurverkenningen
voor nieuwe functies evenals kostenindicaties voor het
re-animeren van de veelal leegstaande complexen.
Omdat de toekomstige bestemming vaak niet duidelijk
is, zijn diverse functies verkend.
De hergebruikstudies zijn uitgevoerd door DAAD
Architecten BV uit Beilen, I’M architecten uit Deventer,
De Velde Architecten uit Kampen en VHP uit Rotterdam.
Het Belvedere-project is in eendrachtige samenwerking
tussen de Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
Het Oversticht en de provincie Overijssel uitgevoerd.
Adriaan Velsink,
projectleider ‘Lege silo’s - nieuwe vulling’.
Studie in kader van het Belvedere-project ‘Lege silo’s - nieuwe vulling’, een samenwerkingsproject van
provincie Overijssel, Rijksdienst voor de Monumentenzorg en Het Oversticht. Deze studie is gesubsidieerd door het
Stimuleringsfonds voor Architectuur op grond van de regeling Projectsubsidies Belvedere.
Onderzoek D.H. Baalman, N. Tienstra en M. Nugter
Tekst en redactie D.H. Baalman en M.C. Assink
Afbeeldingen Het Oversticht, Het Oversticht/Ger Dekkers en EZ Foto en Vorm
(Erwin Zijlstra) Deventer
Vormgeving provincie Overijssel, team Communicatie
Druk Tijl Offset, Zwolle
Oplage 1.350 exemplaren
Oktober 2004
www.prv-overijssel.nl
Colofon
3. 3
Voorwoord 5
1. Inleiding 7
1.1. Probleemstelling 7
1.2. Het project 7
1.3. Doeleinden 7
2. Structuur van het agrarisch netwerk 9
2.1. Organisatiegeschiedenis: spelers op de markt 9
2.1.1. Coöperatieve verenigingen 9
2.1.2. Particuliere bedrijven en handelaren 10
2.2. Agrarische geschiedenis: producten en productiesystemen 11
2.2.1. Meststoffen 11
2.2.2. Veevoeders 11
2.2.3. Oogst- en basisstoffenopslag 13
3. Silo’s in Overijssel 15
3.1. Categorieën naar functie 15
3.1.1. Mengvoederbedrijven, voortgekomen uit oude molens/maalderijen 15
3.1.2. Particuliere mengvoederbedrijven als zodanig gesticht 15
3.1.3. Coöperatieve mengvoederbedrijven 15
3.1.4. Oogst- en basisstoffenopslag 15
3.2. Categorieën naar type 15
3.2.1. Gemetselde doos met houten karen 15
3.2.2. Gemetselde karen van Nehobo 17
3.2.3. Stalen silo’s 17
3.2.4. Betonnen silo’s 17
3.3. Objecteninventarisatie met categorisering 18
4. Waardering van silo’s in overijssel 21
4.1. Waardevol vanwege de geschiedenis van streek of landbouw 21
4.1.1. Complex voortgekomen uit het molenbedrijf 21
4.1.2. Mengvoederfabriek bij oudere coöperatie 21
4.1.3. Mengvoederfabriek nieuw gevestigd 21
4.1.4. Op- en overslag 21
4.2. Waardevol vanwege constructie of vormgeving 22
4.2.1. Gemetselde doos met houten karen 22
4.2.2. Gemetselde karen in Nehobo 22
4.2.3. Stalen silo’s 22
4.2.4. Betonnen silo’s 22
Inventarisatie silocomplexen Overijssel 2004 23
Bijlage 1. Silo’s in Overijssel: een inventarisatie in beeld 28
Conclusies 47
Aanbevelingen voor nader onderzoek 47
Bronnen 47
Inhoudsopgave
4.
5. Voorwoord
5
Dat Overijssel rijk gezegend is met fraaie landschappen,
steden en dorpen weet ik. Maar dat er zoveel silo’s voor-
komen heb ik me nooit zo gerealiseerd.
Dit Belvedere-project levert het bewijs. Het veelal
gemengde landbouwbedrijf heeft er een groot aantal
opgeleverd. Schaalvergroting en technologische ver-
andering maken ze in snel tempo overbodig. De vraag is
of je dit als een verlies moet opvatten of als een kans.
Met het drie jaar geleden gestarte stimuleringspro-
gramma ‘Re-animatie industrieel erfgoed Overijssel’
maakt Overijssel zich sterk voor vernieuwend hergebruik
van industrieel erfgoed. Identiteit, duurzaamheid, zuinig
ruimtegebruik, innovatie-impulsen en ruimtelijke kwali-
teit zijn belangrijke doelen. Creativiteit en samenwerking
zijn sleutelwoorden om dit programma tot een succes te
maken. Inmiddels zijn er verrassend positieve resultaten
geboekt. De in de textiel veel voorkomende zaagtand-
of sheddakfabrieken kunnen een nieuw leven krijgen
als studio, kantoor of woonhuis of een gashouder als
vestzaktheater, enz.
Maar geldt zoiets voor silocomplexen? Mijn eerste reactie
was ’nee’. Deze zijn te lelijk. Weg er mee!
Maar dit Belvedere-project heeft me toch op andere
gedachten gebracht. Ten eerste zag ik dat silo’s horen bij
een bijzondere agrarische bedrijfstak. Vaak bepalen ze
het silhouet van een stad of dorp net zo sterk als de kerk-
toren. Ook werd me duidelijk dat de silo een interessante
’machine’ is voor opslag, mengen en productie, die een
technologische ontwikkeling heeft doorgemaakt.
De vraag of een aantal ervan niet als ‘monument’ door
het leven moet, lijkt me relevant. Maar deze vraag laat ik
graag door anderen beantwoorden.
Wat mij als provinciaal bestuurder, verantwoordelijk voor
ruimtelijke ordening, vooral aanspreekt, zijn de resultaten
van de hergebruikstudies voor concrete situaties. Zij laten
zien dat hergebruik tot verrassende en goede nieuwe
invullingen leidt. De identiteit en ruimtelijke kwaliteit
worden winnaar.
Mijn conclusie na bestudering van de resultaten is dan
ook: Silo’s: het re-animeren waard.
Theo Rietkerk,
gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
in de provincie Overijssel.
6.
7. 7
1. Inleiding
1.1. Probleemstelling
Silo’s en silocomplexen voor de opslag van graan, meel
en veevoeder vormen binnen het industrieel erfgoed een
uitzonderlijk complex gebouwentype.
De doorgaans hoge, massale, gesloten gebouwen ver-
liezen door veranderende productie-, opslag- en over-
slagtechnieken in snel tempo hun oorspronkelijke functie.
De verspreiding ervan over het gehele land is groot,
variërend van silo’s van de plaatselijke Boerenbond in
dorpen tot massieve complexen in stedelijke binnen-
havens en zeehavens.
Door hun jonge leeftijd (meest na 1920), hun geringe
‘architectonische aaibaarheid’, hun gesloten karakter en
dominante aanwezigheid in het beeld van stad en dorp,
is er weinig waardering voor. Literatuur is schaars,
inventarisaties ontbreken en geen enkele particuliere
organisatie richt zich specifiek op dit deel van het indus-
trieel erfgoed. Door het toenmalige Projectbureau
Industrieel Erfgoed (PIE) is destijds wel een zogenaamde
branchestudie naar Graanbewerkings- en graanproduc-
tenindustrie uitgevoerd (PIE Rapportenreeks no. 9, 1998)
maar deze richtte zich vooral op de grote, oudere meel-
fabrieken. Door al deze oorzaken zijn silo’s grotendeels
buiten de boot gevallen tijdens het MIP (Monumenten
Inventarisatie Project), de zoektocht naar jongere bouw-
kunst en stedenbouw 1850-1940 die rond 1990 werd
uitgevoerd, terwijl de naoorlogse silo’s uit de periode
van de wederopbouw nog lang niet aan bod zijn. In de
achterliggende jaren zijn inmiddels vele tientallen silo`s
gesloopt en vele zullen nog volgen.
Wat zijn nu eigenlijk silo’s, welke type zijn er, welke zijn
waardevol en wat kun je ermee, als ze hun eerste gebruik
hebben verloren?
1.2. Het project
Om in de leemte in kennis te voorzien, is dit onderzoek
gestart. Het past, voorzover het gericht is op naoorlogse
silo’s, in het Meerjarenonderzoeksprogramma Weder-
opbouw 1940-1965 van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg (RdMz).
De provincie Overijssel werkt sinds 2001 met een
stimuleringsprogramma ‘Re-animatie Industrieel Erfgoed
Overijssel’. In dat kader kwamen ook de silo’s onder de
aandacht, die in deze provincie (nog) op ruime schaal
voorkomen. Dit provinciale programma tracht, in nauwe
samenwerking met eigenaren en gemeenten, herbe-
stemmingsprojecten voor industrieel erfgoed te initiëren.
Daartoe zijn en worden de nodige hergebruikstudies uit-
gevoerd.
Door het relatief grote aantal silo’s in Overijssel (ruim 50)
ontstaat de behoefte aan een op deze categorie industriële
gebouwen afgestemd project. Vanuit het Belvedere-
credo ‘behoud door ontwikkeling’ richt dit onderdeel
van het project zich op het stimuleren van hergebruik
van Overijsselse silo’s. Bij een dergelijk project kunnen
de ervaringen worden toegepast die inmiddels zijn op-
gedaan bij het uitvoeren van hergebruikstudies voor
ander industrieel erfgoed in Overijssel.
Door beide onderdelen (onderzoek en hergebruikstudies)
tot een gezamenlijk project te combineren wordt via
‘matching van belangen’ een inhoudelijke en beleids-
matige meerwaarde verkregen.
1.3. Doeleinden
Met het gehele project worden de volgende doelen
beoogd:
• de landelijke component:
1. verkrijgen van inzicht in de bouwhistorische,
functionele en typologische ontwikkeling van in
Nederland voorkomende silo’s;
2. ontwikkeling van criteria voor waardestelling en
selectie;
3. formulering van een analysekader voor de toetsing
van hergebruikopties. Een dergelijk kader kan boven-
dien de RdMz dienen bij de beoordeling van
artikel 3-aanvragen voor oudere silo’s van ouder dan
50 jaar (wettelijk termijn voor rijksmonumenten) en
voor de toekomstige selectie en bescherming in het
kader van de Wederopbouw;
8. • de regionale en lokale component:
1. verkrijgen van inzicht in de bouwhistorische,
functionele en typologische ontwikkeling van in
Overijssel voorkomende silo’s;
2. ontwikkeling van criteria voor waardestelling en
selectie;
3. hergebruik van een vijftal representatieve en kans-
rijke silocomplexen bevorderen door het uitvoeren
van hergebruikstudies;
• kennisontwikkeling en voorbeeldwerking:
1. de resultaten van het landelijk onderzoek
publiceren in een RdMz-presentatie;
2. de resultaten van herbestemmingsstudies en
analyses bekendmaken bij en bediscussiëren met
vakgenoten, beleidsbepalers en beleidsadviseurs;
3. (eventueel) de resultaten van de vijf hergebruik-
studies publiceren in een voorbeeldenboek.
Deze rapportage betreft het Overijsselse deel van het
onderzoek.
9. 2. Structuur van het agrarisch netwerk
Wijziging van het logo op de silo in Zwolle: van ABTB naar Cebeco (± 1973)
Afgezien van een enkele grote particuliere ondernemer,
was de bouw van silo’s een zaak van organisaties die een
plaats hadden in het agrarisch netwerk in Nederland. Een
korenfactor zoals Korthals Altes, die al in 1896 een groot
silocomplex kon bouwen in de Amsterdamse haven,
was een uitzondering. Meestal waren samenwerkings-
verbanden zoals coöperaties, handelsverenigingen of
inkoopcentrales de partijen die tot de bouw van silo’s
overgingen. De opkomst, groei, samensmelting en
terreinafbakening van deze instituties zijn bepalend
geweest voor de ontwikkeling van silobouw.
Maar ook de ontwikkelingen in de productie van grond-
stoffen, halffabrikaten en eindproducten waren belang-
rijk. Nieuwe graansoorten, andere grondstoffenmarkten,
eisen van diergezondheid of efficiënte productie, enz.,
konden de hele keten ingrijpend beïnvloeden.
Niet zelden had dat ook voor de organisatie van de
sector weer grote gevolgen.
2.1. Organisatiegeschiedenis: spelers op de markt
2.1.1. Coöperatieve verenigingen
Coöperatie
Al in de negentiende eeuw was de wereld van granen
en diervoeders een globale markt. Als Von Liebig in het
midden van de eeuw vanuit Duitsland het gebruik van
anorganische voeding propageert, leidt dat tot een
enorme vraag naar kunstmeststoffen. Kalizouten,
thomasmeel, chilisalpeter worden de begrippen waar-
mee handel, opslag en transport voor de agrarische
sector nieuwe, mondiale dimensies krijgen. Als in de
Verenigde Staten door de aanleg van spoorlijnen de
grote graanproductiestaten met de havens worden
verbonden, zakt de graanprijs in Europa dramatisch en
is de landbouwcrisis van 1878 een feit.
Om in deze ongewisse wereld van afhankelijkheden een
vuist te kunnen maken, ontstaan in het laatste kwart van
de negentiende eeuw onder andere coöperaties, die zich
richten op gemeenschappelijke inkoop. Die kan betrek-
king hebben op hengsten, stieren, verzekeringen,
cursussen, maar ook op kunstmeststoffen. In 1900 zijn
bij het Centraal Bureau van het Nederlands Landbouw-
comité al 188 landbouwverenigingen aangesloten, die
samen goed zijn voor een omzet van 2.053 wagonladingen
kalizouten (voornamelijk uit Duitsland) en bijna 1.000
wagonladingen thomasfosfaatmeel.
En dit bureau, waaruit (bij een fusie in 1973) de Cebeco-
Handelsraad (CB-H) voortkwam, was niet de enige speler
voor landbouwverenigingen:
de coöperaties organiseerden zich meer en meer langs
confessionele lijnen, met een sterke positie voor de
katholieke bonden in het zuiden.
Organisaties zoals het Centraal Bureau (CB), de Handels-
raad, of de CHV (Coöperatieve Handelsvereniging
Veghel) werkten in feite als top-coöperaties, die bemid-
delden of, later, handelden en produceerden voor de
aangesloten regionale of plaatselijke leden-coöperaties.
10. 10
De letters ABTB domineerden decennia lang menig dorp,
zoals hier in Lemelerveld
Overijssel
Overijssel was, curieus genoeg, de bakermat van veel
coöperatieve activiteit, doordat het CB bij zijn ontstaan
werd ondergebracht bij de ‘Coöperatieve Landbouwers-
bank en Handelsvereeniging Lonneker, gemeente
Enschede’. Het kantoor van de CB bleef daar gevestigd
tot de belangen in Rotterdam (vooral in verband met de
graanhandel op de Rotterdamse beurs) in de jaren 1920
zó groot werden, dat men daarheen verhuisde.
Voor Overijssel was de ABTB één van de belangrijkere
coöperaties en die had de Handelsraad als centrale orga-
nisatie. Deze ‘Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond’
vertegenwoordigde de katholieke agrarische sector in
het gebied van de aartsbisschop van Utrecht: ruwweg
het Nedersticht en het Oversticht, in de praktijk vooral
Twente en Gelderland. Daarnaast zijn (in het meer
protestantse deel van Overijssel) van belang gebleven
de CAV Den Ham, de CAVV Zuidoost-Salland in Haarle
(aanvankelijk ook in Heeten), de CTA in Delden en de
zelfstandige coöperatie voor Staphorst en Rouveen,
‘De Eendracht’. Intussen zijn ook deze allen aangesloten
bij de Cebeco-Handelsraad. De aartsdiocesane bond,
onder het vaandel van de bisschop, stond vrijwel de hele
twintigste eeuw aan het roer in katholiek Twente. Vanuit
Almelo bestierde de Landbouwersbank, onderdeel van
de ABTB, met een reeks filialen Noordoost-Twente.
De meer seculiere coöperatieve verenigingen hadden
een dominante rol westelijk van de Sallandse heuvelrug.
Bij fusies kozen zij soms voor de Cebeco, soms voor de
Aan- en Verkoopcoöperatie Meppel (de ACM), als zij daar
in de buurt gevestigd zijn. Ook de ACM hoort intussen
bij de CB-H.
Fusie
In het algemeen nam met de schaalvergroting door de toe-
nemende behoefte aan investeringen en kostenreductie,
het aantal coöperaties door fusies af. Maar die afname in
aantal ging bepaald niet samen met geringere activiteit.
Het takenpakket breidde zich in de loop van de twintigste
eeuw enorm uit. Bij zijn 100-jarig jubileum in 1999 kon de
Cebeco-Handelsraad bogen op activiteiten in de handel
(meststoffen, graan, landbouwmachines, brandstoffen),
in de productie (mengvoeders, slachterijen, eieren, frites,
vleeswaren), advisering in de bouw van stallen, maar
ook daadwerkelijke bouw van stallen, woningen, tot zelfs
vakantiedorpen. OK-tankstations en Welkoop-winkels zijn
bekend als de zichtbare representanten van dit pseudo-
agrarisch imperium.
In dat pakket paste de advisering over de organisatie
van transport en opslag van meststoffen, granen en
veevoeders, waarvoor silo’s konden worden gebouwd.
2.1.2. Particuliere bedrijven en handelaren
Lang niet alle agrariërs zijn of waren aangesloten bij een
coöperatie. Gemiddeld was het aansluitingspercentage
in Nederland maximaal 50%, maar lokaal of regionaal
kon dat sterk verschillen. Er waren dus veel boeren die
het wel met de handel of de kleine producenten konden
vinden en ook deze maakten een ontwikkeling door van
samenwerking, fusie en schaalvergroting. Niet zelden
stonden de organisatorische aanpassingen in de wereld
van de particuliere bedrijven en die van de coöperaties
met elkaar in verband, zoals in 1898, toen een ‘kali-kartel’
van kunstmestoffenhandelaren probeerde te reageren op
de toegenomen samenwerking van boerenorganisaties in
coöperatieve verbanden zoals het Centraal Bureau.
Ook bij de particuliere bedrijven is er sprake van het
uitbreiden van taken in de productieketen. Met name
bij mengvoeders zien we handelaren in grondstoffen
die zich ook storten op het mengen tot kant-en-klare
diervoeders. Met de groei van de eisen aan voedsel-
veiligheid, controleerbaarheid van de keten en de hoge
Een grote Overijsselse particulier is nog steeds een kleine speler in de markt
11. 11
investeringen die dit met zich meebrengt, zien we ook
hier fusies tot grote, bovenregionaal werkende bedrij-
ven. Deze hebben hun eigen gebouwencomplexen met
silo’s opgericht en, net als de coöperatieve bedrijven,
deden zij dat vaak met achterlating van de kleinere
handelsgebouwen en silo’s in de kleine kernen. Feijen in
Dalfsen en Fakkert uit Hoonhorst zijn zulke regionale
spelers, die al lang niet meer pasten in hun uit het
molenbedrijf voortgekomen gebouwencomplex.
En Hendrix UTD mag gelden als voorbeeld van een
bovenregionale partij, die onder meer in Zwolle en
Deventer grote silocomplexen aan de kanaalhavens
bezit.
2.2. Agrarische geschiedenis: producten en
productiesystemen
2.2.1. Meststoffen
In de categorie meststoffen zijn de kalizouten voor kunst-
mest verreweg de belangrijkste component. Aanvankelijk
werden kunstmeststoffen per spoor getransporteerd
naar de coöperatieve verdeelstations, later gebeurde dat
per schip. Nu wordt kunstmest alleen nog in zakken
geleverd en per as vervoerd. Voor de opslag van kunst-
mest werden grote (houten) loodsen gebouwd, waarvan
er enkele zijn overgebleven: in Almelo aan de haven van
het Twentekanaal zijtak Almelo en in Hengelo (nog
gesierd met de letters ABTB) aan het Twentekanaal,
Haven Zuidzijde. De opslagloodsen waren niet in staal
geconstrueerd, omdat de chemicaliën in de kunstmest
tot sterke corrosie konden leiden. In Steenwijk is
(bij De Dolder) een bulkloods voor de overslag van
kunstmest overgebleven die in gewapend beton is uitge-
voerd.
2.2.2. Veevoeders
Koeken en brokken
Aanvankelijk werden de samenstellende delen van vee-
voer apart verhandeld, getransporteerd en opgeslagen.
Tot 1920 was het handelen in mengvoeders verboden.
Het zou toen nog tien jaar duren vóór er een erkend
controlesysteem was ontwikkeld dat een garantie op
kwaliteit kon afgeven. De Centrale Landbouworganisaties
introduceerden toen het CLO-keurmerk.
a. Veevoer op basis van granen
Tot ongeveer 1930 ging het in de veevoerindustrie dus
vooral om voedergranen, met daarnaast veekoeken
en -brokken. De granen werden voor ruwweg een kwart
geïmporteerd; de rest werd inlands verbouwd. De brokken
en koeken werden gemaakt met wat veelal restproducten
waren van de bewerking van grondstoffen uit andere
sectoren, zoals oliehoudende zaden, soja, grondnoten,
cacao en kokos.
Deze achtergrond in de wereld van het graan heeft
ervoor gezorgd dat korenmolens vaak de kern van een
veevoederbedrijf zijn geworden. Het molenbedrijf maakte
de verschuiving naar deze rol voor het veevoer geleide-
lijk. Met de komst van de grote stoommeelfabrieken aan
12. het eind van de negentiende eeuw raakten de molens de
fabricage van bloem kwijt.
De behoefte aan een goede kwaliteitscontrole zorgde na
de Eerste Wereldoorlog voor een reductie van het aantal
plekken waar tarwemeel gemalen kon worden. Zo raakte
het molenbedrijf het bakkersgemaal kwijt en bleef alleen
het ‘boerengemaal’ over. Tijdige omschakeling naar
elektrificatie en naar de inzet van hamermolens (in plaats
van de in capaciteit beperkte molenstenen) hield deze
molenbedrijven relatief lang in stand.
Misschien is de grote verspreiding van het molenbedrijf
in Overijssel er wel de reden van, dat zich hier nog veel
relatief kleine zelfstandige (particuliere) diervoeder-
bedrijven bevinden. De meeste daarvan zijn zelfs nog
gevestigd op een oorspronkelijke molenlocatie. Niet
zelden werden elektrische maalderijen gebouwd door
molenaars die hun windmolen vervolgens onttakelden
en voor opslag gingen gebruiken, soms door er een silo
in te bouwen. Voorbeelden van zulke complexen zijn
Massier in Nieuwleusen, Fakkert in Hoonhorst en Olde
Hengel in Ootmarsum.
b. Veevoer op basis van olie
Olieslagerijen en oliemolens waren de producenten van
veekoeken. Uit zaden (koolzaad, lijnzaad, raapzaad) werd
olie geperst. Die olie werd verwerkt tot een eindproduct
dat de hoofdzaak van de olieslagerij was, maar de uit-
geperste massa, die als rest overbleef, was bruikbaar als
veekoek. Elke koek was ongeveer een kilo zwaar; per koe
was het verbruik van dit ‘krachtvoer’ zo’n twee koeken
per dag. Veekoeken hadden bij een juiste vochtigheid
een behoorlijke houdbaarheidsdatum en zij konden
worden verpakt in kartonnen dozen.
Door het belang van hun restproduct veekoeken werden
oliemolens een onderdeel van de veevoederindustrie.
Maalderijen met een combinatie van maalstoelen voor
graan en olie waren gewone verschijningen.
Mengvoeders
Het opheffen van het verbod op het maken van meng-
voeders hing samen met een grote druk vanuit de
veesector. Door de toepassing van kunstmest was de
voedingswaarde van grassen als zomervoer sterk
Olde Hengel in Ootmarsum: silo voortgekomen uit het molenbedrijf (midden)
Verdeelinstallatie met schroefas (wormwiel) en
stortkokers op de zolder van de silo in Ootmarsum (onder)
Een typische silo van architect Giesen: geometrische volumes
en een glazen kubus op de elevator (boven)
13. 13
toegenomen. De productiviteit van de koeien groeide
navenant, maar gelijkwaardig wintervoer was niet voor-
handen tegen aantrekkelijke prijzen. Met het voeden met
hooi, lijnmeel en veekoeken kwam de veestapel de winter
niet meer door. Alleen mengvoer kon tegen haalbare
prijzen de benodigde wintervoedingswaarde leveren.
De top-coöperaties hielpen de regio’s met de bouw van
mengvoederinstallaties. Rond 1950 waren er in Neder-
land al ruim 1.800 mengvoederfabrieken of -fabriekjes.
Grote fabrieken van bijvoorbeeld het Centraal Bureau
stonden in Meppel en in Almelo, waar na de oorlog met
Dollegoor een nieuw nat bedrijventerrein (dat wil zeggen
met kanaalhavens) beschikbaar kwam. De mengvoeder-
fabriek was er één van de eerste vestigingen.
De Handelsraad leverde aan de coöperaties van de ABTB
de benodigde kennis voor de oprichting van meng-
voederfabrieken. In de jaren ’50 werden zulke complexen
gebouwd met inzet van onder andere één architecten-
bureau, dat in het hele werkgebied van de Handelsraad
actief was. De silo was een onmisbaar onderdeel van
deze complexen en de silobouwwerken van dit bureau,
Giesen uit Doetinchem, zijn steeds herkenbaar door hun
eigen stijl. Er zijn er veel van verdwenen doordat ze zijn
gesloopt (Albergen, Haarle na brand), ingepakt in dam-
wandprofiel, of aangevuld met nieuwe silo’s in staal of
beton (Hankate). Een gave staat er nog te verkommeren
in Nieuw Heeten, een exemplaar dat bewijst op welke
kleine schaal de bouw van een fabriek toen nog kon
plaatsvinden.
Naar de aard van het product mengvoer zijn de silo’s
opgebouwd uit schachten voor verschillende basis-
producten of grondstoffen. Die worden apart per schip
of per as aangevoerd en in de karen gestort. Onder uit-
stortopeningen vinden we een wormwiel (schroef) of
lopende band, die de in wisselende hoeveelheden
gestorte grondstoffen naar de meng-installatie voert.
Het gemengde product wordt opgeslagen in silo’s en
later als bulk of in zakken afgevoerd naar de afnemers,
de boeren. Een silocomplex heeft dus een ruime infra-
structuur voor vrachtauto’s en/of schepen, heeft karen
voor grondstoffen en eindproducten, heeft een meng- en
weeginstallatie en bezit veelal laboratoriumfaciliteiten
voor de kwaliteitscontrole. Een ‘afzakinstallatie’ en ruim-
te voor zakkenopslag horen ook tot de standaarduitrusting.
Tot de stoffen die worden opgeslagen behoren graan-
soorten, sojaschroot, melasse, meelsoorten zoals been-
dermeel en lijnmeel, alsmede vitaminen en mineralen.
De verschillende samenstellende delen worden in een
brokkenmachine geperst (bijvoorbeeld met stoom, vet-
ten en oliën) tot brokken van verschillende afmetingen,
afhankelijk van de diersoort die ermee gevoerd wordt.
Omdat de hoeveelheden van deze stoffen in de verschil-
lende mengverhoudingen anders zijn (evenals de korrel-
groottes), kunnen gespecialiseerde installaties ontstaan
voor varkensvoer en voor rundervoer. Booijink bijvoor-
beeld heeft zijn installaties voor rundervoer in Lutten-
berg staan, die voor varkensvoer in Raalte. Bovendien
leiden de wisselende hoeveelheden ertoe, dat een silo-
complex karen van verschillende afmetingen kan hebben:
de karen voor de toeslagstoffen kunnen kleiner zijn dan
die voor de basis; die voor de grondstoffen zijn vaak
kleiner dan die voor gereed product.
2.2.3. Oogst- en basisstoffenopslag
Enkele silo’s in Overijssel zijn speciaal ingericht voor de
opslag van geoogst product dat vervolgens als grondstof
voor mengvoer dient. De coöperatie ABCTA gebruikt de
silo in Vroomshoop voor de opslag van graan, dat op de
productielocaties in Almelo, Deventer en Delden (en
Lochem) wordt verwerkt. De silo is daartoe uitgerust met
een graandrooginstallatie. Ook de silo van Graansloot in
Kampen is uitsluitend ingericht voor de opslag van graan
dat als basis dient voor diervoeders. Dit bedrijf beperkt
zich tot op- en overslag zonder verdere bewerkingen.
In Hengelo vinden we bij de firma Schouten Industries
een sojafabriek. Sojabrokken worden hier per schip
aangevoerd, verwarmd (‘geroast’) en voor transport in
silo’s opgeslagen. De soja dient als basismateriaal voor
diervoederfabrieken.
De silo in De Krim (gemeente Hardenberg) werd
de laatste jaren vooral gebruikt voor gerst, dat werd
afgenomen door bierbrouwerijen en diervoeder-
bedrijven.
14. Karentrechters op de begane grond van de silo in De Krim. Ook aan de
zijkanten zitten uitstroomopeningen, die rechtstreeks naar buiten voeren.
Een rijdende trechter kan dienen voor het vullen van zakken (onder)
Installatie op de verdeelzolder van silo in De Krim. De bovenste schroefassen
bedienen de middelste karen, de lagere zijn voor de karen langs de gevels (boven)
Schets van de klassieke elevator: een reeks bakjes aan een eindeloze band
(midden, uit: Hoffmann, Getreidespeicher)
15. 3. Silo’s in Overijssel
15
3.1. Categorieën naar functie
3.1.1. Mengvoederbedrijven, voortgekomen uit oude
molens/maalderijen
Hier gaat het om de bedrijven die zijn voortgekomen uit
het molenbedrijf.
Het meest interessant zijn de complexen, waar de hele
geschiedenis nog aan is af te lezen. Daar staat nog de
molenromp, waaruit het gaande werk is verwijderd,
tegelijk met het gevlucht, toen de maalderij op basis van
elektro- of dieselmotor zijn intrede deed. Die maalderij
zit vaak aan de molen vast. Los erbij staat de woning
met gelagkamer of het café, waar de molenaar de boer
voor de tweede keer als klant trof, wanneer die het
wachten veraangenaamde met een graanjenever. Ook
met een bakkerij kon klandizie worden gebonden. Bij
groei van de maalderijfunctie werd de molen getransfor-
meerd tot pakhuis en later werd er een silo in gemaakt.
Als de opslagcapaciteit nog groter moest zijn, werden bij
het complex silo’s gebouwd.
Zo’n compleet ensemble is te vinden in Hoonhorst:
molen, café, bakkerij, maalderij, silo’s. Helaas bestaat bij
sommige monumentenzorgers de mening, dat van dit
ensemble de silo’s moeten worden gesloopt en de molen
weer een gaand werk en gevlucht moet krijgen. Dit
terugrestaureren naar één bepaalde periode uit de rijke
geschiedenis van een complex wordt door de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg gesanctioneerd door de
molenromp te registreren als ‘incomplete molen’, daarbij
voorbijgaand aan de compleetheid van het ensemble en
de rijkdom van de ontwikkelingsgeschiedenis. Een ver-
gelijkbaar voorbeeld is het complex van Schellings in
Beuningen: een molenromp die in gebruik is als silo en
waarvan de begane grond naadloos overloopt in de
maalderij, bijgebouwde silo’s, een molenaarswoning en
een (voormalige) bakkerij. Soms herinnert weinig meer
aan het ontstaan van een complex uit een molenbedrijf:
in Olst-Wesepe duidt alleen een bordje ‘molenweg’ erop
dat de molen nu weg is en bij Feijen in Dalfsen stuitte
men alleen nog bij een uitbreiding op de funderingsres-
ten van de molen die aan de basis van het bedrijf stond.
3.1.2. Particuliere mengvoederbedrijven als zodanig gesticht
Dit zijn de bedrijven die als nieuwe maalderij voor
mengvoeders werden gesticht nadat het verbod op
mengvoeders was opgeheven en het controlesysteem
van de Centrale Landbouworganisaties CLO effectief was
geworden (begin jaren ’30). Dit soort bedrijven nam na
de Tweede Wereldoorlog een grote vlucht. Vele ervan
hebben de schaalvergroting door fusies niet overleefd
(Smeenk en Dieperink in Olst-Wesepe), maar een aantal
bestaat nog, met een oude kern in grotere silocom-
plexen (Booijink in Raalte, Kamphuis in Beckum).
3.1.3. Coöperatieve mengvoederbedrijven
Dit zijn de bedrijven die als coöperatie een maalderij
hebben opgericht en die niet uit het molenbedrijf
zijn voortgekomen (ABCTA in Haaksbergen, VTL in
Mariënberg, CAVV in Haarle, enz.).
3.1.4. Oogst- en basisstoffenopslag
Deze categorie betreft de silo’s voor op- en overslag van
halffabrikaten of grondstoffen voor de diervoederindus-
trie (Graansloot in Kampen, SESAM in Enschede, DOK in
Deventer, Agri-firm in De Krim, COVATRA in Hasselt). Een
buitencategorie vormt het complex van relatief lage silo’s
van de firma WPA in Dedemsvaart, die zaaigraan opslaat.
3.2. Categorieën naar type
3.2.1. Gemetselde doos met houten karen
Het oudste type silogebouw. Voor Amsterdam werd zo’n
type al beschreven voor een korenfactor in de Jordaan
rond 1880. Voorbeelden in Overijssel zijn te vinden in
de silo Weijers in Deventer (1898) en in de silo te Zuna,
gemeente Wierden. Om stijfheid in de constructie te
garanderen werd een stelsel van trekstangen aange-
bracht, die met schotelankers het metselwerk op zijn
plaats houden. Zo wordt het uitbuiken van de wanden
tegengegaan als de druk in de karen toeneemt.
16.
17. Voormalige silo van Smeenk in Olst-Middel (rechtsmidden)
Silo’s voor op- en overslag van allerlei, waaronder basisstoffen voor veevoer:
SESAM aan de Sesamstraat 1 in Enschede (linksonder)
Bakstenen huls met houten karen: silo aan de Klokkendijk in Zuna (rechtsonder, Wierden)
17
3.2.2. Gemetselde karen van NeHoBo
Silogebouw en karen zijn opgetrokken in een systeem
van holle (strengpers)bakstenen, die zo zijn geprofileerd,
dat bij de stapeling van de blokken ruimte overblijft voor
het aanbrengen van stalen wapeningsstaven. Deze geven
een gebouw buigstijfheid tegen windbelasting en zorgen
tegelijkertijd voor het opnemen van de spatkrachten die
in de karenwanden kunnen optreden door de belading.
Het geheel van karen is op een onderbouw gezet van
gewapend beton. Hiermee kunnen de grotere hoogtes
en overspanningen worden gemaakt die nodig zijn om
bijvoorbeeld vrachtauto’s onder de trechters te rijden.
Dit type komt veel voor na de Tweede Wereldoorlog,
een periode die samenvalt met de grote agrarische
productiegroei enerzijds en met de bloei van de meng-
voederindustrie anderzijds. Dit is de periode waarin er
relatief veel kleinere maalderijen zijn, de fase vóór de
grote fusies die gebruik zullen maken van stalen en
betonnen silo’s. Voorbeelden zijn De Laarman in Lutten-
berg (nu museum; de karen zijn daar deels weggehakt)
en de silo van Van Riel in Olst-Wesepe.
In enkele gevallen komen gemengde constructies voor,
zoals bij Smeenk in Middel bij Olst-Wesepe.
Hier is op een betonnen onderbouw een silo opgetrokken
van drie karen van 3 x 3 meter in NeHoBo-bakstenen,
waaromheen een gevel is gemetseld van waalformaat in
halfsteensverband. De karen zijn elk in drieën gedeeld
met houten schotten, zodat negen cellen zijn ontstaan.
Niet zelden is dit type silo’s later bekleed met damwand-
profielplaten van staal, enerzijds om een eenheid te
creëren in wat vaak een lappendeken van uitbreidingen
was geworden en anderzijds om een betere waterdicht-
heid te garanderen. Soms is het gebouw geïsoleerd om
geluidsoverdracht naar de buurt te beperken.
3.2.3. Stalen silo’s
Stalen silo’s zijn meestal gemaakt in een prefabsysteem
van walsprofielen (I- of H-profielen), waarin panelen
worden geschoven met een damwandprofiel. Zulke silo’s
zijn eenvoudig te monteren, makkelijk aan te passen aan
de gewenste hoogtemaat, simpel uit te breiden door
toevoeging van extra vakken en ze zijn demontabel en
verplaatsbaar. Voorbeelden daarvan zijn de stalen silo in
Beuningen, die uit Oldenzaal afkomstig is en een deel
van de silo’s in Den Ham, die uit Dedemsvaart werden
gehaald. Ook de graansilo in Kampen (Haatland) is
volgens deze constructiewijze gebouwd.
Deze constructiewijze is zo algemeen, dat zij niet alleen
voor veevoeder, maar ook voor bijvoorbeeld zand wordt
gebruikt, zoals te zien bij de SESAM-silo’s aan de haven
in Enschede.
Ronde stalen silo’s (met het uiterlijk van een rechtop-
staande tankwagen) zijn in het onderzoek buiten
beschouwing gebleven. Een prachtige verzameling van
zulke silo’s is te zien bij Nijhof-Wassink in Rijssen. Een
ander voorbeeld is de installatie voor de firma Sloten in
Deventer, waarbij de cilinders in een met plaatstaal
beklede staalconstructie zijn opgehangen, wat ze onher-
kenbaar maakt. Datzelfde is te zien bij de installatie voor
de Covatra in Hasselt, die werd ingericht voor de opslag
van melkpoeder.
Wel van belang zijn silo’s die zijn opgebouwd uit plaat-
stalen karen. Deze cellen worden gevormd door platen te
vouwen en tot de gewenste lengtes aan elkaar te bouten
of te lassen. Deze kokers worden opgehangen in een
skelet van stalen balken en kolommen, terwijl het geheel
wordt aangekleed met een regenjas van damwandprofiel-
platen.
3.2.4. Betonnen silo’s
Gewapend betonnen silo’s zijn per definitie de grotere,
omdat voor de kosten van het bekisten van de beton-
constructie een zekere omvang van het gebouw nodig is.
In Deventer is de silo Lammers een mooi voorbeeld van
een vroege silo, die nog helemaal ter plaatse is uitgekist
en gestort; in Haaksbergen is de silo aan de Parallelweg
daarvan een voorbeeld.
De gebouwvorm bleef niet beperkt tot een min of meer
vierkante schacht, zoals de schijfvormige silogebouwen
van De Krim (Hardenberg) en Vroomshoop laten zien.
Soms werden de karen verder onderverdeeld met stalen
schotten.
Silo voor graanopslag: Graansloot in Kampen (linksboven)
Molenaarswoning, cafe, maalderij, bakkerij, tot silo getransformeerde molenromp en stalen silo’s:
prototype van een historisch gegroeide diervoederfabriek (rechtsboven)
Voormalige silo van Dieperink in Olst-Wesepe (linksmidden)
18. De CODO-silo in Deventer vertegenwoordigt een latere
fase in de betonconstructies, waarin de kosten worden
gedrukt door gebruik te maken van een glijbekisting.
Hierbij wordt één bekisting van zo’n 1,5 m hoog, die alle
opgaande wanden van de karen bevat, langzaam
omhooggehesen en steeds opnieuw gevuld, in een
continu proces. Deze methode is vaak gebruikt voor de
grotere havensilo’s die we in Deventer, Zwolle, Hengelo
en Genemuiden aantreffen.
3.3. Objecteninventarisatie met categorisering
De inventarisatie van silocomplexen in Overijssel is zo
compleet mogelijk. Het onderzoek was in bepaalde mate
pionierswerk: lijstjes ontbraken, evenals kenners met een
wijde blik. Tijdens het onderzoek leidden silo’s naar
andere silo’s: het bespreken van het thema leverde vaak
nieuwe voorbeelden.
Per silo zijn, naast de naam- en adresgegevens, drie
categorieën van informatie opgenomen: typering (a),
waardering (b) en status (c):
A. 1. een typering van het object in het veld ‘landbouw-
historie’. Onderscheidende begrippen zijn ontleend
aan paragraaf 3.1: afkomstig uit molenbedrijf, uit
een coöperatie, nieuw mengvoederbedrijf of op-
en overslag;
A. 2. een typering van de bouwconstructie in de termen
van paragraaf 3.2: metselwerk met hout, NeHoBo,
staal en beton;
B. een waardering van het complex in termen van land-
bouwhistorie, waarde als type bouwconstructie en
waardering van de kwaliteiten van het object als
architectonisch ontwerp;
C. een aanduiding van de huidige status van het object,
met als kenmerkende criteria: in bedrijf, interessant
voor hergebruik of indifferent: dat wil zeggen niet in
bedrijf, maar evenmin van belang voor extra inspan-
ningen om hergebruik te bevorderen.
Voor de waardering is in de inventarisatie het beproefde
‘sterretjes’-systeem toegepast, dat aangeeft hoe onze
waardering op de verschillende aspecten uitvalt.
NeHoBo toegepast in de silo bij De Laarman in Luttenberg (Raalte). De weggehakte
karen laten goed de rode baksteen zien (linksboven)
Plaatstalen silocomplex met skelet van stalen balken en liggers: melkpoedersilo voor
de Covatra in Hasselt (rechtsboven, Zwartewaterland)
Architect Giesen gebruikte vaak NeHoBo-stenen voor de silo’s (linksmidden)
18
Twee silo’s in gewapend beton in Deventer: de linker uit 1923 met zeskantige cellen, de
rechter een vroeg voorbeeld van de toepassing van glijbekisting uit 1961 (rechtsmidden)
Stalen silo bij de voorm. Heimolen in Beuningen (Losser), verplaatst vanuit Oldenzaal (linksonder)
Modern silocomplex van Hendrix UTD in Zwolle waarvoor op uitgebreide schaal met
glijbekistingen is gewerkt (rechtsonder)
19.
20.
21. 21
4. Waardering van silo’s in Overijssel
4.1. Waardevol vanwege de geschiedenis van
streek of landbouw
4.1.1. Complex voortgekomen uit het molenbedrijf
Maatgevend is hier de compleetheid en de gaafheid van
het ensemble:
• vm. Fakkert Hoonhorst (gemeente Dalfsen) (in de
staat waarin het zich anno 2004 bevindt);
• Olde Hengel Ootmarsum (gemeente Dinkelland);
• Schellings Beuningen (gemeente Dinkelland).
Bijzonder voorbeeld in deze categorie zonder
herinnering aan het molenbedrijf;
• vm. Dieperink nu Van Riel, Olst-Wesepe (gemeente
Olst-Wijhe): gaaf bewaard complex van maalderij-
gebouw met silo in NeHoBo uitgevoerd, strategisch
gelegen aan wegenknoop in Salland.
4.1.2. Mengvoederfabriek bij oudere coöperatie
Maatgevend is hier het ensemble van coöperatie-
gebouw/maalderij en silo:
• Haaksbergen vm. ABCTA: een zeer gaaf ensemble
met naoorlogse silo;
• Ane, vm. coöperatie, nu Altena (gemeente
Hardenberg): gaaf, reeds hergebruikt ensemble aan
de gedempte Dedemsvaart, karakteristieke naoorlog-
se architectuur;
• Mariënberg vm. coöperatie VTL (gemeente Harden-
berg): coöperatiegebouwen van vóór en na de oorlog,
beide in voor die perioden karakteristieke architectuur;
zeldzaam voorbeeld van spoorwegontsluiting;
• Markelo Arkervaart (gemeente Hof van Twente):
zeldzaam fraai coöperatiegebouw; uitzonderlijke relatie
tussen grootte van het bedrijf en omvang van het dorp;
• vm. CAVV De Lutte (gemeente Losser): voorbeeld van
het vooroorlogse type coöperatiegebouw waarin een
silo werd gebouwd (vergelijk Luttenberg de Laarman);
• vm. CAVV Nieuw Heeten (gemeente Raalte): gaafst
bewaard gebleven voorbeeld van een silo ontworpen
door architect Giesen; zeer fraaie architectuur;
• De Laarman, Luttenberg (gemeente Raalte): typisch
voorbeeld van een coöperatiegebouw waar een silo
in werd gebouwd; goed voorbeeld van de toepassing
van NeHoBo;
• ABCTA Dollegoor, Almelo: de oudste vestiging van
de coöperatie op het industrieterrein Dollegoor was
tevens de eerste fabriek op dit terrein. Bakstenen
elevatorgebouw met daarachter een reeks cellen in
NeHoBo en latere (cilindervormige) cellen in
gewapend beton.
4.1.3. Mengvoederfabriek nieuw gevestigd
Criterium is hier de vestiging van een bedrijf voor de aan-
maak van mengvoer, niet afkomstig uit een coöperatie en
niet uit het molenbedrijf:
• Bosch ‘De Landbouw’, Daarle (gemeente Hellendoorn):
gaaf ensemble van maalderijgebouw met silo’s,
beeldbepalend gelegen in het dorp;
• Kamphuis Beckum (gemeente Hengelo): fraai en gaaf
oud maalderijgebouw uit 1916 met houten karen; aan
de overzijde van de weg het nieuwe bedrijfsgebouw
met stalen silo’s;
• Smeenk Middel (gemeente Olst-Wesepe): gaaf voor-
beeld van een klein particulier bedrijfsgebouw.
4.1.4. Op- en overslag
• De silo Weijers in de Raambuurt in Deventer (naar
ontwerp van de in de utiliteitsbouw gespecialiseerde
architecten Beltman uit Enschede) is al geregistreerd
als rijksmonument.
• Het silocomplex aan de Zuiderzeestraat in Deventer
(silo Lammers en silo CODO): waardevol als ensemble
en ook bijzonder vanwege de constructie van respec-
tievelijk gewapend beton (1916) en beton, gemaakt
met een glijbekisting. Markering van de centrale plaats
die Deventer inneemt in de productie en de op- en
overslag van veevoer in een wijde regio.
• Agri-firm in De Krim (gemeente Hardenberg):
kenmerkend voor het type silo voor oogstopslag
(met vóórgeplaatste elevator-toren), centraal gelegen
in een gebied met veel akkerbouw, uitvoering in
gewapend beton; door de forse maten een markant
herkenningspunt.
22. 22
• Van ’t Spijker Vriezenveen (gemeente Twenterand):
uniek qua locatie tussen spoor en water en zeldzaam
als klein particulier bedrijf dat uitsluitend is gericht
op handel, op- en overslag.
4.2. Waardevol vanwege constructie of vormgeving
4.2.1. Gemetselde doos met houten karen
• Garden Toys en Tools, Wierden: ensemble van
maalderij met silogebouw, inclusief elevator-toren.
4.2.2. Gemetselde karen in NeHoBo
(Holle bakstenen met stalen wapening):
• De Laarman, Luttenberg (gemeente Raalte): de cellen-
wanden zijn deels verwoest om museumruimtes te
maken;
• vm. CAVV Nieuw Heeten: Giesen maakte veel gebruik
van NeHoBo, dat in de jaren ’50 in zwang kwam;
• Smeenk Middel (gemeente Olst-Wijhe): de silo met
drie cellen werd met hout onderverdeeld tot 12 karen;
• Almelo Dollegoor ABCTA.
4.2.3. Stalen silo’s
Stalen silo’s zijn op zichzelf zelden waardevol als type of
als architectuur. Waardevol zijn er enkele om historische
redenen of als onderdeel van een ensemble dat als
geheel waardevol is:
• Covatra Haselt (gemeente Zwartewaterland):
gebouwd in de periode dat de melkplas en de boter-
berg van niet verkochte maar wel met Europese
subsidie geproduceerde zuivel niet weg te werken was.
De Combinatie van Transportondernemingen CoVaTra
sloeg in Hasselt melkpoeder op, dat gemengd werd
met andere stoffen om zo als diervoeder te worden ge-
bruikt. Bij de introductie van het melkquotumsysteem
enkele jaren later werd de installatie overbodig;
• vm. Fakkert Hoonhorst: de silo’s vormen hier het
eindstation van de historische ontwikkeling van het
complex dat als molenbedrijf begon;
• Schellings, Beuningen (gemeente Dinkelland): idem;
• Van ’t Spijker, Vriezenveen (gemeente Twenterand):
silo’s van belang als onderdeel van het ensemble;
• Bosch ‘De Landbouw’, Daarle (gemeente Hellen-
doorn): idem.
4.2.4. Betonnen silo’s
Criteria voor het selecteren van betonnen silo’s zijn de
betekenis van de constructie, de ensemblewaarde of de
architectonische vormgeving:
• CODO-silo Deventer: architectonisch fraai en vroeg
voorbeeld van het toepassen van glijbekisting; bijzon-
dere waarde als ‘landmark’ en ensemblewaarde met
de naastgelegen Silo Lammers;
• Silo Lammers Deventer: vroeg voorbeeld van de toe-
passing van gewapend beton voor silo’s; markant
ensemble vormend met de CODO-silo;
• Mariënberg vm. VTL (gemeente Hardenberg): interes-
sant ensemble met de beide fasen van het coöpera-
tiegebouw; bijzondere constructie met uiterst dunne
wanddiktes;
• Agri-firm De Krim (gemeente Hardenberg): fraai vorm-
gegeven betonconstructie met zes meter hoge
kolommen op de begane grond, betonnen cellen-
wanden, trappenhuis, elevator-toren, verdeelzolder
en dakconstructie, het geheel ingepakt in een regen-
jas van baksteen;
• Vroomshoop ABCTA (gemeente Twenterand): gaaf
voorbeeld van een betonnen silo (1954) van het type
als in De Krim (elevator-toren op de kop), hier ingezet
bij voormalige coöperatieve diervoederfabriek; nu in
gebruik voor opslag bij een graandrogerij;
• ABCTA Haaksbergen: fraai en gaaf voorbeeld van een
torensilo met betonskelet en betonnen cellenwanden;
betontrap in prefab-delen aan de buitenzijde; ampel
gebruik van ramen op de onderste en bovenste
lagen.
25. ontsluiting type landbouw- type bouwconstructie cellen waarde waarde waarde ib = in bedrijf
historie landbouw- type architectuur o = indifferent
historie h = hergebruik
water mengv., nieuw NeHoBo + beton ib / h
weg ex-molen part. baksteen + hout + staal 79 ib
weg ex-molen part. staal sloopplan
weg ex-molen coöp. beton h fabriek
water opslag baksteen/hout h archeodepot
water opslag beton h
water mengv., nieuw beton h
water mengv., nieuw ib
water mengv., nieuw ib
water mengv., nieuw beton ib
water mengv., nieuw staal rond ib
water mengv., nieuw staal 80 karen ib
water ex-molen part. beton/baksteen h
water opslag staal, 48 karen ib
water coöp. mengv. beton h in studie
water mengv., nieuw staal sloopplan
water coöp. mengv. beton h auto’s
water opslag beton + staal h sloopplan
water opslag staal ib
water mengv., nieuw staal ib
spoor coöp. mengv. hout + beton h in studie
weg mengv., nieuw staal + hout ib / h
weg coöp. mengv. beton, 20 + staal, 41 karen ib
water coöp. mengv. NeHoBo o
weg mengv., nieuw staal ib
weg mengv., nieuw baksteen + hout h
water grondst./halff. NeHoBo, 30 karen + beton ib
water mengv., nieuw staal ib
weg mengv., nieuw beton + staal sloopplan
weg coöp. mengv. beton + staal ib / h
water opslag staal ib
weg ex-molen part. staal ib / h
weg coöp. mengv. NeHoBo, 3 karen h sloopplan
25
26. gemeente plaats naam silocomplex eigenaar adres
34 Olst-Wijhe Olst/Middel Smeenk-Middel Smeenk transport Oude Deventerweg 11
35 Olst-Wijhe Olst-Wesepe vm. Fa. Dieperink Van Riel Raalterweg 6
36 Raalte Heeten CAVV Heeten CAVV Zuid-Salland Dorpsstraat 51
37 Raalte Heino Industriële Diensten Heino IDH Zwolseweg 33-35
38 Raalte Heino Ganzepan (Fakkert) Fakkert Zwolseweg 85-87
39 Raalte Luttenberg Booijink Luttenberg BV Booijink Butzelaarstraat 38-40
40 Raalte Luttenberg De Laarman/nu landb.museum Tielbeek Butzelaarstraat 60
41 Raalte Nieuw Heeten vm. CAVV Vree-Egberts brood/banket Scholtensstraat 4
42 Raalte Raalte Booijink Raalte BV (varkens) Booijink Schoolstraat 2
43 Rijssen-Holten Rijssen Slaghekke mengvoeders Slaghekke Molendijk-Zuid 3
44 Staphorst Staphorst Coöp. De Eendracht Coöperatie Lichtmisweg 15
45 Staphorst De Leyen Staphorst De Leyen Vogelzang Gemeenteweg 374
46 Steenwijkerland Vollenhove Van Benthem Van Benthem De Weyert 20/Industrieweg
47 Twenterand Den Ham CAV Aankoopver. Den Ham CAV Coöperatie Dorpsstraat 68
48 Twenterand Vriezeveen W. van ’t Spijker W. van ’t Spijker Wierdenseweg 90
49 Twenterand Vroomshoop ABCTA ABCTA Lochem Schoolstraat 14
50 Wierden Wierden Agri-Twente Weggeman Weggeman BV Hexelseweg 4
51 Wierden Wierden/Zuna Garden toys en tools Garden toys en tools Rijssensestraat 164
52 Zwartewaterland Genemuiden Fuite Fuite Kokosstraat 15
53 Zwartewaterland Hasselt Covatra Nederland BV Covatra Randweg 23
54 Zwolle Zwolle Hendrix UTD rundvee Hendrix Botterweg 4
55 Zwolle Zwolle ACM-Agrifirm ACM Schokkerweg 2
26
27. ontsluiting type landbouw- type bouwconstructie cellen waarde waarde waarde ib = in bedrijf
historie landbouw- type architectuur o = indifferent
historie h = hergebruik
weg mengv., nieuw NeHoBo, 3 karen + hout h sloopplan
weg ex-molen part. NeHoBo, 10 karen h sloopplan
weg mengv., nieuw staal ib
weg coöp. zuivel staal rond rvs ib
weg coöp. mengv. staal ib
weg mengv., nieuw NeHoBo 34 + staal, 90 karen ib
weg coöp. mengv. NeHoBo h museum
weg coöp. mengv. NeHoBo h
weg mengv., nieuw beton + staal ib / h
weg ex-molen part. NeHoBo, 32 + staal, 46 karen ib
water coöp. mengv. staal, 38 karen ib
weg ex-molen part. staal, 8 karen o sloopplan
weg mengv., nieuw staal ib
weg ex-molen coöp. baksteen/staal/beton 100 ib / h
spoor opslag staal + hout 32 karen o
water coöp. mengv. beton, 12 karen uit 1954 ib / h
weg opslag staal o
weg coöp. mengv. baksteen/hout h
water mengv., nieuw ib
water opslag melkp. staal rond o
water mengv., nieuw beton, glijbekisting ib
water mengv., nieuw beton ib
27
28. 01. ABCTA Dollegoor
gemeente Almelo
plaats Almelo
adres Jollesweg 4
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie NeHoBo + beton
In bedrijf; hergebruik zou te zijner tijd moeten worden
overwogen.
Bijlage 1 Silo’s in Overijssel: een inventarisatie
in beeld
De objectgegevens uit de inventarisatie, die in paragraaf
3.3. werd gepresenteerd, worden hier geïllustreerd.
Per silo zijn opgenomen:
• gemeente en plaats;
• naam van het silocomplex;
• adres;
• typering van de soort ontsluiting (water, weg, spoor);
• typering van het soort bedrijf (ex-molenbedrijf, meng-
voederbedrijf nieuw, coöperatie, op- en overslag);
• typering van de constructie van de silo’s;
• aanduiding of het complex in bedrijf is, dreigt te
worden gesloopt, of voor hergebruik in aanmerking
komt danwel al hergebruikt wordt.
29. 02. Feijen
gemeente Dalfsen
plaats Dalfsen
adres Rondweg 14
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
(sinds de 19e eeuw)
typering soort constructie baksteen (deels
wanden van 40 cm,
waarin houten karen)
+ staal; 79 silocellen
In bedrijf.
03. Fakkert
gemeente Dalfsen
plaats Hoonhorst
adres Kerkstraat 5
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
typering soort constructie staal
Niet in bedrijf; sloopplan; hoewel het ensemble zeer
waardevol is, is het voornemen om de silo’s de slopen
en de molen te reconstrueren naar de periode van vóór
de silo’s, waarin hij maalvaardig was.
04. Silo en coöp.-gebouw
gemeente Dalfsen
plaats Nieuwleusen
adres Den Hulst 102
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen coöp.
typering soort constructie beton
Niet in bedrijf; wordt hergebruikt als fabriek; voormalig
molenbedrijf; coöperatie nu door fusies bij ACM Meppel.
29
30. 05. Weijers Raambuurt
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Bergpoortstraat 23
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie baksteen/hout
Niet in bedrijf; wordt hergebruikt als depot voor archeo-
logische bodemvondsten; restauratie door de NV Berg-
kwartier in 2004; daarna voor archeologie in gebruik bij
de gemeente Deventer en de provincie Overijssel.
06. Silo CODO
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Zuiderzeestraat 24002
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie beton (glijbekisting)
Niet in bedrijf; hergebruik in studie. Doet nu dienst als
reservelocatie in geval het Twentekanaal is bevroren en
Lochem daarom door de ABCTA niet kan worden
bereikt.
07. Silo Fa. A.J. Lammers
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Zuiderzeestraat 24002
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton
Niet in bedrijf; hergebruik in studie.
31. 31
08. Hendrix UTD (vleespluimvee)
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Roermondstraat 2-4
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton/staal
In bedrijf (deel van silolandschap aan het Basiskanaal in
Bergweide).
09. SEM: Sallandse Elevator
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Roermondstraat 37002
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton/staal
In bedrijf (deel van silolandschap aan het Basiskanaal in
Bergweide).
10. ABCTA
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Roermondstraat 37002
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton
In bedrijf (deel van silolandschap aan het Basiskanaal in
Bergweide).
32. 11. Sloten BV
gemeente Deventer
plaats Deventer
adres Antwerpenweg 38007
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal: ronde silo’s
hangen in een staal-
skelet dat met dam-
wandprofielplaten is
bekleed
In bedrijf (deel van silolandschap aan het Basiskanaal in
Bergweide).
12. DOK (De Winter)
33. 14. SESAM
gemeente Enschede
plaats Enschede
adres Sesamstraat 1
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf op- en overslag
typering soort constructie staal (48 silocellen)
In bedrijf voor op- en overslag.
15. ABCTA
gemeente Haaksbergen
plaats Haaksbergen
adres Parallelweg 4
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie beton
Niet in bedrijf; hergebruik in studie.
16. Silo Leusink, winkel Discus
gemeente Haaksbergen
plaats Haaksbergen
adres Spoorstraat 71
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal
Niet in bedrijf; sloopplan.
33
34. 17. Altena Classic Service
gemeente Hardenberg
plaats Ane
adres De Vaart 23 Ane,
Gramsbergen
typering soort ontsluiting water (gebouwd aan
de Dedemsvaart, die
later werd gedempt)
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie beton
Niet in bedrijf; wordt hergebruikt als: garagebedrijf.
18. Agri-firm
gemeente Hardenberg
plaats De Krim
adres Coevorderweg 191
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie beton + staal
Niet in bedrijf; sloopplan; hergebruik verdient echter
sterke aanbeveling.
19. WPA zeker & vast
gemeente Hardenberg
plaats Dedemsvaart
adres Tottenhamstraat 14
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie staal
In bedrijf (handel in zaaigraan).
35. 20. Bruins (mengvoeder + kunstmest)
gemeente Hardenberg
plaats Hardenberg
adres Nieuwe haven 17
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal (ruim
30 silocellen)
In bedrijf (oud particulier mengvoeder bedrijf,
aanvankelijk in de stad gevestigd).
21. VTL coöp.
gemeente Hardenberg
plaats Mariënberg
adres Stationsweg 5
typering soort ontsluiting spoor (één van de
twee complexen met
spoorwegontsluiting)
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie houten cellen in het
oudste deel + beton
voor de silotoren
Niet in bedrijf; hergebruik in studie.
22. Bosch ‘De Landbouw’
gemeente Hellendoorn
plaats Daarle
adres Dalvoordeweg 17a
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal + hout
Gebouwen in bedrijf, de silo’s niet meer; hergebruik van
gebouwen zou te zijner tijd moeten worden overwogen.
35
36. 23. CAVV
gemeente Hellendoorn
plaats Haarle
adres Stationsweg 2-4
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie beton (20 silocellen)
+ staal (rond 40 cellen)
In bedrijf (één bedrijf met CAVV Heeten); aanvankelijk
silo’s in NeHoBo van architect Giesen, maar na brand
nieuwbouw.
24. Hankate
gemeente Hellendoorn
plaats Hankate
adres Ommerweg 153/
Hankateweg West
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie NeHoBo (deel naar
ontwerp van architect
Giesen) + beton
Niet in bedrijf.
25. Kamphuis-Beckum (mengvoeder)
gemeente Hengelo
plaats Beckum
adres Wolfkaterweg 53
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal
In bedrijf.
37. 26. Kamphuis (oude silo 1916)
gemeente Hengelo
plaats Beckum
adres Wolfkaterweg 53
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw (in
1916 gesticht als maal-
derij (2 stenen) met
dieselmotor; in 1951
overgang naar
hamermolen)
typering soort constructie bakstenen gebouw
met houten silocellen
(deels verdwenen)
Niet in bedrijf; hergebruik nu als opslag.
27. Schouten industries
gemeente Hengelo
plaats Hengelo
adres Zuidelijke Havenweg 20
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf grondstoffen/half-
fabrikaten: sojafabriek
typering soort constructie NeHoBo + beton (rond
30 silocellen)
In bedrijf; bedrijfscomplex voorheen ABTB/CB met
Mervo voeder; nu opslag + ‘toasting’ van soja.
28. ABCTA
gemeente Hof van Twente
plaats Delden
adres Sluisstraat 24
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal
In bedrijf; het grootste productiebedrijf van de ABCTA in
Overijssel.
37
38. 29. Voorm. fa. Nijhuis (mengvoeders)
gemeente Hof van Twente
plaats Hengevelde
adres Bretelerstraat 29
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton, staal
Niet in bedrijf; eigenaar Ten Heggeler Bouwbedrijf heeft
sloopplan.
30. Arkervaart-Twente
gemeente Hof van Twente
plaats Markelo
adres Goorseweg 3
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie beton, staal
In bedrijf.
31. Graansloot op- en overslag
gemeente Kampen
plaats Kampen
adres Haatlandhaven 13
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie staal
In bedrijf: op- en overslag van graan; de enige zuivere
‘graansilo’ in Overijssel.
39. 32. Schellings
gemeente Losser
plaats Beuningen
adres Denekamperstraat 43
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
typering soort constructie staal
In bedrijf; hergebruik zou te zijner tijd moeten worden
overwogen.
33. CAVV
gemeente Losser
plaats De Lutte
adres Bentheimerstraat/
Dorpsstraat 66
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie NeHoBo (3 silocellen)
Sloopplan: sloopvergunning is afgegeven, maar
hergebruik zou op zijn plaats zijn.
34. Smeenk-Middel
gemeente Olst-Wijhe
plaats Olst/Middel
adres Oude Deventerweg 11
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie NeHoBo (3 silocellen,
onderverdeeld met
hout, gebouwd in de
jaren ’50)
Niet in bedrijf; sloopplan, maar hergebruik zou op zijn
plaats zijn.
39
40. 35. Van Riel (voorm. fa. Dieperink)
gemeente Olst-Wijhe
plaats Wesepe
adres Raalterweg 6
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
typering soort constructie NeHoBo (10 silocellen);
na WO-II nieuw
gebouwd
Niet in bedrijf; sloopplan, maar hergebruik zou op zijn
plaats zijn.
36. CAVV Zuid-Salland
gemeente Raalte
plaats Heeten
adres Dorpsstraat 51
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal
In bedrijf; alleen nog piekvoorraad in oogsttijd, één
bedrijf met CAVV Haarle.
37. Ind. Diensten Heino IDH
gemeente Raalte
plaats Heino
adres Zwolseweg 33-35
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöperatief zuivel-
bedrijf
typering soort constructie staal: ronde roestvrij
stalen silo’s in staal-
skelet, bekleed met
damwandprofielplaten
In bedrijf (opslag van melkpoeder/melkvet).
41. 38. Fakkert
gemeente Raalte
plaats Heino Ganzepan
adres Zwolseweg 85-87
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie staal
In bedrijf.
39. Booijink Luttenberg BV (rundvee)
gemeente Raalte
plaats Luttenberg
adres Butzelaarstraat 38-40
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie NeHoBo (ongeveer 34)
+ staal (ongeveer 90),
bouwfasen 1956-1965-
1988-2003
In bedrijf.
40. Landbouwmuseum (De Laarman)
gemeente Raalte
plaats Luttenberg
adres Butzelaarstraat 60
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie NeHoBo
Niet in bedrijf; hergebruikt als museum.
41
42. 41. Vree-Egberts (voorm. CAVV)
gemeente Raalte
plaats Nieuw Heeten
adres Scholtensstraat 4
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie NeHoBo
Niet in bedrijf; sloopplan, maar hergebruik zou op zijn
plaats zijn.
42. Booijink Raalte BV (varkens)
gemeente Raalte
plaats Raalte
adres Schoolstraat 2
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal + beton
In bedrijf; hergebruik in studie.
43. Slaghekke mengvoeders
gemeente Rijssen-Holten
plaats Rijssen
adres Molendijk, Zuid 3
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
typering soort constructie NeHoBo (32 cellen) +
staal (46 cellen)
In bedrijf.
43. 44. De Eendracht (voorh. De Samenwerking)
gemeente Staphorst
plaats Staphorst
adres Lichtmisweg 15
typering soort ontsluiting water (Dedemsvaart)
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie staal (38 cellen)
In bedrijf.
45. Vogelzang
gemeente Staphorst
plaats Staphorst de Leyen
adres Gemeenteweg 374
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen particulier
typering soort constructie staal (8 cellen)
Niet in bedrijf; sloopplan.
46. Van Benthem
gemeente Steenwijkerland
plaats Vollenhove
adres De Weyert 20
typering soort ontsluiting weg (maakt gebruik
van de aanvoer via
water bij Fuite
Genemuiden)
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie staal
In bedrijf.
43
44. 47. CAV Den Ham
gemeente Twenterand
plaats Den Ham
adres Dorpsstraat 68
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf ex-molen coöp.
typering soort constructie baksteen + staal +
beton (totaal zo’n 100
silocellen)
In bedrijf (voor varkens-, runder- en kippenvoer).
48. W. van ’t Spijker
gemeente Twenterand
plaats Vriezeveen
adres Wierdenseweg 90
typering soort ontsluiting spoor
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie staal + hout (totaal
32 cellen; gebouwd in
de jaren ‘30 en ‘60)
Silo’s buiten gebruik; hergebruik voor complex zou te
zijner tijd te overwegen zijn.
49. ABCTA
gemeente Twenterand
plaats Vroomshoop
adres Schoolstraat 14
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie beton (12 cellen uit
1954)
In bedrijf: nu graanopslag en -drogerij: grondstof voor
veevoer; hergebruik te zijner tijd bestuderen.
45. 50. Agri-Twente Weggeman BV
gemeente Wierden
plaats Wierden
adres Hexelseweg 4
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf opslag
typering soort constructie staal
Niet in bedrijf; was voor grondstoffen mengvoeder.
51. Garden toys en tools
gemeente Wierden
plaats Zuna
adres Rijssensestraat 164
typering soort ontsluiting weg
typering soort bedrijf coöp. mengvoeder
typering soort constructie bakstenen gebouw
met houten silocellen
Niet in bedrijf; hergebruik zou moeten worden
bestudeerd.
52. Fuite
gemeente Zwartewaterland
plaats Genemuiden
adres Kokosstraat 15
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton + staal
In bedrijf.
45
46. 53. Covatra Nederland BV
gemeente Zwartewaterland
plaats Hasselt
adres Randweg 23
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf gebouwd voor de
opslag van melkpoeder
typering soort constructie staal: ronde silo’s
hangen in een staal-
skelet dat met dam-
wandprofielplaten is
bekleed
Niet in bedrijf.
54. Hendrix UTD (rundvee)
gemeente Zwolle
plaats Zwolle
adres Botterweg 4
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton, glijbekisting
In bedrijf.
55. ACM Agrifirm
gemeente Zwolle
plaats Zwolle
adres Schokkerweg 2
typering soort ontsluiting water
typering soort bedrijf mengvoeder, nieuw
typering soort constructie beton
in bedrijf
47. 47
a. Voordragen als monument
Potentiële rijksmonumenten: Mariënberg vm. VTL,
Haaksbergen coöperatiecomplex vm. ABCTA,
De Krim Agri-firm, Nieuw Heeten vm. CAVV, Fakkert
Hoonhorst (en niet alleen de molenromp), de silo’s in
Deventer. (nr. 6 en 7).
Potentiële gemeentelijke monumenten: Ane vm.
coöperatie, Arkervaart Markelo, met name vanwege
het coöperatiegebouw, De Laarman in Luttenberg,
vm. coöperatie en silo in Den Hulst/Nieuwleusen,
Olde Hengel in Ootmarsum, Schellings in Beuningen,
Bosch in Daarle, Kamphuis in Beckum, Smeenk in
Middel en Van ’t Spijker in Vriezenveen.
b. Kansrijk voor transformatie
In de inventarisatie is aangeduid voor welke silocom-
plexen wij mogelijkheden voor hergebruik zien, soms
in weerwil van een voorgenomen sloop.
c. Aan een groot aantal silocomplexen hoeft geen
nadere aandacht te worden besteed, bijvoorbeeld
omdat zij gewoon functioneren (‘ib: in bedrijf’).
Een enkele keer is, ondanks leegstand en dreigende
sloop, geen aandacht nodig omdat de waarde niet
bijzonder is (Hankate, de silo’s van Van ’t Spijker in
Vriezenveen, de Covatra in Hasselt, Staphorst
De Leyen).
Conclusies
Aanbevelingen voor nader onderzoek
Bronnen
a. In het onderzoek zijn we regelmatig gestuit op silo-
complexen die wel werden beschreven of gefoto-
grafeerd, maar die toch zijn verdwenen. Enkele heb-
ben we apart geïnventariseerd, maar een completer
overzicht zou beter aan het licht brengen hoe groot de
sector is geweest en hoe representatief datgene is,
wat we nu over hebben.
b. Een meer precieze genealogie van de spelers in de
markt lijkt ons van belang. De benadering die wij heb-
ben gekozen, om te redeneren vanuit de productie- en
distributiekant, heeft ons inziens laten zien, dat het in
beeld brengen van een sector een goed kader schept
om een verzameling gebouwen te benaderen.
Zo’n gedetailleerder genealogie kan ook bijdragen aan
een betere waardering van bijvoorbeeld coöperatie-
gebouwen.
c. Nog te weinig zijn de bedrijven in beeld gekomen
die daadwerkelijk silo’s bouwden: de aannemers en
adviseurs voor installaties en gebouwen.
• Interviews met de heren Kloosterman in Dalfsen en
Giesen in Doetinchem, met vele silo-eigenaren en
-beheerders.
• H. Veldman et al., Een machtige Schakel in de Neder-
landse Land- en tuinbouw. De Geschiedenis van
Cebeco-Handelsraad 1899-1999, Rotterdam 1999.
• Dubbelman, K., K. Sloots, Graanbewerkings- en graan-
productenindustrie, PIE rapport deel 9, Utrecht, 1998.
• Dr. J.F. Hoffmann, Die Getreidespeicher, Berlin 1916
(deel II van Das Getreidekorn, seine Bewertung
Bewertung und Behandlung (etc.), Berlin 1916.
• Handbuch der Architektur Teil IV Halbband 3 Heft 1,
Stuttgart 1901.
• M. Bühle, Transport und Lagerungseinrichtungen für
Getreide und Kohle, Berlin 1899.
• R. van de Wiel, ‘Een murwe lijnkoekendoos’, artikel op
de website van het Zaans Museum, Zaandam.