2. 2
Hebreeën 1:
De Zoon hoger dan de engelen
(=overtreft alle Godsverschijningen)
Hebreeën 2:
De Zoon hoger dan Adam
(= de Ben Adam)
Hebreeën 3:
De Zoon hoger dan Mozes
(= gesteld over het huis Gods)
Hebreeën 4:
De Zoon hoger dan Jozua
(= die het volk in de rust zal brengen)
Hebreeën 5:
de Zoon hoger dan Aäron
(hogepriester naar orde van Melchizedek)
3. 3
10 door God aangesproken als hogepriester
naar de ordening van Melchisedek.
Hebreeën 5
4. 4
1 Van David. Een psalm.
Aldus luidt het woord van JAHWEH
tot mijn Heer:
Zet u aan mijn rechterhand,
totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een
voetbank voor uw voeten.
2 JAHWEH strekt van Sion
uw machtige scepter uit:
heers te midden van uw vijanden.
(...)
4 JAHWEH heeft gezworen
en het berouwt Hem niet:
Gij zijt priester voor eeuwig,
naar de wijze van Melchisedek.
-Psalm 110-
5. 5
11 Hierover hebben wij veel te zeggen,
maar het is moeilijk uit te leggen,
omdat gij traag zijt geworden in het horen.
Hebreeën 5
6. 6
11 Hierover hebben wij veel te zeggen,
maar het is moeilijk uit te leggen,
omdat gij traag zijt geworden in het horen.
Hebreeën 5
7. 7
25 En Hij zeide tot hen:
O onverstandigen en tragen van hart,
dat gij niet gelooft
alles wat de profeten gesproken hebben!
-Lucas 24-
8. 8
12 Want hoewel gij, naar de tijd gerekend,
leraars behoordet te zijn,
hebt gij weer nodig,
dat men u de eerste beginselen
van de uitspraken Gods leert,
en gij hebt nog melk nodig
en geen vaste spijs.
Hebreeën 5
9. 9
12 Want hoewel gij, naar de tijd gerekend,
leraars behoordet te zijn,
hebt gij weer nodig,
dat men u de eerste beginselen
van de uitspraken Gods leert,
en gij hebt nog melk nodig
en geen vaste spijs.
Hebreeën 5
10. 10
12 Want hoewel gij, naar de tijd gerekend,
leraars behoordet te zijn,
hebt gij weer nodig,
dat men u de eerste beginselen
van de uitspraken Gods leert,
en gij hebt nog melk nodig
en geen vaste spijs.
Hebreeën 5
11. 11
12 Want hoewel gij, naar de tijd gerekend,
leraars behoordet te zijn,
hebt gij weer nodig,
dat men u de eerste beginselen
van de uitspraken Gods leert,
en gij hebt nog melk nodig
en geen vaste spijs.
Hebreeën 5
12. 12
9 Wie wil Hij kennis leren
en wie wil hij een openbaring doen verstaan?
Hun die van de melk gespeend,
aan de borst ontwend zijn.
10 Want het is wet op wet, wet op wet, eis op
eis, eis op eis, hier wat, daar wat.
11 Voorwaar, door mensen die een
onverstaanbare taal spreken, en in een
vreemde tongval zal tot dit volk spreken Hij,
die tot hen gezegd heeft:
12 Dit is de rust, geeft de vermoeide rust, en
dit is de verademing. Maar zij wilden niet
horen.
-Jesaja 28-
13. 13
13 Want ieder, die nog van melk leeft,
heeft geen weet van de rechte prediking:
hij is nog een zuigeling.
Hebreeën 5
14. 14
14 Maar de vaste spijs
is voor de volwassenen,
die door het gebruik
hun zinnen geoefend hebben
in het onderscheiden van goed en kwaad.
Hebreeën 5
15. 15
14 Maar de vaste spijs
is voor de volwassenen,
die door het gebruik
hun zinnen geoefend hebben
in het onderscheiden van goed en kwaad.
Hebreeën 5
16. 16
14 Maar de vaste spijs
is voor de volwassenen,
die door het gebruik
hun zinnen geoefend hebben
in het onderscheiden van goed en kwaad.
Hebreeën 5