Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ) bij osteoporose
1. Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
t ie r
bij osteoporose
h
g eG
ri d
y n
Nascholing “Osteoporose anno 2013: en de rol van de apotheker”
17 januari 2013
o p a
C H
r.
› Prof. dr. Han de Gier
d
f.
› Basiseenheid Farmacotherapie & Farmaceutische Patiëntenzorg
ro
› E-mail: j.j.de.gier@rug.nl
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
2. Inhoud
t ie r
h
g eG
Waarom FPZ?
ri d
Definitie FPZ (geïntegreerde FPZ)
p ay n
Betekenis van FPZ voor patiënt met osteoporose
o
C H
Ontwikkeling van FPZ bij osteoporose: plan van aanpak
r.
Conclusies
d
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
3. mm-dd-yy | 3
tie r
h
g eG
ri d
y n
Waarom FPZ? o
p a
C H
d r.
f.
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
4. Determinanten voor vermijdbare
t
geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames
ie r
h
g eG
(Leendertse et al., 2008)
ri d
Variabele Risico: OR (95%CI)
p ay n
Minder zelfstandige woonsituatie 3,0 (1,4-6,5)
Verminderde cognitie
o
C H
11,9 (3,9-36,3)
r.
Verminderde nierfunctie 2,6 (1,6-4,2)
d
f.
Therapie-ontrouw 2,3 (1,4-3,8)
r o
Multimorbiditeit
p
1-3 aandoeningen 5,9 (2,2-15,5)
≥ 4 aandoeningen 8,1 (3,1-21,7)
Polyfarmacie
(≥ 5 geneesmiddelen, chronisch gebuikt) 2,7 (1,6-4,4)
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
5. Potentieel vermijdbare bijwerkingen
(HARM, 2006; IPCI, 2007)
t ie r
h
g eG
ri d
Potentieel vermijdbare Aantal Belangrijkste risico
bijwerking geneesmiddelgroepen
y n
Gastro-intestinale/andere 84 Anticoagulantia
p a
bloeding Trombocytenaggregatieremmers
NSAID’s
o
Elektrolytenstoornis/ 30 Diuretica
C H
dehydratie RAS-remmers (hyperkaliëmie)
Fractuur 26 Psychofarmaca (valincidenten)
r.
Corticosteroïden (via osteoporose)
20
d
Ontregeling/uitlokking Bloedglucoseverlagende middelen (vooral
diabetes hypoglykemie)
f.
Corticosteroïden (hyperglykemie)
Nierinsufficiëntie/hartfalen 13 RAS-remmers (alleen nierinsufficiëntie)
r o
NSAID’s (nierinsufficiëntie/hartfalen)
p
Constipatie 11 Opioïden
Bradycardie 10 Cardiale middelen (digoxine, sotalol)
Totaal 194
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
6. Definitie Farmaceutische Patiëntenzorg (1)
t ie r
Filosofie (van FPZ):
h
g e G van
ri de apotheker
y nd
p de geneesmiddel-gebonden
Farmaceutische patiëntenzorg is een patiëntgerichte wijze
o waarbij a aanspreekbaar is op het
zorgverlening omtrent medicatie, waarin
C Hhij/zij
verantwoordelijkheid neemt voor
r.
behoeften van de patiënt en
d
aangaan van dit commitment.
f.
p ro
(Cipolle et al. 2004)
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
7. mm-dd-yy | 7
Definitie Farmaceutische Patiëntenzorg (2)
t ie r
h
g eG
Medicatiemanagement (uitvoering van FPZ):
ri d
Een standaard werkwijze voor zorgverlening omtrent medicatie die
y n
garandeert dat iedere patiënt erop kan rekenen dat zijn/haar
o p a
medicatie (op recept, zelfzorgmiddelen, etc.) is beoordeeld als
C H
geschikt voor de patiënt gegeven
r.
zijn klachten en aandoeningen;
d
veilig, gegeven zijn aandoeningen,
f.
klachten en overige medicatie;
r o
uitvoerbaar gegeven de mogelijkheden
p
om deze te kunnen gebruiken.
(PCPCC Medication Management Task Force, 2012)
Zie ook: www.pcpcc.net
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
8. Definitie Farmaceutische Patiëntenzorg (3)
t ie r
h
g eG
Medicatiemanagement is het meest succesvol wanneer deze omvat:
ri d
Een gestructureerde beoordeling van geneesmiddel-gebonden
y n
behoeften en (potentiële) medicatie-gerelateerde problemen
o p a
(samen met patiënt en arts/andere zorgverleners).
C H
Een geïndividualiseerd farmacotherapeutisch behandelplan
r.
waarmee gestelde behandeldoelen kunnen worden behaald
d
(samen met patiënt en arts/andere zorgverleners).
f.
Een effectieve evaluatie om patiëntuitkomsten te kunnen bepalen
r o
(samen met patiënt en arts/andere zorgverleners).
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
9. Definitie Farmaceutische Patiëntenzorg (4)
t ie r
h
g eG
Medicatiemanagement kan alleen goed verlopen als:
ri d
De patiënt begrip heeft van, instemt met, en actief deelneemt aan
y n
dit proces.
o p a
Ieder geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de patiënt de gewenste
C H
uitkomsten heeft.
r.
De processen van alle betrokken zorgverleners/disciplines op
d
elkaar aansluiten en op basis van de juiste informatie worden
f.
aangestuurd (geïntegreerde multi-disciplinaire samenwerking).
r o
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
10. Definitie Farmaceutische Patiëntenzorg (5)
t ie r
h
g eG
Welke patiënten hebben er baat bij?:
ri d
Patiënten bij wie de gestelde behandeldoelen niet worden gehaald
y n
of gehandhaafd.
o p a
Patiënten die nadelige effecten van hun medicatie ervaren.
C H
Patiënten die problemen hebben met het opvolgen van
r.
geadviseerd medicatiegebruik.
d
Patiënten die behoeften hebben aan gebruik van medicatie voor
f.
preventie van klachten en aandoeningen.
r o
Patiënten die (regelmatig) worden opgenomen in het ziekenhuis.
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
11. 11
FPZ en Concordance
t ie r
g eGh
FPZ gaat ook over de ondersteunende rol van de apotheker bij
ri d
gedragsverandering die de patiënt wellicht overweegt, aandacht
y n
voor het gemotiveerd kiezen van mogelijke opties, in
p a
samenspraak afgewogen (in “concordance”).
ozoals bij Patient adherence:
C a person's behaviour – taking medication,
H
r.executing lifestyle changes -,
Gedrag is te meten,
d recommendations from a health-care
the extent to which
f.
following a diet, and/or
provider.o
r
corresponds with agreed
p
Sabate E, ed. Adherence to long-term therapies: evidence for action. Geneva, World Health Organization, 2003.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
12. 12
Wat is ‘Concordance’?
t ie r
h
g eG
Niet een ander ‘C-woord’ of politiek correct woord voor compliance
ri d
(therapietrouw)
p ay n
o
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
13. 13
Wat is ‘Concordance’?
t ie r
h
g eG
Het gaat over een proces van gezamenlijke besluitvorming in
ri d
het contact tussen patiënt en zorgverlener, waarin de patiënt als
y n
partner met eigen deskundigheid en overtuigingen wordt
p a
gerespecteerd.
o
C H
Het overleg kan ‘non-concordant’ zijn, maar de patiënt niet
r.
Een patiënt kan wel ‘non-compliant’ (ofwel therapieontrouw)
d
zijn, omdat het een vaststelling van een bepaald slikgedrag
f.
betreft.
r o
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
14. 14
Van compliance naar concordance
Compliance model Concordance model
t ie r
h
g eG
ri d
y n
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Medicines Partnership
Pharmaceutical Care
15. mm-dd-yy | 15
Patiënt als partner
t ie r
h
g eG
ri d
“Only nine studies reported hard outcomes, such as
y n
hospital (re)admissions; however, these studies had
p a
different results, not all of which were statistically
o
significant. Randomized controlled trials should be
C H
able to describe hard outcomes, but large patient
groups will be needed to perform such studies….”
d r.
“Studies also showed that when cooperation
f.
between healthcare providers and patients occurred,
o
more drug-related problems were defined and solved”.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
16. mm-dd-yy | 16
t ie r
h
g eG
ride patiënt met
y nd
osteoporose o
p a
Betekenis van FPZ voor
C H
d r.
f.
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
17. mm-dd-yy | 17
Systematische literatuurstudie
t ie r
h
g eG
25 studies naar rol apotheker bij osteoporose management (slechts
ri d
3 RCTs, Aus, USA, Canada)
y n
“Results from 3 RCTs (all community pharmacy based) suggest
o p a
that pharmacists interventions may improve bone mineral density
C H
testing and calcium intake among patients with high risk for
r.
osteoporosis……..no study examined the impact of pharmacist
d
intervention on osteoporosis treatment adherence”
o f.
pr
Elias MN et al. The impact of pharmacist interventions on osteoporosis management: a systematic review.
Osteoporosis Int 2011;22:2587-2596
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
18. mm-dd-yy | 18
FPZ, therapietrouw en persistentie
t ie r
h
g eG
RCT met postmenopauzale vrouwen met osteoporose, alendronaat
ri d
1x/wk
y n
Interventiegroep (n=100): consult met apotheker (over
o p a
risicofactoren, bijwerkingen, therapietrouw, behandeldoelen; met
C H
telefonische follow-up) vs controle groep (n=98) zonder consult.
r.
Therapietrouw verbeterde significant na 6 (98.3 vs 97.0%) en 12
d
(98.0 vs 96.1%) maanden; geen effect op persistentie (89.8 vs
f.
87.0%).
r o
p
Lai PSM et al. Effect of pharmaceutical care on adherence and persistence to bisphosphonates in
postmenopausal osteoporotic women. J Clin Pharm Ther. 2011;36:557-567.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
19. mm-dd-yy | 19
Centraal aangestuurde FPZ
t ie r
h
g eG
Vergelijkende studie met “pharmacist managed group” (n=827) op
ri d
afstand begeleid door ‘clinical pharmacy specialist’ en “comparison
y n
group “ (n=302), centraal begeleid door verpleegkundige. Adviezen
p a
na review van medicatie aan openbaar apotheker, na OK
o
C H
begeleiding uitsluitend per telefoon, post, e-mail gedurende 6 mnd.
r.
65% startte medicatie in interventiegroep en 46% in controlegroep
d
(p < 0,001; 95%CI 1,44-2,12). Na 12 mnd. therapietrouw
f.
interventiegroep 46% (vs 28% in controlegroep; p=0,007)
r o
p
Heilmann RMF et al. Impact of a pharmacist-directed intervention in postmenopausal women after fracture. Am J
Health-Syst Pharm 2012;69:504-509.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
20. mm-dd-yy | 20
t ie r
h
g eG
ri osteoporose: plan van
Ontwikkeling van py bij d
o n
C Ha
FPZ
aanpak
d r.
f.
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
21. mm-dd-yy | 21
Kijken naar de Nederlandse situatie
t
Hoe staat het met de therapietrouw na 12 maanden?
ie r
h
g eG
ri d
y n
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Netelenbos JC et al. Adherence and profile of non-persistence in patients treated for osteoporosis- a large-scale,
long-term retrospectvie study in The Netherlands. Osteoporosis Int 2011;22:1537-1546
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
22. mm-dd-yy | 22
Kijken naar de Nederlandse situatie
t ie r
h G
Hoe staat het met de persistentie?
gleeftijd >e jaar, beter bij
ri en verminderd bij gebruik
y nd
Na 12 maanden persistentie bij 8626 startende patiënten 43%
p a medicatie.
(spreiding 29-53%), gerelateerd aan 60
C Ho
additioneel calcium- en vit. D- gebruik
van corticosteroïden en cardiovasculaire
d r.
f.
Netelenbos JC et al. Adherence and profile of non-persistence in patients treated for osteoporosis- a large-scale,
long-term retrospectvie study in The Netherlands. Osteoporosis Int 2011;22:1537-1546
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
23. 15-01-13 | 23
Interventie in de apotheek geeft 15%
verhoging persistentie
t ie r
h
g eG
(Stuurman en Hiddink, Pharm Weekbld WP 2010;4:100-107)
ri d
y n
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
24. 15-01-13 | 24
De interventie
t ie r
hbegeleiding
g eG
• Project in apotheek om therapietrouw te verhogen
•
ri d
y van
e
Gestructureerde 1 en 2 uitgifte e
•
o p a
Medicatie monitoring (volgen n het gebruik)
C H
d r.
f.
-Werking p
Eerste Uitgiftero Tweede uitgifte
-Problemen?
Medicatiemonitoring
-Elke 3 maanden
-Wijze van innemen etc. -Bijwerkingen? search en interventie
-Vragen?
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
25. 15-01-13 | 25
Interventie Therapietrouw Fractuur risico
t ie r
h
g eG
ri d
Kosten-effectief?
p ay n
o
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
Hiligsmann, et al. CT. 2010
26. 15-01-13 | 26
Balans opmaken (Van Boven, PRISMA symposium 2013)
Kosten
t
Effecten
ie r
Medicatie
h
g eG
Voorkomen botbreuken
ri d
- Alendroninezuur↑ - Heupfracturen↓ (+/- €12.000)
- Risedroninezuur↑
p ay n - Polsfracturen↓ (+/- €1.000)
- Wervelfracturen↓ (+/-€ 700)
o
- Ibandroninezuur↑
C H
r.
Kosten apotheek - Kwaliteit van leven↑ (QALY)
d
- Tijd en uurloon
f.
- Apotheker of assistente?
r o
p
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
27. 15-01-13 | 27
r
Geen interventie 9,542 fracturen
t ie
Interventie 9,206 fracturen
Fracturen voorkomen
h
g eG
336 fracturen
ri d
y n
Fracturen voorkomen(%) 3,53%
p a
QALY winst 46
o
ICER 16,363 €/QALY
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Van Boven, et al. PW. 2011
Pharmaceutical Care
28. mm-dd-yy | 28
Communicatie is gerelateerd aan adherence
t ie r
h
g eG
Communication is significantly positively correlated with patient
ri d
adherence; there is a 19% higher risk of non-adherence among
y n
patients whose physician communicates poorly than among
p a
patients whose physician communicates well.
o
C H
r.
Zolnierek KB Dimatteo MR Physician communication and patient adherence to treatment: a meta-
d
analysis.Med Care. 2009 Aug;47(8):826-34. doi: 10.1097/MLR.0b013e31819a5acc.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
29. mm-dd-yy | 29
Extra aandacht bij start is effectief
t
Een telefoongesprek 2 weken na een eerste uitgifte van een
ie r
h
g eG
geneesmiddel voor een chronische indicatie bij patiënten > 75 jaar
ri d
(n=500) in randomised controlled trial (40 openbare apotheken).
p ay n
2 openbare apothekers boden de service aan vanuit een centraal
o
informatiepunt (bij de keten Moss - nu Alliance)
C H
Na een follow-up van 4 weken werden de volgende resultaten bereikt:
r.
Non-adherence was in de interventiegroep significant lager (9% vs 16%, P=0.032)
vergeleken met controle groep
d
f.
Aantal patiënten met geneesmiddelgerelateerde problemen was in de interventiegroep
significant lager dan in de controlegroep (23% vs 34%, P=0.021)
r o
Meer positieve “beliefs about their medicines” in de interventiegroep vergeleken met
p
controle groep (5.0 vs 3.5, P=0.007).
Telefoongesprekken duurden ca 12 minuten (mediaan)
Clifford S et all. (2006) Patient-centred advice is effective in improving adherence to medicines. Pharm World Sci
28:165-170.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
30. mm-dd-yy | 30
Concordancegesprek bij tweede uitgifte
t ie
Bij eerste uitgifte van chronisch bedoelde medicatie in de apotheekr
h
g eG
(concordance-formulier meegeven), afspraak voor concordance
ri d
gesprek bij tweede uitgifte
p ay n
Concordance formulier met vragen voor “de eigen agenda”:
o
C H
Wat zou u graag willen weten over het medicijn (of de medicijnen)?
r.
Wat verwacht u van het medicijn (of de medicijnen)?
Waar maakt u zich zorgen over als er medicijnen voor een lange periode
d
f.
worden voorgeschreven?
Bent u eerder problemen tegengekomen met het gebruik van medicijnen,
r o
en zo ja welke?
p
Wat zou een reden kunnen zijn om te stoppen met het medicijn (de
medicijnen)?
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
31. mm-dd-yy | 31
Resultaten concordancegesprek
t ie r
h
g eG
Concordance gesprek duurde gemiddeld 16 minuten (in 50% van de
ri d
gevallen over het geneesmiddel bij EU) en bleek goed instrument
y n
Geen significant effect op gedragsverandering patiënt (voor- en
p a
nadelen, eigen effectiviteit) en op waardering voor informatie van de
o
apotheker
C H
Therapietrouw (n.s.) hoger in interventiegroep (83%) in vergelijking
r.
met controlegroep (78%)
d
o f.
r
Geurts MME et al. (2010) The evaluation of an intervention based on the application of patient self- completion
p
concordance forms in Dutch community pharmacies and the effect on adherence to chronic medication. Pat
Educ Couns 78:85-90.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
32. mm-dd-yy | 32
Na de start: periodieke medicatiebeoordeling
t ie r
h
g eG
Criteria volgen die vermeld staan in de Multidisciplinaire Richtlijn
ri d
Polyfarmacie bij Ouderen (2012):
y n
65 jaar en ouder met
o p a
En poly-farmacie (chronisch gebruik ≥ 5 geneesmiddelen)
C H
En minimaal 1 risico factor:
r.
Verminderde nierfunctie (eGFR <50 ml/min/1,73 m²)
d
f.
Verminderde cognitie
o
Verhoogd valrisico (≥ 1 val in voorgaande 12 maanden)
pr
Signalen van verminderde therapietrouw
Niet/zelfstandig wonend (verpleeg-, verzorgingshuis)
Niet-geplande ziekenhuisopname
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
33. (P)HARM studie (Anne Leendertse, 2010)
r
Patiënten: >65 j, 5 of > geneesmiddelen, non-adherence, ATC A/B,
t ie
Setting: 42 eerstelijns locaties (samenwerking huisarts en apotheker)
h
g eG
Randomisatie: op huisarts-niveau (364 interventie, 310 controle patiënten)
ri d
Interventie: geïntegreerd FPZ proces, 12 maanden follow-up
Uitkomsten: HARMs, ADEs, EQ5D/VAS
p ay n
Interventie vs controlegroep: 6 vs 10 HARMs
Co-morbidities o
C H NNT
3
d r. 231
f.
4 57
r o
5 30
p
6 19
7 14
8 11
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
34. mm-dd-yy | 34
Stappenplan medicatiebeoordeling
t ie r
h
g eG
Stap 1 Farmacotherapeutische anamnese
ri d
Stap 2 Farmacotherapeutische analyse
p ay n
Stap 3 Overleg arts en apotheker, opstellen farmacotherapeutisch
o
behandelplan
C H
Stap 4 Overleg met patiënt, vaststellen farmacotherapeutisch
r.
behandelplan
d
Stap 5 Follow-up en monitoring
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
35. Prestatiebekostiging farmaceutische zorg
r
BELEIDSREGEL BR/CU-5046
t ie
Kenmerk BR/CU-jaar 2012
h
g eG
ri d
y n
o p a
C H
Deze beleidsregel dient twee doelen:
-
d r.
De vastlegging van de diverse prestatiebeschrijvingen voor farmaceutische zorg en de
f.
wijze waarop gedeclareerd kan worden.
o
Het zichtbaar maken van handelingen behorend bij farmaceutische zorg in de
r
-
p
onderhandelingstaal tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieder
Deze beleidsregel is op 1 januari 2012 in werking getreden
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
36. NZa Prestatiebeschrijvingen farmacie
t ie r
h
7. Medicatiebeoordeling chronisch UR-geneesmiddelengebruik
g eG
ri d
y n
Prestatiebeschrijving
p a
Het in samenspraak met de betreffende patiënt en betrokken
o
zorgaanbieder(s) periodiek evalueren van de farmacotherapie van
C H
individuele (veelal oudere) patiënten die chronisch UR-geneesmiddelen
r.
gebruiken. Deze prestatie kan enkel worden gedeclareerd indien er een
d
medische of farmaceutische noodzaak bestaat. Als de zorg al onder
f.
terhandstelling geleverd is of geleverd dient te worden valt deze zorg
r o
niet onder deze prestatie.
p
Om deze prestatie te kunnen declareren dienen alle onderstaande
activiteiten tenminste te zijn uitgevoerd:
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
37. NZa Prestatiebeschrijvingen farmacie
Vervolg 7
t ie r
h
g eG
- Het vastleggen van het concrete en meetbare doel van de
ri d
medicatiebeoordeling
Het houden van een geprotocolleerde evaluatie op basis van
y n
-
p a
medische informatie, farmaceutische informatie en gebruiksinformatie met
o
behulp van behandelrichtlijnen, wetenschappelijke publicaties en FT(T)O
C H
afspraken
r.
- Het afstemmen van individuele behoeften van de patiënt en betrokken
zorgaanbieder(s)
d
Het delen van de eindconclusie met betrokken patiënt en betrokken
f.
-
zorgaanbieder(s)
r o
- Het effectueren van de eindconclusie van de medicatiebeoordeling
p
- Het evalueren van het effect van de medicatiebeoordeling op basis van het
eerder vastgelegde doel ervan
- Het vastleggen van de medicatiebeoordeling en de evaluatie in het digitale
patiëntendossier
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
38. t ie r
h
g eG
ri d
y n
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Bron: Room for Review, 2002, NHS
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
39. mm-dd-yy | 39
t ie r
h
g eG
ri d over
y n
p a
Aandacht voor informatie-overdracht
bijwerkingen o
C H
d r.
f.
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
40. mm-dd-yy | 40
Hoe kun je bijwerkingen vermelden?
t ie r
h
g eG
Frequentie indeling:
ri d
Patiënten hebben moeite met het begrijpen van frequenties (‘vaak’ valt
y n
hoger uit dan de bedoelde 1 tot 10%).
o p a
Het maakt patiënten niet uit hoeveel mensen de bijwerking krijgen, zij
C H
willen weten wat zij moeten doen als zij er zelf last van krijgen.
r.
Adviesindeling:
d
Consumer Medicines Information (CMI) in Australië deelt rubriek
f.
bijwerkingen in op basis van adviezen.
ro
Onderzoek laat zien dat de adviesindeling de leesbaarheid en
p
begrijpelijkheid van de rubriek verbetert.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
41. mm-dd-yy | 41
Bijwerkingen anders benoemen
t ie r
h
g eG
Steekproef deelnemers Consumentenpanel Gezondheidszorg (NIVEL)
ri d
kreeg vragenlijst over rubriek bijwerkingen van geneesmiddelen.
p ay n
o
Eén groep (n=180) kreeg de
C H
adviesindeling en de andere
r.
groep (n=180) de indeling
d
f.vragenlijsten (ZBV-S)
met frequentie.
ro
Voor en na het lezen rubriek
p
bijwerkingen
Gudde P. et al. Angst: een bijwerking van de bijsluiter? Het effect van twee verschillende presentaties op angst,
veronderstelde vatbaarheid en ernst. Health Base/NIVEL, 2012.
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
42. mm-dd-yy | 42
Angst: een bijwerking van de bijsluiter?
r
(Gudde P. et al. 2012)
h tie
g eG
ri d
p ay n
o
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
43. Angst: een bijwerking van de bijsluiter?
r
(Gudde P et al. 2012)
h tie
g eG
ri d
p ay n
o
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
44. Risedronaat wekelijks
tablet 35 mg.
t ie r
h
g eG
Informatie over bijwerkingen in
ri d
y n
p a
een adviesindeling.
o
C H
Vergeleken met indeling naar
r.
frequentie:
d
- minder angst voor bijwerkingen;
f.
- geen verschil in inschatting van
o
ernst van de bijwerkingen.
pr
Bron: SHB-Geneesmiddelinformatie voor de Patiënt
(GIP)
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
45. mm-dd-yy | 45
tie r
h
g eG
ri d
y n
o p a
Conclusies
C H
d r.
f.
p ro
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
46. mm-dd-yy | 46
Er zijn drie zaken van belang
tie r
h
g eG
Extra aandacht
ri d
Extra aandacht
Extra aandacht
p ay n
o
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
47. mm-dd-yy | 47
Er zijn drie zaken van belang
t ie r
h
g eG
Extra aandacht bij de start van chronisch gebruik van medicatie bij
ri d
osteoporose (tweede uitgifte is een uniek moment)
y n
Extra aandacht
Extra aandacht
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
48. mm-dd-yy | 48
Er zijn drie zaken van belang
t ie r
h
g eG
Extra aandacht bij de start van chronisch gebruik van medicatie bij
ri d
osteoporose (tweede uitgifte is een uniek moment)
y n
Extra aandacht bij periodieke medicatiebeoordeling chronisch
o p a
geneesmiddelen gebruik (let op “targeting”)
C H
Extra aandacht
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
49. mm-dd-yy | 49
Er zijn drie zaken van belang
t ie r
h
g eG
Extra aandacht bij de start van chronisch gebruik van medicatie bij
ri d
osteoporose (tweede uitgifte is een uniek moment)
y n
Extra aandacht bij periodieke medicatiebeoordeling chronisch
o p a
geneesmiddelen gebruik (let op “targeting”)
C H
Extra aandacht bij het bespreken van de rubriek bijwerkingen in
r.
bijsluiters en geneesmiddel-informatieteksten (geef adviezen in
d
plaats van frequenties)
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care
50. Bedankt voor uw aandacht
t ie r
h
g eG
ri d
y n
o p a
C H
d r.
o f.
pr
Pharmacotherapy &
Pharmaceutical Care