Presentatie van Carlo Vuijlsteke voor het Creativexchange-traject van Voka Limburg (http://www.voka.be/limburg/opleidingen/2017/3/starters-creativexchange-20-traject-1/)
5. “Mijn belangrijkste les is dat ik blij ben
vanheel veel neen te hebben gezegd.
Door echt te luisteren naar mezelf, wat
ik kanbetekenen en naar mijn kern te
gaan, niet naar wat de markt wil, ben
ik kunnen groeien"
- RobinIbens, DeGeschoren Aap
7. Delegeer. Als zelfstandige begin je meestal
met een 1-manszaak en het is verdomd
moeilijk om takendoor te geven. Maar op
een bepaald punt is het niet meer goedkoper
om dingen zelf te doen. Je moet een
imaginaire prijs op jezelf zetten. Het kaneen
slecht idee zijn om bijvoorbeeld zelf uren
brieven te zitten frankeren.”
MurielleScherre – La Filled’O
“Ik probeer zo vermogelijk weg te
blijven vanmanagement-issues. Ons
bureau werd opgericht door drie
creatieven, een client service director en
een financieel directeur. Dat is een heel
bewuste keuze geweest. Zodat ik het
hoofd vrij kanhouden en kanfocussen
op het werk vooronze klanten.”
- Jens Mortier, Mortierbrigade
10. SIMON SINEK: WHY?
WAT?
HOE?
WAAROM?
“We make great computers.
Want to buy one?”
“We believein
changing thestatus
quo in everything we
do”
“Our products are
beautifullydesigned and
easy to use”
“Ikmaak hedendaagse
abstracte juwelen”
“Op maat, inzilver,
handgemaakt”
“Ikwilmensen maximaal
hun persoonlijkheid
kunnen laten uitdrukken
zodat ze beter in het
leven staan”
15. ZELF AAN DE SLAG
Waarom doe jewat je doet?
Waarom zou jouwonderneming belangrijkmoeten zijnvoor
iemand?
Stel dat jouwonderneming succesvol is,hoe zou het de
wereld beter maken?
Waar kun jeje over opwinden? Wat zou jewillenveranderen
of bijdragen om dat om tedraaien?
Waar word je enthousiastover?
Bepaal jouw “WHY”
17. WAARDEN
Waar sta je voor?
MISSIE
Waarombesta je?
VISIE
Wat is je langetermijn toekomstbeeld?
DOELSTELLINGEN & ACTIES
Hoe ga je daar geraken?
4 BOUWSTENEN
18. WAARDEN
Waar sta je voor?
MISSIE
Waarombesta je?
VISIE
Wat is je langetermijn toekomstbeeld?
DOELSTELLINGEN & ACTIES
Hoe ga je daar geraken?
… EN BEWUSTE KEUZES
STERKTES
ZWAKTES
OPPORTUNITEITEN
BEDREIGINGEN
23. ZELF AAN DE SLAG
TIPS:
Welke waarden kan jedistillerenuit jeWHY?
Wat is “typischjou”?
Welke principes,normen, overtuigingen vind jebelangrijk?
Waarvoor wil jebekend staan in jouw vakgebied?
Hoewil jedat anderen over jou spreken?
Denk aan een negatieve ervaring diejehad met een bedrijf:
wat wilje zeker niet uitstralen/zijn?
Bepaal 3 kernwaarden die voor jou belangrijk
zijn. Geef telkenseen vb. van hoe je ze toepast.
26. ZAAG
Voor wie?Liefhebbers van handgemaakte meubels dieop
zoek zijn naar duurzaamheid en flexibiliteit
Wat? Interieurobjecten met een verwisselbaar front.
Toegevoegdewaarde? Integenstelling tot de meeste
meubelmakers, die geen rekening houden met
veranderende trends, kan je de meubelen van ZAAG.
aanpassen aan jeinterieur.
27. ZELF AAN DE SLAG
“Voor ………………………..(doelgroep)die ……………………..(een
bepaalde verwachting) heeft, biedt ……………….(naam van jouw
bedrijf), …………………… (jouw aanbod) en in tegenstelling tot
…………………………. (een alternatief) is ons aanbod ………………………
(differentierende factor).”
Wie zijn je klanten, wat doe je en hoe maak je
een verschil?
34. Strategische doelstellingen Acties Deliverables Verantwoordelijke Timing
Wat wil je bereiken? Welke acties ga je daar voor ondernemen? Met welk streefresultaat? Wie neemt het op zich? K1 K2 K3 K4
Omzet met 10% verhogen Maandelijks 5bedrijven prospecteren 1nieuwe klant per kwartaal x x x x
Facebook Adwords-campagne opzetten 10% meer webbezoeken x x
Deelnemen aan beurs xyz 10 nieuwe leads x
MAAK EEN ACTIEPLAN
38. Hoe bereik je
je klanten?
Wat doe je?
Wat heb je
nodig?
Hoe hou je
contact met
je klanten?
Waaruit haal
je je
inkomsten?
Wie zijn je
klanten?
Waarin ligt de
waarde van
je aanbod?
Wie zijn je
partners?
Wat zijn je
belangrijkste
kosten?
42. ZELF AAN DE SLAG
Werk altijdmet post-it’s
Geen opsommingen,elk punt op aparte post-it
kort en krachtig! helikopterzicht, niet te veel details
gebruik kleuren consistent
Betrek anderen bijje denkwerk!
MAP JOUW ONDERNEMING OP HET
CANVAS
45. 4 NIVEAUS VAN BUSINESS
MODEL THINKING
Geen business model, enkel een product/dienst
Check: allevakjes van het canvas ingevuld
Logisch verhaal: je businessmodel klopt helemaal
Portfolio:jeontwikkelt voor jebedrijf/organisatie
verschillendebusinessmodellen
51. “IT’s NOT THE PLAN, BUT THE PLANNING”
1
DESIGN
2
TEST
3
PIVOT
52. 52
• Voor wie hebben je producten/diensten het
meeste waarde? Wie wil er voor betalen?
• Heb je voldoendekennis over je
klantensegmenten? Kan je ze duidelijk
omschrijven?
• Zijn je klantensegmenten grootgenoeg om
eraan te verdienen, maar klein genoeg om
makkelijk en snel te bereiken?
53. 53
• Waarom is jouw aanbod beter/anders
dan soortgelijke producten of
diensten?
• Wat kan het allemaal oplossen
(verbeteren, veranderen, versnellen)
voor de klant?
• Kan je je waarde differentiëren per
klantensegment?
• Wat is de waardepropositievan je
directe concurrenten?
54. 54
• Weet je hoe je klant bereikt wil
worden?
• Kan je specifiekere kanalen inzetten
per klantensegment?
• Know me > Like me > Buy me > Re-buy
me: heb je ze allemaal?
• Welke kanalen werken het best
(snelheid/kosten-efficiëntie)?
55. 55
• Hoe zorg je voor terugkerende
klanten?
• Kan je meer interacties met je klanten
creëren?
• Weet je wat je klanten over je bedrijf
zeggen? Hoe speel je daarop in?
• Zorg je ervoor dat je huidigeklanten
je ook nieuwe klanten bezorgen?
56. 56
• Welke klanten zorgen voor de meeste
inkomsten?
• Kan je terugkerende inkomsten
creëren?
57. 57
• Wat heb je in huis en waarvoor ben je
afhankelijk van anderen?
• Zijn er middelen waar je op zou
kunnen besparen?
58. 58
• Waar gaat het meeste tijd
naartoe?
• Welke activiteiten zou je
kunnen uitbesteden?
• Welke van je activiteiten
zijn uniek t.o.v. je
concurrenten?
59. 59
• Met wie werk je samen? Waarom?
• Met welke partners werken je
concurrenten?
• Helpen ze je aan marktverbreding?
60. 60
• Welke kosten zijn vast, welke variabel?
• Welke kosten zou je kunnen drukken en hoe?