SlideShare a Scribd company logo
INKOMSTENBELASTING
BELEGGINGSVERZEKERINGEN
ALTERNATIEVEN
Dhr. Marc Gielis
Verantwoordelijke fiscaal en patrimoniaal advies
Belastingconsulent Bank J.Van Breda & C° NV
• Impact premietaks, roerende voorheffing, …
• Tak 21/23/26
• IPT-mogelijkheden ?
• Impact vennootschapsbelasting
• Alternatieven – varia (roerend inkomen)
Natuurlijk persoon
Beleggingsverzekeringen
• Tak 21
• Tak 23
• Tak 26
Tak 21 - Tak 23 - Tak 26
• T21 : roerende voorheffing tenzij 130% - min 8
jaar (indien RV : fictief rendement 4,75%)
• T23 : niet belastbaar (in principe geen
rendementsgarantie, anders …)
• T26 : roerende voorheffing 25% (geen fictief
rendement)
• Vrijstelling personenbelasting/roerende
voorheffing indien :
• overlijdensdekking van minstens 130% bedraagt
• verzekeringnemer is een natuurlijke persoon
• die alleen zichzelf heeft verzekerd
• de voordelen bij leven alleen voor zichzelf heeft bedongen.
Of voor contracten gesloten voor een periode van meer dan 8
jaar (kapitalen of afkoopwaarden worden ook pas na 8 jaar
uitbetaald)
• Taks van 2 %
Tak 21
• Verzekering gekoppeld aan beleggingsfonds
• Geen gewaarborgd minimumrendement
• 2% taks voor natuurlijke personen
• 4,4% taks voor rechtspersonen
Tak 23
• Is GEEN verzekering, dus
• GEEN 2% taks voor natuurlijke personen
• GEEN 4,4% taks voor rechtspersonen
• Wel roerende voorheffing
Tak 26
Van tak 26 naar tak 21
• Zeer specifieke routing
• Blijft binnen zelfde productgroep
• Transfer wordt beschouwd als bijstorting in een
lopend contract
Aandeelhouder
1
Vennootschap
Verzekeraar
1. Gelijktijdig onderschrijven van een tak 26 en een tak 21
2. Transfer aanvragen middels specifiek document maar geen uitbetaling op rekening
vennootschap
3. De maatschappij transfereert bedrag van afkoopkwijting naar contract ( al dan niet over
rekeningen) van aandeelhouder.
4. Afkoopkwijting dient voor correcte boekhoudkundige verwerking op niveau vennootschap
Routing overzetten Venn – Privé
1
2 3
4
Tak 21 & 8 jaar
• Art. 19 WIB 1992 beschrijft oa. opbrengsten uit
levensverzekeringscontractentak 21 als een belastbaar als roerend
inkomen
– Echter :
• Art. 21, 9°, b) WIB 1992: “…wanneer het contract gesloten is voor
meer dan 8 jaar en de kapitalen of afkoopwaarden effectief
worden betaald meer dan 8 jaar na het sluiten van het
contract….” dan vallen deze opbrengsten buiten de omschrijving
van belastbare inkomsten.
• Een levensverzekeringscontract dat inging op 01.12.1993 en
verstreek op 01.12.2001 = een duur van acht jaar 'en iets'. Geniet
de vrijstelling (Rb. Namen 21.11.2007, Brussel 23.05.2008,
Antwerpen 20.01.2009 (bevestigd door Cassatie 20.05.2010) en
Cassatie 19.01.2012).
Tak 21 & 8 jaar
• Door gelijktijdig met de tak 26 ook een tak 21 te
onderschrijven begint de termijn te lopen voor de
vrijstelling van de roerende voorheffing
• Deze bijstorting (na transfer) is na 3 jaar bevrijd van RV :
T26
T21
8 jaar5 jaar
Tak 21 fiscaal kader
• Open ended
• Geen RV na 8 jaar vanaf opening
• Bij geplande opnames, enkel RV op het interestgedeelte
• Fictieve kapitalisatie aan 4,75 %
Tak 21: de premietaks : nog een rendabele
investering ? Termijnrekening versus Tak 21 ?
Investering 100.000
Looptijd 10
Verwacht
rendement 2,50%
Roerende
Voorheffing
Termijnrekening 25%
BRUTO bedrag Netto bedrag
Instapkost Premietaks Looptijd Bedrag Rentevoet gekapitaliseerd na aftrek RV
Termijnrekening
nvt nvt 10 100.000 2,50% 128.008 - 25 % RV = 121.006
Tak21
1,50% 2,00% 10 100.000 2,50% 123.616 123.616
128.008 – 15,68 % = 123.616
Termijnrekening versus Tak 21
Investering 100.000
Looptijd: minstens 8 jaar 8
Verwacht
rendement: 2,00%
Roerende
Voorheffing
Termijnrekening 25%
BRUTO bedrag Netto bedrag
Instapkost Premietaks Looptijd Bedrag Rendement gekapitaliseerd na aftrek RV
Termijnrekening
nvt nvt 8 100.000 2,00% 117.166 112.874
Tak21
1,50% 2,00% 8 100.000 2,00% 113.146 113.146
Tak 21: de premietaks is nog een
rendabele investering !
• Storting inclusief premietaks van 2 %
Hieronder rekening houdend met instapkost van 1,5% en premietaks van 2% verschil met
termijnrekening à 25% RV met rendement van 2%; 2,5% en 3%.
8jaar 10jaar 15jaar 20jaar 30jaar
2% 23,41% 19,09% 13,35% 10,49% 7,66%
2,5% 19,14% 15,68% 11,08% 8,80% 6,55%
3% 16,29% 13,40% 9,58% 7,68% 5,83%
Roerende voorheffing en natuurlijk
persoon
• Roerende voorheffing is bevrijdend
• Doch aangifte ‘kan’ zinvol zijn
– Studenten
– Gepensioneerden met (enkel) laag pensioen
– (…)
• Roerende voorheffing is terugbetaalbaar
• Zinvol ? Inkomen < belastingvrije som (Aj 2015 : 7.070
euro of 7.350 euro)
Belastingvrije som
Basisbedrag = 7.070 euro
Verhoogde belastingvrije som (BI < 26.280 euro) : 7.350 euro
Toeslagen :
– Eén kind : 1.500 euro
– Twee kinderen : 3.870 euro
– Drie kinderen : 8.670 euro
– Vier kinderen : 14.020 euro
+ per kind boven het vierde kind : 5.350 euro
(gehandicapt kind x 2)
• Alleenstaande met kind(eren) ten laste + 1.500 euro
• Kinderen < 3 jaar (geen kinderoppas) + 560 euro
Wie (i/d praktijk) ?
• Meerderjarige kinderen : maar let op dat ze nog ten laste zijn (= 5.700
euro indien gehandicapt kind ten laste van een fiscaal alleenstaande
belastingplichtige of 4.490 euro indien kind ten laste van een fiscaal
alleenstaande belastingplichtige. 3.110 euro in de andere gevallen
(RI = 80% brutobedrag)
• Zelfstandigen met laag belastbaar inkomen (bv. omwille van kosten)
• Gepensioneerden (laag pensioen)
• Bedrijfsleiders met lage bezoldiging
Noot : het beschermingsfonds
• Toepassingsgebied : Zicht-, termijn- en depositorekening,
kasbons (indien op effectenrekening), Tak 21 (geen
achtergestelde leningen)
• Bescherming : max 100.000 euro per persoon en per
financiële instelling
• Enkel in munt van ‘EER-land’
• Onafgezien bestemming (privé, beroepsmatig), nationaliteit
of woonplaats vd begunstigde
• Wie ? Particulier, VZW, vereniging , KMO
21
Overzicht
Overzicht Tak 21 Tak 23 Tak 26
Kapitaalgarantie Ja Neen (in principe) Ja
Gewaarborgd rendement Ja Neen Ja
Winstdeelname Mogelijk Neen Mogelijk
2% premietaks Ja Ja Neen
25% RV Neen (voorwaarden) Neen (voorwaarden) Ja
Depositobescherming Ja Neen Neen
22
Vennootschap
Tarieven vennootschapsbelasting
(+ effect notionele intrestaftrek)
Algemeen tarief 33,00 % 33,99 % (*)
Verlaagd opklimmend tarief
0 - 25.000 24,25 % 24,98 % (*)
25.000 - 90.000 31,00 % 31,93 % (*)
90.000 - 322.500 34,50 % 35,54 % (*)
(*) inclusief crisisbijdrage 3 %
Verlaagd tarief NIET overdrijven (impact was vroeger groter)
Uitgesloten van het verlaagd
opklimmend tarief
• Winst die meer bedraagt dan 322.500 euro.
• Vennootschappen die ten laste van het resultaat van het
belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun
bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend van minstens
het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die
bezoldiging minder dan 36.000 euro bedraagt.
• Vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan
13 % van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbaar
tijdperk, worden eveneens uitgesloten van het verlaagd tarief.
→ creatief dividend uitkeren + let op met RC (zie verder)
→ incl uitgiftepremie , maar niet geïncorporeerde reserves
(uitz. de overgangsregeling art 537 WIB 1992)
• Vennootschappen die aandelen bezitten waarvan de
beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 % hetzij van de
gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van
het gestorte kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de
geboekte meerwaarden (uitz 75%-participaties).
• Vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de
Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, waarvan
de aandelen die het maatschappelijk kapitaal
vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van
één of meer andere vennootschappen.
• (…)
Uitgesloten van het verlaagd
opklimmend tarief
Voorwaarden verlaagd
opklimmend tarief
• Hoogste bezoldiging bedrijfsleider > belastbare winst (opgelet
bij controle) of minstens 36.000 euro bruto
– BL-natuurlijk persoon
– Tantième/VAA/herkwalificatie OI tellen mee
– Boekjaar < of > 12 maanden is van geen belang
– Niet samentellen van verschillende BL
• Uitgekeerd dividend maximum 13 % gestort kapitaal begin BT
• Aandelen voor minstens de helft bij natuurlijke personen
• (…)
Financiële vennootschap :
• Beleggingswaarde aandelen > 50% van :
 Gerevaloriseerd gestort kapitaal (< 1950)
 Gestort kap + uitgiftepremie + belaste reserves + geboekte
meerwaarden
• Te beoordelen op balansdatum
• Beleggingswaarde = oorspronkelijke AW (contra Rb
Gent 7 februari 2012 >< pro Gent 29 april 2014)
• 75% (of meer) participaties tellen niet mee
Notionele intrestaftrek - overzicht
Jaar Basis% KMO
Aj 2007 3,442% 3,942%
Aj 2008 3,781% 4,281%
Aj 2009 4,307% 4,807%
Aj 2010 4,473% 4,973%
Aj 2011 3,800% 4,300%
Aj 2012 3,250% 3,925%
Aj 2013 3,000% 3,500%
Aj 2014 2,742% 3,242%
Aj 2015 2,630% 3,130%
Aj 2016 1,562%/1,63% (?) 2,062%/2,13% (?)
Vergelijking vennootschap
Type belegging Meerwaarde / Inkomen Notionele intrestaftrek Verlaagd tarief VenB
intresten (termijnrek., …) belastbaar geen probleem geen probleem
dividenden belastbaar (*) geen probleem (tenzij
DBI)
geen probleem
meerwaarden op individuele
aandelen
belastingvrij (**) geen probleem (***)
(indien geen FVA)
probleem
meerwaarden op SICAV-
aandelen
 kapitalisatie belastbaar probleem probleem
 distribuitie belastbaar geen probleem probleem
DBI-Bevek belastingvrij (*) probleem probleem
Vastgoedbevak belastbaar geen probleem probleem
meerwaarden op obligaties belastbaar geen probleem geen probleem
tak 21 belastbaar geen probleem geen probleem
tak 23 belastbaar probleem geen probleem
tak 26 belastbaar geen probleem geen probleem
(*) t.b.v. 95% en uitzonderingen mogelijk
(**) uitzondering : 25,75%
vennootschapsbelasting (< 1 jaar) en GO
0,412%
(***) niet altijd het geval !
Termijnrekening & fiscaliteit
Vennootschapsbelasting op
interesten
JA
Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden op vervaldag
op interestgedeelte
Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen
omdat de belegging periodiek een
belastbaar inkomen oplevert
Effect verlaagd tarief VenB ? OK, het betreft immers geen
belegging in aandelen
Tak 26 & fiscaliteit
Belasting verschuldigd bij intekening
en/of uitstap ?
NEEN, geen toepassing van de 2%
premietaks.
Vennootschapsbelasting op interesten JA, aanrekening van het totaal jaarlijks
rendement in de RR.
(met prorata verrekening van de RV
verschuldigd op eindvervaldag)
zie circ.421/470.197 van 2 feb 96
Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden op vervaldag op
werkelijk rendement
Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen
omdat de belegging periodiek een
belastbaar inkomen oplevert
Effect verlaagd tarief VenB ? OK, het betreft immers geen belegging
in aandelen
Zie ook: CBN advies PV-1- nr 68 van 6 juni 2008 en Circ.nr. Ci.RH 421/470.197 van 2 februari 1996
Distributie fondsen & fiscaliteit
Vennootschapsbelasting op
dividenden
JA
Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden bij elke
dividendbetaling
Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen
omdat de belegging periodiek een
belastbaar inkomen oplevert
Effect verlaagd tarief VenB ? Niet OK indien deze belegging
> 50% gestort kapitaal + belaste
reserves + geboekte meerwaarden
Vennootschapsbelasting op
meerwaarde bij verkoop ?
JA, doch minwaarden zijn niet
aftrekbaar.
DBI-bevek & fiscaliteit
Vennootschapsbelasting op
dividenden ?
NEEN, vrijstelling tot 95%
Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden bij elke
dividendbetaling
Effect notionele interestaftrek ? NIET OK, correctie van het eigen
vermogen uitdrukkelijk in de wet
voorzien
Effect verlaagd tarief VenB ? NIET OK indien deze belegging
> 50% gestort kapitaal + belaste
reserves + geboekte meerwaarden
Vennootschapsbelasting op
meerwaarde bij verkoop ?
‘NEEN’, vrijstelling tot 95%
Vennootschap en Tak 21
• Verzekeringsproducten (premies zijn niet aftrekbaar)
• Gewaarborgd rendement op eindvervaldag
• Kosten :
- 4,4% verzekeringstaks
- Instapvergoeding
- Uitstapvergoeding
- Jaarlijks beheersvergoeding
• Art 362bis WIB 1992
• Notionele intrestaftrek : geen negatief effect
• Verlaagd tarief VenB : geen impact
Vennootschap en Tak 23
• Verzekeringsproducten
• Tak 23 = verzekering gekoppeld aan beleggingsfondsen
• Geen gewaarborgd rendement op eindvervaldag
• Kosten :
- 4,4% verzekeringstaks
- Instapvergoeding
- Uitstapvergoeding
- Jaarlijks beheersvergoeding
• Notionele intrestaftrek : negatief effect
• Verlaagd tarief VenB : geen impact
Meerwaarden/minderwaarden Tak 23
• Latente minderwaarde = aftrekbaar
• Latente meerwaarde = enkel belastbaar tbv
verrekening van de latente minderwaarde
• Gerealiseerde minderwaarde = aftrekbaar
• Gerealiseerde meerwaarde = belastbaar
Vennootschap en Tak 26
• Verzekeringsproducten
• Tak 26 = geen verzekering
• Gewaarborgd rendement op eindvervaldag
• Kosten :
- Geen verzekeringstaks
- Instapvergoeding
- Uitstapvergoeding
• Roerende voorheffing is verrekenbaar met VenB.
• Vennootschap : opbrengst = intrest
• Roerende voorheffing : verrekenbaar/terugbetaalbaar
• Art 362bis WIB 1992
• Notionele intrestaftrek : geen negatief effect
• Verlaagd tarief VenB : geen impact
Noot : T26 en T21 (privé) → dividend → + T21
Bijhorende kosten ?
Bijkomende kosten m.b.t. het aanschaffen van
geldbeleggingen mogen in één keer in aftrek genomen
worden (cfr art 41 §2 KB/W.Venn).
Zie ook PV nr 68, Ingrid Claes, dd 6 juni 2008, V&A
Kamer 52 026, p 6261.
Vraag : vennootschap doen beleggen
of toch maar niet ?
Toepassing (25% roerende voorheffing)
Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen
Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR
BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 25% 25.000EUR
NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 75.000EUR
Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00%
*rekening houdend met gewone tarief van 33,99%
*en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek
Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar
Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR
Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 86.946EUR
Na RV op dividenduitkering van 25% 87.132EUR
Of na RV op liquidatie bonus van 25% 87.132EUR
Toepassing (15% roerende voorheffing)
Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen
Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR
BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 15% 15.000EUR
NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 85.000EUR
Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00%
*rekening houdend met gewone tarief van 33,99%
*en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek
Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar
Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR
Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 98.538EUR
Na RV op dividenduitkering van 15% 98.750EUR
Of na RV op liquidatie bonus van 25% 87.132EUR
Toepassing (10% roerende voorheffing)
Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen
Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR
BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 25% 25.000EUR
NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 75.000EUR
Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00%
*rekening houdend met gewone tarief van 33,99%
*en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek
Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar
Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR
Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 86.946EUR
Na RV op dividenduitkering van 25% 87.132EUR
Of na RV op liquidatie bonus van 10% 104.559EUR
Toepassing (10% roerende voorheffing)
Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen
Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR
BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 15% 15.000EUR
NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 85.000EUR
Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00%
*rekening houdend met gewone tarief van 33,99%
*en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek
Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar
Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR
Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 98.538EUR
Na RV op dividenduitkering van 15% 98.750EUR
Of na RV op liquidatie bonus van 10% 104.559EUR
DBI-BEVEK, … ?
95% van de opbrengst wordt vrijgesteld
><
Geen notionele intrestaftrek
Break-even (KMO) : 0,0313/0,95 = 3,294% (2014)
DBI-BEVEK
Voorbeeld (aj 2015) :
TERMIJNREKENING
opbrengst : 100 000 x 3,29 % = 3.290 EUR
notionele intrestaftrek (3,13 %) = 3.130 EUR
belastbare basis 160 EUR
VenB (33,99%) 55 EUR (afgerond)
Netto 3.290 – 54 = 3.236 EUR
DBI-BEVEK
opbrengst 100 000 x 3,29 % = 3.290 EUR
notionele intrestaftrek (3,13 %) = 0
vrijstelling t.b.v 95% = 3.125 EUR
belastbare basis 165 EUR
VenB (33,99%) 56 EUR (afgerond)
Netto 3.290 – 55 = 3.235 EUR (verschil zit in de afronding)
Vergelijk fiscale impact met gelijk rendement
(bv. 5%) distributiefonds versus DBI-bevek
Distributiefonds
5%
- 3,13%
= 1,87% belastbaar
x 33,99% (venB)
= 0,64%
= 5% – 0,64%
= 4,36 %
DBI-bevek
5%
x 0,95 (belastingvrij)
= 0,25% belastbaar
x 33,99% (venB)
= 0,085%
= 5% – 0,085%
= 4,92 %
Privé beleggen en vennootschap
Interest Rekening Courant
Herkwalificatie :
• marktrente
• belaste reserves begin + kapitaal einde van het BT
• Rechtspraak : verdeeld = onzekerheid …
• Gevolgen indien herkwalificatie :
– Intrest wordt dividend
– 25% RV (geen 15% !)
– Verlies verlaagd tarief VenB
Beoordelingselementen voor het bestaan van een stilzwijgende
geldlening in geval van een koopovereenkomst zijn:
• het niet vastleggen van een betalingstermijn en/of de bijzondere
modaliteiten m.b.t. een uitgestelde betaling
• een abnormaal lange betalingstermijn
• het onbetaald blijven van de aankoopprijs;
• het niet respecteren van vervaldagen door de vennootschap;
• het niet innen van vervallen vorderingen door de
belastingplichtige
• het niet beschikken over liquide middelen door de vennootschap
(bron Monkey, Kluwer)
Voorbeeld
Vennootschap heeft een gestort kapitaal en belast reserves in totaal van 50.000 euro.
De bedrijfsleider heeft een rekening courant/geldlening van 200.000 euro aan 10%
(20.000 euro intresten). De marktrente bedraagt echter 8%.
Hoe wordt de herkwalificatie berekend ?
1° eerste grens (marktrente)
200.000 x (10% - 8%) = 4.000 euro
2° tweede grens (grootte van de rekening courant)
(200.000 – 50.000) x 8% = 12.000 euro
Besluit
Van de 20.000 euro intresten wordt 16.000 euro fiscaal als dividend aanzien.
Voorbeeld RC
Meerwaarden aandelen in Europese
context
Staat Belasting-
meerwaarde (Mw)
Denemarken Ja Mw op aandelen minder dan 3 jaar gehouden (tot 59%). Na 3 jaar belasting 28 – 43%
Duitsland Ja Belasting op 50% van mw van aandelen wanneer participatie
>1% : PB
< 1% vrijgesteld
Andere indien houdperiode < 1 jaar (vrijstelling 512 euro/jr)
Finland Ja Belasting tegen 28%
Frankrijk Ja Verkopen > 15.000 euro : 27%
Belastbare basis vermindert met 1/3 tussen 6de en 8ste jaar
Griekenland Ja Belasting tegen 20%voor mw op niet op de beurs van Athene genoteeerde aandelen, indien wel op de beurs
vrijgesteld
Ierland Ja Belasting tegen 20%, vrijstelling eerste 1.270 euro aan mw , carry forward van verliezen mogelijk
Italië Ja Ruime 60% vrijstelling, de rest via PB (uizt 12,5% tarief voor bepaalde niet gekwalificeerde participaties)
Luxemburg Ja Enkel belastbaar in de PB indien houdperiode < 6 maanden
Oostenrijk Ja Sommige mw worden belast als inkomen, voor andere gelden verminderde tarieven
Portugal Ja 10% belasting indien houdperiode < 1 jaar : inkomstenbelasting; > 1 jaar : vrijstelling
Spanje Ja Mw na houdperiode < 1 jaar : inkomstenbelasting; > 1 jaar : 15%
Verenigd
Koninkrijk
Ja Zelfde tarief als in de PB voor mw > £8.800 zijnde 10, 20 of 40%, verlaging belastbare basis in functie bezitsduur
(in jaren)
Zweden ja Belasting tegen 25%
Bron Febelfin 2007
The Economist May 4th 2013
French business
Hollande’s charm
offensive
A change of heart or a chat-up
line?
FRANÇOIS HOLLANDE’S arrival at the Elysée Palace
half an hour ahead of schedule on the evening of April
29th took the 300 entrepreneurs assembled there by
surprise. What he said must have surprised them even
more. After a year of bashing businesspeople, the
French president clasped them to his bosom.
As wealth- and job-creators, successful businessmen
should be prized by society, he told the closing session
of a three-month consultation on fostering enterprise.
Sticking to his friendly theme, he announced a clutch of
pro-business measures, such as cutting the capital-
gains tax rate he had raised just six months earlier.
Mr Hollande campaigned for the presidency in 2012 on
a pledge to tax capital gains on the sale of shares
(owned by filthy capitalists) like income (the sole
revenue of the working stiff). Under a complicated
regime introduced with the 2013 budget in September,
the effective rate of tax on a gain from selling shares,
including the social charges also due, would have risen
from 34.5% to as much as 62% for some sellers. This
provoked an online protest by 70,000 entrepreneurs
calling themselves “les pigeons”—the suckers—and the
scheme was modified. But confusion and unhappiness
reigned until now.
The broad principle that gains are to be taxed like
income remains, but big reductions for long-term
investors, and investors in new and family firms, will
hollow it out. If shares are held for at least two years,
any gain on their disposal will be taxed at an effective
rate that falls from 39.5% to 32.8% after eight years.
Treatment is more lenient for shares in firms less than
ten years old, handed over to family members or sold on
retirement. Rate reductions begin after a year, and
shares held for at least eight years will be taxed at an
effective rate of 23.8%. The measures should reduce
French capital taxes to something near the European
Union average.
Other proposals are aimed at improving small-firm
finances and fostering a culture of enterprise. But the
message matters more than the individual measures,
and it is that Socialist France is better disposed to
business than most people think. Fronting the charm
offensive is Fleur Pellerin, the junior minister for small
business. Within a divided government she has fought
for policies to help entrepreneurs. But her boss, Arnaud
Montebourg, is sending out a different message. This
week he said he had blocked Yahoo’s bid to buy 75% of
DailyMotion, an online-video website, from France
Télécom’s Orange.
Businesses welcome the new tax rules, but warily. For
Olivier Fécherolle, chief strategy officer at Viadeo,
France’s biggest professional social network, the
measures are good news, not only because they are
correct in themselves but also because they show that
Ms Pellerin is winning the argument. At Medef, the main
employers’ federation, the word is that many, though not
all, of the problems between business and the state
have been resolved, among them the taxation of capital
gains.
Medef is miffed, though, at the rather different message
sent the next day by Socialist lawmakers. They
introduced legislation requiring any firm that wants to
abandon a profitable site to look for a buyer for it first,
another of Mr Hollande’s electoral promises.
Will the measures revitalise France’s flagging economy?
They seem a step in the right direction. But John Van
Reenen, the head of the Centre for Economic
Performance at the London School of Economics and
co-author of a recent study on French business, points
out that they do little to tackle the biggest obstacle for
small firms that want to grow: namely, “the tsunami of
labour-market regulation that comes down on your head
the minute you employ more than 49 people”.
Will his charm offensive help Mr Hollande? Not much is
going right for him at the moment. The economy has
stalled. After months of acrimony ArcelorMittal, a
steelmaker, started mothballing its blast furnaces at
Florange on April 24th (though two days later Nissan
said it would build its new Micra car at the Renault
factory in Flins). Chided by the left and the right, Mr
Hollande has seen his approval ratings plunge. A good
moment, then, to make new friends—especially when
they are the best source of the jobs, investment and
exports that France needs in order to grow.
“the effective rate of tax
on a gain from selling
shares, including the
social charges also due,
would have risen from
34,5% to as much as 62%
for some sellers”
“Rate reductions begin after
a year, and shares held for
at least eight years will be
taxed at an effective rate of
23,8%. The measures
should reduce French
capital taxes to something
near the European Union
average”
Oprichting van een holding
• Techniek : moeder/dochter + DBI
• Maar de gewijzigde houding rulingcommissie :
“De DVB zal zich er ook van verzekeren dat de verrichting
(inbreng/verkoop) niet tot doel heeft om overtollige liquiditeiten die
voorheen door de operationele vennootschappen werden opgebouwd,
belastingvrij uit te keren. De aanvragers zouden bij dergelijke situaties
kunnen overwegen om voorafgaand aan de verrichting dividenden uit te
keren die overeenstemmen met deze overtollige liquiditeiten. In elk geval
zal bij de beoordeling van de overtollige liquiditeiten rekening gehouden
worden met de bedrijfspolitiek als ook met de behoefte aan liquiditeiten
die nodig zijn voor de normale werking van de groep waarop de
verrichting betrekking heeft.”
• Latere kapitaalsverlaging ?
Dividend
VENB 33,99%
- 25% RV
VENB 33,99%
- 15% RV
VENB 24,98%
- 25% RV
VENB 24,98%
- 15% RV
Winst vóór belasting 100 100 100 100
VENB - 33,99
66,01
- 33,99
66,01
- 24,98
75,02
- 24,98
75,02
Roerende
voorheffing
16,50
49,51
9,90
56,11
18,76
56,26
11,25
63,76
Globale
belastingdruk
50,49 % 43,89 % 43,74 % 36,24 %
Wijziging
• 15% roerende voorheffing
• Grondwettelijk Hof 25 september 2014 :
Regeling (art 171 en art 269 WIB 1992) is niet discriminerend
• het gunsttarief geldt enkel voor die ondernemingen die
onder definitie van KMO vallen en dit op het ogenblik van
de inbreng
• de inbreng moet gebeuren in geld en moet ook volstort
worden
• er moet een minimumkapitaal zijn van 18.550 euro
• de inbreng in geld mag niet afkomstig zijn van een
uitkering van belaste reserves die worden omgezet in
belastingvrij kapitaal onder het tijdelijk verlaagd tarief
(zogenaamde overgangsregeling)
• in ruil dienen aandelen op naam te worden uitgegeven die
niet preferent zijn of enig voordeel genieten
• de aandelen moeten ononderbroken in volle eigendom
worden aangehouden tussen ogenblik van inbreng
enerzijds en het ogenblik van dividendtoekenning
anderzijds. Met uitzondering van :
– Belasting neutrale herstructureringen
– Sommige familiale regelingen (bv. schenking in volle
eigendom van aandelen aan kinderen of echtgenoten)
• (…)
Liquidatiereserve (federaal
regeerakkoord)
Kenmerken (cfr Fiscoloog nr. 1402)
• KMO (art 15 W.Venn)
• Anticipatieve heffing van 10%
 0% bij latere liquidatie
 + 15% bij uitkering binnen de vijf jaar
 + 5% na verloop van vijf jaar
Geplande inwerkingtreding : aanslagjaar 2016
VVPR bis of liquidatiereserve ?
Verschillen ?
VVPR-bis : toepassingsgebied is beperkter :
• Cruciale datum 1 juli 2013
• Inbreng in geld (niet in natura)
• Beperkte overdrachtmogelijkheden
• Wachttermijn respecteren die wel korter is dan bij de
liquidatiereserve
• (…)
VVPR bis of liquidatiereserve ?
VVPR bis Liquidatiereserve
winst vóór belasting 100 100
VENB - 33,99
66,01
- 33,99
66,01
Roerende voorheffing 9,90
56,11
6,60
59,41
Bijkomende RV
→ Liquidatie
----
0
→ Uitkering na 5 jaar ---- 2,97
Globale belastingdruk 43,89 % 40,59 %
43,56 %
KMO
Principe : elke vennootschap is groot tenzij de
vennootschap twee opeenvolgende jaren geen of maximaal
één van de vermelde criteria overschrijdt (en minder dan
100 werknemers in dienst heeft).
• in jaar 3 : KLEIN indien jaar 1 en jaar 2 de criteria niet werden
overschreden
• In jaar 4 en 5 : GROOT indien in jaar 3 de criteria wel werden
overschreden.
Dus opletten met ‘timingseffect’
Dus …
Jaar 1 2 3 4 5 6 7
Meer dan één criterium
overschreden
NEE NEE NEE JA NEE NEE JA
Grootte van de vennootschap KLEIN KLEIN GROOT GROOT KLEIN
* tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt.
Fiscale effecten indien KMO
• Verhoogd tarief notionele intrestaftrek
• Investeringsreserve
• Investeringsaftrek
• Voorafbetalingen VenB
• Afschrijvingen en bijhorende kosten
• Fairness taks
• VVPR-bis
• Meerwaarde aandelen (0,412%)
• KMO-financiering
• Overgangsregeling 10% roerende voorheffing (incl.reserves)
• De nieuwe liquidatiereserve
• (…)
Tarieven VVPR bis
20% voor de dividenden verleend of toegekend uit de
winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de
inbreng.
15% voor de dividenden verleend of toegekend uit de
winstverdeling van het derde en volgende boekjaar na
dat van de inbreng.
25% voor de dividenden verleend of toegekend uit de
winstverdeling vóór het tweede boekjaar na dat van de
inbreng.
Voorbeeld
Oprichting BVBA 1 augustus 2013 (voldoet aan alle
voorwaarden VVPR bis)
Boekjaar 1 : 1 aug. 2013 - 31 december 2014
Dividendenstroom + roerende voorheffing :
• 2015 (boekjaar 2014) = 25 %
• 2016 (boekjaar 2015) = 25 %
• 2017 (boekjaar 2016) = 20 %
• 2018 (boekjaar 2017) = 15 %
Kapitaalverhoging ?
De balans van de vennootschap ziet er vandaag zo uit :
ACTIVA PASSIVA
Onroerend goed 100.000 Kapitaal 100.000
Vlottende activa 300.000 Reserves 300.000
400.000 400.000
Er wordt nu een kapitaalverhoging
van 300.000 euro doorgevoerd. Hoe
zit het dan met de 15% roerende
voorheffing ?
Nu zijn er 100 aandelen
De reële marktwaarde van het onroerend goed = 300.000 euro
De boekwaarde = 100.000 euro
De meerwaarde = 200.000 euro
Kortom de waarde van de vennootschap NU bedraagt :
400.000 + 200.000 = 600.000 euro
Gedeeld door het aantal aandelen (100) = 6.000 euro per aandeel
Het kapitaal wordt verhoogd met 300.000 euro
Het aantal nieuwe aandelen is dan ook
300.000 / 6.000 = 50 (nieuwe aandelen)
Het nieuwe totaal van aandelen wordt dan : 150 (100 + 50)
De nieuwe balans van deze vennootschap wordt dan :
ACTIVA PASSIVA
Onroerend goed 100.000 Kapitaal 150.000 (100.000 + 50.000)
Vlottende activa 300.000 Uitgiftepremie 250.000
Cash 300.000 Reserves 300.000
700.000 700.000
Stel dat er later een dividend
uitgekeerd wordt van 20.000 euro.
Hoeveel roerende voorheffing dient
er dan te worden betaald ?
Er zal een verhouding tussen het oude en het
nieuwe kapitaal moeten berekend worden
20.000 x 100 / 150 aan 25% roerende voorheffing =
10.000 euro netto
20.000 x 50 / 150 aan 15% roerende voorheffing (vanaf derde BJ) =
5.667 euro netto
Dus niet de verhouding van 100.000 op 400.000 aan
25% én 300.000 op 400.000 aan 15%. Er zal met de
uitgiftepremie moeten gerekend worden.
Zo niet werden in ruil voor de inbreng weliswaar
nieuwe aandelen op naam uitgegeven maar
genieten deze nieuwe aandelen wel een voordeel.
75
Misbruikbepaling
• Quasi-inbreng (Gent 24 juni 2008)
• Overkapitalisatie (Luik 26 september 2012)
• Dividenduitkering + kapitaalsverhoging ?
• (…)
Auteursrechten
Inkomsten uit auteursrechten worden
gerangschikt onder de roerende inkomsten en zijn
belastbaar tegen 15 %. De kwalificatie 'roerend
inkomen' is absoluut tot een grensbedrag van
57.080 EUR (Aj 2015).
Boven dat grensbedrag valt men terug op de
gebruikelijke criteria om uit te maken of de
inkomsten roerend zijn, dan wel een
beroepskarakter hebben.
Belastbaar is het netto-inkomen
Netto-inkomen =
Bruto inkomen (vóór afhouding van RV) verminderd met
• ofwel de werkelijke bewezen beroepskosten;
• ofwel een wettelijk degressief kostenforfait. Het
kostenforfait bedraagt 50 % van de eerste schijf van
15.220 EUR en 25 % van de tweede inkomensschijf van
15.220 EUR tot 30.440 EUR (Aj 2015).
Auteursrechten
“De inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie
van auteursrechten en naburige rechten, alsook van
de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in de
wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht
en de naburige rechten of in overeenkomstige
bepalingen in het buitenlands recht”.
Gemeubelde verhuur
Twee mogelijkheden :
• Aparte vermelding in huurovereenkomst :
roerend / onroerend
• Geen aparte vermelding in huurovereenkomst
forfaitair roerend / onroerend
Let wel : NETTO bedragen aangeven (forfait 50%)
Voorbeeld
Verhuur van een gemeubeld appartement (KI 700) voor
6.000 euro / jaar en GEEN opdeling
Roerend 40% x 6.000 = 2.400 euro
Onroerend 60% x 6.000 = 3.600 euro
Aangifte
code 1106 :
belastbaar : 700 x 1,6349 x 1,4 = 1.602
code 1157 : 40% x 6.000 = 2.400 x 50% = 1.200
belastbaar : 2.400 x 50% x 25% (+ 7% gem.bel) = 321 euro
Salarispakket (loon + extra-legaal pensioen)
• Pensioenkapitaal wordt afzonderlijk belast (°1 juli 2013)
Leeftijd opname Tarief tot juli 2013 Tarief vanaf juli 2013
60 jaar 16,5 % 20,0%
61 jaar 16,5% 18,0%
62,63,64 jaar 16,5% 16,5%
65 jaar 10,0% 10,0%
65 jaar
(zonder te werken tot 65 jaar)
16,5% 16,5%
Salarispakket (loon + extra-legaal pensioen)
• Fiscaalvriendelijke opbouw via IPT
• Premies aftrekbaar binnen “80%-grens”
• Loonplafond (+/- 90.000 euro) komt er (voorlopig) niet
– Wel 1,5% extra taks op gedeelte > 30.000 euro (spreiden ?)
• Tantième : tijdsvoordeel / geen IPT !
• VAPZ (max 2014 = € 3.027,09 of € 3.481,82 (sociaal VAPZ)
• Onroerend goed (E.E.R)
80%-regel – 90.000 euro (60 jaar)
(80% loon – wett.pensioen) x (N+n) / 40 x coëfficiënt x 1 / 1,2
((80% x 90.000) – 15.195) x 30/40 x 18,3749 x 1/1,2
= 652.357 EUR
Loopbaan : 20+10
Backservice : 10/30 = 217.452 EUR
OVERZICHT
Bezoldiging Dividend
(25% RV)
Dividend
(15% RV)
Liquidatie
(10% RV)
IPT
(16,5%)
IPT
(10%)
Kost venn. 100 100 100 100 100 100
SZ (gem. 20%) - 16,25
83,75
--- --- --- --- ---
VenB --- - 33,99 - 33,99 - 33,99 --- ---
Kosten / taksen --- --- --- --- - 10 - 10
Roerende
voorheffing
--- - 16,50 - 9,90 - 6,60 --- ---
PB - 43,46
(50% + 7%
gem.bel)
--- --- --- - 20
(geen WD)
- 14
(geen WD)
NETTO 40,29 49,51 56,11 59,41 70,00 76,00
85
DE AANGIFTEVERPLICHTINGEN
EN COMPLIANCE ISSUES
Mr. Dave van Moppes
Advocaat-vennoot
Tuerlinckx Fiscale Advocaten
Inleiding
TRANSPARANTIE
&
COMPLIANCE
AANGIFTE
PLICHT
GEGEVENS
UITWISSEL
ING
(PREVENTIEVE)
WITWASWETGE
VING
FISCALE
REGULARISATIE
MiFID II
• De jaarlijkse aangifte in de personenbelasting moet het
bestaan vermelden van de door de belastingplichtige of zijn
echtgenoot alsmede door de kinderen waarover hij
overeenkomstig artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek het
ouderlijk gezag uitoefent, individueel gesloten
levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland
gevestigde verzekeringsonderneming en van het land of de
landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden
• MvT: De nieuwe aangifteverplichting moet “een vluchtweg
sluiten” voor vermogens die verborgen willen blijven via
constructies met buitenlandse levensverzekeringen
Artikel 101 Programmawet van 27.12.2012 tot wijziging van artikel 307 § 1, derde lid WIB met
ingang van aanslagjaar 2013
1. Aangifteverplichting in de
inkomstenbelastingen
• Aangifteplicht ongeacht moment waarop de
levensverzekering werd afgesloten
• Bestaan vanaf premiebetaling (artikel 103 en 104
wet van 25 juni 1992)
• Onduidelijk op welk moment contract moet bestaan
opdat bestaan vermeld moet worden. Op ogenblik
van aangifte?
• “individueel gesloten levensverzekerings -
overeenkomst” : K.B. 14 november 2003
betreffende de levensverzekeringsactiviteit en de
richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 5 november 2002. vb. TAK 26 valt
hier niet onder (Mondelinge parlementaire vraag nr. 16605 van mevrouw Veerle
Wouters dd. 26.03.2013)
• Tak 21, 22, 23
• Bruidschat- en geboorteverzekeringen
• Schuldsaldoverzekeringen
Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 2561/6, 34
• Land?
– Gelet op artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 is ook een
levensverzekeringspremie een haalschuld geworden,
gebeurt de betaling ter woonplaats van de schuldenaar
die in dit geval ook de verzekeringnemer is.
België?
– Antwoord Minister: Bedoeling is om te vernemen of een
levensverzekering werd afgesloten met een in het
buitenland gevestigde verzekeraar
• Vereist is dat het contract gesloten is door de
belastingplichtige, zijn echtgenoot of zijn kinderen.
• Dus niet als belastingplichtige enkel voordeel (zal) genieten
als begunstigde, of contracten aangegaan door
rechtspersonen. Wel bij burgerlijke maatschap.
• Dus niet wanneer kosteloos of ten bezwarende titel rechten
verkregen die verbonden zijn met de levensverzekering,
gesloten door een derde persoon? (Contra: Kamercommissie
Financiën, Integraal Verslag 26 maart 2013, nr. CRIV 53 COM
705, 9).
• Wetgeving in overeenstemming met vrijheid van
dienstverstrekking en vrijheid van vestiging binnen de E.U. ?
• Gevolgen niet-aangifte?
– Quid verlenging aanslagtermijn?
– Quid belastingverhoging?
– Quid strafsancties + schending artikel 6 EVRM?
Conclusie: nuttig effect van de maatregel ?
2. Internationale
gegevensuitwisseling en spaarrichtlijn
• RICHTLIJN 2014/48/EU VAN DE RAAD van 24 maart 2014 tot
wijziging van Richtlijn 2003/48/EG betreffende
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm
van rentebetaling
• Luxemburg en Oostenrijk weigerden mee te stappen zolang
geen level playing field met derde staten (Zwitserland,
Andorra, Lichtenstein, San Marino en Monaco). Deze derde
staten doen niet mee met de gewijzigde spaarrichtlijn en
willen ten gepaste tijden het systeem van common reporting
standard (automatische gegevensuitwisseling ontwikkeld
door de OESEO/G20) toe te passen, “GATCA”
• Lidstaten moeten uiterlijk tegen 1 januari 2016 de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast stellen ter
uitvoering van voormelde richtlijn. Deze moet effectief
toepassing vinden vanaf 1 januari 2017
• Voor levensverzekeringen afgesloten na 1 juli 2014
• Onder opbrengst wordt verstaan: datgene dat men ontvangt
bij volledige of gedeeltelijke afkoop of wanneer het product
op eindvervaldag komt. Gegevens m.b.t. het surplus
bovenop de premie zal dan worden uitgewisseld
• Diverse uitbereidingen, o.m. op vlak van materieel
toepassingsgebied
– Opbrengsten van bepaalde levensverzekeringen vallen
onder toepassingsgebied gegevensuitwisseling indien:
• De overeenkomst een gegarandeerd rendement aan
inkomen behelst (vb. tak 21) of
• De feitelijke prestatie van de
levensverzekeringsovereenkomst voor meer dan 40%
gelinkt is aan intrestinkomsten (vb. Tak 23 die meer dan
40% in obligatiefondsen)
3. De (preventieve) witwaswetgeving
inzake levensverzekeringen
• De organisatie van de strijd tegen het witwassen van geld en
terrorisme kent een tweesporenbeleid:
– Repressief luik (artikel 505 Sw.): gericht op bestraffen
– Preventief luik: witwassen voorkomen en opsporen
• Toenemende graad van het risico om betrokken te worden als
mededader of medeplichtige in repressief luik en effectieve
controle op toepassing preventief luik met bijhorende
sancties
• Diligente toepassing “compliance” noodzakelijk instrument
om (strafrechtelijke) aansprakelijkheid te vermijden
• Ophef inzake buitenlandse “High Profile cases” (HSBC Bank,
ING Bank, Lloyds, RBS, Coutts en JPMorgan Chase & Co) met
hoge geldelijke sancties geven aanleiding tot verscherpte
compliance
• Gegevensuitwisseling tussen Lidstaten en bilaterale verdragen
met derde landen (Spaarrichtlijn, FATCA, GATCA,…) en
uitbreiding aangifteplicht
• Nationale en internationale wetgevende initiatieven die
gericht zijn op meer transparantie
• 4e Europese Anti-Witwasrichtlijn (2015)
Meldingsplichtigen 2012 2013
Levensverzekeringsondernemingen 84 196
Verzekeringsbemiddelaars 10 18
Notarissen 587 967
Kredietinstellingen 4.768 5.690
Accountants, belastingconsulenten en
boekhouders(-fiscalisten)
99 139
Advocaten 10 9
FOD Financiën 13 34
FOD Economie 12 22
Curatoren 0 7
• Globaal: toename aantal subjectieve meldingen van 5.896
naar 7.078
• Wat betreft onderliggende misdrijven zijn oplichting,
misbruik van vennootschapsgoederen en misdrijven die
verband houden met faillissement het belangrijkste in aantal
• Ernstige fiscale fraude heeft het grootste geldelijke belang
• Verwachting 2014?
• Kwetsbaarheid van de verzekeringssector zelf voor het
witwassen van geld heeft de laatste jaren stappen gemaakt.
Voorheen gebrek aan:
– Minder bewustzijn en opleiding in vergelijking met de
financiële sector om witwastransacties te identificeren
– Focus op fraude inzake claims
– Toegankelijkheid rond storting van premies in contanten
– “Beleggingsverzekeringen” als wondermiddel
– Toepassing preventieve witwaswetgeving in het buitenland
• Intrinsiek zijn er een aantal elementen die de
verzekeringssector en/of verzekeringsproducten kwetsbaar
maken voor witwassen van geld. Onder andere:
– Verzekeringsproducten met een “spaarkarakter” met vervroegde
(gedeeltelijke) afkoopmogelijkheid en mogelijkheid tot bijstorting(en)
– “High net worth customers” die aanzienlijke premies onderschrijven
– Internationaal karakter van de (non-life) levensverzekeringen
– Gebruik van tussenpersonen die op commissie werken
– mogelijkheid om fondsen te ontvangen van derde personen of
betalingen uit te voeren ten gunste van derde personen
– Gebruik levensverzekering als “collateral”
– Gebruik van “free look” periode om af te kopen zonder kosten
– Betalingen zonder face-to-face communicatie
– [geen aangifteplicht inzake bestaan levensverzekering ]
• Gebruikte methodes inzake witwasverrichtingen:
– Premie niet in verhoud tot socio-economisch profiel van de
ondertekenaar
– Premie gestort door een vennootschap ten gunste van twee
bestuurders
– Premies gestort in contanten
– Eenmalige premie en vroegtijdige afkoop van de polis
– Gebruik van de levensverzekering als waarborg om lening
terug te betalen
– Levensverzekering als voortzetting van de buitenlandse
rekening meer dan 7 jaar geleden waarvan de premie niet kan
worden verantwoord
• Aandacht besteden aan volgende elementen:
– Interesse van cliënt gaat bijna uitsluitend uit naar het vroegtijdig
opzeggen van de verzekering en het beschikbare bedrag hierbij.
Meer algemeen: er lijkt een gebrek aan legitieme interesse in
het verzekerde risico;
– Zeer hoge premies i.f.v. het sociaal economisch profiel van de
cliënt;
– Afsluiten van meerdere levensverzekeringovereenkomsten in
korte tijdspanne;
– Betaling premies vanuit het buitenland;
– Cliënt is vergezeld van een derde bij het afsluiten van de
levensverzekering;
– De verzekeringsnemer is niet de houder van de rekening
waarlangs betaling van de premies verloopt;
– De oorspronkelijke begunstigde van de polis wordt in de loop
van de overeenkomst gewijzigd naar een persoon die geen
duidelijke band heeft met de ondertekenaar ;
• What’s in a name ? In het geval van witwassen van geld is de
vorm van de levensverzekering om de illegale herkomst van
tegoeden te verbergen van ondergeschikt belang
• De essentie van de problematiek is vaak beperkt tot de vraag
of de premie en eventuele bijstortingen hun normale fiscale
behandeling hebben gekend
• In veel gevallen werden tegoeden op een buitenlandse
rekening die al dan niet hun normale fiscale behandeling
hebben gekend op een bepaald moment ondergebracht in
een levensverzekering
• Dat “besmette tegoeden” gedurende x aantal jaar in de vorm
van een beleggingsverzekering werden aangewend,
verhindert de werking van het witwasmisdrijf niet
• Ernstige fiscale fraude als oorsprongsmisdrijf van het illegaal
vermogensvoordeel
• Geen wettelijke definiëring in fiscale wetboeken of
strafwetboek
• Voorheen het begrip “ernstige en georganiseerde fiscale
fraude”. Evenmin een wettelijke definitie
– “het onwettig ontwijken of een onwettige terugbetaling van belastingen, door
middel van valsheid in geschrifte, gepleegd ter uitvoering van een constructie
die hiervoor in het leven werd geroepen, met een opeenvolging van
verrichtingen en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen,
alsook het aanwenden, op nationaal of internationaal niveau, van simulatie- of
verbergingsmechanismen zoals vennootschapstructuren of juridische
constructies”.
– Klassiek vb.: btw-carrousel
4. Begrip “ernstige fiscale fraude”
• Wet (artikel 28): vermoeden dat een feit of een verrichting
verband kan houden met witwassen van geld afkomstig uit
ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, brengen zij
onmiddellijk schriftelijk of elektronisch dit ter kennis van de
Cel voor financiële informatieverwerking, inclusief van zodra
zij minstens een van de indicatoren opsporen die de Koning
vastlegt bij in Ministerraad overlegd besluit
• Indicatoren (Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering
van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 tot
voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het
witwassen van geld en de financiering van terrorisme) als
hulpmiddel
– Bijvoeglijke interpretatie: feit dat één van deze indicatoren voorkomt volstaat
niet om automatisch aanleiding te geven tot een melding aan de CFI.
(Grondwettelijk Hof in haar Arrest nr. 102 van 10 juli 2008)
• Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake
fraudebestrijding: invoering ‘ernstige fiscale fraude’ in Sw.,
W.I.B., WBTW, W.Div. R&T en preventieve witwaswet
• 'ernst' van het fiscale misdrijf wordt beoordeeld o.b.v.
"aanmaak en/of het gebruik van valse stukken",
"het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormale
karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen
vermogen van de betrokkene", alsook "het voorkomen van
een van de indicatoren van het koninklijk besluit van 3 juni
2007". De mate van "organisatie" van de fraude is ook "één
van de criteria van de beoordeling van de 'ernst' van het
misdrijf", "zonder dat dit vereist is om als dusdanig te worden
beschouwd"
• Met andere woorden, van ernstige fiscale fraude (die aanleiding
geeft tot de verhoogde strafmaat, de verzwaarde
bestuurdersaansprakelijkheid, enz.) kan ook wanneer deze
"helemaal niet georganiseerd is, maar [...] bijvoorbeeld door de
grote bedragen van de fraude als ernstig kan worden beschouwd"
• FSMA en Orde van Vlaamse Balies: vernietiging gevraagd bij GwH
van begrip in preventieve witwaswet en strafwetboek omwille van
onvoorzienbaarheid van de in een strafwet gehanteerde begrippen
• Praktijk in afwachting van arrest Grondwettelijk Hof?
5. De repressieve witwaswetgeving
• 3 varianten van het repressieve witwasmisdrijf
(artikel 505 Sw.)
2° het kopen, ruilen, om niet ontvangen, bezitten, bewaren of beheren van
illegale vermogensvoordelen indien men op het ogenblik van de aanvang van deze
handelingen de illegale oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen
3° het omzetten of weer overdragen van illegale vermogensvoordelen met de
bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die
betrokken is bij een misdrijf waaruit deze zaken voortkomen, te helpen ontkomen aan
de rechtsgevolgen van zijn daden
4° het verhullen van de aard, de oorsprong, de vindplaats, de vervreemding,
verplaatsing of de eigendom van illegale vermogensvoordelen indien men op het
ogenblik van de aanvang van deze handelingen de illegale oorsprong van die zaken
kenden of moesten kennen
• Behalve ten aanzien van de dader, de mededader en de
medeplichtige van het misdrijf dat de zaken bedoeld
in artikel 42, 3°, heeft opgeleverd, hebben op fiscaal vlak de
misdrijven bedoeld in het eerste lid, 2° en 4°, uitsluitend
betrekking op feiten gepleegd in het raam van ernstige fiscale
fraude, al dan niet georganiseerd
• De in de artikelen 2, 2bis en 2ter (oud) van de wet van
11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het
financiële stelsel voor het witwassen van geld en de
financiering van terrorisme beoogde instellingen en personen
kunnen zich op het vorige lid beroepen voor zover zij zich, ten
aanzien van de beoogde feiten, hebben geconformeerd aan
de voorziene verplichting van artikel 28 van de wet van
11 januari 1993 die de wijze van informatieverstrekking aan
de Cel voor financiële informatieverwerking regelt
• Artikel 505 Sw. (repressief):
– In praktijk is witwassen een autonoom misdrijf.
– Aan de bewijslast betreffende de illegale of misdadige herkomst is voldaan
wanneer op grond van feitelijke gegevens met zekerheid elke legale herkomst van
de vermogensvoordelen kan worden uitgesloten (o.a. Cass. 28 november 2006)
– Rechter dient feiten van ernstige en georganiseerde fiscale fraude niet te
preciseren op voorwaard edat hij kan uitsluiten dat de gelden van een eenvoudige
belastingfraude afkomstig zijn (Cass. 29 september 2010)
• Illegaal vermogensvoordeel kan ook een besparing zijn (fiscale
misdrijven)
• Quasi onverjaarbaar misdrijf (voortdurende karakter)
• Sancties:
– gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van
zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met een van die straffen alleen
worden gestraft
– verbeurdverklaring illegaal vermogensvoordeel
6. Fiscale regularisatie
• Fiscale regularisatie bij Contactpunt Regularisaties
afgeschaft sinds 31/12/2013
• Hier en daar vage geruchten over een nieuwe regeling
• Zgn. spontane aangiftes bij de fiscale administratie (lokale
administratie of BBI) blijven mogelijk zoals reeds het geval
was voor de EBA
• Nadeel: weinig uniformiteit en rechtszekerheid. Interne
instructie als oplossing?
• Verdienste van fiscale regularisatiewetgeving was een
“witwasheffing” van 35% voor zgn. “verjaarde fiscale
kapitalen” = rechtszekerheid inzake witwasmisdrijf
• Geen tarief in WIB, WBTW en W.Succ. voor deze verjaarde
fiscale fraude
• Onder voorbehoud: principes inzake fiscale regularisatie
anno 2014
– Beroepsinkomsten, roerende inkomsten en BTW: in principe 7
jaar à rato van de normale tarieven die van toepassing zijn op
betrokken inkomstenjaar
– Zgn. “fiscaal verjaarde kapitalen”: voorwerp van
onderhandeling met fiscale administratie en in voorkomend
geval Parket (minnelijke schikking). In de praktijk blijken de
volgende tarieven te worden gehanteerd:
• 33% (diverse inkomsten) + gemeentelijke opcentiemen
• Tarief tussen de 25% en de 85% als zgn. “restitutieheffing” (visie
K. Anthonissen)
– Belastingverhoging inzake roerende inkomsten,
beroepsinkomsten in principe 50%.
– Belastingverhoging inzake beroepsinkomsten en BTW in
praktijk frequent 20 à 30%
– Fiscaal administratieve afhandeling met administratieve boete
die strafrechtelijk karakter heeft: toepassing non bis in idem.
• Op vlak van successierechten: indien niet-verjaard via
een bijvoeglijke aangifte met eenmaal of tweemaal de
ontdoken rechten als boete. Vermindering mogelijk naar
gelang het geval cfr. barema
• Quid onderzoek/analyse herkomst in licht van
witwasmisdrijf ?
• Overleg in kader van artikel 29 § 3 Sv. met Parket met oog op
rechtszekerheid witwasmisdrijf. Schriftelijke intentie Parket.
Minnelijke schikking of louter fiscale behandeling. In dit
laatste geval kunnen kapitalen behandeld worden als
“indiciair tekort”
• Minnelijke schikking in principe 10 (natuurlijke personen) à
15 % (rechtspersonen) van de ontdoken belasting op basis
van Omzendbrief College Procureurs Generaal.
7. MiFID en levensverzekeringen
• Markets in Financial Instruments Directive II
• Wet van 30juli 2013 tot versterking van de bescherming van de
afnemers van financiële producten en diensten alsook van de
bevoegdheden van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten
en houdende diverse bepalingen
• 3 KB’s van 21 februari 2014 : MiFID-gedragsregels (informatieplicht,
zorgplicht en regeling van belangenconflicten) van banken ten
aanzien van de consument wordt uitgebreid naar de
verzekeringssector
• Consumentbeschermende wetgeving
geldt zowel voor verzekeringsondernemingen als voor
verzekeringstussenpersonen, dus ongeacht het distributiekanaal;
• In werking sinds 30.04.2014
• Geen verplichtingen vroeger?
– Wet Cauwenberghs sedert 2006: analyse van verlangens en
behoeften
– Voor levensverzekeringen bestond reeds de verplichting om een
infofiche op te maken alvorens het contract werd afgesloten
(gedragscode)
– Nu strenger dan banksector ?
• Verplichtingen?
– Loyauteitsplicht
– Belangenconflicten
– Correcte, duidelijke en niet misleidende informatie verstrekken
– Passende informatie verstrekken
– Beoordeling geschiktheid (suitability)
– Beoordeling passendheid (appropriateness)
– Productexpertise
– Dossieraanleg
– Rapportering
• Informatieverplichting voor alle soorten verzekeringen (leven
en niet-leven):
– Opmaak klantendossier met oog op controle FSMA
– Soort verzekeringsovereenkomst en algemene voorwaarden
– Vergoedingen en commissies, niet geldelijke voordelen en
belangenconflictenbeleid
– Jaarlijkse informatie inzake kosten en lasten
– Registratie elke bemiddelingsverrichting
– Analyse verlangens en behoeftes (Wet Cauwenberghs, 2006)
• Informatieverplichting voor spaar-en beleggingsverzekeringen
• Suitability & appropriateness check (Zorgplicht)
– Indien er geen advies wordt verstrekt: enkel appropriateness check,
d.w.z. informatie inwinnen omtrent kennis en ervaring m.b.t. een
specifiek soort verzekering
– Indien er advies wordt verstrekt: informatie inwinnen omtrent de
kennis en ervaring m.b.t. een specifiek soort verzekering + financiële
situatie + beleggingsdoelstelling + risicoprofiel (suitability)
! Geen execution only (cfr. banken) mogelijk voor
verzekeringen omwille van de verplichte verlangens en
behoeften analyse
• In geval van een inbreuk op de gedragsregels door een
verzekeraar of tussenpersoon (fout), wordt de totstandkoming
van de verrichting met de consument geacht het gevolg te zijn
van de inbreuk
• Het nieuw art. 30ter, §1, van de wet van 2 augustus 2002 – dat
op 9 september 2013 is in werking getreden – luidt als volgt:
– “Onverminderd het gemeen recht en niettegenstaande elk andersluidend
beding in het nadeel van de afnemer van financiële producten of diensten,
wordt, indien een persoon bedoeld in het tweede lid naar aanleiding van een
financiële verrichting gedefinieerd in paragraaf 2 een inbreuk pleegt op één of
meer bepalingen opgenomen in paragraaf 3 en de betrokken afnemer van
financiële producten of diensten ingevolge deze verrichting schade lijdt, de
betrokken verrichting, behoudens tegenbewijs, geacht het gevolg te zijn van de
inbreuk.
• Voorwaarden voor benadeelde :
– Bewijs afnemer van financiële producten of diensten
– Bewijs bestaan van een verrichting
– Bewijs inbreuk gedragsregels
– Bewijs inbreuk gepleegd door geviseerde persoon
– Bewijs schade ingevolge de inbreuk
Weerlegbaar vermoeden dat financiële verrichting heeft
plaatsgevonden als gevolg van de inbreuk
• Eventueel tegenbewijs?
– Aantonen dat de inbreuk van die aard is dat een professionele
cliënt niet zou kunnen zijn beïnvloed om de verrichting te doen
– Aantonen dat de verrichting tot stand is gekomen op grond van
een oorzaak die vreemd is aan de inbreuk. Vb. Hoewel er een
inbreuk was op de “suitability”, heeft de cliënt niet heeft
gehandeld op basis van het advies. Aantonen dat de inbreuk
geen betekenisvolle impact op de verrichting kan hebben gehad.
Vb. een minieme inbreuk op de gedragsregels die redelijkerwijze
kan worden losgekoppeld van de verrichting
– de inbreuk heeft opgehouden te bestaan of er werden
remediërende maatregelen getroffen waardoor er geen impact
(meer) is op de verrichting. Vb. een onmiddellijke rectificatie na
eerder foutief meegedeelde informatie
• Tips
– Documentatie aan cliënt volledig en in duidelijke
bewoordingen
– Eenvoudige en duidelijke procedures hanteren
– Getekende documenten
– Suitability check diligent toepassen
– Training van werknemers met oog op productexpertise
DE LEVENSVERZEKERING IN HET
HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
EN ERFRECHT
Mr. Veerle Allaerts
Advocaat-vennoot
Roodhooft & Allaerts Advocaten
Huwelijksvermogensrecht
Levensverzekering in het
huwelijksvermogensrecht
a. Huwelijksvermogensrechte situering: stelsel van
gemeenschap van goederen vs. stelsel van
scheiding van goederen
b. Huidig recht vs. hervorming van het
huwelijksvermogensrecht
a. Huwelijksvermogensrechtelijke
situering: wettelijk stelsel
Eigen vermogen Eigen vermogenGemeenschap
b. Huwelijksvermogensrechtelijke
situering: scheiding van goederen
Eigen vermogen Eigen vermogen
onverdeeldheid
Hervorming van het
huwelijksvermogensrecht
* Wetsontwerp 20/08/2013 tot wijziging van art.301 B.W. en diverse
bepalingen inzake huwelijksvermogensrecht, ihb mbt levensverzekering, de
vergoedingsregelingen en de gevolgen van de echtscheiding, Parl.St.
Kamer, nr. 53-2998/001
* Voorontwerp van wet tot wijziging van diverse bepalingen van het B.W.
inzake het huwelijksvermogensrecht, ihb mbt de gevolgen van het
overlijden van één van de echtgenoten, Adv. RvS 9 oktober 2013, nr.
53.916/2
 Gebundeld: GEINTEGREERDE TEKST VOORONTWERP VAN WET TOT
HERVORMING VAN DIVERSE BEPALINGEN INZAKE HET
HUWELIJKSVERMOGENSRECHT (voorontwerp)
 Doel: huwelijksvermogensrechtelijke statuut van de levensverzekering
en groepsverzekering verduidelijken.
INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING - HUIDIG RECHT
Huwelijksvermogensrechtelijk statuut van de individuele
levensverzekering vandaag geregeld in het verzekeringsrecht, nl.
artikelen 127-128 WLVO
 De verzekeringsprestatie is eigen
 Zonder vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen, tenzij de prestaties kennelijk de
draagkracht van het gemeenschappelijk vermogen overstijgen
GwH 26 mei 1999, 54/99 en GwH 27 juli 2011, 136/2011
 Ongrondwettig verklaring van de artikelen 127-128 WLVO
Wetgever nam verantwoordelijkheid nog niet op (>< W 4 april
2014 betreffende verzekeringen)… tot: VOORONTWERP
INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING – NIEUW RECHT
 Weg uit verzekeringswet (Artt. 127 – 128 WLVO opgeheven) –
overheveling naar B.W. (nieuwe artt. 1400,7e B.W.; 1401, 6e B.W. en
1405/1 B.W.)
 Materieel toepassingsgebied
 Echtgenoten gehuwd onder wettelijk stelsel / afwijken kan in het huwelijkscontract
 MvT: via art. 1390 B.W. ook voor stelsels scheiding van goederen (kritiek)
 Voorwerp
 Uitkeringen (= het verzekerde kapitaal)
 Niet: rechten van de verzekeringnemer: Bv rechten van afkoop / reductie / aanwijzing begunstigde/ …
zijn niet geregeld => eigen uit de aard want persoonlijke rechten van de verzekeringsnemer
NIEUW VERZEKERINGSRECHT: 3 types van
verzekeringen
• Egoïstische levensverzekering
• Levensverzekering-voorzorgsmaatregel
• Levensverzekering-spaarverrichting
A. Egoïstische levensverzekering:
nieuw artikel 1400,7e B.W.
A B
• Verzekeringsnemer
• Begunstigde
• Verzekerd hoofd
• Nieuw artikel 1400, 7e B.W. :
“Eigen is de uitkering die verschuldigd is in uitvoering van
een individueel levensverzekeringscontract, wanneer het
contract door één van de echtgenoten is afgesloten, en de
uitkering aan de verzekeringsnemer bij overlijden van zijn
echtgenoot verschuldigd is. Deze bepaling is toepasselijk op
iedere uitkering, ongeacht of ze in de vorm van een
kapitaal of een rente betaald wordt.”
• De verzekeringsprestatie is een eigen goed conform nieuw art.
1400,7e B.W.
• Evt vergoeding aan GV als GV heeft bijgedragen in de betaling
van de premies (! het vermoeden van gemeenschappelijkheid)
• Wat vergoeden?
betaalde premies door het GV ? (ROOVERS)
of vergoeding ten belope van de verzekeringsprestatie?
(BARBAIX)
• Temporeel toepassingsgebied:
Individuele levensverzekering afgesloten tijdens huwelijk
Levensverzekeringen afgesloten voor huwelijk = eigen (1399
B.W.), met evt vergoeding als tijdens het huwelijk premies met
gemeenschapsgelden zijn betaald (hier: vergoeding zeker
beperkt tot premies)
B. Levensverzekering-voorzorgsmaatregel:
nieuw artikel 1401, 6e B.W.
A B
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Begunstigde
• Nieuw artikel 1401, 6e B.W.:
“Eigen is de uitkering die verschuldigd is in uitvoering
van een individueel levensverzekeringscontract,
wanneer het contract door één van de echtgenoten is
afgesloten en de uitkering bij overlijden van de
verzekeringsnemer aan zijn echtgenoot verschuldigd
is. Deze bepaling is toepasselijk op iedere uitkering,
ongeacht of ze in de vorm van een kapitaal of van een
rente wordt betaald”.
• De verzekeringsprestatie is een eigen goed
• Geen vergoedingsverplichting aan GV (ook niet indien de
premies geheel / gedeeltelijk met gemeenschapsgelden zijn
betaald – noch wanneer met eigen gelden van de
verzekeringsnemer werd betaald, tenzij: schenking en alsdan
wel erfrechtelijke verrekening… )
 Dwz: bewijs animus donandi te leveren
 Geen vermoeden dat de begunstiging een daad van voorzorg is
 Praktisch: bewijs leveren van vrijgevigheidsgedachte vs. voorzienigheidsgedachte
• Let op: verzekeringsprestatie = steeds eigen aan begunstigde
echtgenoot: mgl onterving kinderen? Neen: tav
gemeenschappelijke kinderen is de begunstiging een
volkomen huwelijksvoordeel
C. Levensverzekering-spaarverrichting
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• begunstigde
• Begunstigde
Uitkering van de verzekeringsprestatie bij het bereiken van een
bepaalde leeftijd van de verzekeringsnemer of zijn overlijden
A B
• Nieuw artikel 1405/1 B.W.:
“Zijn eveneens gemeenschappelijk, behoudens vergoeding
indien en voor zover premies eigen gelden werden betaald, de
volgende goederen die betrekking hebben op een
individueel levensverzekeringscontract dat door één van de
echtgenoten tijdens het huwelijksvermogensstelsel is
gesloten, op zijn hoofd of op het hoofd van zijn echtgenoot:
1. De uitkering die tijdens het huwelijksvermogensstelsel verschuldigd is,
ongeacht of ze in de vorm van een kapitaal of een rente wordt betaald
2. Het bedrag dat ingevolge afkoop tijdens het huwelijksvermogensstelsel
wordt ontvangen
3. Voor zover het contract afkoopbaar is, de afkoopwaarde ervan indien
de prestatie waarop één van de echtgenoten gerechtigd is nog niet
verschuldigd is op het ogenblik van de ontbinding van het
huwelijksvermogensstelsel.
• Art. 1405/1 B.W. = restcategorie
• OF: ontbinding stelsel: reeds uitkering / afkoop
– Uitkering of afkoopwaarde is gemeenschappelijk
• OF: ontbinding stelsel: nog geen uitkering / geen
afkoop
– ALS contract afkoopbaar is = afkoopwaarde
gemeenschappelijk
• Onmiddellijke verrekening / ogenblik effectieve uitkering?
• Juridisch consequent = OOK indien contract niet afkoopbaar is
De groepsverzekering
HUIDIG RECHT: discussie kwalificatie: aanvullend pensioen (ԑ 1401, 5e B.W.) of spaarmaatregel
(ԑ127 – 128 WLVO?
 Als pensioen: art. 1401, 4e B.W.: ‘Eigen is het recht op pensioen, lijfrente of soortgelijke
uitkering, dat één der echtgenoten alleen bezit’.
 Als spaarmaatregel: GWH 27.07.2011: gemeenschappelijk
NIEUW RECHT: groepsverzekering is aanvullend pensioen: nieuw art. 1405/2 B.W.
Uitkering aan de langstlevende echtgenoot
• Aanvullend pensioen bij overlijden van de echtgenoot-titularis aan LLE = kapitaal eigen aan LLE
Periodieke uitkeringen
• tijdens huwelijk: gemeenschappelijk
• na de ontbinding van het huwelijk: eigen zonder vergoeding
Uitkering in de vorm van kapitaal
• tijdens het huwelijk: gemeenschappelijk – indien nadien het huwelijk door echtscheiding wordt
ontbonden, is een vergoeding verschuldigd ten laste van het gemeenschappelijk vermogen
• na het huwelijk: eigen zonder vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen
• bij ontbinding van het huwelijk door overlijden: gemeenschappelijk
PRAKTIJKVOORBEELD
• FEITEN:
– Man (50j) en vrouw (48j), gehuwd onder wettelijk stelsel –
ECHTSCHEIDING
– Vrouw is bediende, maar vele jaren parttime gewerkt in
functie van opvoeding 4 kinderen
– Man geniet groepsverzekering – theoretische
afkoopwaarde ogenblik ontbinding stelsel: 150.000 EUR
HUIDIG RECHT
• Groepsverzekering =
gemeenschappelijk
want spaarverrichting
GWH 27.07.2011:
onmiddellijke
afrekening vs.
vorderingsrecht …
NIEUW RECHT
• Groepsverzekering =
eigen zonder
vergoeding want
uitkering zal maar na
ontbinding stelsel
gebeuren…
De groepsverzekering – compensatie
via nieuw art. 301bis B.W.
Wijziging Art 301bis BW.
• Solidariteit tussen echtgenoten: Pensioencompensatie als
correctiemechanisme
• Recht op compensatie voor:
– De echtgenoot die tijdens het huwelijk
– En ten behoeve van het huwelijk
– Een verlies heeft geleden bij de opbouw van pensioenrechten
= forfaitaire compensatie: helft van het berekende verlies (good lu
familierechter…)
• Procedure:
– Te vorderen tijdens vereffening verdeling (notaris / ultiem: familierechtbank)
– Te vorderen bij alimentatierechter (familierechtbank)
Beoordeling
PRO
• Duidelijke regeling – wie anders wil: huwelijkscontract
• Conformiteit wettelijk pensioen en aanvullend pensioen
CONTRA
• Vermogensrechtelijke aanspraken aanvullend pensioen zijn
eigen tenzij effectieve uitkering tijdens het stelsel, maar
opgebouwd via arbeid of gelijkgestelde prestaties =
inconsequent
• Ipv aanvullende pensioen te laten sporen met wettelijk
pensioen  wettelijk pensioen laten sporen met aanvullend
pensioen
• Daarom: expliciet: transitieregeling: “wordt vervolgd” …
Erfrecht
Begunstiging bij levensverzekering
over de dood heen
a. Algemeen kader: de wettelijke reserve / het beschikbaar
deel / inbreng en inkorting
a. Erfrechtelijke gevolgen van onrechtstreekse schenking via
begunstiging bij levensverzekering: gewijzigd Artikel 124
WLVO
a. De wettelijke reserve
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Vruchtgebruik LLE
Vruchtgebruik LLE
Vruchtgebruik LLE
Beschikbaar deel
Beschikbaar deel
Beschikbaar deel
Overlijden = samenstellen fictieve massa
en gebeurlijke inbreng/inkorting
2 kinderen
Vruchtgebruik LLE
Vermogen van de erflater op
tijdstip van overlijden
Schenkingen/legaten
Beschikbaar deel
b. Erfrechtelijke gevolgen van
onrechtstreekse schenking via
begunstiging bij levensverzekering
Oud artikel 124 WLVO (WLVO 1992)
‘In geval van overlijden van de verzekeringsnemers, zijn de premies die hij heeft
betaald niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve voor zover het
betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand, in welk
geval de inbreng of de inkorting het bedrag van de opeisbare prestaties niet mag
overschrijden’
 uitgangspunt: begunstigde niet gehouden tot inbreng of inkorting
tenzij kennelijke wanverhouding tussen betaalde premies en de
vermogenstoestand van de verzekeringsnemer
 Inkorting / inbreng beperkt tot de mate waarin de premies kennelijk buiten verhouding
stonden tot de vermogenstoestand van de verzekeringnemer
 Inkorting / inbreng mocht kapitaal niet overschrijden
 Verzekeringnemer kon afwijken van de vrijstelling van inbreng en kon de
inbreng opleggen in welk geval betwist was of enkel de premies dan wel het
kapitaal moesten worden ingelegd
!! GWH 26.06.2008: ongrondwettig  wetgevend ingrijpen nodig
Nieuw artikel 124 WLVO
‘In geval van overlijden van de verzekeringsnemers, is de
verzekeringsprestatie overeenkomstig het Burgerlijk
Wetboek onderworpen aan de inkorting en, voor zover
de verzekeringsnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen,
aan de inbreng’
 Uitgangspunt: begunstigde is niet langer vrijgesteld van inkorting,
ongeacht eventuele wanverhouding. Begunstiging nog steeds vrij van
inbreng, behoudens anders bedongen, ongeacht eventuele
wanverhouding.
 Eventuele inkorting of inbreng heeft steeds betrekking op het kapitaal.
Samenvattende tabel
Oud artikel 124 WLVO Gewijzigd artikel 124 WLVO
(Wet van 10 december 2012, BS 11 januari 2013)
Uitgangspunt Geen inbreng
Geen inkorting
Geen inbreng, tenzij bedongen
Wel inkorting
Uitzondering - Kennelijke wanverhouding tussen de
premies en de vermogenstoestand van
de verzekeringsnemer
- Wanverhouding tussen premies
en kapitaal is irrelevant
Kapitaal? Eventuele inbreng of inkorting mag
kapitaal niet overschrijden
Eventuele inbreng of inkorting
steeds mbt kapitaal
Toepassing Nalatenschappen die open gevallen zijn
vóór 21 januari 2013
Nalatenschappen die openvallen na
21 januari 2013
Toepassingsgebied ratione materiae
• Artikel 124 WLVO 2012 geldt als:
– WLVO zelf van toepassing is (geen spaar of
beleggingsproducten)
– Levensverzekering verleent aanspraken iure proprio en
niet iure hereditario (cfr. infra)
– Enkel giften zijn aan inbreng / inkorting onderworpen:
begunstiging moet gebeuren ten titel van schenking (geen
vermoeden van animo donandi, kan ook animo credendi of
animo solvendi zijn)
• Materieel element
• Moreel element
• Krijgen de begunstigden de verzekeringsprestatie op basis van
een eigen recht (niet: de nalatenschap)?
• Vormt de verzekeringsprestatie een schenking of is ze
ingegeven door een ‘zorggedachte’?
• Zijn er reservataire erfgenamen?
• Is het beschikbaar deel overschreden?
• Is de begunstigde van de verzekeringsprestatie een wettelijke
erfgenaam?
• Heeft de verzekeringsnemer uitdrukkelijk inbreng bedongen?
Geen vrijstelling van inkorting meer
• Als de aanwijzing van een begunstigde van de
levensverzekering een schenking vormt, dan is deze
schenking aan erfrechtelijke verrekening
onderworpen bij de vereffening verdeling van de
nalatenschap van de verzekeringsnemer (ongeacht of
de premies excessief zijn)
– Vwe: er moeten reservataire erfgenamen zijn
– Aanrekening van de giften op beschikbaar deel (eerst de
schenkingen te beginnen met de oudste, daarna de
legaten)
– Datum schenking via levensverzekering?
Wel nog steeds weerlegbaar
vermoeden van vrijstelling van
inbreng
• Gemeen erfrecht: Schenking aan erfgenaam wordt
vermoed binnen erfdeel te zijn gedaan – begiftigde
moet het verkregen voordeel inbrengen, tenzij
vrijstelling van inbreng
• Afwijkend artikel 124 WLVO 2012: slechts inbreng als
uitdrukkelijk is bedongen
De verzekeringsprestatie is voorwerp
van de schenking
• Inbreng of aanrekening heeft betrekking op de
verzekeringsprestatie = kapitaal
Samenvattend stappenplan
1. Moet de begunstiging erfrechtelijk worden verrekend?
 Als iure proprio en niet iure hereditario
 Als ten titel van schenking: animus donandi
2. Hoe en wat moet erfrechtelijk worden verrekend?
 Als aan erfgenaam: vermoeden schenking buiten deel tenzij bewijs
tegendeel
 niet aan inbreng onderworpen
 maar aanrekening op beschikbaar deel – evt inkorting
 Als aan erfgenaam en inbrengverplichting is bedongen
 wel aan inbreng onderworpen
 Geen sprake van inkorting
 Als aan derde = buiten deel, dwz aanrekening op beschibaar deel als
er reservataire erfgenamen zijn
Beoordeling
PRO
• In ruime mate afstemming op gemeen erfrecht
• Omzeilen erfrechtelijke reserve uitgesloten
• Eenvoud: geen toets van disproportionaliteit en
geldend voor alle levensverzekeringen
CONTRA
• Geen afstemming op gemeen erfrecht want
vermoeden schenking buiten deel
• Datum van de onrechtstreekse schenking blijft betwist
SUCCESSIERECHTEN EN
VERMOGENSPLANNING
Mr. Stephanie Gabriël
Advocaat
Tuerlinckx Fiscale Advocaten
A. Het bos en de bomen inzake de begunstigingsclausule –
nieuwe wetgeving van 5 maart 2014
B. Successierechtelijke gevolgen van de uitkering door
overlijden
C. Do or don’t? Schenking van de tak 21/23- de
verzekeringsgift
A. Het bos en de bomen inzake de
begunstigingsclausule – nieuwe
wetgeving van 5 maart 2014
a. Wie zijn de begunstigden?
b. Wijze van aanduiding – nominatief of generiek
a. Wie zijn de begunstigden?
Aanduiding van de begunstigde:
• Strikt persoonlijk recht van de verzekeringsnemer dat hij op elk moment,
ook na de contractafsluiting kan uitoefenen
• Indien geen begunstigde aangeduid: de verzekeringsnemer of de
nalatenschap
Beperkingen:
• Huwelijksvermogensrecht – art 1419 B.W.
• Erfrecht – reserve
• Specifieke wettelijke beperkingen voor artsen, verplegend personeel, etc…
Herroeping van de begunstigde:
• Indien nog geen aanvaarding
• Bij geschrift (polisbijvoegsel of ander geschrift)
• Moet tegenstelbaar worden gemaakt aan de verzekeraar
Cascade van begunstigden:
1. De echtgenoot
2. De kinderen
3. De zussen en broers
4. …..
• Identificeerbaar op moment dat de verzekeringsprestatie opeisbaar wordt
• In beginsel niet de erfgenamen van de vóóroverleden begunstigde
b. Wijze van aanduiding – nominatief
of generiek
De wijze van aanduiding heeft invloed op het erfrecht
en huwelijksvermogensrecht
‘De echtgenoot’ vs. ‘Ann’
Wat bij echtscheiding?
‘De echtgenoot’
• Bij echtscheiding verliest de ex-echtgenoot haar rechten als
begunstigde
• De nieuwe echtgenoot wordt begunstigde
‘Ann’
• In principe behoud van de hoedanigheid van begunstigde bij
echtscheiding
• Tenzij verzekeringsovereenkomst werd afgesloten tijdens het
huwelijk – art 299 B.W. voor huwelijk na 1 september 2007
• Tenzij anders bedongen
• Samenwonenden behoudens steeds hoedanigheid van
begunstigde
‘De kinderen’ vs. ‘Piet en Elke’
Wat bij vooroverlijden?
Wat indien er nieuwe kinderen zijn?
‘De kinderen’
• De kinderen die op tijdstip van uitkering bestaan
• Plaatsvervulling -beperkter dan de civielrechtelijke
plaatsvervulling-
‘Piet en Elke’
• Niet voor later geboren kinderen
• In principe geen plaatsvervulling
‘Piet en Elke’ en bij gebreke ‘de echtgenoot van de
begunstigde’
Ann
Piet Elke °
Jan X X Dirk
Bart Tom
Door overlijden van Elke is er geen plaatsvervulling
Gaat het deel van Elke naar de subsidiare begunstigde Dirk?
‘Begunstiging van de echtgenoot en de kinderen
gezamenlijk ‘ (art. 110 WLVO)
• Echtgenoot krijgt de helft
• De kinderen krijgen samen de helft
<-> Verkrijging uit de nalatenschap waarbij opsplitsing
tussen vruchtgebruik en naakte eigendom
<-> Afwijkende verdeling
<-> Samenwonenden en de kinderen: ieder 1/3e
Erfgenamen, erfopvolgers en rechtsverkrijgenden
• Erfopvolger: is geroepen tot de nalatenschap maar
komt er niet noodzakelijk in op (bv verwerping)
• Erfgenaam: aanvaardt de nalatenschap
‘Erfgenamen, erfopvolgers en rechtsverkrijgenden ‘
• Wet van 13 januari 2012:nieuw artikel 110/1 WLBO
• In werking vanaf 5 maart 2012
• Erfgenamen=de nalatenschap (ook testamentaire
beschikkingen, etc… zijn erop van toepassing)
• Voor alle contracten, ook de hangende tenzij
- de polis voor 5 maart 2012 werd afgesloten én
- afzonderlijk bijvoegsel voor 5 maart 2014 werd gemaakt
Verdeling van de verzekeringsprestatie
Principe: Ieder een gelijk deel in dezelfde rang tenzij:
• Vooroverlijden (plaatsvervulling per staak)
• Afwijkende clausule
• Aanduiding echtgenoten én kinderen gezamenlijk
• ‘De nalatenschap’ of ‘de erfgenamen’
B. Successierechtelijke gevolgen van
de uitkering door overlijden
a. Fictiebepaling van artikel 8 W. Succ.: principe
b. Beding ten behoeve van zichzelf: ABA-configuratie
c. Beding ten behoeve van een derde: AAB-configuratie
d. Beding ten behoeve van een derde: ABC-configuratie
e. Echtgenoten met gemeenschap van goederen:
overlijden van de verzekerde
f. Echtgenoten met gemeenschap van goederen:
vóóroverlijden van de begunstigde
g. Echtgenoten met scheiding van goederen
a. Fictiebepaling van artikel 8 W. Succ.
Principe: Art 1 en 2 W. Succ
Er wordt een recht van successie gevestigd op de netto- waarde van de
nalatenschap van een rijksinwoner
De successierechten zijn verschuldigd op de erfgoederen ongeacht of zij ingevolgde
wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden
overgemaakt
 Niet de verzekeringsprestatie
 Niet de rechten van de verzekeringsnemer (persoonlijk)
Uitzondering: beding ten behoeve van een derde: art. 8 W. Succ.
‘Worden geacht als legaat te zijn verkregen, de sommen, renten of waarden die
een persoon geroepen is kosteloos te ontvangen, bij het overlijden van de
overledene, ingevolge een contract bevattende een door de overledenen of door
een derde ten behoeve van de verkrijger gemaakt beding’
Contract:
• Enkel indien een eigen recht van de verzekeringsnemer (niet ‘de nalatenschap’)
• Verzekeringen van het type tak-21 en tak-23 zijn contracten
Kosteloos beding:
• Bewijslast bij de begunstigde
• Schuldsaldoverzekering? (Adm. Besl. 22 maart 2001, E.E./98.205)
• Kanscontract?  Scheiding van goederen >< gemeenschap van goederen
Ten behoeve van een derde
• <-> Verzekering ten gunste van de verzekeringsnemer zelf
Tijdstip
• Uitkering van de verzekeringsprestatie in de periode van drie jaar vóór het
overlijden tot drie jaar na het overlijden van de verzekeringsnemer
b. Ten gunste van zichzelf: ABA-configuratie
A B
• Verzekeringsnemer
• Begunstigde
• Verzekerd hoofd
 Geen toepassing van artikel 8 W. Succ.
c. Ten gunste van een derde: AAB-configuratie
A B
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• begunstigde
 Toepassing van artikel 8 W. Succ.
d. Ten gunste van een derde: ABC-configuratie
A B
• Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd
 Toepassing van artikel 8 W. Succ.
c
• Begunstigde
Uitkering van de verzekeringsprestatie binnen de drie
jaar vóór het overlijden, bij het overlijden of na het
overlijden van de verzekeringsnemer
• A overlijdt vóór B  art. 8 W. Succ.
• A overlijdt in gelijktijdig met B  art. 8 W. Succ.
• A overlijdt binnen de drie jaar na B  art. 8 W. Succ.
• A overlijdt na drie jaar na B  geen art. 8 W. Succ.
want de uitkering vindt plaats in een periode van
meer dan drie jaar vóór het overlijden van de
verzekeringsnemer
e. Echtgenoten met gemeenschap van
goederen
Art 8, 4e lid W. Succ.:
De sommen, renten of waarden die een echtgenoot onder gemeenschap van
goederen gehuwd ingevolge een contractueel beding ten behoeve van een derde
geroepen is te ontvangen, worden geacht als legaat te zijn verkregen
- Voor het gehele bedrag voor zover ze werden gekregen als tegenwaarde voor
eigen goederen van de overledene (premies komen uit eigen vermogen van de
overleden echtgenoot)
- Voor de helft in andere gevallen (premies werden betaald met de
gemeenschap)
- Niet indien kan worden aangetoond dat ze werden verkregen als tegenwaarde
voor de eigen goederen (premies komen uit eigen vermogen van de
langstlevende echtgenoot)
Vergoeding
Man: verzekeringsnemer
en verzekerde
Vrouw: begunstigde
Gemeenschap
Premies
 Over de verzekeringsprestatie zijn geen successierechten verschuldigd
Vergoeding
Man: verzekeringsnemer
en verzekerde
Vrouw: begunstigde
Gemeenschap
Premies
 Over de helft van de verzekeringsprestatie zijn successierechten verschuldigd
f. Echtgenoten met gemeenschap van goederen:
vóóroverlijden van de begunstigde
Aanschrijving nr. 3 van 29 april 1997 inzake AAAB- configuratie:
• Uitkering bij einddatum van de verzekering (na 10 jaar, bereiken van 65
jarige leeftijd,…), of;
• Bij overlijden van de man
A B
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Begunstigde
• Begunstigde
 Bij vóóroverlijden van B zijn successierechten over de helft van de
afkoopwaarde verschuldigd
Circ. 31 juli 2006, 16/2006:
Onderscheid:
• Zuivere levensverzekering: geen belastbaarheid bij overlijden van B
• Gemengde levensverzekering: successierechten over de helft van de afkoopwaarde
bij overlijden van B op grond van art.1 W. Succ. (niet langer art. 8, 4° W. Succ.)
• Tak 21/tak23 zijn gemengde levensverzekeringen
Interne instructie 14 februari 2011: bevestiging circulaire 2006
<-> Besliss. 25 februari 2003, E.E./96.993
• De WLVO kent exclusieve rechten toe, waaronder het afkooprecht aan de
verzekeringsnemer die niet in de gemeenschap vallen
<-> Beslis. 26 mei 2009, E.E./800.279, Beslis. 14 januari 2014 E.E./2013.405 Beslis. 15
april 2014 E.E. 2014.085
• De afkoopwaarde is een eigen goed van de verzekeringsnemer, maar met
vergoedingsplicht aan de gemeenschap
• Besliss. 15 april 2014 E.E. 2014.085
Vergoeding
Man: verzekeringsnemer
en verzekerde
Vrouw: begunstigdeGemeenschap
De premies werden betaald met gemeenschapsgeld
Vóóroverlijden van de begunstigde
 De verzekeringsovereenkomst is eigen aan de verzekeringsnemer
 De verzekeringsnemer is een vergoeding aan de gemeenschap verschuldigd gelijk
de helft van de premies
 Art. 16 W. Succ.: voor de inning van de successierechten worden de vergoedingen aan de
gemeenschap niet in aanmerking genomen tussen echtgenoten met gemene kinderen
Afkoop-
waarde
Ruling 14 januari 2014, E.E. 2013.405
Nieuw argument: art. 1400, 7° BW:
‘Eigen zijn, behoudens vergoeding, de rechten verbonden aan een
personenverzekering door de begunstigde zelf gesloten, die hij verkrijgt
bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de ontbinding van het stelsel’
g. Echtgenoten met scheiding van goederen
• Normale toepassing van artikel 8 W. Succ.
• Beslis. 4 december 2012, E.E./104.552
‘Levensverzekeringspolissen die de aard hebben van beleggingsverzekeringen
(onder meer omwille van de omvang van de minimaal te storten premies)
moeten beschouwd worden als ‘waarden’ zoals bedoeld in artikel 8 W. Succ.’
 Het recht om het verzekeringscontract te beëindigen, te schenken of kapitaal op te
eisen vertegenwoordigt een ‘waarde’
Man: verzekeringsnemer
en verzekerd hoofd
Vrouw: verzekerd hoofd
Kinderen: begunstigden
Verzekeringsrechten incl. afkooprecht
 Art. 8 W. Succ. is van toepassing op de afkoopwaarde, zonder dat tot effectieve
Uitkering van de verzekeringsprestatie wordt overgegaan
h. Gekruiste levensverzekeringen
• (gezamenlijk) afkooprecht kan door de verzekeringsnemers onderling geregeld
worden
• Gehuwd onder gemeenschap van goederen: successierechten over de helft van de
verzekeringsprestatie – wederkerigheid ontneemt niet het kosteloos karakter
• Gehuwd onder scheiding van goederen of niet gehuwd: Kanscontract
A B
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Begunstigde
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Begunstigde
C. Do or don’t? Schenking van de tak
21/23- de verzekeringsgift
a. Successierechten vs. Schenkingsrechten
b. Schenking van de verzekeringsprestatie
c. Schenking van de rechten als verzekeringsnemer
d. Registratie van de aanvaarding door de begiftigde
e. Afkoop van de verzekeringspolis
f. De levensverzekering als techniek voor
controlebehoud bij schenking
a. Successierechten vs. schenkingsrechten
De tarieven in de successierechten in het Vlaams Gewest
(voor roerende en onroerende goederen)
Belastingschijven
Tarief in rechte lijn, echtgenoten en
samenwonenden
Tarief tussen broers en
zussen
Tarief tussen andere personen
0.01 EUR-50.000,00 EUR 3% 30% 45%
50.000,01 EUR-75.000,00 EUR 9% 30% 45%
75.000,01 EUR-125.000,00 EUR 9% 55% 55%
125.000,01 EUR-250.00,00 EUR 9% 65% 65%
> 250.000,00 EUR 27% 65% 65%
Schenkingsrechten in het Vlaams Gewest voor roerende
goederen
Vlak tarief van:
• 3% voor begiftigden in rechte lijn, echtgenoten, samenwonende
partners
• 7% voor anderen
Vrijstelling van schenkingsrechten indien:
• Schenking voor een buitenlandse notaris
• Maar fictiebepaling van art. 7 W. Succ.  de schenking wordt fictief
geacht een legaat te zijn indien de schenker overlijdt binnen een
periode van 3 jaar na de schenking
• Eventueel een overlijdensverzekering om het risico van art. 7 W.
Succ. in te dekken afgesloten door de begiftigde zelf
A B
• Verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Begunstigde
 Toepassing van artikel 8 W. Succ.
• Besliss. 22 februari 2007, E.E./101.887
A B
• Verzekerd hoofd • Verzekeringsnemer
• Begunstigde
 Beding ten gunste van zichzelf, geen toepassing van artikel 8 W. Succ.
Schenking
verzekeringspremie
b. Schenking van de verzekeringsprestatie
c. Schenking van de rechten als
verzekeringsnemer
A B
• Oorspronkelijke verzekeringsnemer
• Verzekerd hoofd
• Nieuwe verzekeringsnemer
• Begunstigde
Schenking van de
rechten als
verzekeringsnemer
 Beding ten gunste van zichzelf, geen toepassing van artikel 8 W. Succ.
c. Schenking van de rechten als
verzekeringsnemer
Bedenkingen:
• Ontneemt de schenking van de rechten van de
verzekeringsnemer het karakter van de initieel aangegane
verzekering?
• Moet de schenking worden geregistreerd?
• Is opnieuw premietaks verschuldigd?
• Wat met de aangroei van het kapitaal na de overdracht? Te
kwalificeren als een niet-geregistreerde schenking?
• Wat indien er meerdere begiftigden zijn? Wie mag afkopen?
• Wat met subsidiaire begunstigden en hun aanduiding?
Niet gepubliceerde vraag aan de dienst Patrimonium van 9 april
2013:
• Door de overdracht van de rechten van de verzekernemer
wordt het initieel beding ten behoeve van een derde omgezet
naar een beding ten behoeve van zichzelf
• Indien binnen de drie jaar voor he overlijden het
schenkingsrecht werd geven kan evenmin art. 7 W. Succ.
worden toegepast
Praktisch
• Ondertekend polisbijvoegsel
• Notariële schenkingsakte?
• Bij meerdere begiftigden werken met een volmacht
d. Registratie van de aanvaarding door de
begiftigde
Art. 8, lid 6:
‘Dit artikel (art 8 W. Succ.) is niet van toepassing op de sommen , renten of waarden,
verkregen ingevolge een beding dat aan het registratierecht gevestigd voor de schenkingen
werd onderworpen’
 Registratie van het beding ten behoeve van een derde
Maar: fictiebepaling artikel 4, 3° Vl. W. Succ.:
‘Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd: alle
schenkingen onder levenden van roerende goederen gedaan onder de opschortende
voorwaarde ingevolge het overlijden van de schenker’
Ruling 18 juni 2013:
Geen toepassing van artikel 8 W. Succ. of van art. 4, 3° W. Succ. indien:
• De begunstigde het voordeel aanvaardt, en;
• De schenker niet het verzekerd hoofd is
Registratierechten
• Algemeen vast recht bij de registratie van 50,00 EUR
• Evenredig recht bij de effectieve uitkering van de verzekeringsprestatie
aan het tarief van 3% of 7% over het uitgekeerde bedrag
e. Afkoop van de verzekeringspolis
Alternatief: afkoop van de verzekeringspolis, gevolgd
door schenking
• Roerende voorheffing (tak 21)?
• Afkoopvergoeding?
• De kinderen opnieuw een verzekering laten sluiten?
De levensverzekering als techniek
voor controlebehoud bij schenking
Doel:
Behoud van controle door de ouders over het geschonken
vermogen
Probleem:
Schenking onder conventioneel beding van terugkeer verzekert de
ouders niet dat de kinderen de geschonken goederen tijdens hun
leven ‘opdoen’
Beslis. 22 februari 2007
Het conventioneel beding van terugkeer kan via een levens-
verzekering worden uitgewerkt
Stap 1: schenking van de verzekeringspremie aan de kinderen
aan 0% (handgift of gift voor buitenlandse notaris of 3% onder
ontbindend beding van conventionele terugkeer
Stap 2: kinderen beleggen in verzekeringsovereenkomst met
ouders als begunstigden
Stap 3: Ouders aanvaarden de begunstiging
Gevolgen
• Door de aanvaarding kunnen de kinderen hun (afkoop)
rechten enkel met toestemming van de ouders uitoefenen
• Bij vóóroverlijden van de kinderen is er uitkering van de
verzekeringsprestatie aan de ouders
LESSONS LEARNED
Mr. Jan Tuerlinckx
Advocaat-vennoot
Tuerlinckx Fiscale Advocaten
Tuerlinckx Fiscale Advocaten cvba
Maria-Henriëttalei 1 Nijverheidsstraat 14
B-2018 Antwerpen B-2260 Westerlo
T. +32 3 206 21 10 T. +32 14 21 01 10
F. +32 3 206 21 19 F. +32 14 21 01 19
www.tuerlinckx.eu

More Related Content

What's hot

Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudaraBreast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
RizkyAndrianiBakara2
 
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
mantrikeliling
 
Distosia janin poltekkes surakarta
Distosia janin poltekkes surakartaDistosia janin poltekkes surakarta
Distosia janin poltekkes surakarta
Yunita Dipra
 
Leaflat anc k1
Leaflat anc k1Leaflat anc k1
Leaflat anc k1
Warung Bidan
 
Kb suntik 3 bulan PPT
Kb suntik 3 bulan PPTKb suntik 3 bulan PPT
Kb suntik 3 bulan PPTqurratuakyun
 
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptxKerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
YUANITASUWANDANI
 
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya new
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya newDimensi sosial wanita dan permasalahannya new
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya new
SilVhya Saidah
 
Pembahasan Pelayanan KB
Pembahasan  Pelayanan KBPembahasan  Pelayanan KB
Pembahasan Pelayanan KB
AffiZakiyya
 
Perdarahan antepartum
Perdarahan antepartumPerdarahan antepartum
Perdarahan antepartum
AbdulMalikYogaFathor1
 
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
HadadSetiawanFachrul
 
Stunting.pptx
Stunting.pptxStunting.pptx
Stunting.pptx
FaniApriyani2
 
Kontrasepsi pemakaian pil kb
Kontrasepsi pemakaian pil kbKontrasepsi pemakaian pil kb
Kontrasepsi pemakaian pil kbmiftaulmi95
 
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhanapelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
martaagustinasirait
 
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forcepsSc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
Novitasari6789
 
Cara Menyusui yang Benar
Cara Menyusui yang BenarCara Menyusui yang Benar
Cara Menyusui yang Benar
powerpoint2910
 
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
nor rahmah
 
Isu isu kesehatan perempuan
Isu isu kesehatan perempuanIsu isu kesehatan perempuan
Isu isu kesehatan perempuan
Ayunina2
 
Psikologi wanita
Psikologi wanitaPsikologi wanita
Psikologi wanita
Yulia Hajariyanto
 
BROSUR ASI
BROSUR ASIBROSUR ASI
BROSUR ASI
Ratna Arditya
 
Consejeria
ConsejeriaConsejeria
Consejeria
Syddney Potoy
 

What's hot (20)

Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudaraBreast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
Breast Care adalah salah satu prosedur perawatan payudara
 
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
18.10.21_Teknis Pelaksanaan Imunisasi PCV.pptx
 
Distosia janin poltekkes surakarta
Distosia janin poltekkes surakartaDistosia janin poltekkes surakarta
Distosia janin poltekkes surakarta
 
Leaflat anc k1
Leaflat anc k1Leaflat anc k1
Leaflat anc k1
 
Kb suntik 3 bulan PPT
Kb suntik 3 bulan PPTKb suntik 3 bulan PPT
Kb suntik 3 bulan PPT
 
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptxKerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
Kerentanan Kebutuhan Khusus dan Permasalahan Sosial tgs bu TB.pptx
 
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya new
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya newDimensi sosial wanita dan permasalahannya new
Dimensi sosial wanita dan permasalahannya new
 
Pembahasan Pelayanan KB
Pembahasan  Pelayanan KBPembahasan  Pelayanan KB
Pembahasan Pelayanan KB
 
Perdarahan antepartum
Perdarahan antepartumPerdarahan antepartum
Perdarahan antepartum
 
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
355510161-KEBIJAKAN-PELAYANAN-KEBIDANAN-ppt.ppt
 
Stunting.pptx
Stunting.pptxStunting.pptx
Stunting.pptx
 
Kontrasepsi pemakaian pil kb
Kontrasepsi pemakaian pil kbKontrasepsi pemakaian pil kb
Kontrasepsi pemakaian pil kb
 
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhanapelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
pelayanan kontrasepsi dengan metode sederhana
 
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forcepsSc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
Sc,laparatomi,kuretase,vakum,forceps
 
Cara Menyusui yang Benar
Cara Menyusui yang BenarCara Menyusui yang Benar
Cara Menyusui yang Benar
 
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
SIKLUS KESEHATAN WANITA, KONSEPSI, BAYI DAN ANAK, REMAJA, DEWASA DAN USIA LA...
 
Isu isu kesehatan perempuan
Isu isu kesehatan perempuanIsu isu kesehatan perempuan
Isu isu kesehatan perempuan
 
Psikologi wanita
Psikologi wanitaPsikologi wanita
Psikologi wanita
 
BROSUR ASI
BROSUR ASIBROSUR ASI
BROSUR ASI
 
Consejeria
ConsejeriaConsejeria
Consejeria
 

Viewers also liked (11)

Documentatiebundel Tak 21/23 - 360° - bijkomende literatuur en informatie
Documentatiebundel Tak 21/23 - 360° - bijkomende literatuur en informatieDocumentatiebundel Tak 21/23 - 360° - bijkomende literatuur en informatie
Documentatiebundel Tak 21/23 - 360° - bijkomende literatuur en informatie
 
Fiscale sanctionering
Fiscale sanctioneringFiscale sanctionering
Fiscale sanctionering
 
Belastingparadijzen
BelastingparadijzenBelastingparadijzen
Belastingparadijzen
 
Nay sa tan hay nghe day
Nay sa tan hay nghe dayNay sa tan hay nghe day
Nay sa tan hay nghe day
 
Raakvlakken tussen antiwitwas en vastgoedtransacties
Raakvlakken tussen antiwitwas en vastgoedtransacties Raakvlakken tussen antiwitwas en vastgoedtransacties
Raakvlakken tussen antiwitwas en vastgoedtransacties
 
Fiscale Ethiek
Fiscale EthiekFiscale Ethiek
Fiscale Ethiek
 
Witwaswetgeving in uw accountantskantoor
Witwaswetgeving in uw accountantskantoorWitwaswetgeving in uw accountantskantoor
Witwaswetgeving in uw accountantskantoor
 
Deficitaire vereffening
Deficitaire vereffeningDeficitaire vereffening
Deficitaire vereffening
 
M&A - Vennootschaps-en fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
M&A - Vennootschaps-en fiscaalrechtelijke aspecten van de share dealM&A - Vennootschaps-en fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
M&A - Vennootschaps-en fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
 
Fiscale en sociale visitatie
Fiscale en sociale visitatieFiscale en sociale visitatie
Fiscale en sociale visitatie
 
Meerwaardebelasting
MeerwaardebelastingMeerwaardebelasting
Meerwaardebelasting
 

Similar to Tak 21/23 - 360°

Belastingen, leuker kunnen we het wél maken
Belastingen, leuker kunnen we het wél makenBelastingen, leuker kunnen we het wél maken
Belastingen, leuker kunnen we het wél maken
hanzegilde
 
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bvVRB Adviesgroep
 
Fiscaal Sparen (2015)
Fiscaal Sparen (2015)Fiscaal Sparen (2015)
Fiscaal Sparen (2015)
Gilles Deplancke
 
Presentatie Belastingplan 2011
Presentatie Belastingplan 2011Presentatie Belastingplan 2011
Presentatie Belastingplan 2011
Suzanne Heinen
 
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo Ilaat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
axxipp
 
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
EY Belgium
 
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
Gerke Wispelwey
 
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
DLA Piper Nederland N.V.
 
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
Willeke_Op_de_Beek
 
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar inBelasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
hanzegilde
 
2012 Special Miljoenennota
2012 Special Miljoenennota2012 Special Miljoenennota
2012 Special Miljoenennota
Olivier Walravens
 
M&r belasting adviseurs ebook
M&r belasting adviseurs ebookM&r belasting adviseurs ebook
M&r belasting adviseurs ebook
Eric van Hall
 
Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012
pimdemoor
 
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
ikoppejan
 
Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012
pimdemoor
 
CROP Nieuwsbrief 3 2009
CROP Nieuwsbrief 3 2009CROP Nieuwsbrief 3 2009
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
Kelly Goelens
 

Similar to Tak 21/23 - 360° (20)

Belastingen, leuker kunnen we het wél maken
Belastingen, leuker kunnen we het wél makenBelastingen, leuker kunnen we het wél maken
Belastingen, leuker kunnen we het wél maken
 
Fiscale maatregelen di rupo I - 13-09-2013
Fiscale maatregelen di rupo I - 13-09-2013Fiscale maatregelen di rupo I - 13-09-2013
Fiscale maatregelen di rupo I - 13-09-2013
 
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv
27 4-2010 presentatie de goudenhanddruk en de stamrecht bv
 
Fiscaal Sparen (2015)
Fiscaal Sparen (2015)Fiscaal Sparen (2015)
Fiscaal Sparen (2015)
 
Begroting 2012
Begroting 2012Begroting 2012
Begroting 2012
 
Presentatie Belastingplan 2011
Presentatie Belastingplan 2011Presentatie Belastingplan 2011
Presentatie Belastingplan 2011
 
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo Ilaat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
laat u niet strikken door de wetswijzigingen van Di Rupo I
 
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
Update personenbelasting Aanslagjaar 2012
 
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
Nieuwsbrief Buro360 Fiscal December 2013
 
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
De fiscale perspectieven van Prinsjesdag 2012
 
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
Jaarvergadering LTO d.d. 17 april 2012
 
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar inBelasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
Belasting technisch voordelig het nieuwe jaar in
 
2012 Special Miljoenennota
2012 Special Miljoenennota2012 Special Miljoenennota
2012 Special Miljoenennota
 
M&r belasting adviseurs ebook
M&r belasting adviseurs ebookM&r belasting adviseurs ebook
M&r belasting adviseurs ebook
 
Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012
 
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
Presentatie 22 09-2011 belastingplan 2012
 
Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012Presentatie Belastingplan 2012
Presentatie Belastingplan 2012
 
CROP Nieuwsbrief 3 2009
CROP Nieuwsbrief 3 2009CROP Nieuwsbrief 3 2009
CROP Nieuwsbrief 3 2009
 
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
Fiscale optimalisatiemogelijkheden vennootschap anno 2015
 
Fiscaal hete hangijzers 21-11-2013
Fiscaal hete hangijzers   21-11-2013Fiscaal hete hangijzers   21-11-2013
Fiscaal hete hangijzers 21-11-2013
 

More from Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes

De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechniekenDe fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Furture of europe - war on taxes
Furture of europe - war on taxesFurture of europe - war on taxes
Furture of europe - war on taxes
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Witwas op maat van het notariaat
Witwas op maat van het notariaatWitwas op maat van het notariaat
Witwas op maat van het notariaat
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Anti witwaswetgeving voor accountants
Anti witwaswetgeving voor accountantsAnti witwaswetgeving voor accountants
Anti witwaswetgeving voor accountants
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share dealFiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes
 
Topics fiscale procedure
Topics fiscale procedureTopics fiscale procedure

More from Tuerlinckx Fiscale Advocaten - Avocats Fiscalistes (20)

De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechniekenDe fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
De fiscale behandeling van vouchers, kortingbonnen en andere marketingtechnieken
 
Fiscale emigratie van vennootschappen
Fiscale emigratie van vennootschappenFiscale emigratie van vennootschappen
Fiscale emigratie van vennootschappen
 
fiscale ethiek
fiscale ethiek fiscale ethiek
fiscale ethiek
 
Furture of europe - war on taxes
Furture of europe - war on taxesFurture of europe - war on taxes
Furture of europe - war on taxes
 
Deficitaire vereffening
Deficitaire vereffening Deficitaire vereffening
Deficitaire vereffening
 
Nieuwe zekerheden
Nieuwe zekerhedenNieuwe zekerheden
Nieuwe zekerheden
 
M&A - legal
M&A  - legal M&A  - legal
M&A - legal
 
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
Fiscale onderzoeksbevoegdheden - Waar ligt de grens ?
 
Witwas op maat van het notariaat
Witwas op maat van het notariaatWitwas op maat van het notariaat
Witwas op maat van het notariaat
 
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
Anti-witwaswetgeving en fiscale regularisatie voor het notariaat
 
Anti witwaswetgeving voor accountants
Anti witwaswetgeving voor accountantsAnti witwaswetgeving voor accountants
Anti witwaswetgeving voor accountants
 
Speculatietaks
SpeculatietaksSpeculatietaks
Speculatietaks
 
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share dealFiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
Fiscaalrechtelijke aspecten van de share deal
 
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
Waardebepaling van onroerende goederen - Een technische KO voor het KI ?
 
Presentatie Taxshift
Presentatie TaxshiftPresentatie Taxshift
Presentatie Taxshift
 
Topics fiscale procedure
Topics fiscale procedureTopics fiscale procedure
Topics fiscale procedure
 
Registratie en erfbelasting
Registratie en erfbelastingRegistratie en erfbelasting
Registratie en erfbelasting
 
Anti money laundering - IFA
Anti money laundering - IFAAnti money laundering - IFA
Anti money laundering - IFA
 
Bezoldigingstheorie
BezoldigingstheorieBezoldigingstheorie
Bezoldigingstheorie
 
Bom onder fiscale rechtshandhaving
Bom onder fiscale rechtshandhavingBom onder fiscale rechtshandhaving
Bom onder fiscale rechtshandhaving
 

Tak 21/23 - 360°

  • 1.
  • 2. INKOMSTENBELASTING BELEGGINGSVERZEKERINGEN ALTERNATIEVEN Dhr. Marc Gielis Verantwoordelijke fiscaal en patrimoniaal advies Belastingconsulent Bank J.Van Breda & C° NV
  • 3. • Impact premietaks, roerende voorheffing, … • Tak 21/23/26 • IPT-mogelijkheden ? • Impact vennootschapsbelasting • Alternatieven – varia (roerend inkomen)
  • 6. Tak 21 - Tak 23 - Tak 26 • T21 : roerende voorheffing tenzij 130% - min 8 jaar (indien RV : fictief rendement 4,75%) • T23 : niet belastbaar (in principe geen rendementsgarantie, anders …) • T26 : roerende voorheffing 25% (geen fictief rendement)
  • 7. • Vrijstelling personenbelasting/roerende voorheffing indien : • overlijdensdekking van minstens 130% bedraagt • verzekeringnemer is een natuurlijke persoon • die alleen zichzelf heeft verzekerd • de voordelen bij leven alleen voor zichzelf heeft bedongen. Of voor contracten gesloten voor een periode van meer dan 8 jaar (kapitalen of afkoopwaarden worden ook pas na 8 jaar uitbetaald) • Taks van 2 % Tak 21
  • 8. • Verzekering gekoppeld aan beleggingsfonds • Geen gewaarborgd minimumrendement • 2% taks voor natuurlijke personen • 4,4% taks voor rechtspersonen Tak 23
  • 9. • Is GEEN verzekering, dus • GEEN 2% taks voor natuurlijke personen • GEEN 4,4% taks voor rechtspersonen • Wel roerende voorheffing Tak 26
  • 10. Van tak 26 naar tak 21 • Zeer specifieke routing • Blijft binnen zelfde productgroep • Transfer wordt beschouwd als bijstorting in een lopend contract
  • 11. Aandeelhouder 1 Vennootschap Verzekeraar 1. Gelijktijdig onderschrijven van een tak 26 en een tak 21 2. Transfer aanvragen middels specifiek document maar geen uitbetaling op rekening vennootschap 3. De maatschappij transfereert bedrag van afkoopkwijting naar contract ( al dan niet over rekeningen) van aandeelhouder. 4. Afkoopkwijting dient voor correcte boekhoudkundige verwerking op niveau vennootschap Routing overzetten Venn – Privé 1 2 3 4
  • 12. Tak 21 & 8 jaar • Art. 19 WIB 1992 beschrijft oa. opbrengsten uit levensverzekeringscontractentak 21 als een belastbaar als roerend inkomen – Echter : • Art. 21, 9°, b) WIB 1992: “…wanneer het contract gesloten is voor meer dan 8 jaar en de kapitalen of afkoopwaarden effectief worden betaald meer dan 8 jaar na het sluiten van het contract….” dan vallen deze opbrengsten buiten de omschrijving van belastbare inkomsten. • Een levensverzekeringscontract dat inging op 01.12.1993 en verstreek op 01.12.2001 = een duur van acht jaar 'en iets'. Geniet de vrijstelling (Rb. Namen 21.11.2007, Brussel 23.05.2008, Antwerpen 20.01.2009 (bevestigd door Cassatie 20.05.2010) en Cassatie 19.01.2012).
  • 13. Tak 21 & 8 jaar • Door gelijktijdig met de tak 26 ook een tak 21 te onderschrijven begint de termijn te lopen voor de vrijstelling van de roerende voorheffing • Deze bijstorting (na transfer) is na 3 jaar bevrijd van RV : T26 T21 8 jaar5 jaar
  • 14. Tak 21 fiscaal kader • Open ended • Geen RV na 8 jaar vanaf opening • Bij geplande opnames, enkel RV op het interestgedeelte • Fictieve kapitalisatie aan 4,75 %
  • 15. Tak 21: de premietaks : nog een rendabele investering ? Termijnrekening versus Tak 21 ? Investering 100.000 Looptijd 10 Verwacht rendement 2,50% Roerende Voorheffing Termijnrekening 25% BRUTO bedrag Netto bedrag Instapkost Premietaks Looptijd Bedrag Rentevoet gekapitaliseerd na aftrek RV Termijnrekening nvt nvt 10 100.000 2,50% 128.008 - 25 % RV = 121.006 Tak21 1,50% 2,00% 10 100.000 2,50% 123.616 123.616 128.008 – 15,68 % = 123.616
  • 16. Termijnrekening versus Tak 21 Investering 100.000 Looptijd: minstens 8 jaar 8 Verwacht rendement: 2,00% Roerende Voorheffing Termijnrekening 25% BRUTO bedrag Netto bedrag Instapkost Premietaks Looptijd Bedrag Rendement gekapitaliseerd na aftrek RV Termijnrekening nvt nvt 8 100.000 2,00% 117.166 112.874 Tak21 1,50% 2,00% 8 100.000 2,00% 113.146 113.146
  • 17. Tak 21: de premietaks is nog een rendabele investering ! • Storting inclusief premietaks van 2 % Hieronder rekening houdend met instapkost van 1,5% en premietaks van 2% verschil met termijnrekening à 25% RV met rendement van 2%; 2,5% en 3%. 8jaar 10jaar 15jaar 20jaar 30jaar 2% 23,41% 19,09% 13,35% 10,49% 7,66% 2,5% 19,14% 15,68% 11,08% 8,80% 6,55% 3% 16,29% 13,40% 9,58% 7,68% 5,83%
  • 18. Roerende voorheffing en natuurlijk persoon • Roerende voorheffing is bevrijdend • Doch aangifte ‘kan’ zinvol zijn – Studenten – Gepensioneerden met (enkel) laag pensioen – (…) • Roerende voorheffing is terugbetaalbaar • Zinvol ? Inkomen < belastingvrije som (Aj 2015 : 7.070 euro of 7.350 euro)
  • 19. Belastingvrije som Basisbedrag = 7.070 euro Verhoogde belastingvrije som (BI < 26.280 euro) : 7.350 euro Toeslagen : – Eén kind : 1.500 euro – Twee kinderen : 3.870 euro – Drie kinderen : 8.670 euro – Vier kinderen : 14.020 euro + per kind boven het vierde kind : 5.350 euro (gehandicapt kind x 2) • Alleenstaande met kind(eren) ten laste + 1.500 euro • Kinderen < 3 jaar (geen kinderoppas) + 560 euro
  • 20. Wie (i/d praktijk) ? • Meerderjarige kinderen : maar let op dat ze nog ten laste zijn (= 5.700 euro indien gehandicapt kind ten laste van een fiscaal alleenstaande belastingplichtige of 4.490 euro indien kind ten laste van een fiscaal alleenstaande belastingplichtige. 3.110 euro in de andere gevallen (RI = 80% brutobedrag) • Zelfstandigen met laag belastbaar inkomen (bv. omwille van kosten) • Gepensioneerden (laag pensioen) • Bedrijfsleiders met lage bezoldiging
  • 21. Noot : het beschermingsfonds • Toepassingsgebied : Zicht-, termijn- en depositorekening, kasbons (indien op effectenrekening), Tak 21 (geen achtergestelde leningen) • Bescherming : max 100.000 euro per persoon en per financiële instelling • Enkel in munt van ‘EER-land’ • Onafgezien bestemming (privé, beroepsmatig), nationaliteit of woonplaats vd begunstigde • Wie ? Particulier, VZW, vereniging , KMO 21
  • 22. Overzicht Overzicht Tak 21 Tak 23 Tak 26 Kapitaalgarantie Ja Neen (in principe) Ja Gewaarborgd rendement Ja Neen Ja Winstdeelname Mogelijk Neen Mogelijk 2% premietaks Ja Ja Neen 25% RV Neen (voorwaarden) Neen (voorwaarden) Ja Depositobescherming Ja Neen Neen 22
  • 24. Tarieven vennootschapsbelasting (+ effect notionele intrestaftrek) Algemeen tarief 33,00 % 33,99 % (*) Verlaagd opklimmend tarief 0 - 25.000 24,25 % 24,98 % (*) 25.000 - 90.000 31,00 % 31,93 % (*) 90.000 - 322.500 34,50 % 35,54 % (*) (*) inclusief crisisbijdrage 3 % Verlaagd tarief NIET overdrijven (impact was vroeger groter)
  • 25. Uitgesloten van het verlaagd opklimmend tarief • Winst die meer bedraagt dan 322.500 euro. • Vennootschappen die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend van minstens het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die bezoldiging minder dan 36.000 euro bedraagt. • Vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan 13 % van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbaar tijdperk, worden eveneens uitgesloten van het verlaagd tarief. → creatief dividend uitkeren + let op met RC (zie verder) → incl uitgiftepremie , maar niet geïncorporeerde reserves (uitz. de overgangsregeling art 537 WIB 1992)
  • 26. • Vennootschappen die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 % hetzij van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van het gestorte kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden (uitz 75%-participaties). • Vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen. • (…) Uitgesloten van het verlaagd opklimmend tarief
  • 27. Voorwaarden verlaagd opklimmend tarief • Hoogste bezoldiging bedrijfsleider > belastbare winst (opgelet bij controle) of minstens 36.000 euro bruto – BL-natuurlijk persoon – Tantième/VAA/herkwalificatie OI tellen mee – Boekjaar < of > 12 maanden is van geen belang – Niet samentellen van verschillende BL • Uitgekeerd dividend maximum 13 % gestort kapitaal begin BT • Aandelen voor minstens de helft bij natuurlijke personen • (…)
  • 28. Financiële vennootschap : • Beleggingswaarde aandelen > 50% van :  Gerevaloriseerd gestort kapitaal (< 1950)  Gestort kap + uitgiftepremie + belaste reserves + geboekte meerwaarden • Te beoordelen op balansdatum • Beleggingswaarde = oorspronkelijke AW (contra Rb Gent 7 februari 2012 >< pro Gent 29 april 2014) • 75% (of meer) participaties tellen niet mee
  • 29. Notionele intrestaftrek - overzicht Jaar Basis% KMO Aj 2007 3,442% 3,942% Aj 2008 3,781% 4,281% Aj 2009 4,307% 4,807% Aj 2010 4,473% 4,973% Aj 2011 3,800% 4,300% Aj 2012 3,250% 3,925% Aj 2013 3,000% 3,500% Aj 2014 2,742% 3,242% Aj 2015 2,630% 3,130% Aj 2016 1,562%/1,63% (?) 2,062%/2,13% (?)
  • 30. Vergelijking vennootschap Type belegging Meerwaarde / Inkomen Notionele intrestaftrek Verlaagd tarief VenB intresten (termijnrek., …) belastbaar geen probleem geen probleem dividenden belastbaar (*) geen probleem (tenzij DBI) geen probleem meerwaarden op individuele aandelen belastingvrij (**) geen probleem (***) (indien geen FVA) probleem meerwaarden op SICAV- aandelen  kapitalisatie belastbaar probleem probleem  distribuitie belastbaar geen probleem probleem DBI-Bevek belastingvrij (*) probleem probleem Vastgoedbevak belastbaar geen probleem probleem meerwaarden op obligaties belastbaar geen probleem geen probleem tak 21 belastbaar geen probleem geen probleem tak 23 belastbaar probleem geen probleem tak 26 belastbaar geen probleem geen probleem (*) t.b.v. 95% en uitzonderingen mogelijk (**) uitzondering : 25,75% vennootschapsbelasting (< 1 jaar) en GO 0,412% (***) niet altijd het geval !
  • 31. Termijnrekening & fiscaliteit Vennootschapsbelasting op interesten JA Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden op vervaldag op interestgedeelte Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen omdat de belegging periodiek een belastbaar inkomen oplevert Effect verlaagd tarief VenB ? OK, het betreft immers geen belegging in aandelen
  • 32. Tak 26 & fiscaliteit Belasting verschuldigd bij intekening en/of uitstap ? NEEN, geen toepassing van de 2% premietaks. Vennootschapsbelasting op interesten JA, aanrekening van het totaal jaarlijks rendement in de RR. (met prorata verrekening van de RV verschuldigd op eindvervaldag) zie circ.421/470.197 van 2 feb 96 Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden op vervaldag op werkelijk rendement Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen omdat de belegging periodiek een belastbaar inkomen oplevert Effect verlaagd tarief VenB ? OK, het betreft immers geen belegging in aandelen Zie ook: CBN advies PV-1- nr 68 van 6 juni 2008 en Circ.nr. Ci.RH 421/470.197 van 2 februari 1996
  • 33. Distributie fondsen & fiscaliteit Vennootschapsbelasting op dividenden JA Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden bij elke dividendbetaling Effect notionele interestaftrek ? OK, geen correctie eigen vermogen omdat de belegging periodiek een belastbaar inkomen oplevert Effect verlaagd tarief VenB ? Niet OK indien deze belegging > 50% gestort kapitaal + belaste reserves + geboekte meerwaarden Vennootschapsbelasting op meerwaarde bij verkoop ? JA, doch minwaarden zijn niet aftrekbaar.
  • 34. DBI-bevek & fiscaliteit Vennootschapsbelasting op dividenden ? NEEN, vrijstelling tot 95% Inhouding roerende voorheffing JA – 25 % ingehouden bij elke dividendbetaling Effect notionele interestaftrek ? NIET OK, correctie van het eigen vermogen uitdrukkelijk in de wet voorzien Effect verlaagd tarief VenB ? NIET OK indien deze belegging > 50% gestort kapitaal + belaste reserves + geboekte meerwaarden Vennootschapsbelasting op meerwaarde bij verkoop ? ‘NEEN’, vrijstelling tot 95%
  • 35. Vennootschap en Tak 21 • Verzekeringsproducten (premies zijn niet aftrekbaar) • Gewaarborgd rendement op eindvervaldag • Kosten : - 4,4% verzekeringstaks - Instapvergoeding - Uitstapvergoeding - Jaarlijks beheersvergoeding • Art 362bis WIB 1992 • Notionele intrestaftrek : geen negatief effect • Verlaagd tarief VenB : geen impact
  • 36. Vennootschap en Tak 23 • Verzekeringsproducten • Tak 23 = verzekering gekoppeld aan beleggingsfondsen • Geen gewaarborgd rendement op eindvervaldag • Kosten : - 4,4% verzekeringstaks - Instapvergoeding - Uitstapvergoeding - Jaarlijks beheersvergoeding • Notionele intrestaftrek : negatief effect • Verlaagd tarief VenB : geen impact
  • 37. Meerwaarden/minderwaarden Tak 23 • Latente minderwaarde = aftrekbaar • Latente meerwaarde = enkel belastbaar tbv verrekening van de latente minderwaarde • Gerealiseerde minderwaarde = aftrekbaar • Gerealiseerde meerwaarde = belastbaar
  • 38. Vennootschap en Tak 26 • Verzekeringsproducten • Tak 26 = geen verzekering • Gewaarborgd rendement op eindvervaldag • Kosten : - Geen verzekeringstaks - Instapvergoeding - Uitstapvergoeding • Roerende voorheffing is verrekenbaar met VenB.
  • 39. • Vennootschap : opbrengst = intrest • Roerende voorheffing : verrekenbaar/terugbetaalbaar • Art 362bis WIB 1992 • Notionele intrestaftrek : geen negatief effect • Verlaagd tarief VenB : geen impact Noot : T26 en T21 (privé) → dividend → + T21
  • 40. Bijhorende kosten ? Bijkomende kosten m.b.t. het aanschaffen van geldbeleggingen mogen in één keer in aftrek genomen worden (cfr art 41 §2 KB/W.Venn). Zie ook PV nr 68, Ingrid Claes, dd 6 juni 2008, V&A Kamer 52 026, p 6261.
  • 41. Vraag : vennootschap doen beleggen of toch maar niet ?
  • 42. Toepassing (25% roerende voorheffing) Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 25% 25.000EUR NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 75.000EUR Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00% *rekening houdend met gewone tarief van 33,99% *en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 86.946EUR Na RV op dividenduitkering van 25% 87.132EUR Of na RV op liquidatie bonus van 25% 87.132EUR
  • 43. Toepassing (15% roerende voorheffing) Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 15% 15.000EUR NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 85.000EUR Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00% *rekening houdend met gewone tarief van 33,99% *en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 98.538EUR Na RV op dividenduitkering van 15% 98.750EUR Of na RV op liquidatie bonus van 25% 87.132EUR
  • 44. Toepassing (10% roerende voorheffing) Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 25% 25.000EUR NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 75.000EUR Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00% *rekening houdend met gewone tarief van 33,99% *en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 86.946EUR Na RV op dividenduitkering van 25% 87.132EUR Of na RV op liquidatie bonus van 10% 104.559EUR
  • 45. Toepassing (10% roerende voorheffing) Geld beleggen in vennootschap Geld uitkeren en privé beleggen Te beleggen reserves 100.000EUR Uit te keren reserves 100.000EUR BRUTO rendement 3,00% RV op dividenduitkering van 15% 15.000EUR NETTO rendement 3,04% Te beleggen kapitaal privé 85.000EUR Netto rendement berekend : NETTO rendement 3,00% *rekening houdend met gewone tarief van 33,99% *en rekening houdend met impact notionele intrestaftrek Looptijd belegging 5jaar Looptijd belegging 5jaar Eindkapitaal in vennootschap 116.176EUR Eindkapitaal PRIVE na uitkering ? Eindkapitaal PRIVE 98.538EUR Na RV op dividenduitkering van 15% 98.750EUR Of na RV op liquidatie bonus van 10% 104.559EUR
  • 46. DBI-BEVEK, … ? 95% van de opbrengst wordt vrijgesteld >< Geen notionele intrestaftrek Break-even (KMO) : 0,0313/0,95 = 3,294% (2014)
  • 47. DBI-BEVEK Voorbeeld (aj 2015) : TERMIJNREKENING opbrengst : 100 000 x 3,29 % = 3.290 EUR notionele intrestaftrek (3,13 %) = 3.130 EUR belastbare basis 160 EUR VenB (33,99%) 55 EUR (afgerond) Netto 3.290 – 54 = 3.236 EUR DBI-BEVEK opbrengst 100 000 x 3,29 % = 3.290 EUR notionele intrestaftrek (3,13 %) = 0 vrijstelling t.b.v 95% = 3.125 EUR belastbare basis 165 EUR VenB (33,99%) 56 EUR (afgerond) Netto 3.290 – 55 = 3.235 EUR (verschil zit in de afronding)
  • 48. Vergelijk fiscale impact met gelijk rendement (bv. 5%) distributiefonds versus DBI-bevek Distributiefonds 5% - 3,13% = 1,87% belastbaar x 33,99% (venB) = 0,64% = 5% – 0,64% = 4,36 % DBI-bevek 5% x 0,95 (belastingvrij) = 0,25% belastbaar x 33,99% (venB) = 0,085% = 5% – 0,085% = 4,92 %
  • 49. Privé beleggen en vennootschap
  • 50. Interest Rekening Courant Herkwalificatie : • marktrente • belaste reserves begin + kapitaal einde van het BT • Rechtspraak : verdeeld = onzekerheid … • Gevolgen indien herkwalificatie : – Intrest wordt dividend – 25% RV (geen 15% !) – Verlies verlaagd tarief VenB
  • 51. Beoordelingselementen voor het bestaan van een stilzwijgende geldlening in geval van een koopovereenkomst zijn: • het niet vastleggen van een betalingstermijn en/of de bijzondere modaliteiten m.b.t. een uitgestelde betaling • een abnormaal lange betalingstermijn • het onbetaald blijven van de aankoopprijs; • het niet respecteren van vervaldagen door de vennootschap; • het niet innen van vervallen vorderingen door de belastingplichtige • het niet beschikken over liquide middelen door de vennootschap (bron Monkey, Kluwer)
  • 52. Voorbeeld Vennootschap heeft een gestort kapitaal en belast reserves in totaal van 50.000 euro. De bedrijfsleider heeft een rekening courant/geldlening van 200.000 euro aan 10% (20.000 euro intresten). De marktrente bedraagt echter 8%. Hoe wordt de herkwalificatie berekend ? 1° eerste grens (marktrente) 200.000 x (10% - 8%) = 4.000 euro 2° tweede grens (grootte van de rekening courant) (200.000 – 50.000) x 8% = 12.000 euro Besluit Van de 20.000 euro intresten wordt 16.000 euro fiscaal als dividend aanzien. Voorbeeld RC
  • 53. Meerwaarden aandelen in Europese context Staat Belasting- meerwaarde (Mw) Denemarken Ja Mw op aandelen minder dan 3 jaar gehouden (tot 59%). Na 3 jaar belasting 28 – 43% Duitsland Ja Belasting op 50% van mw van aandelen wanneer participatie >1% : PB < 1% vrijgesteld Andere indien houdperiode < 1 jaar (vrijstelling 512 euro/jr) Finland Ja Belasting tegen 28% Frankrijk Ja Verkopen > 15.000 euro : 27% Belastbare basis vermindert met 1/3 tussen 6de en 8ste jaar Griekenland Ja Belasting tegen 20%voor mw op niet op de beurs van Athene genoteeerde aandelen, indien wel op de beurs vrijgesteld Ierland Ja Belasting tegen 20%, vrijstelling eerste 1.270 euro aan mw , carry forward van verliezen mogelijk Italië Ja Ruime 60% vrijstelling, de rest via PB (uizt 12,5% tarief voor bepaalde niet gekwalificeerde participaties) Luxemburg Ja Enkel belastbaar in de PB indien houdperiode < 6 maanden Oostenrijk Ja Sommige mw worden belast als inkomen, voor andere gelden verminderde tarieven Portugal Ja 10% belasting indien houdperiode < 1 jaar : inkomstenbelasting; > 1 jaar : vrijstelling Spanje Ja Mw na houdperiode < 1 jaar : inkomstenbelasting; > 1 jaar : 15% Verenigd Koninkrijk Ja Zelfde tarief als in de PB voor mw > £8.800 zijnde 10, 20 of 40%, verlaging belastbare basis in functie bezitsduur (in jaren) Zweden ja Belasting tegen 25% Bron Febelfin 2007
  • 54. The Economist May 4th 2013 French business Hollande’s charm offensive A change of heart or a chat-up line? FRANÇOIS HOLLANDE’S arrival at the Elysée Palace half an hour ahead of schedule on the evening of April 29th took the 300 entrepreneurs assembled there by surprise. What he said must have surprised them even more. After a year of bashing businesspeople, the French president clasped them to his bosom. As wealth- and job-creators, successful businessmen should be prized by society, he told the closing session of a three-month consultation on fostering enterprise. Sticking to his friendly theme, he announced a clutch of pro-business measures, such as cutting the capital- gains tax rate he had raised just six months earlier. Mr Hollande campaigned for the presidency in 2012 on a pledge to tax capital gains on the sale of shares (owned by filthy capitalists) like income (the sole revenue of the working stiff). Under a complicated regime introduced with the 2013 budget in September, the effective rate of tax on a gain from selling shares, including the social charges also due, would have risen from 34.5% to as much as 62% for some sellers. This provoked an online protest by 70,000 entrepreneurs calling themselves “les pigeons”—the suckers—and the scheme was modified. But confusion and unhappiness reigned until now. The broad principle that gains are to be taxed like income remains, but big reductions for long-term investors, and investors in new and family firms, will hollow it out. If shares are held for at least two years, any gain on their disposal will be taxed at an effective rate that falls from 39.5% to 32.8% after eight years. Treatment is more lenient for shares in firms less than ten years old, handed over to family members or sold on retirement. Rate reductions begin after a year, and shares held for at least eight years will be taxed at an effective rate of 23.8%. The measures should reduce French capital taxes to something near the European Union average. Other proposals are aimed at improving small-firm finances and fostering a culture of enterprise. But the message matters more than the individual measures, and it is that Socialist France is better disposed to business than most people think. Fronting the charm offensive is Fleur Pellerin, the junior minister for small business. Within a divided government she has fought for policies to help entrepreneurs. But her boss, Arnaud Montebourg, is sending out a different message. This week he said he had blocked Yahoo’s bid to buy 75% of DailyMotion, an online-video website, from France Télécom’s Orange. Businesses welcome the new tax rules, but warily. For Olivier Fécherolle, chief strategy officer at Viadeo, France’s biggest professional social network, the measures are good news, not only because they are correct in themselves but also because they show that Ms Pellerin is winning the argument. At Medef, the main employers’ federation, the word is that many, though not all, of the problems between business and the state have been resolved, among them the taxation of capital gains. Medef is miffed, though, at the rather different message sent the next day by Socialist lawmakers. They introduced legislation requiring any firm that wants to abandon a profitable site to look for a buyer for it first, another of Mr Hollande’s electoral promises. Will the measures revitalise France’s flagging economy? They seem a step in the right direction. But John Van Reenen, the head of the Centre for Economic Performance at the London School of Economics and co-author of a recent study on French business, points out that they do little to tackle the biggest obstacle for small firms that want to grow: namely, “the tsunami of labour-market regulation that comes down on your head the minute you employ more than 49 people”. Will his charm offensive help Mr Hollande? Not much is going right for him at the moment. The economy has stalled. After months of acrimony ArcelorMittal, a steelmaker, started mothballing its blast furnaces at Florange on April 24th (though two days later Nissan said it would build its new Micra car at the Renault factory in Flins). Chided by the left and the right, Mr Hollande has seen his approval ratings plunge. A good moment, then, to make new friends—especially when they are the best source of the jobs, investment and exports that France needs in order to grow. “the effective rate of tax on a gain from selling shares, including the social charges also due, would have risen from 34,5% to as much as 62% for some sellers” “Rate reductions begin after a year, and shares held for at least eight years will be taxed at an effective rate of 23,8%. The measures should reduce French capital taxes to something near the European Union average”
  • 55. Oprichting van een holding • Techniek : moeder/dochter + DBI • Maar de gewijzigde houding rulingcommissie : “De DVB zal zich er ook van verzekeren dat de verrichting (inbreng/verkoop) niet tot doel heeft om overtollige liquiditeiten die voorheen door de operationele vennootschappen werden opgebouwd, belastingvrij uit te keren. De aanvragers zouden bij dergelijke situaties kunnen overwegen om voorafgaand aan de verrichting dividenden uit te keren die overeenstemmen met deze overtollige liquiditeiten. In elk geval zal bij de beoordeling van de overtollige liquiditeiten rekening gehouden worden met de bedrijfspolitiek als ook met de behoefte aan liquiditeiten die nodig zijn voor de normale werking van de groep waarop de verrichting betrekking heeft.” • Latere kapitaalsverlaging ?
  • 56. Dividend VENB 33,99% - 25% RV VENB 33,99% - 15% RV VENB 24,98% - 25% RV VENB 24,98% - 15% RV Winst vóór belasting 100 100 100 100 VENB - 33,99 66,01 - 33,99 66,01 - 24,98 75,02 - 24,98 75,02 Roerende voorheffing 16,50 49,51 9,90 56,11 18,76 56,26 11,25 63,76 Globale belastingdruk 50,49 % 43,89 % 43,74 % 36,24 %
  • 57. Wijziging • 15% roerende voorheffing • Grondwettelijk Hof 25 september 2014 : Regeling (art 171 en art 269 WIB 1992) is niet discriminerend • het gunsttarief geldt enkel voor die ondernemingen die onder definitie van KMO vallen en dit op het ogenblik van de inbreng • de inbreng moet gebeuren in geld en moet ook volstort worden • er moet een minimumkapitaal zijn van 18.550 euro
  • 58. • de inbreng in geld mag niet afkomstig zijn van een uitkering van belaste reserves die worden omgezet in belastingvrij kapitaal onder het tijdelijk verlaagd tarief (zogenaamde overgangsregeling) • in ruil dienen aandelen op naam te worden uitgegeven die niet preferent zijn of enig voordeel genieten • de aandelen moeten ononderbroken in volle eigendom worden aangehouden tussen ogenblik van inbreng enerzijds en het ogenblik van dividendtoekenning anderzijds. Met uitzondering van : – Belasting neutrale herstructureringen – Sommige familiale regelingen (bv. schenking in volle eigendom van aandelen aan kinderen of echtgenoten) • (…)
  • 59. Liquidatiereserve (federaal regeerakkoord) Kenmerken (cfr Fiscoloog nr. 1402) • KMO (art 15 W.Venn) • Anticipatieve heffing van 10%  0% bij latere liquidatie  + 15% bij uitkering binnen de vijf jaar  + 5% na verloop van vijf jaar Geplande inwerkingtreding : aanslagjaar 2016
  • 60. VVPR bis of liquidatiereserve ? Verschillen ? VVPR-bis : toepassingsgebied is beperkter : • Cruciale datum 1 juli 2013 • Inbreng in geld (niet in natura) • Beperkte overdrachtmogelijkheden • Wachttermijn respecteren die wel korter is dan bij de liquidatiereserve • (…)
  • 61. VVPR bis of liquidatiereserve ? VVPR bis Liquidatiereserve winst vóór belasting 100 100 VENB - 33,99 66,01 - 33,99 66,01 Roerende voorheffing 9,90 56,11 6,60 59,41 Bijkomende RV → Liquidatie ---- 0 → Uitkering na 5 jaar ---- 2,97 Globale belastingdruk 43,89 % 40,59 % 43,56 %
  • 62. KMO Principe : elke vennootschap is groot tenzij de vennootschap twee opeenvolgende jaren geen of maximaal één van de vermelde criteria overschrijdt (en minder dan 100 werknemers in dienst heeft). • in jaar 3 : KLEIN indien jaar 1 en jaar 2 de criteria niet werden overschreden • In jaar 4 en 5 : GROOT indien in jaar 3 de criteria wel werden overschreden. Dus opletten met ‘timingseffect’
  • 63. Dus … Jaar 1 2 3 4 5 6 7 Meer dan één criterium overschreden NEE NEE NEE JA NEE NEE JA Grootte van de vennootschap KLEIN KLEIN GROOT GROOT KLEIN * tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt.
  • 64. Fiscale effecten indien KMO • Verhoogd tarief notionele intrestaftrek • Investeringsreserve • Investeringsaftrek • Voorafbetalingen VenB • Afschrijvingen en bijhorende kosten • Fairness taks • VVPR-bis • Meerwaarde aandelen (0,412%) • KMO-financiering • Overgangsregeling 10% roerende voorheffing (incl.reserves) • De nieuwe liquidatiereserve • (…)
  • 65. Tarieven VVPR bis 20% voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng. 15% voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het derde en volgende boekjaar na dat van de inbreng. 25% voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling vóór het tweede boekjaar na dat van de inbreng.
  • 66. Voorbeeld Oprichting BVBA 1 augustus 2013 (voldoet aan alle voorwaarden VVPR bis) Boekjaar 1 : 1 aug. 2013 - 31 december 2014 Dividendenstroom + roerende voorheffing : • 2015 (boekjaar 2014) = 25 % • 2016 (boekjaar 2015) = 25 % • 2017 (boekjaar 2016) = 20 % • 2018 (boekjaar 2017) = 15 %
  • 67. Kapitaalverhoging ? De balans van de vennootschap ziet er vandaag zo uit : ACTIVA PASSIVA Onroerend goed 100.000 Kapitaal 100.000 Vlottende activa 300.000 Reserves 300.000 400.000 400.000
  • 68. Er wordt nu een kapitaalverhoging van 300.000 euro doorgevoerd. Hoe zit het dan met de 15% roerende voorheffing ?
  • 69. Nu zijn er 100 aandelen De reële marktwaarde van het onroerend goed = 300.000 euro De boekwaarde = 100.000 euro De meerwaarde = 200.000 euro
  • 70. Kortom de waarde van de vennootschap NU bedraagt : 400.000 + 200.000 = 600.000 euro Gedeeld door het aantal aandelen (100) = 6.000 euro per aandeel
  • 71. Het kapitaal wordt verhoogd met 300.000 euro Het aantal nieuwe aandelen is dan ook 300.000 / 6.000 = 50 (nieuwe aandelen) Het nieuwe totaal van aandelen wordt dan : 150 (100 + 50)
  • 72. De nieuwe balans van deze vennootschap wordt dan : ACTIVA PASSIVA Onroerend goed 100.000 Kapitaal 150.000 (100.000 + 50.000) Vlottende activa 300.000 Uitgiftepremie 250.000 Cash 300.000 Reserves 300.000 700.000 700.000
  • 73. Stel dat er later een dividend uitgekeerd wordt van 20.000 euro. Hoeveel roerende voorheffing dient er dan te worden betaald ?
  • 74. Er zal een verhouding tussen het oude en het nieuwe kapitaal moeten berekend worden 20.000 x 100 / 150 aan 25% roerende voorheffing = 10.000 euro netto 20.000 x 50 / 150 aan 15% roerende voorheffing (vanaf derde BJ) = 5.667 euro netto
  • 75. Dus niet de verhouding van 100.000 op 400.000 aan 25% én 300.000 op 400.000 aan 15%. Er zal met de uitgiftepremie moeten gerekend worden. Zo niet werden in ruil voor de inbreng weliswaar nieuwe aandelen op naam uitgegeven maar genieten deze nieuwe aandelen wel een voordeel. 75
  • 76. Misbruikbepaling • Quasi-inbreng (Gent 24 juni 2008) • Overkapitalisatie (Luik 26 september 2012) • Dividenduitkering + kapitaalsverhoging ? • (…)
  • 77. Auteursrechten Inkomsten uit auteursrechten worden gerangschikt onder de roerende inkomsten en zijn belastbaar tegen 15 %. De kwalificatie 'roerend inkomen' is absoluut tot een grensbedrag van 57.080 EUR (Aj 2015). Boven dat grensbedrag valt men terug op de gebruikelijke criteria om uit te maken of de inkomsten roerend zijn, dan wel een beroepskarakter hebben.
  • 78. Belastbaar is het netto-inkomen Netto-inkomen = Bruto inkomen (vóór afhouding van RV) verminderd met • ofwel de werkelijke bewezen beroepskosten; • ofwel een wettelijk degressief kostenforfait. Het kostenforfait bedraagt 50 % van de eerste schijf van 15.220 EUR en 25 % van de tweede inkomensschijf van 15.220 EUR tot 30.440 EUR (Aj 2015).
  • 79. Auteursrechten “De inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten of in overeenkomstige bepalingen in het buitenlands recht”.
  • 80. Gemeubelde verhuur Twee mogelijkheden : • Aparte vermelding in huurovereenkomst : roerend / onroerend • Geen aparte vermelding in huurovereenkomst forfaitair roerend / onroerend Let wel : NETTO bedragen aangeven (forfait 50%)
  • 81. Voorbeeld Verhuur van een gemeubeld appartement (KI 700) voor 6.000 euro / jaar en GEEN opdeling Roerend 40% x 6.000 = 2.400 euro Onroerend 60% x 6.000 = 3.600 euro Aangifte code 1106 : belastbaar : 700 x 1,6349 x 1,4 = 1.602 code 1157 : 40% x 6.000 = 2.400 x 50% = 1.200 belastbaar : 2.400 x 50% x 25% (+ 7% gem.bel) = 321 euro
  • 82. Salarispakket (loon + extra-legaal pensioen) • Pensioenkapitaal wordt afzonderlijk belast (°1 juli 2013) Leeftijd opname Tarief tot juli 2013 Tarief vanaf juli 2013 60 jaar 16,5 % 20,0% 61 jaar 16,5% 18,0% 62,63,64 jaar 16,5% 16,5% 65 jaar 10,0% 10,0% 65 jaar (zonder te werken tot 65 jaar) 16,5% 16,5%
  • 83. Salarispakket (loon + extra-legaal pensioen) • Fiscaalvriendelijke opbouw via IPT • Premies aftrekbaar binnen “80%-grens” • Loonplafond (+/- 90.000 euro) komt er (voorlopig) niet – Wel 1,5% extra taks op gedeelte > 30.000 euro (spreiden ?) • Tantième : tijdsvoordeel / geen IPT ! • VAPZ (max 2014 = € 3.027,09 of € 3.481,82 (sociaal VAPZ) • Onroerend goed (E.E.R)
  • 84. 80%-regel – 90.000 euro (60 jaar) (80% loon – wett.pensioen) x (N+n) / 40 x coëfficiënt x 1 / 1,2 ((80% x 90.000) – 15.195) x 30/40 x 18,3749 x 1/1,2 = 652.357 EUR Loopbaan : 20+10 Backservice : 10/30 = 217.452 EUR
  • 85. OVERZICHT Bezoldiging Dividend (25% RV) Dividend (15% RV) Liquidatie (10% RV) IPT (16,5%) IPT (10%) Kost venn. 100 100 100 100 100 100 SZ (gem. 20%) - 16,25 83,75 --- --- --- --- --- VenB --- - 33,99 - 33,99 - 33,99 --- --- Kosten / taksen --- --- --- --- - 10 - 10 Roerende voorheffing --- - 16,50 - 9,90 - 6,60 --- --- PB - 43,46 (50% + 7% gem.bel) --- --- --- - 20 (geen WD) - 14 (geen WD) NETTO 40,29 49,51 56,11 59,41 70,00 76,00 85
  • 86. DE AANGIFTEVERPLICHTINGEN EN COMPLIANCE ISSUES Mr. Dave van Moppes Advocaat-vennoot Tuerlinckx Fiscale Advocaten
  • 88. • De jaarlijkse aangifte in de personenbelasting moet het bestaan vermelden van de door de belastingplichtige of zijn echtgenoot alsmede door de kinderen waarover hij overeenkomstig artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek het ouderlijk gezag uitoefent, individueel gesloten levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming en van het land of de landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden • MvT: De nieuwe aangifteverplichting moet “een vluchtweg sluiten” voor vermogens die verborgen willen blijven via constructies met buitenlandse levensverzekeringen Artikel 101 Programmawet van 27.12.2012 tot wijziging van artikel 307 § 1, derde lid WIB met ingang van aanslagjaar 2013 1. Aangifteverplichting in de inkomstenbelastingen
  • 89. • Aangifteplicht ongeacht moment waarop de levensverzekering werd afgesloten • Bestaan vanaf premiebetaling (artikel 103 en 104 wet van 25 juni 1992) • Onduidelijk op welk moment contract moet bestaan opdat bestaan vermeld moet worden. Op ogenblik van aangifte?
  • 90. • “individueel gesloten levensverzekerings - overeenkomst” : K.B. 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit en de richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002. vb. TAK 26 valt hier niet onder (Mondelinge parlementaire vraag nr. 16605 van mevrouw Veerle Wouters dd. 26.03.2013) • Tak 21, 22, 23 • Bruidschat- en geboorteverzekeringen • Schuldsaldoverzekeringen Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 2561/6, 34
  • 91. • Land? – Gelet op artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 is ook een levensverzekeringspremie een haalschuld geworden, gebeurt de betaling ter woonplaats van de schuldenaar die in dit geval ook de verzekeringnemer is. België? – Antwoord Minister: Bedoeling is om te vernemen of een levensverzekering werd afgesloten met een in het buitenland gevestigde verzekeraar
  • 92. • Vereist is dat het contract gesloten is door de belastingplichtige, zijn echtgenoot of zijn kinderen. • Dus niet als belastingplichtige enkel voordeel (zal) genieten als begunstigde, of contracten aangegaan door rechtspersonen. Wel bij burgerlijke maatschap. • Dus niet wanneer kosteloos of ten bezwarende titel rechten verkregen die verbonden zijn met de levensverzekering, gesloten door een derde persoon? (Contra: Kamercommissie Financiën, Integraal Verslag 26 maart 2013, nr. CRIV 53 COM 705, 9). • Wetgeving in overeenstemming met vrijheid van dienstverstrekking en vrijheid van vestiging binnen de E.U. ?
  • 93. • Gevolgen niet-aangifte? – Quid verlenging aanslagtermijn? – Quid belastingverhoging? – Quid strafsancties + schending artikel 6 EVRM? Conclusie: nuttig effect van de maatregel ?
  • 94. 2. Internationale gegevensuitwisseling en spaarrichtlijn • RICHTLIJN 2014/48/EU VAN DE RAAD van 24 maart 2014 tot wijziging van Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling • Luxemburg en Oostenrijk weigerden mee te stappen zolang geen level playing field met derde staten (Zwitserland, Andorra, Lichtenstein, San Marino en Monaco). Deze derde staten doen niet mee met de gewijzigde spaarrichtlijn en willen ten gepaste tijden het systeem van common reporting standard (automatische gegevensuitwisseling ontwikkeld door de OESEO/G20) toe te passen, “GATCA”
  • 95. • Lidstaten moeten uiterlijk tegen 1 januari 2016 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast stellen ter uitvoering van voormelde richtlijn. Deze moet effectief toepassing vinden vanaf 1 januari 2017 • Voor levensverzekeringen afgesloten na 1 juli 2014 • Onder opbrengst wordt verstaan: datgene dat men ontvangt bij volledige of gedeeltelijke afkoop of wanneer het product op eindvervaldag komt. Gegevens m.b.t. het surplus bovenop de premie zal dan worden uitgewisseld
  • 96. • Diverse uitbereidingen, o.m. op vlak van materieel toepassingsgebied – Opbrengsten van bepaalde levensverzekeringen vallen onder toepassingsgebied gegevensuitwisseling indien: • De overeenkomst een gegarandeerd rendement aan inkomen behelst (vb. tak 21) of • De feitelijke prestatie van de levensverzekeringsovereenkomst voor meer dan 40% gelinkt is aan intrestinkomsten (vb. Tak 23 die meer dan 40% in obligatiefondsen)
  • 97. 3. De (preventieve) witwaswetgeving inzake levensverzekeringen • De organisatie van de strijd tegen het witwassen van geld en terrorisme kent een tweesporenbeleid: – Repressief luik (artikel 505 Sw.): gericht op bestraffen – Preventief luik: witwassen voorkomen en opsporen • Toenemende graad van het risico om betrokken te worden als mededader of medeplichtige in repressief luik en effectieve controle op toepassing preventief luik met bijhorende sancties • Diligente toepassing “compliance” noodzakelijk instrument om (strafrechtelijke) aansprakelijkheid te vermijden
  • 98. • Ophef inzake buitenlandse “High Profile cases” (HSBC Bank, ING Bank, Lloyds, RBS, Coutts en JPMorgan Chase & Co) met hoge geldelijke sancties geven aanleiding tot verscherpte compliance • Gegevensuitwisseling tussen Lidstaten en bilaterale verdragen met derde landen (Spaarrichtlijn, FATCA, GATCA,…) en uitbreiding aangifteplicht • Nationale en internationale wetgevende initiatieven die gericht zijn op meer transparantie • 4e Europese Anti-Witwasrichtlijn (2015)
  • 99. Meldingsplichtigen 2012 2013 Levensverzekeringsondernemingen 84 196 Verzekeringsbemiddelaars 10 18 Notarissen 587 967 Kredietinstellingen 4.768 5.690 Accountants, belastingconsulenten en boekhouders(-fiscalisten) 99 139 Advocaten 10 9 FOD Financiën 13 34 FOD Economie 12 22 Curatoren 0 7
  • 100. • Globaal: toename aantal subjectieve meldingen van 5.896 naar 7.078 • Wat betreft onderliggende misdrijven zijn oplichting, misbruik van vennootschapsgoederen en misdrijven die verband houden met faillissement het belangrijkste in aantal • Ernstige fiscale fraude heeft het grootste geldelijke belang • Verwachting 2014?
  • 101. • Kwetsbaarheid van de verzekeringssector zelf voor het witwassen van geld heeft de laatste jaren stappen gemaakt. Voorheen gebrek aan: – Minder bewustzijn en opleiding in vergelijking met de financiële sector om witwastransacties te identificeren – Focus op fraude inzake claims – Toegankelijkheid rond storting van premies in contanten – “Beleggingsverzekeringen” als wondermiddel – Toepassing preventieve witwaswetgeving in het buitenland
  • 102. • Intrinsiek zijn er een aantal elementen die de verzekeringssector en/of verzekeringsproducten kwetsbaar maken voor witwassen van geld. Onder andere: – Verzekeringsproducten met een “spaarkarakter” met vervroegde (gedeeltelijke) afkoopmogelijkheid en mogelijkheid tot bijstorting(en) – “High net worth customers” die aanzienlijke premies onderschrijven – Internationaal karakter van de (non-life) levensverzekeringen – Gebruik van tussenpersonen die op commissie werken – mogelijkheid om fondsen te ontvangen van derde personen of betalingen uit te voeren ten gunste van derde personen – Gebruik levensverzekering als “collateral” – Gebruik van “free look” periode om af te kopen zonder kosten – Betalingen zonder face-to-face communicatie – [geen aangifteplicht inzake bestaan levensverzekering ]
  • 103. • Gebruikte methodes inzake witwasverrichtingen: – Premie niet in verhoud tot socio-economisch profiel van de ondertekenaar – Premie gestort door een vennootschap ten gunste van twee bestuurders – Premies gestort in contanten – Eenmalige premie en vroegtijdige afkoop van de polis – Gebruik van de levensverzekering als waarborg om lening terug te betalen – Levensverzekering als voortzetting van de buitenlandse rekening meer dan 7 jaar geleden waarvan de premie niet kan worden verantwoord
  • 104. • Aandacht besteden aan volgende elementen: – Interesse van cliënt gaat bijna uitsluitend uit naar het vroegtijdig opzeggen van de verzekering en het beschikbare bedrag hierbij. Meer algemeen: er lijkt een gebrek aan legitieme interesse in het verzekerde risico; – Zeer hoge premies i.f.v. het sociaal economisch profiel van de cliënt; – Afsluiten van meerdere levensverzekeringovereenkomsten in korte tijdspanne; – Betaling premies vanuit het buitenland; – Cliënt is vergezeld van een derde bij het afsluiten van de levensverzekering; – De verzekeringsnemer is niet de houder van de rekening waarlangs betaling van de premies verloopt; – De oorspronkelijke begunstigde van de polis wordt in de loop van de overeenkomst gewijzigd naar een persoon die geen duidelijke band heeft met de ondertekenaar ;
  • 105. • What’s in a name ? In het geval van witwassen van geld is de vorm van de levensverzekering om de illegale herkomst van tegoeden te verbergen van ondergeschikt belang • De essentie van de problematiek is vaak beperkt tot de vraag of de premie en eventuele bijstortingen hun normale fiscale behandeling hebben gekend • In veel gevallen werden tegoeden op een buitenlandse rekening die al dan niet hun normale fiscale behandeling hebben gekend op een bepaald moment ondergebracht in een levensverzekering • Dat “besmette tegoeden” gedurende x aantal jaar in de vorm van een beleggingsverzekering werden aangewend, verhindert de werking van het witwasmisdrijf niet
  • 106. • Ernstige fiscale fraude als oorsprongsmisdrijf van het illegaal vermogensvoordeel • Geen wettelijke definiëring in fiscale wetboeken of strafwetboek • Voorheen het begrip “ernstige en georganiseerde fiscale fraude”. Evenmin een wettelijke definitie – “het onwettig ontwijken of een onwettige terugbetaling van belastingen, door middel van valsheid in geschrifte, gepleegd ter uitvoering van een constructie die hiervoor in het leven werd geroepen, met een opeenvolging van verrichtingen en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, alsook het aanwenden, op nationaal of internationaal niveau, van simulatie- of verbergingsmechanismen zoals vennootschapstructuren of juridische constructies”. – Klassiek vb.: btw-carrousel
  • 107. 4. Begrip “ernstige fiscale fraude” • Wet (artikel 28): vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met witwassen van geld afkomstig uit ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, brengen zij onmiddellijk schriftelijk of elektronisch dit ter kennis van de Cel voor financiële informatieverwerking, inclusief van zodra zij minstens een van de indicatoren opsporen die de Koning vastlegt bij in Ministerraad overlegd besluit • Indicatoren (Koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme) als hulpmiddel – Bijvoeglijke interpretatie: feit dat één van deze indicatoren voorkomt volstaat niet om automatisch aanleiding te geven tot een melding aan de CFI. (Grondwettelijk Hof in haar Arrest nr. 102 van 10 juli 2008)
  • 108. • Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding: invoering ‘ernstige fiscale fraude’ in Sw., W.I.B., WBTW, W.Div. R&T en preventieve witwaswet • 'ernst' van het fiscale misdrijf wordt beoordeeld o.b.v. "aanmaak en/of het gebruik van valse stukken", "het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormale karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de betrokkene", alsook "het voorkomen van een van de indicatoren van het koninklijk besluit van 3 juni 2007". De mate van "organisatie" van de fraude is ook "één van de criteria van de beoordeling van de 'ernst' van het misdrijf", "zonder dat dit vereist is om als dusdanig te worden beschouwd"
  • 109. • Met andere woorden, van ernstige fiscale fraude (die aanleiding geeft tot de verhoogde strafmaat, de verzwaarde bestuurdersaansprakelijkheid, enz.) kan ook wanneer deze "helemaal niet georganiseerd is, maar [...] bijvoorbeeld door de grote bedragen van de fraude als ernstig kan worden beschouwd" • FSMA en Orde van Vlaamse Balies: vernietiging gevraagd bij GwH van begrip in preventieve witwaswet en strafwetboek omwille van onvoorzienbaarheid van de in een strafwet gehanteerde begrippen • Praktijk in afwachting van arrest Grondwettelijk Hof?
  • 110. 5. De repressieve witwaswetgeving • 3 varianten van het repressieve witwasmisdrijf (artikel 505 Sw.) 2° het kopen, ruilen, om niet ontvangen, bezitten, bewaren of beheren van illegale vermogensvoordelen indien men op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen de illegale oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen 3° het omzetten of weer overdragen van illegale vermogensvoordelen met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit deze zaken voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden 4° het verhullen van de aard, de oorsprong, de vindplaats, de vervreemding, verplaatsing of de eigendom van illegale vermogensvoordelen indien men op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen de illegale oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen
  • 111. • Behalve ten aanzien van de dader, de mededader en de medeplichtige van het misdrijf dat de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, heeft opgeleverd, hebben op fiscaal vlak de misdrijven bedoeld in het eerste lid, 2° en 4°, uitsluitend betrekking op feiten gepleegd in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd • De in de artikelen 2, 2bis en 2ter (oud) van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme beoogde instellingen en personen kunnen zich op het vorige lid beroepen voor zover zij zich, ten aanzien van de beoogde feiten, hebben geconformeerd aan de voorziene verplichting van artikel 28 van de wet van 11 januari 1993 die de wijze van informatieverstrekking aan de Cel voor financiële informatieverwerking regelt
  • 112. • Artikel 505 Sw. (repressief): – In praktijk is witwassen een autonoom misdrijf. – Aan de bewijslast betreffende de illegale of misdadige herkomst is voldaan wanneer op grond van feitelijke gegevens met zekerheid elke legale herkomst van de vermogensvoordelen kan worden uitgesloten (o.a. Cass. 28 november 2006) – Rechter dient feiten van ernstige en georganiseerde fiscale fraude niet te preciseren op voorwaard edat hij kan uitsluiten dat de gelden van een eenvoudige belastingfraude afkomstig zijn (Cass. 29 september 2010) • Illegaal vermogensvoordeel kan ook een besparing zijn (fiscale misdrijven) • Quasi onverjaarbaar misdrijf (voortdurende karakter) • Sancties: – gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met een van die straffen alleen worden gestraft – verbeurdverklaring illegaal vermogensvoordeel
  • 113. 6. Fiscale regularisatie • Fiscale regularisatie bij Contactpunt Regularisaties afgeschaft sinds 31/12/2013 • Hier en daar vage geruchten over een nieuwe regeling • Zgn. spontane aangiftes bij de fiscale administratie (lokale administratie of BBI) blijven mogelijk zoals reeds het geval was voor de EBA • Nadeel: weinig uniformiteit en rechtszekerheid. Interne instructie als oplossing?
  • 114. • Verdienste van fiscale regularisatiewetgeving was een “witwasheffing” van 35% voor zgn. “verjaarde fiscale kapitalen” = rechtszekerheid inzake witwasmisdrijf • Geen tarief in WIB, WBTW en W.Succ. voor deze verjaarde fiscale fraude
  • 115. • Onder voorbehoud: principes inzake fiscale regularisatie anno 2014 – Beroepsinkomsten, roerende inkomsten en BTW: in principe 7 jaar à rato van de normale tarieven die van toepassing zijn op betrokken inkomstenjaar – Zgn. “fiscaal verjaarde kapitalen”: voorwerp van onderhandeling met fiscale administratie en in voorkomend geval Parket (minnelijke schikking). In de praktijk blijken de volgende tarieven te worden gehanteerd: • 33% (diverse inkomsten) + gemeentelijke opcentiemen • Tarief tussen de 25% en de 85% als zgn. “restitutieheffing” (visie K. Anthonissen) – Belastingverhoging inzake roerende inkomsten, beroepsinkomsten in principe 50%. – Belastingverhoging inzake beroepsinkomsten en BTW in praktijk frequent 20 à 30% – Fiscaal administratieve afhandeling met administratieve boete die strafrechtelijk karakter heeft: toepassing non bis in idem.
  • 116. • Op vlak van successierechten: indien niet-verjaard via een bijvoeglijke aangifte met eenmaal of tweemaal de ontdoken rechten als boete. Vermindering mogelijk naar gelang het geval cfr. barema • Quid onderzoek/analyse herkomst in licht van witwasmisdrijf ? • Overleg in kader van artikel 29 § 3 Sv. met Parket met oog op rechtszekerheid witwasmisdrijf. Schriftelijke intentie Parket. Minnelijke schikking of louter fiscale behandeling. In dit laatste geval kunnen kapitalen behandeld worden als “indiciair tekort” • Minnelijke schikking in principe 10 (natuurlijke personen) à 15 % (rechtspersonen) van de ontdoken belasting op basis van Omzendbrief College Procureurs Generaal.
  • 117. 7. MiFID en levensverzekeringen • Markets in Financial Instruments Directive II • Wet van 30juli 2013 tot versterking van de bescherming van de afnemers van financiële producten en diensten alsook van de bevoegdheden van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en houdende diverse bepalingen • 3 KB’s van 21 februari 2014 : MiFID-gedragsregels (informatieplicht, zorgplicht en regeling van belangenconflicten) van banken ten aanzien van de consument wordt uitgebreid naar de verzekeringssector • Consumentbeschermende wetgeving geldt zowel voor verzekeringsondernemingen als voor verzekeringstussenpersonen, dus ongeacht het distributiekanaal; • In werking sinds 30.04.2014
  • 118. • Geen verplichtingen vroeger? – Wet Cauwenberghs sedert 2006: analyse van verlangens en behoeften – Voor levensverzekeringen bestond reeds de verplichting om een infofiche op te maken alvorens het contract werd afgesloten (gedragscode) – Nu strenger dan banksector ?
  • 119. • Verplichtingen? – Loyauteitsplicht – Belangenconflicten – Correcte, duidelijke en niet misleidende informatie verstrekken – Passende informatie verstrekken – Beoordeling geschiktheid (suitability) – Beoordeling passendheid (appropriateness) – Productexpertise – Dossieraanleg – Rapportering
  • 120. • Informatieverplichting voor alle soorten verzekeringen (leven en niet-leven): – Opmaak klantendossier met oog op controle FSMA – Soort verzekeringsovereenkomst en algemene voorwaarden – Vergoedingen en commissies, niet geldelijke voordelen en belangenconflictenbeleid – Jaarlijkse informatie inzake kosten en lasten – Registratie elke bemiddelingsverrichting – Analyse verlangens en behoeftes (Wet Cauwenberghs, 2006)
  • 121. • Informatieverplichting voor spaar-en beleggingsverzekeringen • Suitability & appropriateness check (Zorgplicht) – Indien er geen advies wordt verstrekt: enkel appropriateness check, d.w.z. informatie inwinnen omtrent kennis en ervaring m.b.t. een specifiek soort verzekering – Indien er advies wordt verstrekt: informatie inwinnen omtrent de kennis en ervaring m.b.t. een specifiek soort verzekering + financiële situatie + beleggingsdoelstelling + risicoprofiel (suitability) ! Geen execution only (cfr. banken) mogelijk voor verzekeringen omwille van de verplichte verlangens en behoeften analyse
  • 122. • In geval van een inbreuk op de gedragsregels door een verzekeraar of tussenpersoon (fout), wordt de totstandkoming van de verrichting met de consument geacht het gevolg te zijn van de inbreuk • Het nieuw art. 30ter, §1, van de wet van 2 augustus 2002 – dat op 9 september 2013 is in werking getreden – luidt als volgt: – “Onverminderd het gemeen recht en niettegenstaande elk andersluidend beding in het nadeel van de afnemer van financiële producten of diensten, wordt, indien een persoon bedoeld in het tweede lid naar aanleiding van een financiële verrichting gedefinieerd in paragraaf 2 een inbreuk pleegt op één of meer bepalingen opgenomen in paragraaf 3 en de betrokken afnemer van financiële producten of diensten ingevolge deze verrichting schade lijdt, de betrokken verrichting, behoudens tegenbewijs, geacht het gevolg te zijn van de inbreuk.
  • 123. • Voorwaarden voor benadeelde : – Bewijs afnemer van financiële producten of diensten – Bewijs bestaan van een verrichting – Bewijs inbreuk gedragsregels – Bewijs inbreuk gepleegd door geviseerde persoon – Bewijs schade ingevolge de inbreuk Weerlegbaar vermoeden dat financiële verrichting heeft plaatsgevonden als gevolg van de inbreuk
  • 124. • Eventueel tegenbewijs? – Aantonen dat de inbreuk van die aard is dat een professionele cliënt niet zou kunnen zijn beïnvloed om de verrichting te doen – Aantonen dat de verrichting tot stand is gekomen op grond van een oorzaak die vreemd is aan de inbreuk. Vb. Hoewel er een inbreuk was op de “suitability”, heeft de cliënt niet heeft gehandeld op basis van het advies. Aantonen dat de inbreuk geen betekenisvolle impact op de verrichting kan hebben gehad. Vb. een minieme inbreuk op de gedragsregels die redelijkerwijze kan worden losgekoppeld van de verrichting – de inbreuk heeft opgehouden te bestaan of er werden remediërende maatregelen getroffen waardoor er geen impact (meer) is op de verrichting. Vb. een onmiddellijke rectificatie na eerder foutief meegedeelde informatie
  • 125. • Tips – Documentatie aan cliënt volledig en in duidelijke bewoordingen – Eenvoudige en duidelijke procedures hanteren – Getekende documenten – Suitability check diligent toepassen – Training van werknemers met oog op productexpertise
  • 126. DE LEVENSVERZEKERING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT EN ERFRECHT Mr. Veerle Allaerts Advocaat-vennoot Roodhooft & Allaerts Advocaten
  • 128. Levensverzekering in het huwelijksvermogensrecht a. Huwelijksvermogensrechte situering: stelsel van gemeenschap van goederen vs. stelsel van scheiding van goederen b. Huidig recht vs. hervorming van het huwelijksvermogensrecht
  • 129. a. Huwelijksvermogensrechtelijke situering: wettelijk stelsel Eigen vermogen Eigen vermogenGemeenschap
  • 130. b. Huwelijksvermogensrechtelijke situering: scheiding van goederen Eigen vermogen Eigen vermogen onverdeeldheid
  • 131. Hervorming van het huwelijksvermogensrecht * Wetsontwerp 20/08/2013 tot wijziging van art.301 B.W. en diverse bepalingen inzake huwelijksvermogensrecht, ihb mbt levensverzekering, de vergoedingsregelingen en de gevolgen van de echtscheiding, Parl.St. Kamer, nr. 53-2998/001 * Voorontwerp van wet tot wijziging van diverse bepalingen van het B.W. inzake het huwelijksvermogensrecht, ihb mbt de gevolgen van het overlijden van één van de echtgenoten, Adv. RvS 9 oktober 2013, nr. 53.916/2  Gebundeld: GEINTEGREERDE TEKST VOORONTWERP VAN WET TOT HERVORMING VAN DIVERSE BEPALINGEN INZAKE HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT (voorontwerp)  Doel: huwelijksvermogensrechtelijke statuut van de levensverzekering en groepsverzekering verduidelijken.
  • 132. INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING - HUIDIG RECHT Huwelijksvermogensrechtelijk statuut van de individuele levensverzekering vandaag geregeld in het verzekeringsrecht, nl. artikelen 127-128 WLVO  De verzekeringsprestatie is eigen  Zonder vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen, tenzij de prestaties kennelijk de draagkracht van het gemeenschappelijk vermogen overstijgen GwH 26 mei 1999, 54/99 en GwH 27 juli 2011, 136/2011  Ongrondwettig verklaring van de artikelen 127-128 WLVO Wetgever nam verantwoordelijkheid nog niet op (>< W 4 april 2014 betreffende verzekeringen)… tot: VOORONTWERP
  • 133. INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING – NIEUW RECHT  Weg uit verzekeringswet (Artt. 127 – 128 WLVO opgeheven) – overheveling naar B.W. (nieuwe artt. 1400,7e B.W.; 1401, 6e B.W. en 1405/1 B.W.)  Materieel toepassingsgebied  Echtgenoten gehuwd onder wettelijk stelsel / afwijken kan in het huwelijkscontract  MvT: via art. 1390 B.W. ook voor stelsels scheiding van goederen (kritiek)  Voorwerp  Uitkeringen (= het verzekerde kapitaal)  Niet: rechten van de verzekeringnemer: Bv rechten van afkoop / reductie / aanwijzing begunstigde/ … zijn niet geregeld => eigen uit de aard want persoonlijke rechten van de verzekeringsnemer
  • 134. NIEUW VERZEKERINGSRECHT: 3 types van verzekeringen • Egoïstische levensverzekering • Levensverzekering-voorzorgsmaatregel • Levensverzekering-spaarverrichting
  • 135. A. Egoïstische levensverzekering: nieuw artikel 1400,7e B.W. A B • Verzekeringsnemer • Begunstigde • Verzekerd hoofd
  • 136. • Nieuw artikel 1400, 7e B.W. : “Eigen is de uitkering die verschuldigd is in uitvoering van een individueel levensverzekeringscontract, wanneer het contract door één van de echtgenoten is afgesloten, en de uitkering aan de verzekeringsnemer bij overlijden van zijn echtgenoot verschuldigd is. Deze bepaling is toepasselijk op iedere uitkering, ongeacht of ze in de vorm van een kapitaal of een rente betaald wordt.”
  • 137. • De verzekeringsprestatie is een eigen goed conform nieuw art. 1400,7e B.W. • Evt vergoeding aan GV als GV heeft bijgedragen in de betaling van de premies (! het vermoeden van gemeenschappelijkheid) • Wat vergoeden? betaalde premies door het GV ? (ROOVERS) of vergoeding ten belope van de verzekeringsprestatie? (BARBAIX) • Temporeel toepassingsgebied: Individuele levensverzekering afgesloten tijdens huwelijk Levensverzekeringen afgesloten voor huwelijk = eigen (1399 B.W.), met evt vergoeding als tijdens het huwelijk premies met gemeenschapsgelden zijn betaald (hier: vergoeding zeker beperkt tot premies)
  • 138. B. Levensverzekering-voorzorgsmaatregel: nieuw artikel 1401, 6e B.W. A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Begunstigde
  • 139. • Nieuw artikel 1401, 6e B.W.: “Eigen is de uitkering die verschuldigd is in uitvoering van een individueel levensverzekeringscontract, wanneer het contract door één van de echtgenoten is afgesloten en de uitkering bij overlijden van de verzekeringsnemer aan zijn echtgenoot verschuldigd is. Deze bepaling is toepasselijk op iedere uitkering, ongeacht of ze in de vorm van een kapitaal of van een rente wordt betaald”.
  • 140. • De verzekeringsprestatie is een eigen goed • Geen vergoedingsverplichting aan GV (ook niet indien de premies geheel / gedeeltelijk met gemeenschapsgelden zijn betaald – noch wanneer met eigen gelden van de verzekeringsnemer werd betaald, tenzij: schenking en alsdan wel erfrechtelijke verrekening… )  Dwz: bewijs animus donandi te leveren  Geen vermoeden dat de begunstiging een daad van voorzorg is  Praktisch: bewijs leveren van vrijgevigheidsgedachte vs. voorzienigheidsgedachte • Let op: verzekeringsprestatie = steeds eigen aan begunstigde echtgenoot: mgl onterving kinderen? Neen: tav gemeenschappelijke kinderen is de begunstiging een volkomen huwelijksvoordeel
  • 141. C. Levensverzekering-spaarverrichting • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • begunstigde • Begunstigde Uitkering van de verzekeringsprestatie bij het bereiken van een bepaalde leeftijd van de verzekeringsnemer of zijn overlijden A B
  • 142. • Nieuw artikel 1405/1 B.W.: “Zijn eveneens gemeenschappelijk, behoudens vergoeding indien en voor zover premies eigen gelden werden betaald, de volgende goederen die betrekking hebben op een individueel levensverzekeringscontract dat door één van de echtgenoten tijdens het huwelijksvermogensstelsel is gesloten, op zijn hoofd of op het hoofd van zijn echtgenoot: 1. De uitkering die tijdens het huwelijksvermogensstelsel verschuldigd is, ongeacht of ze in de vorm van een kapitaal of een rente wordt betaald 2. Het bedrag dat ingevolge afkoop tijdens het huwelijksvermogensstelsel wordt ontvangen 3. Voor zover het contract afkoopbaar is, de afkoopwaarde ervan indien de prestatie waarop één van de echtgenoten gerechtigd is nog niet verschuldigd is op het ogenblik van de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel.
  • 143. • Art. 1405/1 B.W. = restcategorie • OF: ontbinding stelsel: reeds uitkering / afkoop – Uitkering of afkoopwaarde is gemeenschappelijk • OF: ontbinding stelsel: nog geen uitkering / geen afkoop – ALS contract afkoopbaar is = afkoopwaarde gemeenschappelijk • Onmiddellijke verrekening / ogenblik effectieve uitkering? • Juridisch consequent = OOK indien contract niet afkoopbaar is
  • 144. De groepsverzekering HUIDIG RECHT: discussie kwalificatie: aanvullend pensioen (ԑ 1401, 5e B.W.) of spaarmaatregel (ԑ127 – 128 WLVO?  Als pensioen: art. 1401, 4e B.W.: ‘Eigen is het recht op pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering, dat één der echtgenoten alleen bezit’.  Als spaarmaatregel: GWH 27.07.2011: gemeenschappelijk NIEUW RECHT: groepsverzekering is aanvullend pensioen: nieuw art. 1405/2 B.W. Uitkering aan de langstlevende echtgenoot • Aanvullend pensioen bij overlijden van de echtgenoot-titularis aan LLE = kapitaal eigen aan LLE Periodieke uitkeringen • tijdens huwelijk: gemeenschappelijk • na de ontbinding van het huwelijk: eigen zonder vergoeding Uitkering in de vorm van kapitaal • tijdens het huwelijk: gemeenschappelijk – indien nadien het huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden, is een vergoeding verschuldigd ten laste van het gemeenschappelijk vermogen • na het huwelijk: eigen zonder vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen • bij ontbinding van het huwelijk door overlijden: gemeenschappelijk
  • 145. PRAKTIJKVOORBEELD • FEITEN: – Man (50j) en vrouw (48j), gehuwd onder wettelijk stelsel – ECHTSCHEIDING – Vrouw is bediende, maar vele jaren parttime gewerkt in functie van opvoeding 4 kinderen – Man geniet groepsverzekering – theoretische afkoopwaarde ogenblik ontbinding stelsel: 150.000 EUR
  • 146. HUIDIG RECHT • Groepsverzekering = gemeenschappelijk want spaarverrichting GWH 27.07.2011: onmiddellijke afrekening vs. vorderingsrecht … NIEUW RECHT • Groepsverzekering = eigen zonder vergoeding want uitkering zal maar na ontbinding stelsel gebeuren…
  • 147. De groepsverzekering – compensatie via nieuw art. 301bis B.W. Wijziging Art 301bis BW. • Solidariteit tussen echtgenoten: Pensioencompensatie als correctiemechanisme • Recht op compensatie voor: – De echtgenoot die tijdens het huwelijk – En ten behoeve van het huwelijk – Een verlies heeft geleden bij de opbouw van pensioenrechten = forfaitaire compensatie: helft van het berekende verlies (good lu familierechter…) • Procedure: – Te vorderen tijdens vereffening verdeling (notaris / ultiem: familierechtbank) – Te vorderen bij alimentatierechter (familierechtbank)
  • 148. Beoordeling PRO • Duidelijke regeling – wie anders wil: huwelijkscontract • Conformiteit wettelijk pensioen en aanvullend pensioen CONTRA • Vermogensrechtelijke aanspraken aanvullend pensioen zijn eigen tenzij effectieve uitkering tijdens het stelsel, maar opgebouwd via arbeid of gelijkgestelde prestaties = inconsequent • Ipv aanvullende pensioen te laten sporen met wettelijk pensioen  wettelijk pensioen laten sporen met aanvullend pensioen • Daarom: expliciet: transitieregeling: “wordt vervolgd” …
  • 150. Begunstiging bij levensverzekering over de dood heen a. Algemeen kader: de wettelijke reserve / het beschikbaar deel / inbreng en inkorting a. Erfrechtelijke gevolgen van onrechtstreekse schenking via begunstiging bij levensverzekering: gewijzigd Artikel 124 WLVO
  • 151. a. De wettelijke reserve 1 kind 2 kinderen 3 of meer kinderen Vruchtgebruik LLE Vruchtgebruik LLE Vruchtgebruik LLE Beschikbaar deel Beschikbaar deel Beschikbaar deel
  • 152. Overlijden = samenstellen fictieve massa en gebeurlijke inbreng/inkorting 2 kinderen Vruchtgebruik LLE Vermogen van de erflater op tijdstip van overlijden Schenkingen/legaten Beschikbaar deel
  • 153. b. Erfrechtelijke gevolgen van onrechtstreekse schenking via begunstiging bij levensverzekering Oud artikel 124 WLVO (WLVO 1992) ‘In geval van overlijden van de verzekeringsnemers, zijn de premies die hij heeft betaald niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand, in welk geval de inbreng of de inkorting het bedrag van de opeisbare prestaties niet mag overschrijden’  uitgangspunt: begunstigde niet gehouden tot inbreng of inkorting tenzij kennelijke wanverhouding tussen betaalde premies en de vermogenstoestand van de verzekeringsnemer  Inkorting / inbreng beperkt tot de mate waarin de premies kennelijk buiten verhouding stonden tot de vermogenstoestand van de verzekeringnemer  Inkorting / inbreng mocht kapitaal niet overschrijden  Verzekeringnemer kon afwijken van de vrijstelling van inbreng en kon de inbreng opleggen in welk geval betwist was of enkel de premies dan wel het kapitaal moesten worden ingelegd !! GWH 26.06.2008: ongrondwettig  wetgevend ingrijpen nodig
  • 154. Nieuw artikel 124 WLVO ‘In geval van overlijden van de verzekeringsnemers, is de verzekeringsprestatie overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek onderworpen aan de inkorting en, voor zover de verzekeringsnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen, aan de inbreng’  Uitgangspunt: begunstigde is niet langer vrijgesteld van inkorting, ongeacht eventuele wanverhouding. Begunstiging nog steeds vrij van inbreng, behoudens anders bedongen, ongeacht eventuele wanverhouding.  Eventuele inkorting of inbreng heeft steeds betrekking op het kapitaal.
  • 155. Samenvattende tabel Oud artikel 124 WLVO Gewijzigd artikel 124 WLVO (Wet van 10 december 2012, BS 11 januari 2013) Uitgangspunt Geen inbreng Geen inkorting Geen inbreng, tenzij bedongen Wel inkorting Uitzondering - Kennelijke wanverhouding tussen de premies en de vermogenstoestand van de verzekeringsnemer - Wanverhouding tussen premies en kapitaal is irrelevant Kapitaal? Eventuele inbreng of inkorting mag kapitaal niet overschrijden Eventuele inbreng of inkorting steeds mbt kapitaal Toepassing Nalatenschappen die open gevallen zijn vóór 21 januari 2013 Nalatenschappen die openvallen na 21 januari 2013
  • 156. Toepassingsgebied ratione materiae • Artikel 124 WLVO 2012 geldt als: – WLVO zelf van toepassing is (geen spaar of beleggingsproducten) – Levensverzekering verleent aanspraken iure proprio en niet iure hereditario (cfr. infra) – Enkel giften zijn aan inbreng / inkorting onderworpen: begunstiging moet gebeuren ten titel van schenking (geen vermoeden van animo donandi, kan ook animo credendi of animo solvendi zijn) • Materieel element • Moreel element
  • 157. • Krijgen de begunstigden de verzekeringsprestatie op basis van een eigen recht (niet: de nalatenschap)? • Vormt de verzekeringsprestatie een schenking of is ze ingegeven door een ‘zorggedachte’? • Zijn er reservataire erfgenamen? • Is het beschikbaar deel overschreden? • Is de begunstigde van de verzekeringsprestatie een wettelijke erfgenaam? • Heeft de verzekeringsnemer uitdrukkelijk inbreng bedongen?
  • 158. Geen vrijstelling van inkorting meer • Als de aanwijzing van een begunstigde van de levensverzekering een schenking vormt, dan is deze schenking aan erfrechtelijke verrekening onderworpen bij de vereffening verdeling van de nalatenschap van de verzekeringsnemer (ongeacht of de premies excessief zijn) – Vwe: er moeten reservataire erfgenamen zijn – Aanrekening van de giften op beschikbaar deel (eerst de schenkingen te beginnen met de oudste, daarna de legaten) – Datum schenking via levensverzekering?
  • 159. Wel nog steeds weerlegbaar vermoeden van vrijstelling van inbreng • Gemeen erfrecht: Schenking aan erfgenaam wordt vermoed binnen erfdeel te zijn gedaan – begiftigde moet het verkregen voordeel inbrengen, tenzij vrijstelling van inbreng • Afwijkend artikel 124 WLVO 2012: slechts inbreng als uitdrukkelijk is bedongen
  • 160. De verzekeringsprestatie is voorwerp van de schenking • Inbreng of aanrekening heeft betrekking op de verzekeringsprestatie = kapitaal
  • 161. Samenvattend stappenplan 1. Moet de begunstiging erfrechtelijk worden verrekend?  Als iure proprio en niet iure hereditario  Als ten titel van schenking: animus donandi 2. Hoe en wat moet erfrechtelijk worden verrekend?  Als aan erfgenaam: vermoeden schenking buiten deel tenzij bewijs tegendeel  niet aan inbreng onderworpen  maar aanrekening op beschikbaar deel – evt inkorting  Als aan erfgenaam en inbrengverplichting is bedongen  wel aan inbreng onderworpen  Geen sprake van inkorting  Als aan derde = buiten deel, dwz aanrekening op beschibaar deel als er reservataire erfgenamen zijn
  • 162. Beoordeling PRO • In ruime mate afstemming op gemeen erfrecht • Omzeilen erfrechtelijke reserve uitgesloten • Eenvoud: geen toets van disproportionaliteit en geldend voor alle levensverzekeringen CONTRA • Geen afstemming op gemeen erfrecht want vermoeden schenking buiten deel • Datum van de onrechtstreekse schenking blijft betwist
  • 163. SUCCESSIERECHTEN EN VERMOGENSPLANNING Mr. Stephanie Gabriël Advocaat Tuerlinckx Fiscale Advocaten
  • 164. A. Het bos en de bomen inzake de begunstigingsclausule – nieuwe wetgeving van 5 maart 2014 B. Successierechtelijke gevolgen van de uitkering door overlijden C. Do or don’t? Schenking van de tak 21/23- de verzekeringsgift
  • 165. A. Het bos en de bomen inzake de begunstigingsclausule – nieuwe wetgeving van 5 maart 2014 a. Wie zijn de begunstigden? b. Wijze van aanduiding – nominatief of generiek
  • 166. a. Wie zijn de begunstigden? Aanduiding van de begunstigde: • Strikt persoonlijk recht van de verzekeringsnemer dat hij op elk moment, ook na de contractafsluiting kan uitoefenen • Indien geen begunstigde aangeduid: de verzekeringsnemer of de nalatenschap Beperkingen: • Huwelijksvermogensrecht – art 1419 B.W. • Erfrecht – reserve • Specifieke wettelijke beperkingen voor artsen, verplegend personeel, etc… Herroeping van de begunstigde: • Indien nog geen aanvaarding • Bij geschrift (polisbijvoegsel of ander geschrift) • Moet tegenstelbaar worden gemaakt aan de verzekeraar
  • 167. Cascade van begunstigden: 1. De echtgenoot 2. De kinderen 3. De zussen en broers 4. ….. • Identificeerbaar op moment dat de verzekeringsprestatie opeisbaar wordt • In beginsel niet de erfgenamen van de vóóroverleden begunstigde
  • 168. b. Wijze van aanduiding – nominatief of generiek De wijze van aanduiding heeft invloed op het erfrecht en huwelijksvermogensrecht ‘De echtgenoot’ vs. ‘Ann’ Wat bij echtscheiding?
  • 169. ‘De echtgenoot’ • Bij echtscheiding verliest de ex-echtgenoot haar rechten als begunstigde • De nieuwe echtgenoot wordt begunstigde ‘Ann’ • In principe behoud van de hoedanigheid van begunstigde bij echtscheiding • Tenzij verzekeringsovereenkomst werd afgesloten tijdens het huwelijk – art 299 B.W. voor huwelijk na 1 september 2007 • Tenzij anders bedongen • Samenwonenden behoudens steeds hoedanigheid van begunstigde
  • 170. ‘De kinderen’ vs. ‘Piet en Elke’ Wat bij vooroverlijden? Wat indien er nieuwe kinderen zijn?
  • 171. ‘De kinderen’ • De kinderen die op tijdstip van uitkering bestaan • Plaatsvervulling -beperkter dan de civielrechtelijke plaatsvervulling- ‘Piet en Elke’ • Niet voor later geboren kinderen • In principe geen plaatsvervulling
  • 172. ‘Piet en Elke’ en bij gebreke ‘de echtgenoot van de begunstigde’ Ann Piet Elke ° Jan X X Dirk Bart Tom Door overlijden van Elke is er geen plaatsvervulling Gaat het deel van Elke naar de subsidiare begunstigde Dirk?
  • 173. ‘Begunstiging van de echtgenoot en de kinderen gezamenlijk ‘ (art. 110 WLVO) • Echtgenoot krijgt de helft • De kinderen krijgen samen de helft <-> Verkrijging uit de nalatenschap waarbij opsplitsing tussen vruchtgebruik en naakte eigendom <-> Afwijkende verdeling <-> Samenwonenden en de kinderen: ieder 1/3e
  • 174. Erfgenamen, erfopvolgers en rechtsverkrijgenden • Erfopvolger: is geroepen tot de nalatenschap maar komt er niet noodzakelijk in op (bv verwerping) • Erfgenaam: aanvaardt de nalatenschap
  • 175. ‘Erfgenamen, erfopvolgers en rechtsverkrijgenden ‘ • Wet van 13 januari 2012:nieuw artikel 110/1 WLBO • In werking vanaf 5 maart 2012 • Erfgenamen=de nalatenschap (ook testamentaire beschikkingen, etc… zijn erop van toepassing) • Voor alle contracten, ook de hangende tenzij - de polis voor 5 maart 2012 werd afgesloten én - afzonderlijk bijvoegsel voor 5 maart 2014 werd gemaakt
  • 176. Verdeling van de verzekeringsprestatie Principe: Ieder een gelijk deel in dezelfde rang tenzij: • Vooroverlijden (plaatsvervulling per staak) • Afwijkende clausule • Aanduiding echtgenoten én kinderen gezamenlijk • ‘De nalatenschap’ of ‘de erfgenamen’
  • 177. B. Successierechtelijke gevolgen van de uitkering door overlijden a. Fictiebepaling van artikel 8 W. Succ.: principe b. Beding ten behoeve van zichzelf: ABA-configuratie c. Beding ten behoeve van een derde: AAB-configuratie d. Beding ten behoeve van een derde: ABC-configuratie e. Echtgenoten met gemeenschap van goederen: overlijden van de verzekerde f. Echtgenoten met gemeenschap van goederen: vóóroverlijden van de begunstigde g. Echtgenoten met scheiding van goederen
  • 178. a. Fictiebepaling van artikel 8 W. Succ. Principe: Art 1 en 2 W. Succ Er wordt een recht van successie gevestigd op de netto- waarde van de nalatenschap van een rijksinwoner De successierechten zijn verschuldigd op de erfgoederen ongeacht of zij ingevolgde wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden overgemaakt  Niet de verzekeringsprestatie  Niet de rechten van de verzekeringsnemer (persoonlijk) Uitzondering: beding ten behoeve van een derde: art. 8 W. Succ. ‘Worden geacht als legaat te zijn verkregen, de sommen, renten of waarden die een persoon geroepen is kosteloos te ontvangen, bij het overlijden van de overledene, ingevolge een contract bevattende een door de overledenen of door een derde ten behoeve van de verkrijger gemaakt beding’
  • 179. Contract: • Enkel indien een eigen recht van de verzekeringsnemer (niet ‘de nalatenschap’) • Verzekeringen van het type tak-21 en tak-23 zijn contracten Kosteloos beding: • Bewijslast bij de begunstigde • Schuldsaldoverzekering? (Adm. Besl. 22 maart 2001, E.E./98.205) • Kanscontract?  Scheiding van goederen >< gemeenschap van goederen Ten behoeve van een derde • <-> Verzekering ten gunste van de verzekeringsnemer zelf Tijdstip • Uitkering van de verzekeringsprestatie in de periode van drie jaar vóór het overlijden tot drie jaar na het overlijden van de verzekeringsnemer
  • 180. b. Ten gunste van zichzelf: ABA-configuratie A B • Verzekeringsnemer • Begunstigde • Verzekerd hoofd  Geen toepassing van artikel 8 W. Succ.
  • 181. c. Ten gunste van een derde: AAB-configuratie A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • begunstigde  Toepassing van artikel 8 W. Succ.
  • 182. d. Ten gunste van een derde: ABC-configuratie A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd  Toepassing van artikel 8 W. Succ. c • Begunstigde
  • 183. Uitkering van de verzekeringsprestatie binnen de drie jaar vóór het overlijden, bij het overlijden of na het overlijden van de verzekeringsnemer • A overlijdt vóór B  art. 8 W. Succ. • A overlijdt in gelijktijdig met B  art. 8 W. Succ. • A overlijdt binnen de drie jaar na B  art. 8 W. Succ. • A overlijdt na drie jaar na B  geen art. 8 W. Succ. want de uitkering vindt plaats in een periode van meer dan drie jaar vóór het overlijden van de verzekeringsnemer
  • 184. e. Echtgenoten met gemeenschap van goederen Art 8, 4e lid W. Succ.: De sommen, renten of waarden die een echtgenoot onder gemeenschap van goederen gehuwd ingevolge een contractueel beding ten behoeve van een derde geroepen is te ontvangen, worden geacht als legaat te zijn verkregen - Voor het gehele bedrag voor zover ze werden gekregen als tegenwaarde voor eigen goederen van de overledene (premies komen uit eigen vermogen van de overleden echtgenoot) - Voor de helft in andere gevallen (premies werden betaald met de gemeenschap) - Niet indien kan worden aangetoond dat ze werden verkregen als tegenwaarde voor de eigen goederen (premies komen uit eigen vermogen van de langstlevende echtgenoot)
  • 185. Vergoeding Man: verzekeringsnemer en verzekerde Vrouw: begunstigde Gemeenschap Premies  Over de verzekeringsprestatie zijn geen successierechten verschuldigd
  • 186. Vergoeding Man: verzekeringsnemer en verzekerde Vrouw: begunstigde Gemeenschap Premies  Over de helft van de verzekeringsprestatie zijn successierechten verschuldigd
  • 187. f. Echtgenoten met gemeenschap van goederen: vóóroverlijden van de begunstigde Aanschrijving nr. 3 van 29 april 1997 inzake AAAB- configuratie: • Uitkering bij einddatum van de verzekering (na 10 jaar, bereiken van 65 jarige leeftijd,…), of; • Bij overlijden van de man A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Begunstigde • Begunstigde  Bij vóóroverlijden van B zijn successierechten over de helft van de afkoopwaarde verschuldigd
  • 188. Circ. 31 juli 2006, 16/2006: Onderscheid: • Zuivere levensverzekering: geen belastbaarheid bij overlijden van B • Gemengde levensverzekering: successierechten over de helft van de afkoopwaarde bij overlijden van B op grond van art.1 W. Succ. (niet langer art. 8, 4° W. Succ.) • Tak 21/tak23 zijn gemengde levensverzekeringen Interne instructie 14 februari 2011: bevestiging circulaire 2006 <-> Besliss. 25 februari 2003, E.E./96.993 • De WLVO kent exclusieve rechten toe, waaronder het afkooprecht aan de verzekeringsnemer die niet in de gemeenschap vallen <-> Beslis. 26 mei 2009, E.E./800.279, Beslis. 14 januari 2014 E.E./2013.405 Beslis. 15 april 2014 E.E. 2014.085 • De afkoopwaarde is een eigen goed van de verzekeringsnemer, maar met vergoedingsplicht aan de gemeenschap
  • 189. • Besliss. 15 april 2014 E.E. 2014.085 Vergoeding Man: verzekeringsnemer en verzekerde Vrouw: begunstigdeGemeenschap De premies werden betaald met gemeenschapsgeld Vóóroverlijden van de begunstigde  De verzekeringsovereenkomst is eigen aan de verzekeringsnemer  De verzekeringsnemer is een vergoeding aan de gemeenschap verschuldigd gelijk de helft van de premies  Art. 16 W. Succ.: voor de inning van de successierechten worden de vergoedingen aan de gemeenschap niet in aanmerking genomen tussen echtgenoten met gemene kinderen Afkoop- waarde
  • 190. Ruling 14 januari 2014, E.E. 2013.405 Nieuw argument: art. 1400, 7° BW: ‘Eigen zijn, behoudens vergoeding, de rechten verbonden aan een personenverzekering door de begunstigde zelf gesloten, die hij verkrijgt bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de ontbinding van het stelsel’
  • 191. g. Echtgenoten met scheiding van goederen • Normale toepassing van artikel 8 W. Succ. • Beslis. 4 december 2012, E.E./104.552 ‘Levensverzekeringspolissen die de aard hebben van beleggingsverzekeringen (onder meer omwille van de omvang van de minimaal te storten premies) moeten beschouwd worden als ‘waarden’ zoals bedoeld in artikel 8 W. Succ.’  Het recht om het verzekeringscontract te beëindigen, te schenken of kapitaal op te eisen vertegenwoordigt een ‘waarde’
  • 192. Man: verzekeringsnemer en verzekerd hoofd Vrouw: verzekerd hoofd Kinderen: begunstigden Verzekeringsrechten incl. afkooprecht  Art. 8 W. Succ. is van toepassing op de afkoopwaarde, zonder dat tot effectieve Uitkering van de verzekeringsprestatie wordt overgegaan
  • 193. h. Gekruiste levensverzekeringen • (gezamenlijk) afkooprecht kan door de verzekeringsnemers onderling geregeld worden • Gehuwd onder gemeenschap van goederen: successierechten over de helft van de verzekeringsprestatie – wederkerigheid ontneemt niet het kosteloos karakter • Gehuwd onder scheiding van goederen of niet gehuwd: Kanscontract A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Begunstigde • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Begunstigde
  • 194. C. Do or don’t? Schenking van de tak 21/23- de verzekeringsgift a. Successierechten vs. Schenkingsrechten b. Schenking van de verzekeringsprestatie c. Schenking van de rechten als verzekeringsnemer d. Registratie van de aanvaarding door de begiftigde e. Afkoop van de verzekeringspolis f. De levensverzekering als techniek voor controlebehoud bij schenking
  • 195. a. Successierechten vs. schenkingsrechten De tarieven in de successierechten in het Vlaams Gewest (voor roerende en onroerende goederen) Belastingschijven Tarief in rechte lijn, echtgenoten en samenwonenden Tarief tussen broers en zussen Tarief tussen andere personen 0.01 EUR-50.000,00 EUR 3% 30% 45% 50.000,01 EUR-75.000,00 EUR 9% 30% 45% 75.000,01 EUR-125.000,00 EUR 9% 55% 55% 125.000,01 EUR-250.00,00 EUR 9% 65% 65% > 250.000,00 EUR 27% 65% 65%
  • 196. Schenkingsrechten in het Vlaams Gewest voor roerende goederen Vlak tarief van: • 3% voor begiftigden in rechte lijn, echtgenoten, samenwonende partners • 7% voor anderen Vrijstelling van schenkingsrechten indien: • Schenking voor een buitenlandse notaris • Maar fictiebepaling van art. 7 W. Succ.  de schenking wordt fictief geacht een legaat te zijn indien de schenker overlijdt binnen een periode van 3 jaar na de schenking • Eventueel een overlijdensverzekering om het risico van art. 7 W. Succ. in te dekken afgesloten door de begiftigde zelf
  • 197. A B • Verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Begunstigde  Toepassing van artikel 8 W. Succ.
  • 198. • Besliss. 22 februari 2007, E.E./101.887 A B • Verzekerd hoofd • Verzekeringsnemer • Begunstigde  Beding ten gunste van zichzelf, geen toepassing van artikel 8 W. Succ. Schenking verzekeringspremie b. Schenking van de verzekeringsprestatie
  • 199. c. Schenking van de rechten als verzekeringsnemer A B • Oorspronkelijke verzekeringsnemer • Verzekerd hoofd • Nieuwe verzekeringsnemer • Begunstigde Schenking van de rechten als verzekeringsnemer  Beding ten gunste van zichzelf, geen toepassing van artikel 8 W. Succ.
  • 200. c. Schenking van de rechten als verzekeringsnemer Bedenkingen: • Ontneemt de schenking van de rechten van de verzekeringsnemer het karakter van de initieel aangegane verzekering? • Moet de schenking worden geregistreerd? • Is opnieuw premietaks verschuldigd? • Wat met de aangroei van het kapitaal na de overdracht? Te kwalificeren als een niet-geregistreerde schenking? • Wat indien er meerdere begiftigden zijn? Wie mag afkopen? • Wat met subsidiaire begunstigden en hun aanduiding?
  • 201. Niet gepubliceerde vraag aan de dienst Patrimonium van 9 april 2013: • Door de overdracht van de rechten van de verzekernemer wordt het initieel beding ten behoeve van een derde omgezet naar een beding ten behoeve van zichzelf • Indien binnen de drie jaar voor he overlijden het schenkingsrecht werd geven kan evenmin art. 7 W. Succ. worden toegepast Praktisch • Ondertekend polisbijvoegsel • Notariële schenkingsakte? • Bij meerdere begiftigden werken met een volmacht
  • 202. d. Registratie van de aanvaarding door de begiftigde Art. 8, lid 6: ‘Dit artikel (art 8 W. Succ.) is niet van toepassing op de sommen , renten of waarden, verkregen ingevolge een beding dat aan het registratierecht gevestigd voor de schenkingen werd onderworpen’  Registratie van het beding ten behoeve van een derde Maar: fictiebepaling artikel 4, 3° Vl. W. Succ.: ‘Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd: alle schenkingen onder levenden van roerende goederen gedaan onder de opschortende voorwaarde ingevolge het overlijden van de schenker’
  • 203. Ruling 18 juni 2013: Geen toepassing van artikel 8 W. Succ. of van art. 4, 3° W. Succ. indien: • De begunstigde het voordeel aanvaardt, en; • De schenker niet het verzekerd hoofd is Registratierechten • Algemeen vast recht bij de registratie van 50,00 EUR • Evenredig recht bij de effectieve uitkering van de verzekeringsprestatie aan het tarief van 3% of 7% over het uitgekeerde bedrag
  • 204. e. Afkoop van de verzekeringspolis Alternatief: afkoop van de verzekeringspolis, gevolgd door schenking • Roerende voorheffing (tak 21)? • Afkoopvergoeding? • De kinderen opnieuw een verzekering laten sluiten?
  • 205. De levensverzekering als techniek voor controlebehoud bij schenking Doel: Behoud van controle door de ouders over het geschonken vermogen Probleem: Schenking onder conventioneel beding van terugkeer verzekert de ouders niet dat de kinderen de geschonken goederen tijdens hun leven ‘opdoen’ Beslis. 22 februari 2007 Het conventioneel beding van terugkeer kan via een levens- verzekering worden uitgewerkt
  • 206. Stap 1: schenking van de verzekeringspremie aan de kinderen aan 0% (handgift of gift voor buitenlandse notaris of 3% onder ontbindend beding van conventionele terugkeer Stap 2: kinderen beleggen in verzekeringsovereenkomst met ouders als begunstigden Stap 3: Ouders aanvaarden de begunstiging Gevolgen • Door de aanvaarding kunnen de kinderen hun (afkoop) rechten enkel met toestemming van de ouders uitoefenen • Bij vóóroverlijden van de kinderen is er uitkering van de verzekeringsprestatie aan de ouders
  • 207. LESSONS LEARNED Mr. Jan Tuerlinckx Advocaat-vennoot Tuerlinckx Fiscale Advocaten
  • 208. Tuerlinckx Fiscale Advocaten cvba Maria-Henriëttalei 1 Nijverheidsstraat 14 B-2018 Antwerpen B-2260 Westerlo T. +32 3 206 21 10 T. +32 14 21 01 10 F. +32 3 206 21 19 F. +32 14 21 01 19 www.tuerlinckx.eu