Van merkbaar naar meetbaar - een beknopte uitleg van onze Monitor Maatschappe...Bianca den Outer
Van datalijstjes naar instrument om schaarste te verdelen over wijken binnen
de regio of gemeente met als doel het voeren van een inhoudelijk gesprek
over zorg en ondersteuning waarbij:
• Een gezamenlijk gedeeld beeld besproken kan worden,
• Discussie gevoerd kan worden over beleids-, werk- en implementatievraagstukken
• Resultaat beloond kan worden (in vorm van contractering, gesprek, innovatie)
• Schaarste van tijd, expertise en middelen verdeeld kan worden naar nut & noodzaak
• Ieder vanuit zijn eigen expertise en kennisveld kan (blijven) kijken.
Met de wijk (het wijkteam) als uitgangspunt.
Presentatie over sturing in sociaal domein door gemeenteraadBianca den Outer
Voor de gemeenteraad Utrechts Heuvelrug verzorgde ik een presentatie over sturing op maatschappelijk resultaat. Dat doe je met behulp van cijfers niet door de cijfers. Het hebben van een heldere visie, een gedegen strategie en cijfers die geduid worden met microverhalen; daar zit de kracht van het meten van maatschappelijke resultaten.
Waarom zouden we binnen het sociaal domein samenwerken? Ik gaf er een presentatie over met tips en trucs over het organiseren van een duurzame organisatieoverstijgende samenwerking
Een basispresentatie over de samenwerking tussen huisartsen en eerstelijns. Tijdens een bijeenkomst met huisartsen bij ELO in Naaldwijk vertelde ik over de regionale uitwerking van de landelijke kaders. De presentatie gebruik ik als leidraad bij de dialoog met huisartsen over de samenwerking gemeenten - huisartsen
Van merkbaar naar meetbaar - een beknopte uitleg van onze Monitor Maatschappe...Bianca den Outer
Van datalijstjes naar instrument om schaarste te verdelen over wijken binnen
de regio of gemeente met als doel het voeren van een inhoudelijk gesprek
over zorg en ondersteuning waarbij:
• Een gezamenlijk gedeeld beeld besproken kan worden,
• Discussie gevoerd kan worden over beleids-, werk- en implementatievraagstukken
• Resultaat beloond kan worden (in vorm van contractering, gesprek, innovatie)
• Schaarste van tijd, expertise en middelen verdeeld kan worden naar nut & noodzaak
• Ieder vanuit zijn eigen expertise en kennisveld kan (blijven) kijken.
Met de wijk (het wijkteam) als uitgangspunt.
Presentatie over sturing in sociaal domein door gemeenteraadBianca den Outer
Voor de gemeenteraad Utrechts Heuvelrug verzorgde ik een presentatie over sturing op maatschappelijk resultaat. Dat doe je met behulp van cijfers niet door de cijfers. Het hebben van een heldere visie, een gedegen strategie en cijfers die geduid worden met microverhalen; daar zit de kracht van het meten van maatschappelijke resultaten.
Waarom zouden we binnen het sociaal domein samenwerken? Ik gaf er een presentatie over met tips en trucs over het organiseren van een duurzame organisatieoverstijgende samenwerking
Een basispresentatie over de samenwerking tussen huisartsen en eerstelijns. Tijdens een bijeenkomst met huisartsen bij ELO in Naaldwijk vertelde ik over de regionale uitwerking van de landelijke kaders. De presentatie gebruik ik als leidraad bij de dialoog met huisartsen over de samenwerking gemeenten - huisartsen
The document discusses the increasing complexity of modern problems and the need for collaborative solutions. It contrasts hierarchical, command-based leadership with more collaborative approaches that involve asking questions to help solutions emerge. It also addresses the complexity inherent in public organizations and networked societies.
Koen Harms is the founder of Cair and on the advisory board of Nza. The document discusses the power of mass participation to create change. It contrasts new power, which is made by many and is open, equal, and sharing, with old power which few possess and is closed, hierarchical, and commanding. New power is exemplified by consuming, sharing, shaping, funding, and co-owning content and ideas through activities like remixing, crowdfunding, creating content communities, or partial ownership. The foundations of new power are trust, participation, information, and do-it-yourself values.
1) The global population is aging and chronic diseases are increasing, putting pressure on rising healthcare costs.
2) There is a shift toward more value-based and personalized healthcare that is consumer-focused, data-driven, and moves care to lower-cost settings including homes.
3) Connected technologies and services are transforming healthcare by improving access, outcomes and experience across the health continuum.
Verpleeghuiszorg 2025 - Liefdevolle zorg. Voor onze ouderenSignificant
Onze verpleeghuiszorg
Sommige Nederlanders hebben het beeld dat ouderen
in Nederlandse verpleeghuizen gezellig samen bingoën.
Wanneer hun partner of één van hun ouders vervolgens
naar een verpleeghuis gaat zijn zij soms diep teleurgesteld
in de daadwerkelijke situatie. Anderen roepen zodra ze het
woord ‘verpleeghuis’ horen, uitspraken als ‘daar wil ik nog
niet dood gevonden worden’ en zijn bij voorbaat negatief.
Ondertussen werkt het personeel keihard aan kwalitatief
goede zorg, maar vindt zij lang niet altijd waardering van
het sociale netwerk van hun cliënten en van de samenleving.
Kortom; niet iedereen ervaart ‘waardigheid en trots
en liefdevolle zorg voor onze ouderen’.
Dagopening tijdens Health Hub Utrecht conferentie Gelukkig Oud Worden & Waardig Sterven op 1 oktober 2019. De laatste conferentie in de reeks van My Circle Of Life 2019. https://www.circleoflife2019.nl/
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Vlugschrift Puck Bulthuis:
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Met bijdrage van Gerard Thaens, Mark Logtenberg en Bart van de Kwast.
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Presentatie over de Proeftuinregio GoedLeven door Jeroen Koppert (Gemeente Sluijs) op het congres (Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
The document discusses the increasing complexity of modern problems and the need for collaborative solutions. It contrasts hierarchical, command-based leadership with more collaborative approaches that involve asking questions to help solutions emerge. It also addresses the complexity inherent in public organizations and networked societies.
Koen Harms is the founder of Cair and on the advisory board of Nza. The document discusses the power of mass participation to create change. It contrasts new power, which is made by many and is open, equal, and sharing, with old power which few possess and is closed, hierarchical, and commanding. New power is exemplified by consuming, sharing, shaping, funding, and co-owning content and ideas through activities like remixing, crowdfunding, creating content communities, or partial ownership. The foundations of new power are trust, participation, information, and do-it-yourself values.
1) The global population is aging and chronic diseases are increasing, putting pressure on rising healthcare costs.
2) There is a shift toward more value-based and personalized healthcare that is consumer-focused, data-driven, and moves care to lower-cost settings including homes.
3) Connected technologies and services are transforming healthcare by improving access, outcomes and experience across the health continuum.
Verpleeghuiszorg 2025 - Liefdevolle zorg. Voor onze ouderenSignificant
Onze verpleeghuiszorg
Sommige Nederlanders hebben het beeld dat ouderen
in Nederlandse verpleeghuizen gezellig samen bingoën.
Wanneer hun partner of één van hun ouders vervolgens
naar een verpleeghuis gaat zijn zij soms diep teleurgesteld
in de daadwerkelijke situatie. Anderen roepen zodra ze het
woord ‘verpleeghuis’ horen, uitspraken als ‘daar wil ik nog
niet dood gevonden worden’ en zijn bij voorbaat negatief.
Ondertussen werkt het personeel keihard aan kwalitatief
goede zorg, maar vindt zij lang niet altijd waardering van
het sociale netwerk van hun cliënten en van de samenleving.
Kortom; niet iedereen ervaart ‘waardigheid en trots
en liefdevolle zorg voor onze ouderen’.
Dagopening tijdens Health Hub Utrecht conferentie Gelukkig Oud Worden & Waardig Sterven op 1 oktober 2019. De laatste conferentie in de reeks van My Circle Of Life 2019. https://www.circleoflife2019.nl/
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Vlugschrift Puck Bulthuis:
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Met bijdrage van Gerard Thaens, Mark Logtenberg en Bart van de Kwast.
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Mark Logtenberg
Particuliere ondernemers in kleinschalige woonvormen met zorg hebben hun intrede gedaan in de zorgsector. Deze zorgondernemers, zoals ik hen verder zal noemen, werken samen met investeerders en vastgoedpartijen. Met dit vlugschrift wil ik verkennen wat deze samenwerking bijzonder maakt, wat de kwaliteit ervan inhoudt en hoe die kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden. Want op de kwaliteit van deze samenwerking moet de overheid naar mijn mening ook toezicht houden.
Presentatie over de Proeftuinregio GoedLeven door Jeroen Koppert (Gemeente Sluijs) op het congres (Gezondheids)werk in uitvoering’ op 15 november 2017.
Je bent bij ViVa! Zorggroep op je plek als je niet alleen wil dokteren, maar ...Corparis
Bij ViVa! Zorggroep ben je als specialist ouderengeneeskundige een duizendpoot. En soms een luis in de pels. Want het vak is een uitdagende combinatie van huisartsgeneeskunde, psychiatrie en sociale geneeskunde. Specialist ouderengeneeskunde Naomi Verheijen vertelt hoe het écht is om bij ViVa! Zorggroep te werken.
Waar staat ViVa! Zorggroep voor?
Ketensamenwerking in de ouderenzorg werktRaedelijn
Minicollege over succesvolle integrale, multidisciplinaire samenwerking in de ouderenzorg. Ouderen die zolang mogelijk zelfstandig thuiswonen, dat is wat de overheid graag wil. Dat vraagt om een andere benadering die zorg, welzijn en wonen zoveel mogelijk integreert. In Maarssen werken huisarts, praktijkverpleegkundige ouderenzorg, thuiszorg en een specialist ouderengeneeskunde al samen in deze keten. De verbinding met gemeente en welzijn wordt gezocht en ook de fysiotherapeut heeft een aansluitend aanbod.
Similar to Seneca congres 2016 pres. van Rijn (20)
Dr. Nick Guldemond discusses trends in aging populations and increasing rates of chronic disease globally and in the Netherlands. He outlines a shift from a medical curative model to integrated community care using technology. This involves moving from specialized institutions to local advanced care centers, empowering self-management and community support. Dr. Nick Guldemond also discusses using health data and informatics to enable personalized local care through remote monitoring, diagnostics, and decision support.
1. Healthcare in Sweden is tax-funded and managed by county councils, of which Stockholm County Council is one of the largest. Stockholm County Council owns and operates most healthcare providers in the region, including Karolinska University Hospital.
2. Stockholm County Council has initiated a "Future Plan" to expand and build new hospitals to address the growing population and provide more accessible and innovative healthcare. This includes the construction of the new Karolinska Solna hospital.
3. Karolinska University Hospital is undergoing a transformation with the goal of implementing value-based healthcare principles to improve outcomes and lower costs. This includes reorganizing care around over 280 defined patient groups and appointing patient flow captains to
The document discusses a presentation on big data given by Frans Feldberg at the Seneca Congress 2015. The summary includes:
1) The presentation aimed to explain what big data is, why it is relevant, and provide examples of how it can be used.
2) Big data is defined by its volume, variety, velocity, and veracity of data. It is about using large and complex data sets to discover insights that were previously unknown.
3) Big data represents both opportunities and threats for organizations. It can enable new business models and strategies but also disrupt existing ones. Those who proactively shape big data initiatives will be better positioned than those who merely react to changes.
Slides van de workshop Het grote verleiden van @OlivierWegloop. Hoe breng je een boodschap optimaal over aan de lezer / kijker. Met inspirerende magazine spreads en De Wegloop Curve.
Sterke verhalen uit Cleveland, Ohio / Presentatie (2012) door André Bisschop, creative director / Honderden jaren, duizenden merken, 1 ding is niet veranderd: de kracht van het verhaal / The power of storytelling.
13. 1: SOLIDARITEIT DEEL I
AWBZ 2011 (gemiddelde zorgkosten per jaar over
de hele levensloop, x €1000)
basis vmbo
mbo, havo,
vwo hbo/vwo
Zorggebruik 1,1 1,0 0,4 0,4
Zorglasten 0,6 0,8 1,2 1,7
Saldo 0,5 0,2 -0,8 -1,3
13
14. 2. DE ENE OUDERE IS DE ANDERE NIET
• Pro-actieve ouderen (47%)
• Zorgwensende ouderen (28%)
• Afwachtende ouderen (10%)
• Machteloze ouderen (16%)
Waar heb je recht op
Wat heb je nodig?
14
15. 3: TWEEDELING IN WONEN
• Jong samen naar school, maar niet oud samen
in het verpleeghuis … mensen zijn verschillend
• Aanbod van verpleeghuizen sluit niet aan op
de (nieuwe) vraag van ouderen
• Meer reële woonkosten als onderdeel eigen
bijdragen zetten de solidariteit onder druk.
15
16. 4: VRAAGSTURING VS BUDGET
• Experimenten Zeeuws model
(in Limburg en Rotterdam)
• Zorgkantoren: meer persoonsvolgende
bekostiging in plaats van omzetgaranties
• Pgb’s en Zorg in natura groeien naar elkaar
(voorbeeld Noord en Midden Limburg)
• Meer vraagsturing <> kostenbeheersing
16
17. 5. KWALITEIT VAN LEVEN
Ruimte geven <> Bewaakbaarheid risico’s
Meer kwaliteit van leven mogelijk maken door:
• Meer ruimte en minder regels
• IGZ: beweging naar ander toezicht
• Basisveiligheid op orde
• Transparantie van kwaliteit
> In belang van keuze/behoefte van cliënten
17
18. • Solidariteit I
• Solidariteit II
• Samenwonen
• Nivel-profielen
• Kwaliteit van leven
18
19. • Rol overheid
• Rol zorgkantoren
• Rol zorgaanbieders
Mensen
maatwerk
Stelseldiscussies
19
21. “Niet omdat de dingen moeilijk zijn,
durven wij niet, maar omdat wij niet
durven zijn de dingen moeilijk. ”
21
Editor's Notes
Vandaag gaat het alleen over de care en niet over GZ en GGZ
de ontwikkelingen in de samenleving, de verandering in het denken over zorg, de spanningen die ontstaan als gevolg van de genoemde ontwikkelingen en de veranderingen en naar aanleiding daarvan heeft u een aantal wensen met betrekking tot de ouderenzorg en spoort betrokkenen aan da
Beginnen met een aantal ontwikkelingen in de samenleving
Geen nieuws voor dit gezelschap: we worden ouder en het aandeel van ouderen wordt steeds groter in de samenleving. Maar toch drie opmerkingen:
1. Toch is het opvallend dat we in de recente geschiedenis in een welvarend land als Nederland zo’n sterke stijging van de levensverwachting doormaken. Demografen stellen zelfs dat we de levensverwachting onderschatten omdat we bij de berekening onderschatten dat de leeftijdspecifieke sterftekansen gelijk blijven gedurende het leven van het geboortecohort, terwijl die in werkelijkheid daalt. Het NIDI (het demografisch instituut) heeft een paar jaar onderzocht wat het effect is van deze aanname: zij kwamen toen tot de conclusie dat als de ontwikkeling van technologie en positieve leefomstandigheden zich blijft ontwikkelen in het tempo van afgelopen decennia, van alle meisjes die nu worden geboren de helft 100 jaar zal worden en van alle jongens een derde.
2. De gezondheidsverschillen zijn fors: met alleen een basisopleiding leven mensen 6 jaar korter dan met een universitaire graad. Die verschillen nemen overigens zoals wel wordt beweerd niet toe maar enigszins af. Een voor de mannen onder ons: we are catching up.
3. Wel is het zo dat als we mensen vragen naar goed ervaren gezondheid, de levensverwachting bij mensen met alleen basisonderwijs stukken lager is – 53 jaar – en bij mensen met een hbo of universitaire opleiding bijna 72. Daar is overigens geen verschil tussen mannen en vrouwen.
We wonen ook langer thuis
trend is al langer zichtbaar. Tussen 1980 en 2015 is de totaal bezette capaciteit afgenomen van ongeveer 196.000 plekken tot 131.000 plekken terwijl het aantal 80 plussers in dezelfde tijd meer dan verdubbeld is.
De afname heeft zich vooral voorgedaan bij de verzorgingshuizen (gedaald van ongeveer 150.000 plekken in 1980 tot ongeveer 53.000 plekken in 2015). Als het aantal intramurale plekken wordt afgezet tegen het aantal 80-plussers is vooral de daling bij de verzorgingshuizen spectaculair (van 0,48 plekken per 80-plusser in 1980 tot 0,07 plekken per 80-plusser in 2015).
Het aantal verpleeghuisplekken is in dezelfde periode wel gegroeid (van 46.000 in 1980 tot ongeveer 78.000 in 2015), maar verhoudingsgewijs minder snel dan het aantal 80-plussers. Bij de verpleeghuizen gaat deze daling veel langzamer (van 0,15 plekken per 80-plusser in 1980 tot 0,11 plekken per 80-plusser in 2015) en lijkt deze enigszins te stabiliseren.
Nota bene bij het maken van overzichten over een dergelijke lange reeks van jaren zijn er altijd elementen waarvoor eigenlijk gecorrigeerd zou moeten worden (zoals bijvoorbeeld de overgang van de revalidatiezorg naar de Zvw per 2013.
Mensen met hogere inkomens wonen steeds vaker in private zorginstellingen en gaan zelf zorg organiseren en hebben dan meer regie en maatwerk. Deze mensen blijven langer thuis wonen en de zorg wordt daaromheen georganiseerd.
Overigens praten we nog steeds – ik ook – over ouderen als mensen van 65 jaar en ouderen. Maar de pensioenleeftijd stijgt. Gegeven de levensverwachting en hoe mensen die doormaken, is 65 jaar helemaal niet oud, 90 dat begint er misschien meer op te lijken. Vond dit wel een troostrijke gedachte nu ik zelf 60 ben geworden.
Vroeger was je oud en dus arm; maar ondertussen heeft vergrijzing een silver lining
Dit plaatje laat zien dat het besteedbaar inkomen van ouderen hoger ligt dan van de groep 25-45 jaar en 45-65 jaar. Dat kan omdat het besteedbaar inkomen mede afhankelijk is van de lasten die je hebt, huis afbetaald betekent minder lasten en meer te besteden;
De stijging van het inkomen van ouderen is vergelijkbaar met die van de andere twee groepen. Dat komt vooral door het cohort-effect: de huishoudens die toetreden tot de groep ouderen (als de kostwinner 65 wordt) hebben gemiddeld een hoger inkomen dan de ouderen die overlijden, waardoor het mediane inkomen van de groep stijgt. Dit hogere inkomen hangt samen met het feit dat een steeds meer ouderen een aanvullend pensioen hebben opgebouwd en dat dit pensioen ook gemiddeld hoger is.
Het feit dat juist het cohorteffect een belangrijke bijdrage levert aan het stijgende mediane inkomen van ouderen is waarschijnlijk de verklaring voor het feit dat veel reeds gepensioneerden zich niet herkennen in het beeld van ‘rijker wordende ouderen’.
In nog wat eenvoudigere getallen: het gemiddeld gestandaardiseerde inkomen van een 65plusser was 17K in 2000 en 24 dzd in 2014.
Ouderen hebben relatief veel vermogen
Tussen 2000 en 2010 is het vermogen van ouderen hard gestegen. Ook deze enorme vermogensstijging wordt grotendeels veroorzaakt door cohorteffecten: huishoudens die instromen in de leeftijdscategorieën 65 of ouder (kostwinner wordt 65) hebben vaker een eigen huis en de overwaarde van het huis is gemiddeld hoger dan bij de mensen die uitstromen.
Een aanzienlijk deel van de overwaarde is niet het resultaat van aflossen, maar hangt samen met het moment waarop generaties toe waren aan het kopen van hun eerste woning. Momenteel staan jonge huishoudens verhoudingsgewijs vaak “onder water” met hun hypotheek, terwijl oudere huishoudens die hun eerste woning in de 20ste eeuw hebben gekocht relatief vaak een overwaarde hebben, ondanks de huizenprijsdaling sinds 2008.
Volgende punt is de verandering in het denken over zorg voor en door ouderen
Nederland heeft een sterke medische traditie die ook zijn weerslag heeft gehad op de ouderenzorg. Hospitalisatie: gekenmerkt door: &quot;Bewoner heeft zich goed aangepast, maar vertoont weinig initiatief&quot;. Hospitalisatie is een proces dat zich voordoet op plaatsen waar meerdere mensen noodgedwongen samenleven en die allemaal uit een eigen, verschillend leefmilieu komen. Het hospitalisatie-syndroom ontstaat als gevolg van een min of meer ziekmakende wisselwerking tussen het individu/de bewoner en zijn omgeving. Dit syndroom kan verminderen of gedeeltelijk verdwijnen als deze wisselwerking wordt doorbroken. Tekenend voor dit laatste zijn ervaringen met bewoners, die ergens langdurig zijn opgenomen. Tijdens een vakantie merkt men opeens dat de bewoners &quot;beter&quot; gaan functioneren. Ze &quot;kunnen&quot; opeens weer dingen. Een verschijnsel dat ophoudt zodra de bewoner weer binnen de instelling terug is.Het leven in instellingen wordt door regels beheerst. Deze regels worden door de organisatie opgesteld en opgelegd aan de bewoner. De bewoners &quot;moeten&quot; hun dagelijks leven mede inrichten aan de hand van die regels. Dit heeft een negatieve invloed op zaken als initiatief nemen, creativiteit en dergelijke. Bewoners passen zich steeds meer aan en verliezen op een gegeven moment hun eigen zelfstandigheid en worden door anderen geleefd.
Je komt het hospitalisatie-denken nog geregeld tegen, maar gelukkig veel meer dat mensen in de zorg het welbevinden van mensen centraal zetten, in al hun diversiteit. We moeten de beweging maken van de vraag: what is the matter with you naar de vraag what matters to you.
En dat betekent ook dat er veel meer aandacht zal komen voor de huisvesting van mensen, daar kom ik nog op terug. Wel nog dit: er is een wens en ook een trend naar meer kleinschaligheid. Dat past. Tegelijkertijd is de onderliggende behoefte aan kleinschaligheid als uitgangspunt te nemen. Dat is vaak geborgenheid, huiselijkheid en overzichtelijkheid. Kleinschaligheid kan dat vaak bieden, niet per definitie, net zo goed als grootschaligheid dat soms even goed kan bieden. In dat opzicht is kleinschaligheid en grootschaligheid een valse tegenstelling.
Wat betekent maatwerk in de langdurige zorg voor de vraag en het aanbod
Vraagverandering: waar mensen vroeger het verzorgingstehuis als een verbetering zag met centrale verwarming en warm en koud stromend water en klaargemaakt eten, lopen nu menig zoon en dochter in een verpleeghuis rond het met idee: zo ga ik niet oud worden. Maar hoe dan wel?
Bedoeling vraag centraal stellen is creëren van nieuw aanbod
Niet “what is the matter with you” maar “what matters to you”
Creëren van nieuw aanbod betekent verdringen van oud aanbod (er komen in absolute zin geen nieuwe zorgvragers bij)
De afgelopen jaren heb ik twee nota’s over de transformatie in de zorg uitgebracht met een reeks van maatregelen:
Het programma “Waardigheid en Trots” waarin de instellingen worden gestimuleerd zichzelf te verbeteren in de zorgverlening door plannen in te dienen, bij elkaar in de keuken te kijken, experimenten uit te voeren. Die legt de nadruk op de aanbodkant: de basiskwaliteit op orde, betrokkenheid op alle niveaus en natuurlijk ook: eigen zorgplan centraal.
De nota “Waardig leven met zorg” gaat op dat laatste door met de nadruk op de vraagkant: niet de zorg, maar het welbevinden, persoonsgerichtheid qua voorkeuren van mensen en qua financiering en van daaruit ook: ruimte voor diversiteit en innovatie (aan de vraagkant)
Kunnen oude gestolde instituties zich vernieuwen door in te spelen op de individuele vragen van zorgvragers, zijn zij in staat voldoende “oud aanbod” af te schrijven en gaan ze de uitdaging aan naar de vragen van hun (toekomstige) individuele cliënten te luisteren?
Meer dan in enig ander land hebben we de ouderenzorg geïntutionaliseerd: we zijn goed in organiseren, maar hebben het ook wel wat overdreven, ook in de ouderenzorg.
We hebben dit wellicht achter ons gelaten, maar daar is wel iets voor teruggekomen. Meer ruimte voor mensen zelf en meer ruimte voor nieuwe initiatieven gaat samen met veel aandacht voor de risico’s en het managen daarvan.
Gaat gepaard met een vorm van schizofrenie: het verzorgings- of verpleeghuis stelt hoge eigen aan het beheersen van de risico’s maar als mensen thuis wonen gelden de normen van mensen zelf waarbij ze veel meer risico’s kunnen lopen. Dat is begrijpelijk omdat de verantwoordelijkheid voor de risico’s opschuift van mensen naar management, maar misschien zit daar ook precies het probleem.
Dan kom ik nu op het derde punt: een aantal spanningen in de samenleving die ook hun weerslag hebben over het denken en doen in de ouderenzorg.
Beter opgeleide mensen worden weliswaar ouder, maar gebruiken over hun levensloop gemiddeld minder AWBZ zorg dan lager opgeleiden mensen. Per jaar gaat het misschien nog om overzichtelijke bedragen, over een leven lang lopen de verschillen tussen betalen en genieten sterk op. Doen we bedragen maal 80 dan betalen hoger opgeleiden zo’n 100K euro meer dan het voordeel dat ze genieten, terwijl lageropgeleiden 50K voordeel hebben.. Hoewel de totale uitgavenstijging wel enigszins worden bijgebogen, is het in belangrijke mate een verdelings/solidariteitsvraagstuk: wie betaalt de rekening. En uiteraard moet je dit eigenlijk ook over de sectoren heen bekijken.
CPB heeft geen aparte projecties voor de AWBZ/WLZ voor 2040 gemaakt, maar voor de hele zorg zie je wel dat het gebruik door lager opgeleiden fors toeneemt en dat door hoger opgeleiden beperkter. Dit is uitgaande van de arrangementen (rechten) die we in 2011 hadden, en natuurlijk is er het nodige veranderd, maar het beeld blijft grosso modo overeind.
Het is een oude stelregel dat als betalen, genieten en beslissen in een hand ligt, de uitkomst efficiënt is. Als betalen en genieten niet in een hand ligt en ook niet overeenkomen, dan ligt de legitimatie in het bevorderen van gelijkheid. Maar wordt die verhouding tussen betalen en genieten te scheef, dan gaat de beslissing schuiven.
Anders gezegd: de politieke economie van de welvaartsstaat leert ons dat als mensen er te weinig voordeel van hebben, het draagvlak voor financiering ook afneemt. Zet deze uitgavenontwikkeling de solidariteit niet onder druk, in welke mate zijn de hoger opgeleiden bereid de stijgende kosten voor zorg te betalen waar zij minder van afnemen?
Als we de individuele vraag echt centraal willen stellen, is het dus de vraag hoe hoe denken (toekomstige) ouderen zelf over eigen regie? In landelijk NIVEL-onderzoek onder nog thuiswonende mensen tussen 57 en 77 jaar hebben we gevraagd om vooruit te blikken op toekomstige zorgbehoeften en wensen. O.b.v. vier ouderenprofielen onderscheiden (Doekhie e.a., 2014).
Ten eerste de pro-actieve ouderen, in dat onderzoek de grootste groep (47%). Deze ouderen vinden het heel belangrijk om over hun eigen leven te beslissen en zelf te bepalen wanneer zij welke zorg krijgen. De pro-actieve ouderen regelen hun zaken graag zelf en hebben vaak een uitgebreid sociaal netwerk.
Ten tweede de zorg wensende ouderen (28%). Deze ouderen hebben het gevoel zelf te kunnen beslissen over hun leven, maar zij vinden, in tegenstelling tot de proactieve ouderen,
zelfredzaamheid niet zo belangrijk. Als hun gezondheid achteruit gaat, is het voor hen min of meer vanzelfsprekend dat ze een beroep doen op professionele zorg.
Ten derde de afwachtende ouderen (10%). Deze ouderen ervaren weinig regie, het leven overkomt hen. Zij hechten ook weinig belang aan zelfredzaamheid, en stellen zich afhankelijk
op naar professionele zorgverleners en mantelzorgers.
Het vierde profiel betreft de machteloze ouderen (16%). Ook zij hebben het idee dat het leven hen overkomt. Zelf beslissingen nemen over de invulling van hun eigen leven lukt vaak niet. Toch zouden zij graag (meer) zelfredzaam willen zijn, maar door een beperkt sociaal netwerk of armoede zijn zij daartoe niet in staat. Ook problemen op lichamelijk en psychisch vlak belemmeren soms hun eigen regie en zelfredzaamheid. Dit zijn de ouderen die wel willen, maar niet kunnen.
In vergelijking tot de ouderen uit de eerste twee profielen, hebben de zogenaamde afwachtende en machteloze ouderen, vaak een laag opleidingsniveau en minder financiële middelen.
Verschillende groepen, maar belangrijker nog: alle mensen in die groepen, vragen om verschillende benaderingen. Pro-actieve ouderen redden het wel, mits ze de ruimte krijgen en zo ook nieuwe initiatieven mogelijk maken. Het risico is dat beleid paradox is: we richten ons op mensen die het zelf wel redden. Het beleid en ook de praktijk zou gericht moeten zijn op mensen die het minder goed zelf redden: en met hen gesprek aangaan hoe ze hun regie zien, welke wensen ze hebben, wat ze zelf kunnen en niet. En deze mensen laten zich vaak minder horen.
Om het anders te zeggen: het gezegd is dat de brutalen de halve wereld hebben, maar dan moeten de niet-brutalen de andere helft hebben, in beleid en praktijk.
We gaan jong samen naar school en vinden dat ook belangrijk. Daarna scheiden de wegen via opleiding en werk. En dat blijft zo en dat is voor een groot deel ook logisch want de ene oudere is de andere niet. De een definieert anders en soms beter dan de andere wat die nodig heeft om met kwaliteit van leven ouder te worden.
Maar toch is dat maar een deel van het antwoord.
Sluit het aanbod wel goed aan bij de diversiteit van de vraag, of leidt het ertoe dat mensen zelf het aanbod gaan organiseren, bijvoorbeeld via coöperaties of combineren van pgb’s. Die ruimte moet er zijn, maar het ook een gemiste kans van het bestaande aanbod om op de nieuwe vraag in te spelen.
De kostenverschillen zijn ook groot. Ik wil de zorgaanbieders hier wel eens uitdagen om de parameters van het woningwaarderingsstelsel (bij sociale woningbouw) los te laten op de kamer van ouderen in hun huis. De vergoeding die in de tarieven zit gebakken vanwege de wooncomponent ligt – zo is mijn inschatting – aanzienlijk hoger.
Uiteraard heeft de tweedeling in huisvesting ook te maken met het feit dat de eigen bijdragen sterk oplopen met inkomen en vermogen (en dat staat los van de geleverde dienst). Zouden we de wooncomponent in de eigen bijdragen meer dan aan gangbare sociale huurprijs omzetten, dan zou dit de tweedeling in de zorg kunnen verminderen maar de financiële solidariteit tegelijkertijd fors verminderen
De stap naar persoonsvolgendheid is belangrijk. Je ziet dat bij zorgkantoren ook veranderen. We zijn recent ook twee experimenten gestart in Limburg en Rotterdam op basis van Zeeuwse model: programma van eisen waaraan aanbieders moeten voldoen is neergelegd, mensen kunnen zelf kiezen. En de eerste stappen zijn veelbelovend: in Limburg hebben zich naast de bestaande aanbieders ook 9 nieuwe aanbieders gemeld en in de experimenteerregio Rotterdam vijf nieuwe aanbieders. Dat is goed: de client in de driver’s seat zorgt voor gezonde druk.
Ook op andere manieren zijn zorgkantoren bezig met meer persoonsvolgendheid, zoals Menzis. Daar geen omzetafspraken meer, inkomsten volledig afhankelijk van wat mensen kiezen, ervaren/ingeschatte kwaliteit wordt beloond. Het zal tot verschuivingen leiden waarbij de verschuivingen in volumes (q) worden rechtgetrokken in de tarieven. We nemen afscheid van de Wet van Say, en worden wat Keynesiaanser: de vraag is bepalend. Het gaat om de wensen van mensen, niet de belangen van de instellingen.
Feitelijk betekent het ook dat op deze manier een tussenvorm wordt gevonden tussen pgb en zorg in natura, dat die meer naar elkaar kunnen toegroeien. Met pgb kunnen mooie dingen tot stand komen, maar er sluipen soms ook inefficiencies in, bijvoorbeeld als pgb-houders hun pgb’s in één potje leggen om een aanbieder te contracteren zorg en wonen op te zetten. Dat is toch niet zo doelmatig en dat kan beter. Een goed voorbeeld is dat voor de zorghuizen van Roermond, Tegelen of Tienray geen persoonsgebonden budget meer nodig om zorg en onderdak te krijgen in een van de drie kleinschalige zorgvoorzieningen in Midden- en Noord-Limburg. Dat komt door een contract dat de landelijke organisatie Zorghuis Nederland tekende met zorgverzekeraar VGZ. De overeenkomst maakt het voor verzekerden van VGZ mogelijk om voortaan via een zorg-in-natura-regeling bij de drie kleinschalige zorginitiatieven aan te kloppen. „Dat levert hun het voordeel op dat zij aanzienlijk minder administratieve lasten hebben. Een pgb regelen vergt veel tijd en het is complex; dus niet voor iedereen even gemakkelijk. Via een zorg-in-natura-regeling wordt dit voor de mensen geregeld. Een voorbeeld van mooie samenwerking tussen zorgkantoor en zorgaanbieder met positief effect voor alle partijen waaronder de cliënt.
Meer vraagsturing heeft grote voordelen: de zorg meer in lijn met voorkeuren (micro-efficiency) en meer innovatie (dynamische efficiency). Zonder te willen doemdenken: meer vraagsturing kan ook budgettaire druk opleveren. Het kan zijn dat wenswachtenden nu wel terecht kunnen waar ze willen en dat meer mensen de stap naar de WLZ gaan maken als het meer in lijn met hun voorkeuren komt. Dat kan druk zetten op de prijs maar ook op volume. Met die druk moeten we ook omgaan.
Minder regels
Met verschillende acties ben ik bezig de regeldruk in de care aan te pakken. In samenwerking met veldpartijen waaronder zorgaanbieders zijn in zogeheten schrapsessies een groot aantal onnodige administratieve lasten geinventariseerd. Het gaat daar bij van het afschaffen van overbodige formulieren tot het aanpassen van ict-systemen en het schrappen of aanpassen van onnodige regelgeving (die overigens soms eerst op verzoek van de sector tot stand is gekomen (regeling meerzorg)).
Ander toezicht
De nieuwe toezichtsvisie van de IGZ «Zo houdt de inspectie de komende jaren toezicht op de verpleeg(huis)zorg». De IGZ zal de komende jaren nog meer aandacht hebben voor het spanningsveld dat kan optreden tussen het waarborgen van veilige zorg en de persoonsgerichte zorg van de individuele mens.
Basisveiligheid op orde
De basisveiligheid, medicatie, infectiepreventie, tegengaan van onnodige vrijheid beperkende maatregelen etc. moet op orde zijn. De IGZ heeft in haar rapport over de 150 zorginstellingen in de ouderenzorg geconstateerd dat niet in alle gevallen aan deze voorwaarden is voldaan. De IGZ stelt vast dat het toezicht (periode 1 januari t/m 15 maart 2016) op 82 zorgaanbieders kon worden afgesloten. De IGZ constateert ook dat bij 38 zorgaanbieders vervolgtoezicht nodig is, omdat zij moeite hebben om kwaliteitsverbeteringen die passend zijn bij de complexiteit van de zorgvraag in te zetten en vast te houden. Bij 11 zorgaanbieders heeft de IGZ serieuze zorgen over de verbetercapaciteit. Als reactie op het rapport van de IGZ intensiveren de IGZ, de zorgkantoren en VWS de aanpak op instellingen waar serieuze zorgen over bestaan. Wat betreft de basis is er geen keuzemogelijkheid, die moet overal op orde zijn. Conditio sine qua non.
Transparantie van kwaliteit
Enerzijds hebben mensen steeds meer toegang tot informatie, worden mensen ook mondiger en zijn ze beter in staat te formuleren wat hun wensen zijn. Er is sprake van een eigendomsverschuiving. Mensen nemen steeds meer zelf de leiding in zorgwensen en keuzes en worden minder afhankelijk van zorgaanbieders en/of de overheid bij de keuzes die ze maken.
Anderzijds is de doelgroep in de Wet langdurige zorg zeer kwetsbaar en is wellicht niet altijd in staat een verantwoorde keuze te maken.
Daarom belang van openbare keuzeinformatie zoals rapporten IGZ over de 150 die binnenkort openbaar worden, plannen van de zorgaanbieders ingediend bij W&T, waarom niet openbaar, evenals de zelfanalyse en verbeterplannen die zorgaanbieders indienen bij de zorgkantoren. Bestaat er angst voor openbaarheid? Welke stappen gaan aanbieders nemen?
Daarnaast onafhankelijke clienteinformatie: voor hulp bij het kiezen van de juiste zorgvorm en voor hulp bij het maken van een keuze voor een aanbieder die het meest bij je past.
Met de sector heb ik afgesproken met ingang van 2017 de indicatoren over basisveiligheid van alle locaties openbaar te maken.
Samen met ervaringen van cliënten -&gt; Zorgkaart.nln &gt;
In de zorg wordt steeds meer aangesloten bij de wensen van de individuele zorgvrager. De concrete invulling van de zorg moet gebeuren in samenspraak met de cliënt, zijn naasten en de zorgverlener. Uitgangspunt is dat beslissingen zo veel mogelijk worden genomen door de cliënt, met inachtneming van zijn wensen en mogelijkheden. .
Kwaliteit van leven is bij uitstek een individuele zaak. Voor hem of haar wordt de zorg beter.
Deze individuele zorg kan echter botsen met collectieve belangen: de solidariteit en de macrobetaalbaarheid kunnen onder druk komen te staan.
IK ga mijn verhaal nu kort sluiten …
Na de hervormingen staat er een aangepast stelsel. Het huis is gerenoveerd, nu is het zaak dat de partijen - de bewoners - hun rol pakken, het samenwonen bevorderen in het belang van de cliënt, in zijn verscheidenheid en ook met de juist ondersteuning om keuzes te maken in de zorg.
De rol binnen het systeem pakket betekent ook dat partijen veel dingen onderling moeten regelen – onder de motorkap, zonder cliënten te vermoeien met eigen contracturele afspraken, onderhandelingen en verantwoordingen. Samen zorgen dat de auto rijdt en ook goed rijdt, dat is wat mensen verwachten.
En laat je elke discussie van onder de motorkap ook in openbaar een rol spelen, dan voedt dat slechts de onzekerheid van mensen: er za; wel iets aan de hand zijn, er zal wel iets mis zijn, krijg ik mijn mijn zorg nog wel als ik het nodig heb….
Mijn stelling: qua stelsel ben ik wel zo&apos;n beetje klaar, het huidige stelsel biedt alle (innovatie) ruimte om gezamenlijk breed gedeelde einddoel te bereiken . Waarom durf ik dat te zeggen? Omdat velen van jullie dit al bewijzen in de praktijk, de toekomst is al onder ons (en dan veel meer concrete succesvoorbeelden geven, voorlopers expliciet in zonnetje zetten). Tegelijkertijd worstelen de voorlopers met opschalingsvraagstukken en verduurzaming (soms valt het weer terug zelfs) en is er ook de vraag als het bij Sensire kan waarom dan niet in de rest van Nederland. Dan biedt het systeem dus alle ruimte, maar zit het hem in iets anders. Wat is dat zo vraag ik me af. Waarom lukt het jullie onvoldoende om het met elkaar gewoon te doen in navolging van hen die jullie voorgingen?
Nogmaals mijn stelling in systeem zit het niet of nauwelijks maar als jullie nog concrete knelpunten kunnen laten zien dan ben ik gaarne bereid daar mijn bijdrage in te leveren. Persoonlijk denk ik dat het veel meer zit in het daadwerkelijk op regionaal/lokaal niveau gewoon elkaar opzoeken, alle betrokkenen om de tafel en gezamenlijk de systeemsprong maken. Als mijn ministerie of ikzelf daar ook nog een rol ik kunnen spelen (de partij die het leerproces faciliteert) dan ben ik daar graag toe bereid. Jullie kunnen dat natuurlijk ook gewoon zelf organiseren, maar ik merk wel dat zo&apos;n &quot;bij elkaar roepende en houdende&quot; rol van VWS vaak gewaardeerd wordt. Betekent overigens ook wat voor VWS, minder wetgeving, financiering en communicatie meer faciliteren (systeemtherapeut, capacity to convene, aanmoedigen en zeggen dat het mag).
Kortom: voorlopers laten zien dat ons gemeenschappelijke gewenste toekomstvisie/bedoeling in de praktijk te brengen is, maar dat opschalen en verduurzamen weerbarstig is maar niet omdat het niet zou kunnen in huidige stelsel. Er zijn dus andere interventies nodig met andere rol vanuit VWS. Die moet wel gewenst zijn door het veld anders werkt het niet. Het begint dus bij jullie, bestuurders, die verantwoordelijkheid nemen. Kom maar op zou ik zeggen!
Natuurlijk is de langdurige zorg complex en moeten we met veel zaken rekening houden. Maar we moeten ons ook laven aan de wijsheid van Seneca
Niet omdat de dingen moeilijk zijn, durven wij niet, maar omdat wij niet durven zijn de dingen moeilijk.
Misschien te gebruiken om bestuurders van zorgaanbieders te helpen de omslag in denken en doen te laten maken onder het motto en om terug te grijpen naar de titel van deze bijeenkomst: durf personalisatie te maken tot je standaard!