Laurent Schindfessel stelde er zijn lopend doktoraatsonderzoek voor aan de UGent rond gedetailleerde (Large Eddy) simulaties van samenvloeiingen van open kanalen.
Boudewijn Decrop van IMDC stelde zijn doktoraatswerk aan UGent en KUL voor rond het modelleren van baggerpluimen, zowel in detail als bronterm voor grotere modellen.
Boudewijn Decrop van IMDC stelde zijn doktoraatswerk aan UGent en KUL voor rond het modelleren van baggerpluimen, zowel in detail als bronterm voor grotere modellen.
Comprehensive Schedule Planning Contributes to Successful Sediment Project ...Donald Carpenter
This presentation discusses how comprehensive, and systematic project planning contributes to the successful remediation of contaminated sediment impacted by Manufactured Gas Plant-related coal tar.
Sandra Soares-Frazão van de Universite Catholique de Louvain (UCL) stelde het werk voor van haar groep rond het modelleren van transiente stromingen, met een toepassing op bresgroei.
Patrick Luyten van Kbin-OD Natuur tenslotte stelde de laatste ontwikkelingen voor van de Coherens-software, en toonde ook enkele mariene en estuariene toepassingen.
Sven Smolders van het WL presenteerde een nieuw hydrodynamisch model van de Schelde. SCALDIS is een 3D model van waterbeweging waar later nog sedimenttransport in zal worden ingebouwd.
Elin Vanlierde (WL-HIC) stelde de monitoring van sediment door WL-HIC voor en hoe we op basis van deze metingen sedimentfluxen kunnen berekenen in de Vlaamse waterwegen.
Emmanuel Cornet (WL-HIC) stelde het meetnet van het HIC voor met aandacht voor het opstellen van Q/H relaties en de instrumenten die worden gebruikt om meetlocaties te ijken.
De workshop gaf de deelnemers inzichten en tools die ze zelf kunnen gebruiken in hun eigen werk. Een interessante kruisbestuiving!
Op dinsdag 18 november 2014 vond de 7de Trefdag Dijkinspectie en –onderhoud Vlaanderen plaats bij afdeling Geotechniek te Zwijnaarde. De dag werd verzorgd door de Werkgroep Dijken, bestaande uit het Waterbouwkundig Laboratorium en afdeling Geotechniek, en is bedoeld voor dijkbeheerders, onderzoekers en andere betrokkenen binnen de Vlaamse overheid.
Katrien Van Eerdenbrugh (Ugent) stelt in deze presentatie een methode (BREACH) voor waarbij veranderingen/inconsistenties in gegevens kunnen gedetecteerd worden, hier toegepast op Q/H verbanden.
In de presentatie van Jeroen Vercruysse (WL) werden een aantal resultaten besproken van het uitgevoerde schaalmodelonderzoek voor de in- en uitwateringsconstructies voor GOG/GGG-gebieden. Hierbij werden de opgemeten stromingspatronen en bodemnabije snelheden gepresenteerd en werd ook de invloed van het ontwerp van de woelkom op deze grootheden besproken
Effect of Height and Surface Roughness of a Broad Crested Weir on the Dischar...RafidAlboresha
Weir is usually incorporated as control or regulation devices in hydraulic systems,
with flow measurement as their secondary. It is normally intended for use in the field and thus
to regulate broad discharges. Broad-Crested weir is among the oldest common weir types. In this
paper, the effect of height and surface roughness for different Board Crested weirs models were
studied on discharge coefficient (Cd) in a horizontal open channel. In the crest of the weir,
certain materials may be combined with concrete (e.g., boulders) or may be used as cladding to
minimize the effect of water overflow (e.g. stone). The weir surface should not be considered
smooth in this case, and the discharge coefficient (Cd) must be re-estimated. For these purposes, laboratory flume was used to study the effect of height and surface roughness on the discharge coefficients with four of the different weir models dimensions of the concrete blocks. In this study, the flow conditions were considered to be free water flow and the viscosity effect was neglected. In all cases, the weir height effect was directly proportional to the discharge coefficient while the surface roughness effect was found to be inversely proportional to the coefficient Cd of the case study.
Comprehensive Schedule Planning Contributes to Successful Sediment Project ...Donald Carpenter
This presentation discusses how comprehensive, and systematic project planning contributes to the successful remediation of contaminated sediment impacted by Manufactured Gas Plant-related coal tar.
Sandra Soares-Frazão van de Universite Catholique de Louvain (UCL) stelde het werk voor van haar groep rond het modelleren van transiente stromingen, met een toepassing op bresgroei.
Patrick Luyten van Kbin-OD Natuur tenslotte stelde de laatste ontwikkelingen voor van de Coherens-software, en toonde ook enkele mariene en estuariene toepassingen.
Sven Smolders van het WL presenteerde een nieuw hydrodynamisch model van de Schelde. SCALDIS is een 3D model van waterbeweging waar later nog sedimenttransport in zal worden ingebouwd.
Elin Vanlierde (WL-HIC) stelde de monitoring van sediment door WL-HIC voor en hoe we op basis van deze metingen sedimentfluxen kunnen berekenen in de Vlaamse waterwegen.
Emmanuel Cornet (WL-HIC) stelde het meetnet van het HIC voor met aandacht voor het opstellen van Q/H relaties en de instrumenten die worden gebruikt om meetlocaties te ijken.
De workshop gaf de deelnemers inzichten en tools die ze zelf kunnen gebruiken in hun eigen werk. Een interessante kruisbestuiving!
Op dinsdag 18 november 2014 vond de 7de Trefdag Dijkinspectie en –onderhoud Vlaanderen plaats bij afdeling Geotechniek te Zwijnaarde. De dag werd verzorgd door de Werkgroep Dijken, bestaande uit het Waterbouwkundig Laboratorium en afdeling Geotechniek, en is bedoeld voor dijkbeheerders, onderzoekers en andere betrokkenen binnen de Vlaamse overheid.
Katrien Van Eerdenbrugh (Ugent) stelt in deze presentatie een methode (BREACH) voor waarbij veranderingen/inconsistenties in gegevens kunnen gedetecteerd worden, hier toegepast op Q/H verbanden.
In de presentatie van Jeroen Vercruysse (WL) werden een aantal resultaten besproken van het uitgevoerde schaalmodelonderzoek voor de in- en uitwateringsconstructies voor GOG/GGG-gebieden. Hierbij werden de opgemeten stromingspatronen en bodemnabije snelheden gepresenteerd en werd ook de invloed van het ontwerp van de woelkom op deze grootheden besproken
Effect of Height and Surface Roughness of a Broad Crested Weir on the Dischar...RafidAlboresha
Weir is usually incorporated as control or regulation devices in hydraulic systems,
with flow measurement as their secondary. It is normally intended for use in the field and thus
to regulate broad discharges. Broad-Crested weir is among the oldest common weir types. In this
paper, the effect of height and surface roughness for different Board Crested weirs models were
studied on discharge coefficient (Cd) in a horizontal open channel. In the crest of the weir,
certain materials may be combined with concrete (e.g., boulders) or may be used as cladding to
minimize the effect of water overflow (e.g. stone). The weir surface should not be considered
smooth in this case, and the discharge coefficient (Cd) must be re-estimated. For these purposes, laboratory flume was used to study the effect of height and surface roughness on the discharge coefficients with four of the different weir models dimensions of the concrete blocks. In this study, the flow conditions were considered to be free water flow and the viscosity effect was neglected. In all cases, the weir height effect was directly proportional to the discharge coefficient while the surface roughness effect was found to be inversely proportional to the coefficient Cd of the case study.
INFLUENCE OF UNCERTAINTY IN LEAK LOCATION ON DETECTION OF CONTAMINANT PLUMES ...Amro Elfeki
Contaminants are introduced in groundwater by planned human activities rather than by the natural phenomena. Landfills, represent a widespread and significant threat to groundwater quality. Therefore monitoring well networks at these sites are of vital importance in detecting plumes. However, it is often difficult to ensure a specific network which will detect all of the contaminants released from the landfill because of the numerous significant uncertainties that are involved.
Pore scale dynamics and the interpretation of flow processes - Martin Blunt, Imperial College London, at UKCCSRC specialist meeting Flow and Transport for CO2 Storage, 29-30 October 2015
Maritieme Toegang beheert de vaarwegen naar de Vlaamse havens Oostende, Zeebrugge, Gent en Antwerpen, alsook de kunstwerken en eigendommen gelegen langs die maritieme toegangswegen. Daarnaast zorgen Maritieme Toegang voor de aanleg en het onderhoud van de basisinfrastructuur in de zeehavens. Dit is de infrastructuur, niet bestemd voor commerciële exploitatie zoals zeesluizen, havendammen, staketsels, spoorwegbermen, groenschermen met inbegrip van de ontsluitingswegen van en naar het havengebied. Het beheren van de vaarweg naar de Antwerpse haven omvat de uitvoering van onderhoudsbaggerwerken zowel ter hoogte van de hoofdvaargeul in de Westerschelde als in de Beneden-Zeeschelde. In de Westerschelde worden de principes van Flexibel Storten toegepast waarbij in overleg tussen Vlaanderen en Nederland op basis van monitoringsdata beslist wordt waar de onderhoudsbaggerspecie gestort kan worden binnen afgebakende stortzones. Gedurende de onderhoudsbaggerwerken registreert Maritieme toegang o.a. de bagger- en stortdata die aangeleverd worden in het kader van de MONEOS dataverzameling. Overeenkomstig het Tracébesluit Verruiming Westerschelde (juli 2008) dient in het kader van het flexibel storten en de mogelijkheden tot bijsturing van de stortactiviteiten een uitgebreid monitorings- en signaleringsprogramma uitgevoerd te worden. Tussentijds (minimaal eens per 2 jaar) dient er een voortgangsrapportage opgesteld worden over de voortgang van de werkzaamheden, de uitkomsten van de monitoring en voorstellen voor bijsturing van de stortactiviteiten. Aanvullend vereisen de milieuvergunningen van Maritieme Toegang tevens de tweejaarlijkse opmaak van voortgangsrapporten die de evolutie van de meetgegevens beoordelen en de relatie tot de onderhoudsbaggerwerken nagaan. Maritieme Toegang staat in voor de opdrachtverlening en coördinatie van deze evaluatieopdrachten, gesteund op de MONEOS-monitoringsdata. Vlaanderen en Nederland hebben aanvullend besloten iedere zes jaar de toestand van het Schelde-estuarium te evalueren in relatie tot de functies veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid waarbij nagegaan wordt in welke richting het estuarium zich ontwikkelt. De Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) heeft hiervoor een evaluatiemethodiek ontwikkeld die leidt tot een oordeel over de toestand en de ontwikkeling op basis van de beleidsdoelstellingen uit de Langetermijnvisie Schelde-estuarium en inzichten in een goed functionerend Schelde-ecosysteem. De evaluatie wordt uitgevoerd aan de hand van een grote hoeveelheid meetgegevens over de toestand van het Schelde-estuarium, zoals bijvoorbeeld over hoog- en laagwaterstanden, de hoogteligging van de bodem, de concentraties van stoffen in het water, de oppervlakte van de leefgebieden en de aantallen en biomassa van diverse biota. Deskundigen analyseren deze gegevens en brengen met de voorgeschreven evaluatiemethodiek in beeld hoe de toestand en de toekomstverwachting veranderen...
Hans schetst in zijn presentatie de evolutie die het WL-HIC in 10 jaar meten heeft gemaakt. Wat, hoe en waar werd vroeger gemeten en hoe verloopt de monitoring vandaag de dag, met ook de motivatie achter bepaalde keuzes. De samenwerking met (inter-)nationale instanties wordt in deze evolutie ook aangehaald. Er wordt ook een blik geworpen op de nabije toekomst (2020).
De Zeeschelde is de voorbije 20 jaar spectaculair veranderd: van een quasi dode stroom naar een rivier waar vis terug massaal zijn weg zoekt. Dit alles dankzij een enorme verbetering van de waterkwaliteit en het zuurstofgehalte in het bijzonder. Maar we zijn er nog niet: ondanks grote sprongen in de goede richting, voldoet de waterkwaliteit nog niet aan de gewenste kwaliteit. Wat is hiervoor nodig? Wie waterkwaliteit zegt, denkt vaak aan waterzuivering en andere maatregelen in het bekken zoals mestbeperking of groene bufferstroken. Maar dat is slechts een zijde van het verhaal. Het bekkenbeheer bepaalt wat er toekomt in het estuarium van de Schelde. Wat het ecosysteem van de Zeeschelde er vervolgens mee doet, is evenzeer bepalend voor de waterkwaliteit. Waar en wanneer ontstaat algenbloei, is er netto zuurstoftoename, waar en wanneer domineert bacteriële afbraak en daalt zuurstof? Lichtklimaat, menggedrag of verblijftijd zijn hierbij essentiële parameters, die worden gestuurd vanuit morfologie en hydrodynamiek. Een goede kennis en beheer hiervan is bijgevolg essentieel voor een goede waterkwaliteit.
Leen vertelt vandaag over de praktische kant van de data-ontsluiting uit de WISKI-databank van het HIC. Ze neemt jullie mee op reis door de wonderlijke wereld van waterinfo.be, waarop zeer veel Moneosdata publiek beschikbaar zijn. Er wordt ook een vooruitblik gedaan naar de zeer nabije toekomst, waarin HIC wil inzetten op het gebruik van webservices voor geautomatiseerde processen en periodiek terugkerende data-vragen.
Door de uitvoering van het geactualiseerde Sigmaplan bouwt Vlaanderen aan een veilige en duurzame toekomst voor het Zeescheldebekken. Maar is dat wel zo? De toekomst is toch niet te voorspellen? Wat is dan het belang van een uitgebreid monitoringprogramma zoals MONEOS in dit verhaal? Zouden we niet beter wat minder “meten” en wat meer “doen”? Een aantal deelprojecten van het geactualiseerde Sigmaplan zijn intussen reeds afgewerkt (zoals het GGG Bergenmeersen, het GOG Paardeweide, de ontpoldering te Lillo, het GOG Wijmeers I, de ontpoldering Wijmeers II en het GGG Zennegat) en ook het GOG KBR is inmiddels in werking; een aantal andere deelprojecten van het geactualiseerde Sigmaplan zijn nog in uitvoering; en nog andere deelprojecten worden verder voorbereid (= projecten in studiefase). Een geschikte moment dus om ook eens te kijken naar de rol van het MONEOS-programma bij de uitvoering van dit geactualiseerde Sigmaplan.
Om de evolutie van habitatdiversiteit op te volgen vormt de ecotopenkaart een belangrijk beleidsinstrument. We gaan in op de opmaak van de ecotopenkaart in de Zeeschelde en de directe toepassingen van de kaarten en afgeleide producten in beheer en onderzoek. In de toekomst plannen we om deze kaart nog te verbeteren op basis van multidisciplinair onderzoek samen met het Waterbouwkundig Labo. Hierbij worden stroomsnelheidsmodellen gebruikt om ecologisch belangrijke zones fijner af te bakenen en om zo effecten van veranderende hydro- en morfodynamiek beter te kunnen inschatten.
Het getij is de meest sturende variabele in het Schelde estuarium en wordt in België dan ook bijna 130 jaar lang gemonitord, met de eerste metingen in 1888. Momenteel wordt het getij opgemeten in 28 meetstations langsheen het Vlaamse deel van het Schelde-estuarium (Schelde en bijrivieren). In de presentatie wordt in eerste fase ingegaan op de belangrijkste astronomische oorzaken van het getij en hun signalen in de getijdata, alsook het verloop van de getijgolf doorheen het estuarium. Door de trechtervormige geometrie van het Schelde-estuarium wordt de hoogwatergolf opgestuwd, waardoor de hoogwaters langsheen het estuarium toenemen. Opwaarts in het estuarium ondervindt deze golf meer weerstand, waardoor deze afgeremd en afgevlakt wordt. De laagwaterstanden bereiken een minimale waarde ter hoogte van Antwerpen waarna de laagwatergolf in het opwaartse deel in belangrijke mate de bodemhelling volgt. Door een verschillende snelheid van de hoog- en laagwatergolf neemt de getij-asymmetrie toe in stroomopwaartse richting, wat zijn effect heeft op transportprocessen (van bv. sediment) binnen het estuarium.
In de laatste eeuwen en decennia konden heel wat morfologische veranderingen binnen het estuarium (uitruimingen, bedijkingen, inpolderingen,…) en aan de randen van het estuarium (zeespiegelstijging, …) worden geobserveerd. Tal van studies onderzochten de link van deze morfologische wijzigingen met de geobserveerde stijging van de hoogwaters en daling van het laagwater (en uiteraard ook stijging van het getijverschil). Over de laatste decennia is ook de locatie met het maximale getijverschil verschoven van Antwerpen naar Driegoten. Naast onderzoeksdoeleinden worden de getijgegevens ook continu gebruikt voor validatie van (operationele) numerieke modellen, permanentie, scheepvaart, …
Het Schelde estuarium vervult veel functies en in de loop der jaren werden stap voor stap gegevens verzameld met het oog op het beter vervullen van die functies. Voor de diverse functies waren verschillende administraties verantwoordelijk en bovendien zijn de bevoegdheden nog eens verdeeld over Vlaanderen en Nederland. Het gevolg was dat heel wat gegevens op een ongecoördineerde manier werden verzameld waardoor er aan de ene kant overlappingen waren en aan de andere kant hiaten. Bovendien werd de behoefte aan extra informatie steeds groter. Waar oorspronkelijk de interesse beperkt was tot getijgegevens en waterdieptes groeide de behoefte naar meer gegevens over slib in het water, over waterkwaliteit, over ecologische parameters etc. Deze behoefte volgde enerzijds vanuit wetenschappelijke zijde maar in zeer belangrijke mate ook vanuit de wetgeving die vereist dat bepaalde parameters worden opgevolgd als toetssteen voor het beleid. De wetenschappelijke onderbouwing van beheer en de evaluatie van het gevoerde beheer vereisen inderdaad dat we nauwkeurig “de vinger aan de pols houden”.
Aanvullend op de lopende metingen werd in 1996 gestart met een geïntegreerd meetprogramma (OMES) om beter inzicht te krijgen in het ecologisch functioneren van het estuarium en de impact van het Sigmaplan op dat ecologisch functioneren beter te begrijpen. Immers er had zich in die periode een fundamentele wijziging voorgedaan. De ingrepen in de rivier waren niet alleen meer in het voordeel van de gebruiksfuncties ten koste van het ecosysteem, maar nu werden projecten geïmplementeerd die zowel de gebruiks- als de ecologische functies moesten verbeteren. Hoewel het OMES project een sterke mate van interne integratie had, stond het helaas nog te los van de vele andere monitoringsprojecten in het Schelde estuarium. Daarom werd in 2008 het MONEOS programma opgesteld. In de onderliggende nota werd een overzicht gemaakt van alle lopende initiatieven en op basis daarvan werd een voorstel voor een geïntegreerd monitoring programma voor het volledige Schelde estuarium gemaakt, later gevolgd door de ontwikkeling van een evaluatiemethodiek. Grote delen van dit programma zijn nu in uitvoering en het Schelde estuarium heeft nu niet meer alleen de reputatie van het meest vervuilde estuarium, maar ook die van het best bemeten systeem. In deze bijdrage zal het huidige programma kritisch geëvalueerd worden en suggesties naar de toekomst gemaakt worden.
Sediment in het Schelde-estuarium is van grote invloed voor verschillende functies, denk maar aan de onderhoudsbaggerwerken om de toegankelijkheid tot de havens te garanderen, of de relatie met de ecologie via het doorzicht en de invloed hiervan op de primaire productie. Om de veranderingen in de sedimenthuishouding in het Schelde-estuarium beter te kunnen interpreteren, is het cruciaal de verschillende bronnen van sediment te kennen. Om de aanvoer van de bovenrivieren ter hoogte van de opwaartse grens van het estuarium in beeld te brengen, voert het Waterbouwkundig Laboratorium sinds het midden van de 20e eeuw metingen uit van zowel het debiet als de zwevende stof concentraties. Op basis van deze parameters kan de sedimentaanvoer naar het estuarium ingeschat worden. In de laatste jaren is de methodiek geoptimaliseerd, waarbij gebruik gemaakt wordt van hoogfrequentere metingen: waar in het verleden gebruik gemaakt werd van wekelijks schepstalen, wordt vandaag de dag gebruik gemaakt van 14-uurlijkse automatische pompstalen. De optimalisatie laat toe om o.a. sedimentvrachten bij wassen (hoge bovenafvoer) beter in te schatten. Naast de aanvoer vanuit de bovenrivieren, vindt er ook permanent uitwisseling plaats tussen het estuarium en de Noordzee van mariene sedimenten. Deze fl uxen worden niet direct gemeten, maar worden ingeschat op basis van de verhouding van mariene en fl uviatiele sedimenten in het estuarium. In de presentatie wordt op beide aspecten in gegaan, en wordt tevens een vooruitblik gemaakt naar een methodiek die het toelaat een inschatting te maken van sedimenttransporten in het estuarium, van belang om de seizoenale variatie in zwevende stof gehaltes beter te begrijpen.
De bezorgdheid of het Schelde estuarium al dan niet naar een hypertroebel systeem evolueert heeft de afgelopen jaren geleid tot een toename van het onderzoek naar zwevende stof concentraties. Het WL voert tal van metingen uit om enerzijds het zwevende stof gehalte in het estuarium te bepalen, alsook de zwevende stof gehaltes die voorkomen aan de randen van het tijgebied. Wouter geeft een overzicht van de verschillende type metingen die het WL uitvoert, toont een aantal onderzoeksresultaten, en geeft aan wat belangrijk is bij de interpretatie van de meetgegevens.
Het debiet van de Zeeschelde doelt in deze context op de aanvoer via de zijrivieren, de bovenafvoer dus. Omdat in de Zeeschelde getij heerst, domineren er de eb- en vloedstromingen en is de bijdrage van de bovenlopen niet meetbaar. Daarom moet dit debiet berekend worden. Het debiet wordt berekend ter hoogte van Schelle, net afwaarts de monding van de Rupel, de laatste grote zijrivier van de Zeeschelde.
Het debiet in Schelle wordt berekend vertrekkende van de metingen aan de opwaartse randen van het getijgebied. Via een herschaling op basis van het bekkenoppervlak wordt het debiet aan de monding van de zijrivieren bepaald. Voor het geheel van de bekkens van de Dijle, Zenne, Kleine- en Grote Nete wordt het specifieke debiet berekend. Dit wordt gebruikt om de bijdrage van het onbemeten gebied langs de Zeeschelde en de Durme te schatten. De som van het debiet van de zijrivieren (rekening houdend met de tijdsvertraging naar Schelle) en het onbemeten gebied is het berekende debiet van de Zeeschelde in Schelle. Deze berekening gebeurt op dagbasis. Om een aantal onzekerheden in de berekeningsmethode op te vangen wordt het debiet per vijf dagen (pentade) uitgemiddeld.
De bovenafvoer an sich is geen belangrijke parameter die veel inzicht geeft in de processen in de Zeeschelde. Het is wel een parameter van praktisch nut, als randvoorwaarde bij numerieke hydrodynamische modelleringen. Bovendien, en dat is misschien wel de hoofdreden waarom het nuttig blijft om de bovenafvoer te berekenen, wordt ze vaak gebruikt als verklaring bij analyses van andere parameters. Zo is bij lage bovenafvoer (vnl. in de zomer) het zoutgehalte en de concentratie aan zwevende stof in opwaartse gebieden hoger dan bij hoge afvoeren ‘s winters.
Uit de analyse van de berekende debieten in Schelle (vanaf 1949) blijkt dat de jaargemiddelde afvoer de voorbije 10 jaren normaal waren, op uitzondering van 2017 (en naar verwachting ook 2018) dat een redelijk lage jaargemiddelde afvoer kende. Bovendien schommelt de afvoer al sinds 2003-2004 rond 100 m3/s en is de variatie in waarde afgenomen. De periode is echter te kort om al van een trendbreuk te kunnen spreken.
De presentatie start met een inleiding van de gemeten fysicochemische parameters langsheen het Schelde estuarium: Hoe, wat, waar wordt er nu precies gemeten? Daarna zoomen we in op een aantal lopende onderzoeken zoals: ‘Het dilemma Zout’ en ‘Langjarige fluctuaties in fysische parameters’.
De ingebruikname van een digitale beheertoepassing zodat assets (infrastructuren, installaties, gebouwen, ...) digitaal beheerd kunnen worden volgens een geheel van uniforme procedures en workflows
Toelichting nieuwe technieken
– Temperatuursmetingen voor lekdetectie te Retie
– Analyse van satellietbeelden te Antwerpen
– Glasvezelmetingen te Wetteren
Gismo als intern online platform
David Gallach-Sanchez (UGent) presenteerde de resultaten van schaalmodelonderzoek van golfoverslag bij kustwaterbouwkundige constructies met een steile helling en hoe deze resultaten gebruikt zijn als validatie van een recente golfoverslagformulering.
De tweede presentatie van Didier Bousmar (LRH Châtelet) betrof resultaten van schaalmodelonderzoek en 2D-numerieke modellering dewelke uitgevoerd zijn in het kader van de renovatie van de vertical slot vispassage op de Maas te Rivière.
Sébastien Erpicum (ULg) gaat dieper in op de methodes (schaalmodellen, 1D-numerieke modellering) die gebruikt kunnen worden om stroming over een Piano Key Weir beter te begrijpen en op de stand van zaken wat betreft dit onderzoek binnen de onderzoeksgroep
Immunizing Image Classifiers Against Localized Adversary Attacksgerogepatton
This paper addresses the vulnerability of deep learning models, particularly convolutional neural networks
(CNN)s, to adversarial attacks and presents a proactive training technique designed to counter them. We
introduce a novel volumization algorithm, which transforms 2D images into 3D volumetric representations.
When combined with 3D convolution and deep curriculum learning optimization (CLO), itsignificantly improves
the immunity of models against localized universal attacks by up to 40%. We evaluate our proposed approach
using contemporary CNN architectures and the modified Canadian Institute for Advanced Research (CIFAR-10
and CIFAR-100) and ImageNet Large Scale Visual Recognition Challenge (ILSVRC12) datasets, showcasing
accuracy improvements over previous techniques. The results indicate that the combination of the volumetric
input and curriculum learning holds significant promise for mitigating adversarial attacks without necessitating
adversary training.
Hybrid optimization of pumped hydro system and solar- Engr. Abdul-Azeez.pdffxintegritypublishin
Advancements in technology unveil a myriad of electrical and electronic breakthroughs geared towards efficiently harnessing limited resources to meet human energy demands. The optimization of hybrid solar PV panels and pumped hydro energy supply systems plays a pivotal role in utilizing natural resources effectively. This initiative not only benefits humanity but also fosters environmental sustainability. The study investigated the design optimization of these hybrid systems, focusing on understanding solar radiation patterns, identifying geographical influences on solar radiation, formulating a mathematical model for system optimization, and determining the optimal configuration of PV panels and pumped hydro storage. Through a comparative analysis approach and eight weeks of data collection, the study addressed key research questions related to solar radiation patterns and optimal system design. The findings highlighted regions with heightened solar radiation levels, showcasing substantial potential for power generation and emphasizing the system's efficiency. Optimizing system design significantly boosted power generation, promoted renewable energy utilization, and enhanced energy storage capacity. The study underscored the benefits of optimizing hybrid solar PV panels and pumped hydro energy supply systems for sustainable energy usage. Optimizing the design of solar PV panels and pumped hydro energy supply systems as examined across diverse climatic conditions in a developing country, not only enhances power generation but also improves the integration of renewable energy sources and boosts energy storage capacities, particularly beneficial for less economically prosperous regions. Additionally, the study provides valuable insights for advancing energy research in economically viable areas. Recommendations included conducting site-specific assessments, utilizing advanced modeling tools, implementing regular maintenance protocols, and enhancing communication among system components.
Overview of the fundamental roles in Hydropower generation and the components involved in wider Electrical Engineering.
This paper presents the design and construction of hydroelectric dams from the hydrologist’s survey of the valley before construction, all aspects and involved disciplines, fluid dynamics, structural engineering, generation and mains frequency regulation to the very transmission of power through the network in the United Kingdom.
Author: Robbie Edward Sayers
Collaborators and co editors: Charlie Sims and Connor Healey.
(C) 2024 Robbie E. Sayers
Final project report on grocery store management system..pdfKamal Acharya
In today’s fast-changing business environment, it’s extremely important to be able to respond to client needs in the most effective and timely manner. If your customers wish to see your business online and have instant access to your products or services.
Online Grocery Store is an e-commerce website, which retails various grocery products. This project allows viewing various products available enables registered users to purchase desired products instantly using Paytm, UPI payment processor (Instant Pay) and also can place order by using Cash on Delivery (Pay Later) option. This project provides an easy access to Administrators and Managers to view orders placed using Pay Later and Instant Pay options.
In order to develop an e-commerce website, a number of Technologies must be studied and understood. These include multi-tiered architecture, server and client-side scripting techniques, implementation technologies, programming language (such as PHP, HTML, CSS, JavaScript) and MySQL relational databases. This is a project with the objective to develop a basic website where a consumer is provided with a shopping cart website and also to know about the technologies used to develop such a website.
This document will discuss each of the underlying technologies to create and implement an e- commerce website.
NO1 Uk best vashikaran specialist in delhi vashikaran baba near me online vas...Amil Baba Dawood bangali
Contact with Dawood Bhai Just call on +92322-6382012 and we'll help you. We'll solve all your problems within 12 to 24 hours and with 101% guarantee and with astrology systematic. If you want to take any personal or professional advice then also you can call us on +92322-6382012 , ONLINE LOVE PROBLEM & Other all types of Daily Life Problem's.Then CALL or WHATSAPP us on +92322-6382012 and Get all these problems solutions here by Amil Baba DAWOOD BANGALI
#vashikaranspecialist #astrologer #palmistry #amliyaat #taweez #manpasandshadi #horoscope #spiritual #lovelife #lovespell #marriagespell#aamilbabainpakistan #amilbabainkarachi #powerfullblackmagicspell #kalajadumantarspecialist #realamilbaba #AmilbabainPakistan #astrologerincanada #astrologerindubai #lovespellsmaster #kalajaduspecialist #lovespellsthatwork #aamilbabainlahore#blackmagicformarriage #aamilbaba #kalajadu #kalailam #taweez #wazifaexpert #jadumantar #vashikaranspecialist #astrologer #palmistry #amliyaat #taweez #manpasandshadi #horoscope #spiritual #lovelife #lovespell #marriagespell#aamilbabainpakistan #amilbabainkarachi #powerfullblackmagicspell #kalajadumantarspecialist #realamilbaba #AmilbabainPakistan #astrologerincanada #astrologerindubai #lovespellsmaster #kalajaduspecialist #lovespellsthatwork #aamilbabainlahore #blackmagicforlove #blackmagicformarriage #aamilbaba #kalajadu #kalailam #taweez #wazifaexpert #jadumantar #vashikaranspecialist #astrologer #palmistry #amliyaat #taweez #manpasandshadi #horoscope #spiritual #lovelife #lovespell #marriagespell#aamilbabainpakistan #amilbabainkarachi #powerfullblackmagicspell #kalajadumantarspecialist #realamilbaba #AmilbabainPakistan #astrologerincanada #astrologerindubai #lovespellsmaster #kalajaduspecialist #lovespellsthatwork #aamilbabainlahore #Amilbabainuk #amilbabainspain #amilbabaindubai #Amilbabainnorway #amilbabainkrachi #amilbabainlahore #amilbabaingujranwalan #amilbabainislamabad
Water scarcity is the lack of fresh water resources to meet the standard water demand. There are two type of water scarcity. One is physical. The other is economic water scarcity.
Welcome to WIPAC Monthly the magazine brought to you by the LinkedIn Group Water Industry Process Automation & Control.
In this month's edition, along with this month's industry news to celebrate the 13 years since the group was created we have articles including
A case study of the used of Advanced Process Control at the Wastewater Treatment works at Lleida in Spain
A look back on an article on smart wastewater networks in order to see how the industry has measured up in the interim around the adoption of Digital Transformation in the Water Industry.
CFD Simulation of By-pass Flow in a HRSG module by R&R Consult.pptxR&R Consult
CFD analysis is incredibly effective at solving mysteries and improving the performance of complex systems!
Here's a great example: At a large natural gas-fired power plant, where they use waste heat to generate steam and energy, they were puzzled that their boiler wasn't producing as much steam as expected.
R&R and Tetra Engineering Group Inc. were asked to solve the issue with reduced steam production.
An inspection had shown that a significant amount of hot flue gas was bypassing the boiler tubes, where the heat was supposed to be transferred.
R&R Consult conducted a CFD analysis, which revealed that 6.3% of the flue gas was bypassing the boiler tubes without transferring heat. The analysis also showed that the flue gas was instead being directed along the sides of the boiler and between the modules that were supposed to capture the heat. This was the cause of the reduced performance.
Based on our results, Tetra Engineering installed covering plates to reduce the bypass flow. This improved the boiler's performance and increased electricity production.
It is always satisfying when we can help solve complex challenges like this. Do your systems also need a check-up or optimization? Give us a call!
Work done in cooperation with James Malloy and David Moelling from Tetra Engineering.
More examples of our work https://www.r-r-consult.dk/en/cases-en/
Schindfessel large eddy simulations of an open-channel confluence
1. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
Large-eddy simulation of a laboratory
confluence
L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
2. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
Open-channel confluences
After Best, J. (1985): Flow dynamics and sediment transport at river channel confluences. Ph.D. thesis,
University of London, BirkBeck college.
3. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
Open-channel confluences
𝑞 =
𝑄 𝑚
𝑄 𝑑
=
𝑄 𝑚
𝑄 𝑚 + 𝑄𝑡
4. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
Open-channel confluences
Source: The Internet
5. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
7
Confluence research @ UGent
Laurent Schindfessel
Extreme discharge ratios
Large-eddy simulation
Stéphan Creëlle
Mixing & head loss
Experiments
6. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
8
Research Question
To characterize (turbulent) flow patterns at a
confluence where the incoming discharges differ
more than an order of magnitude
7. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
9
Research Question
To characterize (turbulent) flow patterns at a
confluence where the incoming discharges differ
more than an order of magnitude
𝑞 =
𝑄 𝑚
𝑄 𝑑
=
𝑄 𝑚
𝑄 𝑚 + 𝑄𝑡
8. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
10
Research Question
To characterize (turbulent) flow patterns at a
confluence where the incoming discharges differ
more than an order of magnitude
9. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
12
Large-Eddy Simulations (LES)
Spatially filtered Navier-Stokes equations,
whereby the small scale turbulence is removed.
Small-scale turbulence is modelled (Subgrid Scale
model, SGS).
Large-scale motions are resolved
10. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
13
Large-Eddy Simulations (LES)
In the OpenFOAM toolbox
Wall-modelled, rigid lid, standard Smagorinsky
Mesh size about 1cm => 4,2 million cells
Parallel computing on 32 processors
90° confluence, 3 discharge ratios q
11. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
15
Validation
Experiment
LES
12. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
18
Results
q = 0.25
q = 0.05
q = 0
13. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
19
Results
Schindfessel et al. (2015): Flow patterns in an open channel
confluence with increasingly dominant tributary inflow. Water,
7:9, 4724-4751.
q = 0.25
q = 0.05
q = 0
14. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
20
Results: TKE
q = 0.25
q = 0.05
q = 0
15. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
21
Results
q = 0.25
q = 0
16. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
22
Conclusions
Large eddy simulations have been used to
simulate the flow in a laboratory confluence
Discharge ratio is varied, corresponding to
increasingly dominant tributary inflow
Changes in flow patterns: impinging on opposing
wall, recirculating eddy
17. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
Thank you for your attention
Mail to: laurent.schindfessel@ugent.be
18. L. Schindfessel, S. Creëlle & T. De Mulder
Hydraulics Laboratory – Department of Civil Engineering – Ghent University
24
Further Reading
Schindfessel et al. (2015): Flow patterns in an open channel confluence with increasingly dominant tributary
inflow. Water, 7:9, 4724-4751.
Creëlle, S.; De Mulder, T; Schindfessel, L; van Oyen, T. Influence of Hydraulic Resistance on Flow Features
in An Open Channel Confluence. In Proceedings of the 3rd IAHR Europe Congress, Porto, Portugal, 14–16
April 2014.
Schindfessel, L.; Creëlle, S.; Boelens, T.; De Mulder, T. Flow Patterns in An Open Channel Confluence with
A Small Ratio of Main Channel to Tributary Discharge. In River Flow 2014; Schleiss, et al. Eds.; Taylor &
Francis Group: London,UK, 2014; pp. 989–996.
Best, J.L. Flow Dynamics and Sediment Transport at River Channel Confluences. Ph.D. Thesis, University
of London, London, UK, 1985.
Mignot, E.; Vinkovic, I.; Doppler, D.; Riviere, N. Mixing layer in open-channel junction flows. Environ. Fluid
Mech. 2014, 14, 1027–1041.
Constantinescu, G.; Miyawaki, S.; Rhoads, B.; Sukhodolov, A. Numerical analysis of the effect of
momentum ratio on the dynamics and sediment-entrainment capacity of coherent flow structures at a
stream confluence. J. Geophys. Res. 2012, 117, 1–21.
Stoesser, T. Large-eddy simulation in hydraulics: Quo vadis? J. Hydraul. Eng. 2014, 52, 441–452.