4. Lof zij de Heer,
de almachtige Koning der ere.
Laat ons naar hartenlust zingen
en blij musiceren.
Komt allen saam,
psalmzingt de Heilige Naam.
Looft al wat ademt de Here.
[Lof zij de Heer, …]
5. Lof zij de Heer,
Hij omringt met Zijn liefde uw leven;
heeft u in 't licht
als op adelaarsvleug'len geheven.
Hij, Die u leidt,
zodat uw hart zich verblijdt,
Hij heeft Zijn Woord u gegeven.
[Lof zij de Heer, …]
6. Lof zij de Heer,
Die uw lichaam zo schoon heeft geweven.
Dagelijks heeft Hij u
kracht en gezondheid gegeven.
Hij heeft u lief,
Die tot Zijn zoon u verhief.
Ja, Hij beschikt u ten leven.
[Lof zij de Heer, …]
7. Lof zij de Heer,
Die uw huis en uw haard heeft gezegend.
Lof zij de hemelse liefde,
die over ons regent.
Denk elke dag
aan wat Zijn almacht vermag,
die u met liefde bejegent.
[Lof zij de Heer …]
8. Lof zij de Heer
met de heerlijkste Naam van Zijn namen.
Christenen looft Hem
met Abrahams kinderen samen.
Hart wees gerust,
Hij is uw licht en uw lust.
Alles wat ademt zegt: Amen.
[●]
11. Mijn Jezus, mijn redder,
Heer, er is niemand als U.
Laat elk moment, al wat ik denk,
vol zijn van Uw liefde, Heer.
Mijn schuilplaats, mijn trooster,
veilige toren van kracht,
adem en stem, al wat ik ben,
brengen U voortdurend eer.
Refrein [Juich voor de Heer, …]
12. Refrein:
Juich voor de Heer,
heel de aarde, wees blij,
zing van de Koning en Zijn heerschappij.
Bergen aanbidden, de zee juicht mee
bij het horen van Uw naam.
U wil ik prijzen voor dat wat U schiep;
mijn leven lang loven, want U heb ik lief:
niets is zo goed als een leven heel dicht
bij U.
[Mijn Jezus, …]
13. Mijn Jezus, mijn redder;
Heer, er is niemand als U.
Laat elk moment, al wat ik denk,
vol zijn van Uw liefde, Heer.
Mijn schuilplaats, mijn trooster,
veilige toren van kracht,
adem en stem, al wat ik ben
brengen U voortdurend eer.
Refrein [Juich voor de Heer, …]
14. Refrein:
Juich voor de Heer;
heel de aarde wees blij;
zing van de Koning en Zijn heerschappij.
Bergen aanbidden, de zee juicht mee
bij het horen van Uw naam.
U wil ik prijzen voor dat wat U schiep;
mijn leven lang loven, want U heb ik lief:
niets is zo goed als een leven heel dicht
bij U.
[●]
17. Happiness is to know the Saviour,
living a life within His favour,
having a change in my behaviour:
happiness is the Lord.
[Happiness is …]
18. Happiness is a new creation,
having assurance of salvation,
Jesus and me in close relation:
happiness is the Lord.
Chorus [Real joy …]
19. Chorus:
Real joy is mine!
No matter if teardrops start;
I found the secret:
it's Jesus in my heart.
[Happiness is …]
20. Happiness is to be forgiven,
living a life, that is worth living,
taking the road, that leads to heaven:
happiness is the Lord.
Chorus [Real joy …]
21. Chorus:
Real joy is mine!
No matter if teardrops start;
I found the secret:
it's Jesus in my heart.
[Happiness is …]
22. Happiness is to be forgiven,
living a life, that is worth living,
taking the road, that leads to heaven:
happiness is the Lord;
happiness is the Lord;
happiness is the Lord.
[●]
25. Al ziet geen mens je zitten,
Ik weet, dat jij er bent.
Al voel je je verlaten,
Ik heb je in de gaten;
bij Mij ben je bekend.
Voor Mij ben je bijzonder,
Mijn allermooiste wonder;
voor Mij ben je in tel:
Ik ken je wel!
Refrein [En je mag …]
26. En je mag komen, je mag komen,
kom maar in Mijn huis
en in Mijn hart.
Kom maar in Mijn armen,
laat Mij jou verwarmen.
Al je streken zijn maar kinderspel:
Ik ken je wel!
[Misschien …]
27. Misschien denk je: Ach, laat maar,
d'r valt niets aan te doen;
ik kan alleen maar jokken,
ik maak alleen maar brokken:
ik ben een superoen.
En toch ben jij bijzonder
en toch ben jij een wonder.
Al zit je in de knel:
Ik ken je wel!
Refrein [En je mag …]
28. En je mag komen, je mag komen,
kom maar in Mijn huis
en in Mijn hart.
Kom maar in Mijn armen,
laat Mij jou verwarmen.
Al je streken zijn maar kinderspel:
Ik ken je wel!
(tussenspel)
Refrein [En je mag …]
29. En je mag komen, je mag komen,
want je bent voor Mij
zo heel speciaal.
Ook al moet je huilen,
kom maar bij Mij schuilen,
dan vergeet je al die tranen snel:
Ik ken je wel.
Refrein [En je mag …]
30. En je mag komen, je mag komen,
want je bent voor Mij
zo heel speciaal.
Ook al moet je huilen,
kom maar bij Mij schuilen,
dan vergeet je al die tranen snel:
Ik ken je wel.
Echt … Ik ken je wel!
[●]
35. Dank U, voor deze nieuwe morgen;
dank U, voor deze nieuwe dag.
Dank U, dat ik met al mijn zorgen
bij U komen mag.
[Dank U, voor alle …]
36. Dank U, voor alle goede vrienden;
dank U, o God, voor al wat leeft.
Dank U, voor wat ik niet verdiende:
dat Gij mij vergeeft.
[Dank U, voor alle …]
37. Dank U, voor alle bloemengeuren;
dank U, voor ieder klein geluk.
Dank U, voor alle held're kleuren;
dank U, voor muziek.
[Dank U, voor vele …]
38. Dank U, voor vele moeilijkheden;
dank U, voor zoveel pijn en strijd.
Dank U, dat Gij in alle lijden
toch steeds bij ons zijt.
[Dank U, dat Gij …]
39. Dank U, dat Gij hebt willen spreken;
dank U, Gij hoort een ieders taal.
Dank U, dat Gij het brood wilt breken
met ons allemaal.
[Dank U, Uw liefde …]
40. Dank U, Uw liefde kent geen grenzen.
Dank U, dat ik nu weet daarvan.
Dank U, o God, ik wil U danken,
dat ik danken kan.
[●]
43. Zie, hoe Jezus daar loopt
in Jeruzalem
met een kruis op Zijn rug
en een doornenkroon.
Hoor, de menigte schreeuwt
en roept: "Kruisig Hem!"
Zo gaf God Zijn eigen Zoon.
[Zie het Lam …]
44. Zie het Lam aan het kruis
daar op Golgotha,
als de Koning der Joden
wordt Hij veracht.
Zie de liefde voor ons
in Zijn ogen staan
als Hij roept: "Het is volbracht."
Refrein [Ja, ik dank …]
45. Refrein:
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer,
dat U het kruis voor mij droeg.
U bewijst Uw genade aan mij telkens weer.
Uw genade is mij genoeg.
[In het rijk …]
46. In het rijk van de dood
is Hij neergedaald.
Ja, uit liefde voor ons
heeft Hij dit gedaan.
Maar de steen van het graf
is nu weggehaald,
Jezus leeft, Hij is opgestaan.
Refrein [Ja, ik dank …]
47. Refrein:
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer,
dat U het kruis voor mij droeg.
U bewijst Uw genade aan mij telkens weer.
Uw genade is mij genoeg.
[En nu kom …]
48. En nu kom ik tot U
met vrijmoedigheid,
met ontzag en respect
kniel ik voor U neer. =
= U bent Koning en God
tot in eeuwigheid,
U bent Jezus,
de hoogste Heer.
Refrein [Ja, ik dank …]
49. Refrein:
Ja, ik dank U voor Uw genade, o Heer,
dat U het kruis voor mij droeg.
U bewijst Uw genade aan mij telkens weer.
Uw genade is mij genoeg.
Uw genade is mij genoeg.
Uw genade is mij genoeg.
[●]
52. 12 Want dit is onze roem, het getuigenis van
ons geweten, dat wij in heiligheid en
reinheid Gods, niet in vleselijke wijsheid,
maar in de genade Gods, in de wereld
verkeerd hebben, in het bijzonder ten
opzichte van u. 13 Want wij schrijven u niets
anders dan wat gij leest of ook begrijpt, ja,
ik hoop, dat gij het volkomen zult begrijpen,
14 gelijk gij reeds ten dele van ons hebt
begrepen: dat wij uw roem zijn, evenals gij
de onze op de dag van onze Here Jezus.
53. 15 En in dit vertrouwen had ik mij
voorgenomen (reeds) vroeger tot u te
komen, opdat gij andermaal een genadegift
mocht ontvangen, 16 en ik had over uw stad
naar Macedonië willen gaan, om van
Macedonië weder tot u te komen en door u
voortgeholpen te worden voor mijn reis naar
Judea. 17 Heb ik dan door mij dit voor te
nemen in lichtvaardigheid gehandeld? Of,
indien ik plannen maak, doe ik dit dan naar
het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: ja ja,
en neen neen?
54. 18 Bij de trouw van God: ons spreken tot u is
niet: ja en neen! 19 Immers, de Zoon van
God, Christus Jezus, die in uw midden
verkondigd is door ons, door mij, door
Silvanus en door Timoteüs, was niet: ja en
neen, maar in Hem was het: Ja.
20 Want hoevele beloften Gods er ook zijn,
in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem
het: Amen, tot eer van God door ons.
55. 21 Hij nu, die ons met u bevestigt in de
Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God,
22 die ook zijn zegel op ons gedrukt en de
Geest tot onderpand in onze harten
gegeven heeft.
23 Maar ik roep God aan tot getuige over
mijn ziel, dat ik om u te sparen niet meer
naar Korinte ben gekomen. 24 Niet, dat wij
heerschappij voeren over uw geloof; neen,
wij zijn medewerkers aan uw blijdschap,
want door het geloof staat gij vast.
58. Spoedig zal komen de hemelse Heer,
een komst die de wereld verbaast.
Tijd om te dromen vind je niet meer:
de boodschap van God heeft nu haast.
Ga in de wereld en kondig het aan,
dat mensen de tijden profetisch verstaan.
Refrein [Bewaar ons, Heer, …]
59. Refrein:
Bewaar ons, Heer,
dat onberisp'lijk rein
ons leven blijkt te zijn;
geen vlek of rimpel meer,
wanneer U komt in heerlijkheid,
macht en majesteit.
Laat ons leven door Uw geest geheiligd zijn.
[God heeft de dagen …]
60. God heeft de dagen der mensen geteld:
de tijd van de wereld is kort!
Rampen en slagen en dreigend geweld
heeft Hij reeds voorzegd in Zijn woord.
Leer ons geloven en staan in Uw kracht:
maak ons een gemeente die bidt en die
wacht.
Refrein [Bewaar ons, Heer, …]
61. Refrein:
Bewaar ons, Heer,
dat onberisp'lijk rein
ons leven blijkt te zijn;
geen vlek of rimpel meer,
wanneer U komt in heerlijkheid,
macht en majesteit.
Laat ons leven door Uw geest geheiligd zijn.
[Zie in het oosten …]
62. Zie in het oosten het licht van de dag;
de nacht loopt nu spoedig ten eind.
Dat zal ons troosten en sterken met kracht,
dat Hij op de wolken verschijnt.
Laten wij leven in heilig geloof,
dat Hij zal vervullen, wat Hij heeft beloofd.
Refrein [Bewaar ons, Heer, …]
63. Refrein:
Bewaar ons, Heer,
dat onberisp'lijk rein
ons leven blijkt te zijn;
geen vlek of rimpel meer,
wanneer U komt in heerlijkheid,
macht en majesteit.
Laat ons leven door Uw geest geheiligd zijn.
[●]
64.
65. In Hem is ‘ja’!
2 Cor. – een brief voor het hart
66. Genade voor jullie en vrede van God, onze
Vader, en van de Heer Jezus Christus!
Gezegend is de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, de Vader van al het
medelijdenmv en God van alle vertroosting
Die ons vertroost inop al onze ver-drukking
opdat wij hen kunnen vertroosten die in
iedere verdrukking zijn door de
vertroosting waarmee wijzelf door God
vertroost zijn [NCV]
(2 Cor.1:2-4)
67.
68.
69.
70. (2 Cor.1:18-20)
God nu is trouw, want ons woord niet is
‘ja’ en ‘neen’. Want Gods Zoon, Jezus
Christus, Die bij jullie door ons is
verkondigd – door mij en Silvanus en
Timotheüs – werd niet ‘ja’ en ‘neen’,
maar is in Hem ‘ja’ geworden.
Want welke beloften ook maar van God
zijn, zijn in Hem ‘ja’! Daarom ook door
Hem is het ‘amen’ aan God, tot
heerlijkheid, door ons heen.
74. Jezus leeft, dat zegt het woord.
Zijn Gemeente zegt het voort,
opdat ieder mens het hoort:
Hij is de Heer van mijn leven.
Zijn genâ gaat boven ons verstand;
heel de wereld heeft Hij in Zijn hand.
Aan het hout verzoende Hij
iedereen! Ook mij!
Heel de wereld maakt Hij vrij!
Refrein [Jezus leeft, …]
75. Refrein:
Jezus leeft, dat zegt het woord.
Zijn Gemeente zegt het voort,
opdat ieder mens het hoort:
Hij is de Heer van mijn leven.
['s Vaders plan …]
76. 's Vaders plan volvoerde Hij.
Mede-leden werden wij
in genade, rijk en vrij:
in Hem zijn wij uitverkoren;
leden van het Lichaam: Hij het Hoofd!
Wachtend op Zijn komst voor wie gelooft,
leven wij in deze tijd
door Zijn geest geleid;
heel ons leven Hem gewijd.
Refrein [Jezus leeft, …]
77. Refrein:
Jezus leeft, dat zegt het woord.
Zijn Gemeente zegt het voort,
opdat ieder mens het hoort:
Hij is de Heer van mijn leven.
[●]
80. Nu ik bij U kom, in Uw heiligdom,
in Uw tegenwoordigheid,
kniel ik voor U, Heer, in aanbidding neer
met al mijn tranen en mijn strijd.
Ik geef wat ik heb,
houd niets apart,
open voor U mijn hart.
Refrein [Als een liefdeslied …]
81. Refrein:
Als een liefdeslied is hier mijn leven,
een melodie van vreugde en pijn.
En ik bid U Heer, dat heel mijn leven
een symfonie voor U mag zijn,
een symfonie voor U mag zijn.
[Nu ik bij U kom, …]
82. Nu ik bij U kom, in Uw heiligdom,
omgeven door Uw majesteit,
leg ik alles, Heer, in Uw handen neer.
In zwakheid en gebrokenheid
geef ik wat ik heb,
houd niets apart,
open voor U mijn hart.
Refrein [Als een liefdeslied …]
83. Refrein:
Als een liefdeslied is hier mijn leven,
een melodie van vreugde en pijn.
En ik bid U Heer, dat heel mijn leven
een symfonie voor U mag zijn,
een symfonie voor U mag zijn.
Tussenspel
[Ik geef wat ik heb…]
84. Ik geef wat ik heb, houd niets apart,
open voor U mijn hart.
Refrein:
Als een liefdeslied is hier mijn leven,
een melodie van vreugde en pijn.
En ik bid U Heer, dat heel mijn leven
een symfonie voor U mag zijn,
een symfonie voor U mag zijn.
[●]
87. U bent bij mij, naast mij,
voor mij en achter mij
en Uw hand rust op mij.
U bent bij mij, naast mij,
voor mij en achter mij
en Uw hand rust op mij.
[Zelfs als ik …]
88. Zelfs als ik vleugels had
en ging wonen aan de
and're kant van de zee,
zou ik U daar ontmoeten,
want U gaat met mij mee.
[U bent …]
89. U bent bij mij, naast mij,
voor mij en achter mij
en Uw hand rust op mij.
U bent bij mij, naast mij,
voor mij en achter mij
en Uw hand rust op mij.
[●]
92. Heer God, U loven wij!
Heer, U belijden wij!
De redder van 't gans heelal bent U:
- straks al in al!
Aarde en hemel, Heer,
zingen blij Uw naam ter eer
heel Uwe schepping door
eensgezind tot U in koor:
[Heilig! Heilig! …]
94. Hem de verheerlijking tot in eeuwigheid!
Hem de verheerlijking tot in eeuwigheid!
In Hem leeft gij en beweegt gij;
op Hem hoopt gij, Hem gelooft gij.
Amen!
In Hem leeft gij en beweegt gij;
Hem belijdt gij, in Hem zijt gij.
Amen!
[●]