Teksten en liederen die geprojecteerd werden op de tweede zondag door het jaar (B – 2018) )(Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos

2. Onmisbaar deel van de keten,
onmisbaar, jij, in de kring.
Welkom wil ik je heten,
menslief voor wie ik zing.
Een cirkel vormen wij samen,
een ring van licht in de nacht.
Welkom heet ik je tranen,
welkom heet ik je lach.

3. Onmisbaar deel van de keten,
onmisbaar, jij, in de kring.
Welkom wil ik je heten,
menslief voor wie ik zing.
Een cirkel vormen wij samen,
een ring van licht in de nacht.
Welkom heet ik je tranen,
welkom heet ik je lach.

6. We lopen
in het licht van de Heer
Siyahamb'ekukhanyen'
kwen khos, (4x)
Siyahamba, Oooo
Siyahamb'ekukhanyen'
kwen khos,
Siyahamba,
Oooo
Siyahamb'ekukhanyen'
kwen khos.

8. Mens voor de mensen zijn, herder als God,
trooster voor groot en klein, zo lief als God.
God roept zijn mensen, Hij roept ze bij naam
opdat zij toegewijd zijn wegen gaan.
Genade zaait Hij als zaad in hun hart,
zijn Geest vernieuwt de tijd en heelt de smart.
Klein met de kleinen zijn, vriend onverwacht,
niet op zichzelf maar op and’ren bedacht.
Zieken omarmen, hun tranen verstaan,
met hen de kruisweg ten einde toe gaan.
Gods woorden spreken aanstekelijk echt,
zijn liefde tonen en doen wat Hij zegt.
Licht in het duister zijn, laaiende vlam,
mens van vertrouwen zijn, zijn wie men kan.
Van God gezonden zijn, deemoedig en vrij,
teken van vrede zijn, zo trouw als Hij.

12. [Vg]
Wij beseffen en aanvaarden
dat wij onze rust niet vinden
in de zekerheid van wat wij belijden,
maar in verwondering
over wat ons toevalt en geschonken wordt;

13. [Al.]
dat wij onze bestemming niet vinden
in onverschilligheid en hebzucht,
maar in wakkerheid en verbondenheid
met al wat leeft;

14. [Vg]
Wij beseffen en aanvaarden
dat ons bestaan niet voltooid wordt
door wie we zijn en wat we hebben,
maar door wat oneindig groter is
dan wij kunnen bevatten.

15. [Al.]
Door dit besef geleid,
geloven wij in Gods Geest
die al wat mensen scheidt te boven gaat
en hen bezielt tot wat heilig is en goed,
opdat zij, zingend en zwijgend,
biddend en handelend,
Jezus volgen.

16. [Vg]
Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens,
het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust.
Hij had de mensen lief en werd gekruisigd maar
leeft, zijn eigen dood
en die van ons voorbij. Hij is ons heilig voorbeeld
van wijsheid en van moed
en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij.

17. [Al.]
Wij geloven in God, de Eeuwige,
die ondoorgronde liefde is,
de grond van het bestaan,
die ons de weg
van vrijheid en gerechtigheid wijst
en ons wenkt naar een toekomst van vrede.

18. [Vg]
Wij geloven dat wij zelf,
zo zwak en feilbaar als wij zijn,
geroepen worden om
met Christus en allen die geloven verbonden,
kerk te zijn in het teken van de hoop.

19. [Al.]
Want wij geloven
in de toekomst van God en wereld,
in een goddelijk geduld dat tijd schenkt
om te leven en te sterven en om op te staan,
in het koninkrijk dat is en komen zal,
waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.

23. God roept de mens in ied’re tijd
en spreekt tot hem van eeuwigheid;
Hij geeft niet om vrijblijvendheid,
maar vraagt zichzelf te geven.
Te horen naar wat Hij zegt
Zijn woord in ieders hart gelegd,
tezamen een taal die zegt
dat liefde staat voor delen.

24. Wie oren om te horen heeft
en handen om te geven heeft,
wie liefde voor het leven heeft
kan delen met elk ander.
Al werkend aan wat God wil
wordt ieder mens een beetje stil
en ziet door een nieuwe bril
het leven als geen ander.
'uit vuur en ijzer' (Poolse volk

26. [Vg]
Wij danken U, Vader van alle mensen,
dat Gij een God van mensen wil zijn,
dat Gij onze God genoemd wil worden,
dat Ge ons kent bij onze namen,
en de wereld in handen houdt.

27. [Al.]
Want daarom hebt Gij ons geschapen
en geroepen in dit leven:
dat wij verbonden zouden zijn,
wij, Uw volk op deze aarde.

28. [Vg]
Gezegend zijt Gij,
schepper van al wat bestaat;
gezegend zijt Gij,
die ons ruimte geeft en tijd van leven;
gezegend zijt Gij om het licht in onze ogen
en om de lucht die wij ademen.

29. [Al]
Wij danken U voor heel de schepping,
voor alle werken van Uw handen,
voor alles wat Gij gedaan hebt in ons midden
door Jezus, Uw Zoon en onze Broeder.

30. [Vg]
Wij hebben U nooit gezien, God,
maar wij mogen U wel ontmoeten
waar mensen van elkaar houden,
genade zijn voor elkaar
en Uw schepping eerbiedigen.

31. [Al.]
Wij hebben U nooit gezien, God,
maar we kunnen U steeds weer horen,
in een medemens, in een geliefde,
in een reisgezel, in een zieke,
in Jezus, de dienaar van de wereld.
[Rechtstaan]

32. [Vg]
De avond voor zijn lijden en dood…
-|- consecratie - |-
Daarom zijn wij hier samen,
daarom vormen wij hier
een gemeenschap rond Uw tafel.

33. [Al.]
om jouw diepste wens te herdenken
blijven wij het brood breken voor elkaar,
zoals zo velen reeds voor ons deden.

34. [Vg]
Wij bidden voor de mensen
die een bijzondere plaats innemen in ons hart,
ook voor hen die van ons zijn heengegaan.
Laat Uw mensen nooit verloren gaan,
bewaar hen in Uw liefde,
schrijf hun namen in de palm van Uw hand.

35. [Al.]
Zend Uw Geest uit over Uw Kerk.
Geef ons hoop, God.
Geef ons vrede omwille van Jezus Christus.
Met Hem en in Hem
zijn wij Uw mensen,
zijt Gij onze Vader,
nu en tot in eeuwigheid.

36. Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden
ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.

38. Geef ons de vrede,
geef vrede aan wie op Jou vertrouwt.
Geef ons de vrede, geef vrede.
(Taizé)

40. Zeg nooit: "onze wereld is gebroken
en de mens tot weinig goeds in staat."
Zeg nooit: "Niemand kan op vrede hopen,
alles gaat nu eenmaal als het gaat."

42. Zeg nooit dat het godvergeten lijden
toch het noodlot is van ons bestaan.
Zeg nooit:
"Stil maar, wacht op beet're tijden."
Zeg nooit:
"Niemand kan de dood weerstaan.".