2. ROM.1: 8
• 8In de eerste plaats
dank ik mijn God door
Jezus Christus over u
allen, omdat in de
gehele wereld van uw
geloof gesproken
wordt.
3. ROM.1: 9-10
• 9Want God, die ik met mijn
geest dien in het evangelie
van zijn Zoon, is mijn
getuige, hoe ik
onophoudelijk te allen tijde
bij mijn gebeden uwer
gedenk, 10biddende, of mij
eindelijk door de wil van
God eens een weg gebaand
moge worden om tot u te
komen.
4. ROM.1 : 11
• 11Want ik verlang u te
zien om u enige
geestelijke gave mede te
delen tot uw
versterking, 12dat is te
zeggen: onder u mede
bemoedigd te worden
door elkanders geloof,
van u zowel als van mij.
5. ROM. 15: 29
• En ik weet, dat ik bij
mijn komst te uwent
met een volle zegen
van Christus zal
komen.
7. EFEZE 5: 32
• Dit geheimenis is groot,
doch ik spreek met het
oog op Christus en op de
gemeente.
8. EFEZE 5: 29
• Wie zijn eigen vrouw
liefheeft, heeft zichzelf
lief; want niemand haat
ooit zijn eigen vlees,
maar hij voedt het en
koestert het, zoals
Christus de gemeente,
omdat wij leden zijn van
zijn lichaam.
9. EFEZE 5: 33
• ….hebt zo je eigen vrouw
lief als jezelf, de vrouw
echter, dat zij haar man
respecteert. (ncv)