Permacultuur van ideaal naar ontwerp en van uitvoering naar acceptatie
1. PERMACULTUUR
van ideaal naar ontwerp
en
van uitvoering naar acceptatie
Draagvlak krijgen en behouden
Dr. Ir. Eric A. Goewie,
emeritus Hoogleraar Ecologische Landbouw
Universiteit Wageningen
1
3. Doel
• De zin en noodzaak van permacultuur
voor de leefbaarheid van stedelijke
buitengebieden
• Hoe leggen we dat uit aan burgers, politici,
locale ondernemers?
3
4. Mijn motief
• Plantenziektekunde en honger in de wereld
• Eénjarige monoculturen en bestrijdingsmiddelen
• Biologische landbouw: éénjarige gewassen en
zorgvuldig ecologisch beheer van de bodem
• Permacultuur: meerjarige gewassen, ecologisch
beheer van produktie omgeving en bescherming
van het landschap in stedelijke buitengebieden
• Produceren waar de monden zijn (honger-
bestrijding en regionale handel plus afzet)
4
11. 11
Grondgebruiker bepaalt (afhankelijk van zijn
grondhouding) hoe er geproduceerd gaat
worden
• Organismen zijn ‘machientjes’ die door
natuurwetten worden beheerst. Als je die wetten
maar kent, zijn organismen in elk gewenste
richting stuurbaar
• Organismen zijn onderdelen van dynamische
ecosystemen. Als je die respecteert, produceer
je wat voor de leefbaarheid van het stedelijk
buitengebied nodig hebt
15. 15
Effecten
• Matige en jaarlijks sterk variërende opbrengst
(dreiging van honger en structurele armoede)
• Storingsgevoelig (ziekten, plagen, droogte,
nattigheid)
• (Onbewust) sprake van een bedrijfsgebonden
(ecologische) produktiecyclus
• Er zijn weinig sturingsmogelijkheden
• Armoede op het platteland
• Honger in de steden
17. 17
Effecten
• Enorme opbrengst
• Grote (jaarlijkse) opbrengstzekerheid
• Geen sprake van een bedrijfsgebonden ecologische
productie cyclus
• Er zijn veel (kostbare) sturingsmogelijkheden
• Hoge mate van afhankelijkheid van extern
onderzoek, voorlichting, afnemers, wet- en
regelgeving, toeleverende industrie en banken
• Ondernemer denkt lineair
• Natuur is grondstof voor technisch handelen
• Hoge investeringskosten en laag rendement
• Platteland is produktie basis voor wereldhandel
18. 18
ONKRUIDEN
MENS
BODEM LEVEN
GFT
GEWASRESTEN
PLANTENZIEKTEN
THERMISCHE/MECHANISCHE ONKRUID-
BESTRIJDING EN GEWASROTATIE
VLINDERBLOEMIGEN
ORGANISCHE
BEMESTING
MECHANISCHE
BESCHADIGING
stimulerend
afremmend
RESISTENTE GEWASSEN
PLANTEXTRACTEN
VEILIGE PESTICIDEN
GEWASROTATIE
COMPOST met
C/N 20-30
STIMULERING mbv
AANGEPASTE
TECHNIEKEN
GEWASSEN
ORGANISCHE MEST
STIMULERING MET AANGEPASTE TECHNIEKEN
REKENING HOUDEN
MET CYCLI EN RITMEN
IN DE NATUUR DOOR
TOEPASSEN VAN
PREPARATEN EN
DIERENWELZIJN
GEMENGDE
BEDRIJFSVOERING
STIKSTOFBINDERS
NUTRIENTEN
VERTEERDERS
RUIME
VRUCHTWISSELING
PLANTEN EXTRACTEN
BODEMVERZORGING
Landbouwproduktie systeem- ecologisch
VEE
PARASITAIRE
SCHIMMELS
PREDATOREN BIOLOGISCHE
BESTRIJDING
BEDRIJFSBESLISSINGEN
BASEREN OP WAAR-
NEMINGEN, DOELSTEL-
LINGEN EN FUNCTIES
22. 22
• Fysiologische kringlopen (bv ademhaling, auto-
immuun systeem, nutriënten cyclus)
• Dierenwelzijn
• Seizoenswisselingen
• Kosmische invloeden (zon/aarde/maan constellaties)
• Ordening leverende levensprocessen (leven is een
activiteit; het is een constant proces van actieve
afbraak en herstel van ordening)
• Materie is gecondenseerd licht
• Leefbaarheid van het platteland
• Landschap is permanent aanwezig ecosysteem
CYCLI EN RITMEN IN DE NATUUR ?
23. 23
Conclusie
• Opbrengst (kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit)
• Sprake van een stabiele, omgeving gebonden
productiecyclus
• Geen sturingsmogelijkheden met behulp van fossiele
brandstoffen en chemie
• Weinig afhankelijk van extern onderzoek, landbouw-
voorlichting, afnemers, wet- en regelgeving
• Producent denkt cyclisch
• Natuurlijke samenhangen worden gekend en
gerespecteerd
• Er wordt geproduceerd naar wat een (stedelijk)
gebied nodig heeft om het bewoonbaar/leefbaar te
houden
• Andere bronnen van inkomsten (toerisme, sport,
scholen)
25. 25
Voorbeeld van een kringloop proces
Bron: Williame, F. (1993), Bemesting in Velt,
pag 86
26. 26
Intensieve
landbouw
Biologische en
BD landbouw Zwerfland-
bouw
Pionierfase
Climaxfase
Ecologische ontwikkeling (successie) TIJD
Productie intensiteit
Ecologisch evenwicht
Vatbaarheid voor ziekten en plagen
Energie behoefte
Hoog
Hoog
Hoog
Laag Hoog
Laag
Laag
Laag
Effecten van verschillende vormen van grondgebruik
Permacultuur
27. 27
Wat zegt de gangbare wetenschap over
permacultuur?
• Holistisch ondernemen is onzin
• Smaak en houdbaarheid zijn niet beter
• Inderdaad geen sprake van ongewenste residuen
• Opbrengsten zijn laag
• Bodemkwaliteit is goed
• Weerbaarheid van dier en gewas is hoog
• Robuuste ecologische verbanden zijn aangetoond
• Klimaatvriendelijk
• Visie benut geen technologische mogelijkheden als gmo,
nanodeeltjes, chemie, volledige automatisering van de
produktie
• Geen bijdrage aan wereldhandel of kapitaalmarkten
• Onvoldoende inkomen, dus weinig investeringsmogelijkheden
28. 28
Bedrijfsmanagement
STUREN OP BIOTISCHE
INTEGRATIENIVEAU’S
STUREN OP LEVENS-PROCESSEN EN
FUNCTIES INTEGRATIENIVEAU’S
Individu
Soort
Populatie
Levensgemeenschap
Biocenose
Energie opslag
Nutrienten cycli
Voedselketendoorgifte van
energie en stoffen
Decompositie
Successie
Ordening
ECOSYSTEEM
BENADERING
29. 29
Voorbeeld van sturing op nutriënten cyclus
Stikstof berekening voor biologische bedrijfsvoering
Bron: Oomen et
al, Minderhoud-
hoeve reeks,
(1989)
30. 30
WAARDEN
PERMACULTUUR
• Heelheid van het
buitenstedelijk gebied
• Natuur gebruiken
• “Bedrijf” is een ecosysteem
• Ervaringskennis staat
centraal
• Dieren zijn vrij van dorst,
honger, ondervoeding,
fysiek en fysiologisch
ongerief, pijn, verwonding,
ziektes, afgedwongen
gedrag, angst en chronische
stress
GANGBAAR
• Stuurbaarheid van het
ecosysteem zo maximaal
mogelijk maken
• Natuur verbruiken
• Bedrijf is een produktie-
machine
• Wetenschappelijke
(laboratorium gebonden)
kennis staat centraal
• Dieren zijn inpasbaar te
maken
31. 31
GRONDSLAGEN VOOR HANDELEN 1
PERMACULTUUR
• Voorzorg
• Nabijheid
• Zelfregulering
• Zinvolheid
• Producent
denkt cyclisch
GANGBAAR
• Wet en controle
• Wereldhandel
• Techniek en energie
• Rendement
• Producent denkt
lineair
32. 32
GRONDSLAGEN VOOR HANDELEN 2
• Voorzorg: doe niets wat de vrijheid van een
organisme structureel schaadt
• Nabijheid: produceer waar de monden zijn
(regionale productie)
• Zelfregulering: ontwikkel cycli
• Zinvolheid: gebonden zon-energie door
planten moet groter zijn dan gebruikte
hoeveelheid fossiele energie
• Denk cyclisch, niet lineair
33. Doel van type grondgebruik
en reikwijdte
• Gangbare landbouw: wereldhandel (TTIP)
• Biologische landbouw: nationaal
(gezondheid en duurzaam beheer van
natuurbronnen)
• Permacultuur: regionaal/lokaal (behoud
van leefbaar stedelijk buitengebied)
33
34. 34
LEEFBAARHEID VAN HET STEDELIJK
BUITENGEBIED
• Cyclisch denken versus lineair denken
• Produktie limiet: productie intensiteit is niet efficiënt
als ze meer energie nodig heeft dan uit zonlicht kan
worden gehaald
• Produceer voor consumenten en afnemers in het
stedelijke buitengebied
• Bescherming van ecosystemen (bodem, water
landschap)
• Verbinding tussen bewoners en hun organisaties
35. 35
maatschappelijk aanvaardbare productiemethoden
Criterium 1
Wat zijn de functies van het agro-
ecosysteem?
(maatschappelijke doelen)
Criterium 3
Zijn de kosten en opbrengsten in balans?
(bedrijfseconomische doelen)
sociaalecologisch inpasbare
landbouwproductiesystemen
Criterium 5
ONTWERPER
Wat is mijn visie?
technisch-economisch inpasbare
landbouwproductiesystemen
Criterium 2
Over welke technologische en ecologische
mogelijkheden kan worden beschikt?
(produceerbaarheidsdoelen)
Criterium 4
Is de ondernemer in staat adequate
beslissingen te nemen?
(management en besturingsvereisten)
technisch maakbare productie methoden
36. Rechttoe denken Lateraal denken
a) Ga van de probleemstelling naar
de oplossing toe.
a) Gok een oplossing en kijk of die
klopt met het probleem.
b) Elke stap moet verantwoord zijn
om de oplossing verantwoord te
doen zijn.
b) Het is mogelijk via onverantwoorde
stappen te komen tot een oplossing
die verantwoord is, bijv.
vanzelfsprekend.
c) Doe je onderzoek stelselmatig,
om compleet te zijn.
c) Doe je onderzoek willekeurig; het
behoeft niet compleet te zijn.
d) Houd de logische lijn goed in het
oog.
d) Bekijk het eens andersom, van opzij,
naar analogie.
e) Vertrouw alleen je verstand bij
elke keuze.
e) Wantrouw je verstand en volg je
intuïtie.
36
37. Idee: werkgroep Permacultuur in Park
Lingezegen
• biedt leden van je werkgroep, een helder omschreven probleem- of
doelstelling
• zorg voor inspirerende leiders (visie, kunnen delegeren, anderen betrekt bij
plannenmaken, besluiten nemen en uitvoeren van activiteiten)
• ontwikkel constructieve relaties met natuur beschermingsorganisaties,
boeren en burgers (scholen, instituten, sportclubs, zorginstellingen)
• onderzoek de mogelijkheden voor lokale of regionale financiering
• organiseer spraakmakende bijeenkomsten met een heldere doelstelling
• zorg ervoor dat deelnemers ook plezier beleven aan hun inzet
• lokale acties worden lokaal uitgevoerd
• toon vertrouwen in je lokale/regionale gemeenschap
• realiseer je goed waar de grenzen liggen van je activiteiten voor
permacultuur in het Park Lingezegen
• organiseer excursies
• publiceer in regionale bladen
37