15. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
16. P 100 – 1, 2, 3, 4
Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
17. 1
Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
Treedt nader tot gij Hem omringt,
gij aard' alom, zijn rijksdomein,
zult voor den HEER dienstvaardig zijn.
18. 2
Roept uit met blijdschap: "God is Hij.
Hij schiep ons, Hem behoren wij,
zijn volk, de schapen die Hij hoedt
en als beminden weidt en voedt."
19. 3
Treedt statig binnen door de poort.
Hier staat zijn troon, hier woont zijn
Woord.
Heft hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote naam.
20. Ps. 100 : 4
Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw:
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
31. 1 Hierna hoorde ik in de hemel een
geweldige stem als van een grote menigte
zeggen: ‘Halleluja! De redding, de eer en
de macht zijn van onze God, 2 want zijn
vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig.
Hij heeft immers de grote hoer, die door
haar ontucht de wereld in het verderf
heeft gestort, veroordeeld en het bloed
van zijn dienaren op haar gewroken.’
32. 3 Opnieuw zeiden ze: ‘Halleluja! Haar
rook stijgt op tot in eeuwigheid.’ 4 De
vierentwintig oudsten en de vier wezens
wierpen zich neer voor God, die op de
troon zit, en aanbaden hem met de
woorden: ‘Amen! Halleluja!’ 5 Vanaf de
troon klonk een stem, die zei: ‘Loof onze
God! Laat al zijn dienaren die ontzag voor
hem hebben, jong en oud, hem loven!’
33. 6 Toen hoorde ik iets als een stem van een
grote menigte, van geweldige
watermassa’s en van krachtige
donderslagen zeggen: ‘Halleluja! De Heer,
onze God, de Almachtige, heeft het
koningschap op zich genomen. 7 Laten we
blij zijn en jubelen, laten we hem de eer
geven! Want de bruiloft van het lam is
gekomen en zijn bruid staat klaar.
34. 8 Zij mag zich kleden in zuiver, stralend
linnen.’ Want dit linnen staat voor al het
goede dat gedaan is door de heiligen.
9 Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op:
“Gelukkig zijn zij die voor het
bruiloftsmaal van het lam zijn
uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God
hier zegt, is betrouwbaar.’
35. 10 Ik wierp me aan zijn voeten neer om
hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat
niet! Ik ben een dienaar zoals jij en zoals
je broeders en zusters die van Jezus
getuigen. Je moet God aanbidden.’ Want
getuigen van Jezus is profeteren.
37. vrouwen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
38. mannen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
39. allen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
40. vrouwen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
41. mannen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
42. allen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
43. vrouwen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
44. mannen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
45. allen:
De lof, de heerlijkheid, de kracht (EL 94) t. J. Klein; m. P. Nicolai
46. “Komt tot het feest”
9 Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op:
“Gelukkig zijn zij die voor het
bruiloftsmaal van het lam zijn
uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God
hier zegt, is betrouwbaar.’
48. 1.
Hoort, Jezus noodt u:
kom tot het feest.
Komt alle dingen zijn gereed.
Voor arm en rijk is er plaats bereid,
trekt aan thans het bruiloftskleed.
49. Refrein:
Elk die wil mag komen,
gaat in de Koningszaal
O zwakken en vermoeiden,
daar is plaats aan 't Bruiloftsmaal.
50. 2.
Hoort, Jezus noodt u:
kom tot het feest.
Kom o mijn vriend, nog is het tijd.
Ga binnen, blijf toch niet buiten staan
Voor u is ook plaats bereid.
51. Refrein:
Elk die wil mag komen,
gaat in de Koningszaal
O zwakken en vermoeiden,
daar is plaats aan 't Bruiloftsmaal.
52. 3.
Hoort, Jezus noodt u:
kom tot het feest.
't Licht straalt van ver u tegemoet.
Een ereplaats is voor elk bereid,
die rein is door Jezus' bloed.
53. Refrein:
Elk die wil mag komen,
gaat in de Koningszaal
O zwakken en vermoeiden,
daar is plaats aan 't Bruiloftsmaal.
54. 4.
Hoort, Jezus noodt u:
kom tot het feest.
Kom, arme zondaar, stel niet uit.
De Vader roept u een welkom toe,
kom neem nu een vast besluit.
55. Refrein:
Elk die wil mag komen,
gaat in de Koningszaal
O zwakken en vermoeiden,
daar is plaats aan 't Bruiloftsmaal.