CVRM patiënten met diabetes en hoog risico op HVZ moet in een multidisciplinair overleg plaatsvinden, waarbij 1e en 2e lijn samen de behandeldoelen afspreken.
2. Waarom dit onderwerp?
• Nieuwe richtlijn CVRM
• DM op zichzelf belangrijke cardiovasculaire risicofactor
• Gunstige uitkomsten aantal cardiovasculaire outcome
trials nieuwe middelen
• Specifieke groep van diabetespatiënten die het meeste
baat heeft bij deze middelen?
• Betere samenwerking 1e en 2e lijn en samen
behandeldoelen maken
3. Wat vindt u?
1. Welke streefwaarde voor bloeddruk hanteert u bij
mensen met diabetes?
2. Diabetes hypertensie behandeling eerste keus ?
4. Wat vindt u?
1. De beste manier om bij mensen met diabetes een
myocardinfarct te voorkomen is de glucose goed te
reguleren.
2. Een goede manier om bij mensen met diabetes
microvasculaire schade te voorkomen is strenge
bloeddruk behandeling.
3. Iemand met diabetes heeft hetzelfde risico om dood te
gaan als iemand met een myocardinfarct in het
verleden.
5. Wat vindt u?
1. Na goede glucoseregulatie normaliseert de dyslipidemie
bij DM type 2.
2. Een cholesterol van 6,0 mmol/l is slechter voor iemand
met type 2 diabetes dan voor een niet-diabeet.
3. Een statine voor iedereen met diabetes type 2
4. Hypertensie moet behandeld worden ook > 80 jaar.
5. Cholesterol dient behandeld te worden ook > 80 jaar.
7. CVRM 2012 vs 2019
• Trend Individuele risico-inschatting op HVZ Geen
primaire en secundaire preventie meer
• Indeling in risico-categorieën:
Zeer hoog, Hoog, Matig, Laag risico
• Gebruik van risico-tabellen van Europese Score (sterfte-
tabel voor laag- en hoog-risico landen) (i.p.v. Nederlandse
sterfte- en ziekte-tabel)
.
11. Wat vindt u?
Een patiënte met type 2 diabetes mellitus heeft een
hartinfarct gekregen, m.b.t HVZ risicopreventie:
1. Wat behandel je, volgens welke richtlijn?
2. Wie behandelt de diabetes?
Internist?
Huisarts?
Praktijkondersteuner?
Diabetesverpleegkundige?
Cardioloog?
12. CVRM 2012 vs 2019
NHG-CVRM 2012 CVRM 2019
1. Primaire preventie:
Behandeling risicotabel met 10 jaarsrisico > 20%
vlgs score-tabel obv sekse, leeftijd, roken, totaal
chol/HDL-ratio en SBD en aanvullende
risicofactoren
1. Heel hoog risico: LDL< 1.8 mmol/l
• HVZ
• DM (type 2 of type 1) met orgaanschade (zoals
albuminurie) of roken, hoge SBD of hoog LDL
• Ernstige nierinsufficiëntie: GFR < 30 ml/min
• 10 jaars sterfte risico> 10%
2. Secundaire preventie:
Bij HVZ
2. Hoog risico: LDL < 2.5 mmol/l
• DM2 en oudere DM1 zonder schade
• Familiaire dyslipidemie vb FH
• Ernstige hypertensie SDB > 180 mmHg
• Matige nierinsufficiëntie eGFR 30-60 ml/min
• 10 jaars sterfte risico 5-10%
Behandeling bij:
LDLc > 2.5 streven naar < 2.5 mmol/l
SBD > 140 streven naar < 140 mmHb
3. Matig en laag risico: LDL < 3.0
• 10 jaars sterfte risico 1-5% en < 1%
• Jongere met DM1, familie HVZ op jonge leeftijd,
obesitas, fysieke inactiviteit, sociale klasse
13. CVRM risicoprofiel opstellen bij wie?
• Hart- en vaatziekte (HVZ), incl aneurysma aortae
• DM type 1 en 2
• Nierschade (nierfunctiestoornissen of proteïnurie)
• Bekend met risicofactoren: hoge bloeddruk, hoog cholesterol,
obesitas, roken (alle rokers)
• Belaste familie voor HVZ, hoge bloeddruk, hoog cholesterol
• Bekend met risico verhogende comorbiditeit (RA)
• Overweeg: Mannen >40 jaar en vrouwen >50 jaar Herhaal de
risico-inschatting minimaal elke 5 jaar
.
14. NHG-standaard Diabetes type 2 en CVRM
1. Bij DM type 2 sterk verhoogd cardiovasculair risico: +
15 jaar in de risicotabellen
2. Bij hypertensie én micro- of macroalbuminurie start
ACE- remmer of angiotensine-blokker (ARB): goed voor
de bloeddruk en t.v.v. progressie naar nierschade
3. Zonder hypertensie bij micro- of macroalbuminurie en
een levensverwachting >10 jaar: ook ACE-remmer
.
15. Wat betekent dit voor de praktijk?
• Casus
• Man, 68 jaar
• 11 jaar diabetes
• Gestopt met roken
• PAD met PTA
• Nierfunctie goed, geen
albuminurie
• Behandeldoelen:
• HbA1c < 53 mmol/mol
• LDL < 1.8 mmol/L
• RR < 140/90 mmHg
• Uitslagen
• HbA1c 64 mmol/mol
• LDLc 3,7 mmol/L
• RR 152/89 mmHg
• Verder:
• Triglyceriden 3,4 mmol/L
• HDL 0,8 mmol/L
• Te hoge bloedsuikers
• Te hoge bloeddruk
• Te hoog cholesterol
25. Casus: Dhr. C, 65 jaar
1. Heeft het zin om meer medicatie voor lipiden te
geven?
2. Wat schiet de Dhr. C. ermee op?
26. Fourier: Absoluut risicoreductie 2%
en dus NNT 50
na mediane follow up van 26 mnd
Absoluut risicoreductie
1.6%
en dus NNT 62.5
na mediane follow up
van 33.6 mnd
27. Fourier en Odyssey
• Vrijwel identieke uitkomsten
• Nu 2 grote uitkomststudies bij hoog-risico patiënten, voldoende
bewijs?
• Ondergrens LDL zeker <1,8
• In de follow-up tijd geen noemenswaardige bijwerkingen
1. Hoe moeten we dit implementeren in ziekenhuis en
transmuraal?
2. Wat doen we met de heer C.?
33. CVRM 2012 vs 2019
• Trend Individuele risico-inschatting op HVZ Geen
primaire en secundaire preventie meer
• Indeling in risico-categorieën:
Zeer hoog, Hoog, Matig, Laag risico
• Gebruik van risico-tabellen van Europese Score (sterfte-
tabel voor laag- en hoog-risico landen) (i.p.v. Nederlandse
sterfte- en ziekte-tabel)
.
34. Take home message
• Hoe lager het HbA1c hoe beter
• Een laag HbA1c is misschien niet voor iedereen haalbaar
• Diabetes behandelen is CVRM+
Editor's Notes
De beste manier om bij mensen met diabetes een myocardinfarct te voorkomen is de glucose goed te reguleren. Stoppen roken
Een goede manier om bij mensen met diabetes microvasculaire schade te voorkomen is strenge bloeddruk behandeling. glucose
Iemand met diabetes heeft hetzelfde risico om dood te gaan als iemand met een myocardinfarct in het verleden. MI iets hoger
Na goede glucoseregulatie normaliseert de dyslipidemie bij DM type 2. -> nee, TG dalen , LDL-C niet
Een cholesterol van 6,0 mmol/l is slechter voor iemand met type 2 diabetes dan voor een niet-diabeet. Ja ?
Een statine voor iedereen met diabetes Nee, niet < 40
Hypertensie moet behandeld worden ook > 80 jaar. Frail?
Cholesterol dient behandeld te worden ook > 80 jaar. Frail?
x
Bij type-2-diabetespatiënten met hypertensie én micro- of macroalbuminurie wordt gestart met een ACE-remmer of angiotensinereceptorblokkeerder (ARB).101) Deze middelen hebben een gunstig effect op zowel de bloeddruk als het nierfunctieverlies en de progressie naar nierschade. De voorkeur gaat uit naar een ACE-remmer. Gelijktijdig gebruik van ACE-remmers en ARB’s wordt afgeraden.102)
Controleer voordat de patiënt met een ACE-remmer of ARB begint het serumcreatinine en het kalium. Door deze middelen kan de nierfunctie bij mensen bij wie die functie al verminderd is, snel verslechteren. Controleer een week na de start van de behandeling de nierfunctie opnieuw (zie de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement).
Behandel type-2-diabetespatiënten zonder hypertensie maar met micro- of macroalbuminurie en met een levensverwachting van minimaal tien jaar ook met een ACE-remmer.103) Streef naar een dosering die de albuminurie zoveel mogelijk onderdrukt (de effectmaat is de albumine-creatinineratio, niet de bloeddruk). Zoek bij bijwerkingen passend bij hypotensie naar de maximale dosering die de patiënt verdraagt.
Event doorgemaakt – zeer hoog risico
Met het UKPDS-onderzoek (United Kingdom Prospective Diabetes Study, een prospectief gerandomiseerd onderzoek) met een gemiddelde looptijd van tien jaar en gepubliceerd in 1998, is aangetoond dat scherpe bloedglucoseregulatie voor type-2 diabeten beschermend werkt ten aanzien van orgaancomplicaties. Voor type-1 diabetes was dit reeds eerder aangetoond in de Diabetes Control and Complications Trial (DCCT). Uit de UKPDS kwamen verrassende resultaten met betrekking tot metformine naar voren, waardoor het middel aan een tweede jeugd is begonnen.
Intensieve behandeling van nieuw gediagnosticeerde
patienten met diabetes mellitus type 2 geeft een
significante risicoreductie op het ontwikkelen van microen
macrovasculaire complicaties ten opzichte van patienten
die conventioneel behandeld worden.
Bij type-2-diabetespatiënten met hypertensie én micro- of macroalbuminurie wordt gestart met een ACE-remmer of angiotensinereceptorblokkeerder (ARB).101) Deze middelen hebben een gunstig effect op zowel de bloeddruk als het nierfunctieverlies en de progressie naar nierschade. De voorkeur gaat uit naar een ACE-remmer. Gelijktijdig gebruik van ACE-remmers en ARB’s wordt afgeraden.102)
Controleer voordat de patiënt met een ACE-remmer of ARB begint het serumcreatinine en het kalium. Door deze middelen kan de nierfunctie bij mensen bij wie die functie al verminderd is, snel verslechteren. Controleer een week na de start van de behandeling de nierfunctie opnieuw (zie de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement).
Behandel type-2-diabetespatiënten zonder hypertensie maar met micro- of macroalbuminurie en met een levensverwachting van minimaal tien jaar ook met een ACE-remmer.103) Streef naar een dosering die de albuminurie zoveel mogelijk onderdrukt (de effectmaat is de albumine-creatinineratio, niet de bloeddruk). Zoek bij bijwerkingen passend bij hypotensie naar de maximale dosering die de patiënt verdraagt.
DPP-4 remmers – geen significante verschillen op MACE
Tijd tot het eerste optreden van cardiovasculaire sterfte, niet-fatale myocardinfarct of niet-fatale beroerte
Doelstelling Het onderzoeken van de langetermijneffecten van empagliflozine versus placebo, naast de standaardzorg, op de CV morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met diabetes type 2 en een hoog risico op CV events
Eighty patients were randomly assigned to receive conventional treatment
in accordance with national guidelines and 80 to receive intensive treatment, with a
stepwise implementation of behavior modification and pharmacologic therapy that
targeted hyperglycemia, hypertension, dyslipidemia, and microalbuminuria, along with
secondary prevention of cardiovascular disease with aspirin.