Heeft de crisis iets veranderd aan de spel- en speelregels binnen het bouwproces? Wordt er
efficiënter gebouwd of hebben de partijen binnen de keten hun wonden gelikt en gaan ze weer op
de traditionele wijze het bouwproces inrichten? Meerdere perspectieven op het thema ontregelen toegepast op onderwijshuisvesting, met een bijdrage van HEVO.
2. J
oost Keijzer opent: “Wij kennen verschillende
aanbestedingsvormen om uiteindelijk een
gebouw op te leveren. Dat noemen wij ontzor-
gen. Ik denk bij het woord ontregelen aan het nog
efficiënter laten verlopen van het bouwproces. Hoe
had het beter gekund en hoe had je nog beter de
klantvraag kunnen volgen. We laten ons teveel door
vaststaande uitgangspunten leiden, bijvoorbeeld
waar het gaat om duurzaamheid of energiebe-
heer met als gevolg dat we zowel aan de voor- als
achterkant kansen laten liggen. Als wij een bezui-
niging moeten doorvoeren wordt er onvoldoende
onderzoek gedaan naar de effecten op de langere
termijn. Daarom vind ik de UAV-GC contracten
prima, waarbij in een geïntegreerde contractvorm
alle taken en verantwoordelijkheden binnen de
bouwprocesfuncties bij één te contracteren partij
liggen.”
Doordecentralisatie
Willem Adriaanssen over ontregelen: “De doorde-
centralisatie zie ik als een vorm van ontregelen.
Dat je als gemeente een rol wil hebben snap ik, als
achtervang en voor de ruimtelijke ontwikkeling,
maar daarvoor hoef je dit stelsel van gescheiden
verantwoordelijkheden niet in stand te houden. Pak
dus door en je zult zien dat te kleine scholen in een
fusie meegaan, waardoor er een volgende profes-
sionaliseringslag volgt. Die vorm van ontregelen
leidt tot een andere manier van met elkaar werken,
waarschijnlijk met meer geïntegreerde contracten
bij huisvestingopgaven. De traditionele manier
van werken waarbij ontwerpers het bedenken, het
wordt opgeschreven en er vervolgens bouwers
komen die het voor de laagste prijs moeten realise-
ren heeft al veel ellende opgeleverd. Veel bouwers
moesten te laag gaan om het werk te krijgen en
dan heb je het werk dan volgt de eerste juridische
haarkloverij om de gaten in het bestek te zoeken.
Toch ben ik bang dat partijen bij een aantrekkende
economie toch voor het traditionele model kiezen
omdat de kosten van het geïntegreerde contract te
hoog zijn.”
Positief kritisch
Heeft de crisis geleid tot vormen van ontregelen?
Joost: “De crisis associeer ik met de huizenmarkt en
dan vooral met het herwaarderen van de eigen wo-
ning. De crisis is als elastiek en heeft ons geholpen
in het anders denken. Wanneer de markt verandert
moet je de klantvraag anders benaderen. Bijvoor-
beeld door het proces rond bouwkosten anders in
te richten. Geen ja of nee omdat het niet binnen het
budget past, maar je afvragen hoe je het dan wel
kan? Ik ben voor werken met een open begroting
met de onderaannemers en de klant direct aan
tafel. Met hetzelfde doel en vooral positief-kritisch
naar elkaar. Dat leidt tot veel minder faalkosten
en minder overdaad in de afwerking.” Piet knikt:
“Binnen Bruil hanteren we verschillende aanbe-
stedingsvormen en daar hoort ook het ouderwetse
inschrijven bij. Dat blijft, omdat opdrachtgevers
dan denken dat ze vooraf de scherpste prijs heb-
ben. Maar wij zijn een traject gestart om in een heel
vroeg stadium de aannemer als een soort coördi-
nator in te zetten, met de input van de onderaan-
nemers om daarmee de scherpste prijs te krijgen.
Sommige onderaannemers zijn huiverig om daar in
mee te gaan.” Alfred Bakker vult aan: “Ik heb nooit
Tekst Sibo Arbeek
juli 2015schooldomein 55
THEMA: ONTREGELEN
Heeft de crisis iets veranderd aan de spel- en speelregels binnen het bouwproces? Wordt er
efficiënter gebouwd of hebben de partijen binnen de keten hun wonden gelikt en gaan ze weer op
de traditionele wijze het bouwproces inrichten? Meerdere perspectieven op het thema ontregelen.
Deelnemers
Sibo Arbeek Hoofredacteur Schooldomein
Alfred Bakker Procesmanager Vastgoed ICSadviseurs
Willem Adriaanssen Partner Hevo
Piet Latta Projectleider Bruil bouw
Joost Keijzer Hoofd bouwrealisatie Heddes Bouw
Ontwikkeling
3. voorkeur voor een bepaalde contractvorm. Elke
opgave heeft een bepaalde dynamiek en al praten-
de kom je tot een contractvorm. Traditioneel kun
je ook prima werken. Ik heb in mijn projecten met
veel typen aannemers gewerkt. Mijn ervaring met
traditioneel werken bij vooral grote aannemers is
dat die strakker vanuit het bestek werken en meer-
werk vragen als dat maar even kan. Bij middelgrote
en kleine gaat dat anders; daar wil je vooraf de
faalkosten beperken en maak je er samen eerder
een mooi project van.”
Bonussen in plaats van boetes
Joost: “Als je het procesmatig benadert kun je
bestekken als stiptheidsacties zien, waaraan je je
moet houden. Vervolgens gaat het om mensen die
in hetzelfde belang weten te denken en die niet
over de interpretatie van het bestek van mening
verschillen. Eerlijkheid en vertrouwen kun je niet in
een contract zetten, maar vormen wel de basiswaar-
den voor een bouwproces. Mijn beste relaties heb
ik overgehouden nadat het mis ging in een proces.
Dan blijkt wat je echt waard bent. Waarom werken
we met boetes in de bouw en niet met bonussen?
Als je met boetes werkt gaat iedereen proberen
die boetes te voorkomen. De bonusregeling is een
trigger voor mensen om misschien iets duurders te
kopen, maar wel met meer rendement. Techniek
versus economische haalbaarheid. Laat diegene
die de berekening gemaakt heeft maar het risico
lopen.” Willem vult aan: “Ik heb het begin van een
project meegemaakt waarbij we startten met wat
oefeningen met tweetallen. De één moest op elke
suggestie steeds een antwoord met ja-maar geven.
Aan het einde van de oefening waren ze elkaar in de
haren gevlogen. Bij een tweede oefening moest je de
ander positief bevestigen. Die mensen zaten al snel
in de positieve stand omdat ze mee gingen denken.
Zo is het ook in bouwprojecten. Je moet zorgen dat
iedereen in de ja-en stand komt te staan en elkaar
versterkt. Ik heb laatst de aanbesteding georgani-
seerd voor een DBME contract voor 20 jaar van een
MFA. De samenwerking zelf wilden we in de tender
meenemen. De consortia werden daarbij beoor-
deeld tijdens een live ontwerp sessie, waarbij een
deskundige keek naar de competenties om samen te
werken. Dat bracht heel goed de verschillen tussen
mensen en partijen in beeld en gaf de opdracht-
gever zelf ook mooie aanknopingspunten waar die
de samenwerking nog kon verbeteren.” Joost knikt:
“Ik denk dat we teveel met elkaar vergaderen en te
weinig bij elkaar aansluiten. Het hele bouwproces
moet je als een lean visie benaderen om slimmer
met elkaar samen te werken.” Piet vult aan: “Je moet
hetzelfde doel hebben en dat is een mooi project
maken. Als er eentje tussen zit die voor de winst
gaat werkt het niet. Bij engineering en build zijn de
onderaannemers mede verantwoordelijk voor het
ontwerp. Daar geloof ik in. Als je dan een uur met
elkaar werkt is dat anders dan vergaderen.”
Ontknippen
Joost brengt een nieuw element in: “We hebben
het te lang over die korte periode van het bouwen
die maar anderhalf jaar duurt. Maar het gebouw
moet vervolgens wel veertig jaar presteren.” Willem
knikt: “Ik ben dus voorstander van het ontknippen,
waardoor je als partner in het bouwproces weet dat
je er decennialang aan vast zit. Wanneer je ver-
antwoordelijk bent voor al het onderhoud en het
energieverbruik zit je anders aan tafel. Dan zet je je
expertise in om het slimmer te doen, niet om het
sneller of goedkoper op de korte termijn te doen. Ik
denk dat de bouwsector zich zo moet ontwikkelen,
domweg vanwege de logica en het rentmeester-
schap. De knip tussen bouwen en onderhouden is
niet logisch. Na de realisatie moet de opdrachtgever
het onderhoud organiseren en dan zie je het weer
juli 2015schooldomein56
“Waarom werken
we met boetes in
de bouw en niet
met bonussen.”
Willem Adriaanssen en Piet LattaJoost Keijzer en Alfred Bakker
4. mis gaan.” Alfred voegt toe: “Je gaat inderdaad met
iemand een relatie voor twintig jaar aan die je nog
niet kent. Ik houd de termijnen het liefst net onder
de vijftien jaar, omdat dat vaak een onderhoudspe-
riode is. Daarboven zijn te lange termijnen lastiger
te beredeneren.” “De essentie is dat je waardege-
dreven handelt in plaats van omzetgedreven”, stelt
Willem, “waarbij alle partijen proberen om zoveel
mogelijk waarde te genereren voor het budget en de
opdrachtgever comfort bieden op de overeengeko-
men prestaties. Om waardegedreven te denken en
te handelen is een vorm van afhankelijkheid nodig,
waarbij de opdrachtnemende partij er belang
bij heeft om het goed te doen. Ik vind dat (semi)
overheidsinstanties ontzorgd moeten worden en
niet de technisch inhoudelijke vragen moeten
beantwoorden. Als marktpartijen een duurzaam
gebouw voorstellen met een goede energiepresta-
tie, dan moeten die markpartijen zelf besluiten of
bijvoorbeeld zonnepanelen toepassen een slimme
investering is en ook zelf de consequenties dragen
als dit in de exploitatiefase anders blijkt te zijn.”
Alfred knikt: “Budgetten worden vaak te laag gesteld
door gemeenten. Vervolgens kom je in een enorm
tijdrovend traject terecht, waarbij je een aantal ke-
ren terug moet naar de raad en uiteindelijk blij bent
dat het gebouw wordt opgeleverd. Dat zijn allemaal
verkeerde prikkels.”
Rol inkoper
Willem denkt door: “Zou je dan niet de rol van inkoper
moeten veranderen. Als je het gevoel hebt dat partijen
je willen belazeren neem je dat wantrouwen op in al
je stukken. Dan krijg je dus ook partijen die elkaar niet
vertrouwen. Het veranderen van de spelregels van
het bouwproces begint dus vaak al bij de inkoper.”
Joost vult aan: “Een begroting is niet meer dan een
verwachting op basis van een normering. Het zegt
nog helemaal niets over de feitelijke ontwikkeling
van het bouwproces.” Alfred herkent dat: “Waar kiest
een gebruiker voor, een raam dat open gaat of een
duurzame houtsoort. Daar moet je van te voren over
nadenken. Wat in het klein gebeurt, gebeurt ook in het
groot. Vaak is er geen balans tussen doelen, midde-
len, functionaliteit en prestaties. Het gaat te vaak om
esthetiek. Vervolgens ga je aan de verkeerde knoppen
draaien en verlies je de balans.” Piet knikt: “Wanneer
je elkaar niet wilt kennen ga je meer regelen omdat je
elkaar niet vertrouwt. Wanneer je een hecht team hebt
als basis van een project en je ook verantwoordelijk
wordt voor 15 of 20 jaar onderhoud, zit je er anders
in dan wanneer je binnen een jaar klaar moet zijn
en een ander jou daarop controleert. Dan wordt het
traject heel anders omdat je vooraf over de te leveren
prestaties nadenkt. Ik denk dat een opdrachtgever of
inkoper dan voordeliger uit is dan wanneer ontwikke-
ling en beheer strikt gescheiden worden.”
juli 2015schooldomein 57
THEMA: ONTREGELEN