De laatst te Antwerpen geguillotineerde woonde 5 jaar aan de Brug te Zemst, o...
Doc c artikel 1 - even terugblikken - borsbeek anno 1873.
1. Even terugblikken… Borsbeek anno 1873.
Hierboven zie je een reproductie van een ‘schilderijtje’ van de hand van Joannes Corluy.
Joannes werd geboren op 6 juli 1856 in Boechout en stierf in Vremde als rustend priester op 3 maart
1942.
Hij schilderde dit dorpszicht van Borsbeek in 1873. Borsbeek telde toen 560 inwoners.
Op de voorgrond bemerk je een herder met hond, die kijkt naar zijn grazende schapen.
De weg, die in oostelijke richting naar het dorpscentrum leidt, is de Antwerpse straat, nu de de
Robianostraat.
De hoeve – uiterst links - stond op de hoek van de de Robianostraat en de Jan Frans Stijnenlei.
Links – op de achtergrond - op het einde van de straat, bemerk je de woning van timmerman Cornelius
Reusens.
Zijn atelier bevond op de hoek van de Molenstraat, nu Jozef Reusenslei en de Akkerdonckstraat.
Cornelius werd in 1898 verkozen tot de eerste bevelhebber van plaatselijke brandweer.
Hij was ook de vader van Florent, burgemeester van Borsbeek van 1921 tot 1946.
In 1991 zouden op deze plaats de Zusters van het Arme Kind Jezus hun tweede klooster bouwen.
Zij verlieten dit gebouw na de zomervakantie in 2014.
Tussen de bomen zie je de daken van enkele woningen, waaronder de hoeve Cautereels.
Deze hoeve maakte in 1892 plaats voor een pastorij, nu cultuurhuis De Pastorie, en het – toenmalige –
gemeentehuis, nu politiekantoor.
Je ziet ook heel goed de hoofdingang van de Sint-Jacobuskerk.
Rechts van de kerk bemerk je de ingang, die leidt naar ‘het kasteel’ Reynenborgh, het gebouw uiterst
rechts.
Louis François de Robiano was de laatste eigenaar van dit buitenverblijf of ‘hof van plaisantie’.
Na de dood van L.F. de Robiano in 1855 stelde zijn weduwe haar kasteel als vakantieverblijf en als
recreatieoord ter beschikking aan de paters Jezuïeten, die op dat ogenblik in Antwerpen het
handelsinstituut Sint-Ignatius hadden opgericht.
Twintig jaar later vestigden er zich de zusters van de congregatie van Het Arme Kind Jezus.
In 1889 werd het bouwvallige kasteel afgebroken.
Tekst: Johan Mortelmans.