SlideShare a Scribd company logo
1 of 46
Kinderen en Jongeren
Docent: Dr. Barbara Soetens
CAPITA SELECTA
1
Capita Selecta K & J 2022-2023
• Kennismaking en introductie opleidingsonderdeel
• KLOP: definitie en situering
• Premisses binnen KLOP
• Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en
jongeren: algemene aandachtspunten
INHOUDSTAFEL LES 1
INTRODUCTIE
2
De moeder van Bas roept hulp in omdat ze
bezorgd is over de veranderingen in het gedrag
van haar zoon. Hij weigert te luisteren naar z’n
ouders, wilt alles op zijn manier doen en
reageert vaak buitensporig kwaad. Hij slaat en
schopt dan en lijkt elke vorm van rede verloren
te zijn.
3
• Wat is de impact van de ontwikkelingsfase op
(probleem)gedrag?
• Uiten psychische problemen bij kinderen zich anders
dan bij volwassenen?
• Welke risicofactoren en protectieve factoren zijn er
bij het ontwikkelen van een bepaald probleem?
• Hoe kunnen psychische problemen bij kinderen
worden opgespoord, worden voorkomen en worden
verholpen?
• …
 Klinische ontwikkelingspsychologie (KLOP)
SITUERING OPLEIDINGSONDERDEEL
4
• Selectie capita:
− Eigenheid van deze problemen bij
kinderen/jongeren
− Prevalentie
− Aansluiting bij curriculum TP
− Jullie interesse
4 THEMA’S
5
6
Eetproblemen
Depressie en
stemmingsproblemen
Angst
?
• Opbouw: volgens vast stramien per caput
− Omkadering probleem bij jonge doelgroep
− Diagnostiek
− Preventie en/of protocollaire behandeling
OPBOUW LESSENREEKS
7
DOELSTELLINGEN OPLEIDINGSONDERDEEL
8
DOELSTELLINGEN OPLEIDINGSONDERDEEL
9
Uiting en etiologie
problemen
Diagnostiek
Protocollaire
behandeling
Levenslang
leren
Klinisch
inzicht
versterken
Verbanden
leggen
Info
verwerven en
verwerken
Klinisch
redeneren
Stilstaan bij
grondhouding
Kritisch
reflecteren
4
Thema’s
OVERZICHT LESSENREEKS (ONDER VOORBEHOUD VAN WIJZIGING)
Lesbeurt Korte Inhoud
Lesbeurt 1 20/09 - Introductie
- Kernbegrippen en aandachtspunten
Lesbeurt 2 27/09 Eetstoornissen en eetproblemen:
- omkadering van de problematiek
Lesbeurt 3 4/10 Eetstoornissen en eetproblemen:
- vervolg omkadering
- diagnostiek
Lesbeurt 4 11/10 Eetstoornissen en eetproblemen:
- preventie en behandeling
Lesbeurt 5 18/10 Afronden caput Eetstoornissen en eetproblemen
Depressie en stemmingsproblemen:
- omkadering van de problematiek
Lesbeurt 6 25/10 Depressie en stemmingsproblemen:
- diagnostiek en behandeling
Lesbeurt 7 8/11 Depressie en stemmingsproblemen:
- behandeling vervolg
Lesbeurt 8 15/11 Angst:
- omkadering van de problematiek en diagnostiek
Lesbeurt 9 29/11 Angst:
- preventie en behandeling
Lesbeurt 10 6/12 Somatoforme problemen/KOPP
Lesbeurt 11 13/12 Reserveles
Lesbeurt 12 20/12 Somatoforme problemen/KOPP (vervolg) + afronding
• Powerpoint slides en eigen lesnota’s
 Studentenversies
• Aanvullende teksten op Canvas: selectie van
relevante wetenschappelijke teksten
− Verplichte literatuur
− Aanbevolen literatuur
• Videomateriaal
CURSUSMATERIAAL EN LEERSTOF
11
• Hoe studeren?
− (Bewust) uitgebreide slides en toelichting
− Teksten cursus vullen aan
− Blok regelmatig en denk na over verbanden thema’s,
voorbeelden, onderbouwde meningen, toepassing in
casus (Wat aan de hand? Hoe onderzoeken? Hoe
begeleiden  vanuit de leerstof)
− Leerdoelen per les als houvast
12
• Gesloten boek examen, schriftelijk
− Gebruik bijlage testbrochure PDC toegestaan
• Open vragen
− Eventueel met subvragen
• Puntenverdeling op examenformulier vermeld
• Kennis, toepassing en/of inzicht
• Voorbeeldvragen in laatste les en doorheen lessenreeks
• Geen taak
EXAMEN
13
• Hoorcolleges
− Graag interactie
• Stel gerust vragen!
− Tijdens les + pauze + email
• Opleidingsregel: kom op tijd en wacht anders tot na de
pauze
• Pauze (ZDT)
WERKVORMEN EN AFSPRAKEN
14
• Kennismaking en introductie opleidingsonderdeel
• KLOP: definitie en situering
• Premisses binnen KLOP
• Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en
jongeren: algemene aandachtspunten
INHOUDSTAFEL LES 1
INTRODUCTIE
15
• Braet, C., & Prins, P. (2015). Ontwikkeling en
psychopathologie. In P. Prins & C. Braet (Eds.),
Handboek Klinische Ontwikkelings-psychologie
(pp. 3-5; pp. 24-38; pp. 42-46). Houten/Diegem:
Bohn Stafleu van Loghum.
BRONNEN LES 1
16
• Aan het einde van de les kan de student het domein van KLOP en zijn
eigenheden en belangrijkste begrippen situeren en uitleggen.
• Aan het einde van de les kan de student kritisch reflecteren over de
grens tussen normaal en afwijkend gedrag (normethiek, kaders).
• Aan het einde van de les kent de student de premisses van KLOP en
kan hij/zij deze actief benoemen en illustreren met een voorbeeld.
• Aan het einde van de les kent de student een aantal belangrijke
algemene aandachtspunten van diagnostiek en begeleiding bij
kinderen en jongeren en kan de geziene uitgangspunten uitleggen.
• Aan het einde van de les kent de student de principes van het PrOP-
model als algemeen kader binnen KLOP en kan hij/zij deze uitleggen.
LEERDOELEN LES 1
17
KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
(KLOP): DEFINITIE EN SITUERING
18
Onderzoeken van afwijkende ontwikkeling bij
kinderen en jongeren, de diagnostiek,
behandeling en preventie ervan
• Doel KLOP:
1. Modellen ontwerpen die de ontwikkeling van
afwijkend gedrag kunnen verklaren = studie van
afwijking van normale ontwikkeling
2. Bestuderen van implicaties van verworven inzichten
aanknopingspunten aanreiken voor preventie of
interventie
19
• Prevalentie kinderpsychopathologie
− ? % klinische stoornis?
− 2-3% zoekt hulp… afhankelijk van?
 Belang van herkennen signaalpunten
− Jaarlijks > 130 000 Vlaamse adolescenten in hulpverlening
− Grote variatie prevalentie per stoornis
• Bv. AN: <5 % tussen 5 en 17 jaar
• Bv. Angst: 30 % tussen 5 en 17 jaar
20
• Wat is ‘normaal’?
− Voor bepaalde stoornissen ‘makkelijker’ te bepalen dan
voor andere: bv. psychose (denkbeelden, emotionele
beleving fundamenteel anders)– gedragsproblemen
− Hoge lifetime prevalentiecijfers psychopathologie
− Happiness myth (Russ Harris) happiness
− Kadert binnen ruimer ethisch/maatschappelijk debat
• Jezelf als norm?
• Gerelateerd aan maatschappelijk narratief
21
• Radio gaga - psychiatrisch
centrum Bethanië in Zoersel
'Als ik mensen de hele nacht zie aanschuiven
voor de nieuwste iPhone, dan denk ik: Wie is er
hier abnormaal?'
22
2 benaderingen voor grens ‘normaliteit – stoornis’
− Categoriale benadering (wel/geen probleem)
• Cf. DSM
• Aantal labels stijgt
− Dimensionele benadering
• Continuüm van ‘geen problemen tot veel problemen’
• Vb. dimensie externaliserende problemen en dimensie
internaliserende problemen (Cf. ASEBA – Achenbach)
• Persoon in meer of mindere mate kenmerken van een
bepaald probleem (lijden?)
• Belangrijk voor psychologisch consulent!
23
 KLOP gaat ervan uit dat beide benaderingen elkaar
aanvullen!
 Binnen bepaalde diagnose meer of minder symptomen
(en andere uitingsvormen)
 EN neemt ontwikkelingsperspectief mee om te bepalen of
gedrag normatief, risicovol of problematisch is
24
25
Een risicofactor is een factor die een negatieve invloed
heeft op de (normale) ontwikkeling van een kind en die de
kans op een bepaalde (maladaptieve)
ontwikkelingsuitkomst verhoogt
• Centrale termen binnen KLOP:
• Risicofactoren
• Beschermende factoren
 Balans draagt bij tot al dan niet ontwikkeling
probleemgedrag
• Risicofactor geeft steeds kansuitspraak
• 2 soorten risicofactoren:
− Gefixeerde markers: niet veranderbaar
− Variabele markers: ‘wel’ veranderbaar
• Risicoperioden
− Bv. Agressie voor en na 10-jarige leeftijd
26
• Multifinaliteit: eenzelfde (combinatie) risicofactor(en)
kan tot verschillende uitkomsten leiden
• Equifinaliteit: Een bepaald probleem kan door
verschillende (sets van) risicofactoren worden verklaard
 Hoe zit het voor DEZE persoon in elkaar?
27
• 4 niveaus van risicofactoren/kwetsbaarheid
− Organisch niveau
• Bv. Genetische factoren, zwangerschapscomplicaties
− Intrapersoonlijk niveau
• Bv. Temperament (gedragsinhibitie)
− Interpersoonlijk niveau
• Bv. Lage SES, opvoedingsstijl
− Hogere orde niveau (maatschappij)
• Bv. Armoede
28
29
Veerkracht is het hebben van een goede externe en
interne aanpassing aan omstandigheden
Een beschermende factor is een factor die in een
risicovolle situatie de negatieve invloed van de
risicofactoren op de ontwikkeling geheel of
gedeeltelijk teniet doet
• Beschermende factoren bevorderen veerkracht
• Beschermende factoren kunnen zich ook situeren op 4
niveaus: organisch, intrapersoonlijk, interpersoonlijk en
hogere orde niveau
• Beschermende factor voor ene kind kan
risicofactor/stressor zijn voor ander kind
• Veerkracht kan zich ontwikkelen door contact met
negatieve ervaringen
30
1. Adequaat ouderschap
2. Contacten met andere sociaal competente
volwassenen
3. Intelligentie
4. Talenten en prestaties hebben die door anderen
gewaardeerd worden
5. Aantrekkelijk zijn
6. Goede probleemoplosser
7. Financiele zekerheid en een hogere SES
8. Positieve schoolervaring
9. Religieus vertrouwen
10. Zelfwaardering, besef van controle
TOP 10 FACTOREN DIE VEERKRACHT
VERSTERKEN
31
• Gevolgen vanuit visie KLOP:
− In intake ook focussen op ‘wat goed gaat’
− Bij preventieprogramma’s: hoe kunnen we kinderen
weerbaar maken?
− Een aantal beschermende factoren (cf. top 10) zijn
beïnvloedbaar
• Bv. Adequaat ouderschap
• Bv. Gevoel van zelfcontrole/zelfvertrouwen
32
1. Gedragingen kunnen verschillen naargelang context:
observatie in verschillende situaties belangrijk
2. Observaties moeten aangevuld worden met
testen/gesprekken
3. Comorbiditeit eerder regel dan uitzondering
4. Verschillende ontwikkelingsterreinen moeten bekeken
worden (sociaal, emotioneel, cognitief, moreel, motorisch)
10 PREMISSES BINNEN DE KLINISCHE
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
33
5. Psychopathologie is een ‘extreemgebied’
6. Niet iedereen die in eenzelfde ‘categorie’ van een stoornis wordt
geplaatst, heeft precies dezelfde kenmerken  minimum
gemeenschappelijk
7. Multideterminisme: gedrag ontstaat door multiple invloeden
8. Wat als symptoom wordt gezien is deels cultuurafhankelijk
9. Probleemgedrag is niet statisch en kan verschillende vormen
aannemen over ontwikkelingsfasen heen
10. Een ‘label’ of diagnose is geen verklaring, nood aan beschrijving
mechanismen!
34
• “Symptomen - bijvoorbeeld een tekort aan aandacht en een
teveel aan activiteit - worden benoemd als 'stoornis',
waardoor de indruk ontstaat dat we de medische oorzaak
kennen. Het gebruik van goed bekkende afkortingen
camoufleert dat enigszins, zodat het moeite kost om deze
schijnverklaringen te ontmaskeren. Even een vergelijking:
iemand die last heeft van hoge koorts (HK) en veel zweten
(VZ) diagnosticeren we in dit model als iemand die aan
HKVZ lijdt. Vervolgens stellen we dat die arme man toch
zoveel last heeft van koorts en zweten, omdat hij aan HKVZ
lijdt. Net zoals iemand te weinig aandacht heeft (AD) en te
druk is (HD) omdat hij ADHD heeft. Een beschrijving wordt
voorgesteld als oorzaak van wat er beschreven wordt.
Dergelijke cirkelredeneringen zijn legio in de huidige versie
van het ziektemodel, waardoor er een illusie van
wetenschappelijkheid ontstaat (Paul Verhaeghe)”.
35
• Zowel bij diagnostiek als bij begeleiding belangrijk om te
letten op hoe het probleem ONTSTAAN is en IN STAND
wordt gehouden
− PrOP en Integratief Beeld
− Kapstokken kennis specifieke etiologie
− Oog voor transdiagnostische processen: bv. zelfbeeld,
emotie-regulatie, piekeren, executieve functies
STEEDS het particuliere verhaal van je cliënt voorop
stellen en vandaaruit interventies bepalen!
36
• Introductie opleidingsonderdeel
• KLOP: definitie en situering
• Premisses binnen KLOP
• Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en
jongeren: algemene aandachtspunten
INHOUDSTAFEL LES 1
INTRODUCTIE
37
• Ook bij kinderen en jongeren gelden de algemene
principes van diagnostiek en begeleiding:
− Wie komt met wat net nu naar hier?
− Handelingsgericht
− Psychodiagnostisch procesmodel
− Theorie en kennis vormen ‘kapstok’
− Evidence based
− Grondhouding en ethiek
DIAGNOSTIEK EN BEGELEIDING: ALGEMENE
AANDACHTSPUNTEN
38
• Specifiekere aandachtspunten kinderen en
jongeren:
1. P(r)OP als algemeen kader
Problemen = omgeving x persoonlijke stijl
NB. Persoonlijke stijl bij kinderen vaak nog minder
vast verankerd
39
• Pr: Wat is het probleem?
• O:
− Wat gebeurt er in de omgeving?
− Wat vindt kind daarvan?
• P:
− Hoe is kind als persoon?
− Hoe gaat kind met problemen om?
40
• Diagnostiek gericht op goed in kaart brengen van Pr O P
en samenhang
− Bv. probleemspecifieke instrumenten en/of gericht op
onderkennend mechanisme,
opvoedingsvaardigheden/gezinspatronen,
contextgegevens, persoonlijkheid, coping,…
• Interventies gericht op O (waar mogelijk) en P
• Cf. practica en PSD
41
Pr O P
Woedeaanvallen bij kleine
triggers
Weglopen
Negatieve zelfspraak
Negatief aandacht vragen
Inslapen moeilijk
Angst voor dood
Zin doordrijven
Tegenspreken
Ouders benaderen A strenger dan
broer/veeleisend
Gebeurtenissen die onmacht doen
voelen (bv verliezen bij spel, druk
om tijdig voort te maken,…)
Poes recent gestorven
Ruime vriendenkring
Hobby’s
Band met broer
Emotioneel gevoelig
Wil op de voorgrond staan
Dominant
Impulsief
Maladaptieve emotionele
copingsmechanismen
Empathisch
Plichtsbewust
Doorzetter
Sociaal
42
2. Het gezin/context vaak een prominentere plaats
binnen diagnostiek en begeleiding kinderen
− Functioneren van gezin grote invloed op functioneren
kind en vice versa
• Bv. Moeilijke eters – aanpak ouders
• Systeemdenken: het kind vertoont het probleem, dat
‘familiaal verpakt’ zit (scapegoat, identified patient)
− ‘Schuldvraag’ is niet aan de orde maar ‘hulpvraag’
43
3. Ingangspoorten bij kinderen
Om kinderen te kunnen begrijpen, en hen te helpen
zichzelf te begrijpen, zullen we ons moeten verdiepen in
de taal die zij gebruiken
 Aanpassen als HV:
− Beperkt vocabularium
− Weigering kind
− Beperkingen in abstract denken
− Beperkte zelfreflectie
− Gebruik alternatieve ‘ingangspoorten’
− …
44
 Verplaatsen in referentiekader kind, rekening houden
met beperkingen in TOM en cognitieve ontwikkeling,
gebruik ‘creatieve’ technieken
 Hoe? Cf. practica KLP/SPP, CCT SPP, psychologische
interventies kinderen en jongeren en stage +
postgraduaatsopleidingen counseling
45
4. Opsporen van symptomen, risicofactoren en
beschermende factoren bij kinderen via multi-method-
multi-informant methode!
− Observatie
− Gesprekken
− Gevalideerde en genormeerde instrumenten
(vragenlijsten en interviews)
− Kind, ouder, leerkracht,…
− Verschillende contexten
46

More Related Content

Similar to CS K&J lesbeurt 1 introductie.pptx

Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuis
Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuisUtrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuis
Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuisUtrecht
 
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie
 
Het domino-effect
Het domino-effectHet domino-effect
Het domino-effectHerman Post
 
2 de versie 4de lesdag kindfactoren
2 de versie 4de lesdag kindfactoren2 de versie 4de lesdag kindfactoren
2 de versie 4de lesdag kindfactorenCVO-SSH
 
Ouders en (dyslexie)hulpverlening
Ouders en (dyslexie)hulpverleningOuders en (dyslexie)hulpverlening
Ouders en (dyslexie)hulpverleningEllen Loykens
 
ADHD: modeverschijnsel of realiteit
ADHD: modeverschijnsel of realiteitADHD: modeverschijnsel of realiteit
ADHD: modeverschijnsel of realiteitDeStaerckeSophie
 
Presentatie26 06-2012
Presentatie26 06-2012Presentatie26 06-2012
Presentatie26 06-2012hgom77
 
Groeien in zelfredzaamheid methodiek
Groeien in zelfredzaamheid methodiek Groeien in zelfredzaamheid methodiek
Groeien in zelfredzaamheid methodiek Onovon
 
Suze van de pol opbrengstgericht werken
Suze van de pol   opbrengstgericht werkenSuze van de pol   opbrengstgericht werken
Suze van de pol opbrengstgericht werkenVNUEE
 
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009Presentatie Cjg 7 Oktober 2009
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009Stefanie Jansen
 
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunHet handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunsofie
 
Deel 1 1 2 3
Deel 1 1 2 3Deel 1 1 2 3
Deel 1 1 2 3sofie
 
Deel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWDeel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWsofie
 

Similar to CS K&J lesbeurt 1 introductie.pptx (20)

Leerproblemen
LeerproblemenLeerproblemen
Leerproblemen
 
Leerproblemen
LeerproblemenLeerproblemen
Leerproblemen
 
Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuis
Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuisUtrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuis
Utrecht/Kenniscongres2016/4/A.M.Barnhoorn/GGZ behandeling op school en thuis
 
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...
Psychiatrische diagnostiek bij kinderen en jeugdigen met een verstandelijke b...
 
Het domino-effect
Het domino-effectHet domino-effect
Het domino-effect
 
2 de versie 4de lesdag kindfactoren
2 de versie 4de lesdag kindfactoren2 de versie 4de lesdag kindfactoren
2 de versie 4de lesdag kindfactoren
 
Zorgmanagement v2
Zorgmanagement v2Zorgmanagement v2
Zorgmanagement v2
 
Ouders en (dyslexie)hulpverlening
Ouders en (dyslexie)hulpverleningOuders en (dyslexie)hulpverlening
Ouders en (dyslexie)hulpverlening
 
ADHD: modeverschijnsel of realiteit
ADHD: modeverschijnsel of realiteitADHD: modeverschijnsel of realiteit
ADHD: modeverschijnsel of realiteit
 
Preventief handelen onderbouw 1920
Preventief handelen onderbouw 1920Preventief handelen onderbouw 1920
Preventief handelen onderbouw 1920
 
Preventief handelen bovenbouw 1920
Preventief handelen bovenbouw 1920Preventief handelen bovenbouw 1920
Preventief handelen bovenbouw 1920
 
Presentatie26 06-2012
Presentatie26 06-2012Presentatie26 06-2012
Presentatie26 06-2012
 
Workshop - Diagnostiek bij jongeren - A. Heinemann
Workshop - Diagnostiek bij jongeren -  A. HeinemannWorkshop - Diagnostiek bij jongeren -  A. Heinemann
Workshop - Diagnostiek bij jongeren - A. Heinemann
 
Groeien in zelfredzaamheid methodiek
Groeien in zelfredzaamheid methodiek Groeien in zelfredzaamheid methodiek
Groeien in zelfredzaamheid methodiek
 
Suze van de pol opbrengstgericht werken
Suze van de pol   opbrengstgericht werkenSuze van de pol   opbrengstgericht werken
Suze van de pol opbrengstgericht werken
 
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009Presentatie Cjg 7 Oktober 2009
Presentatie Cjg 7 Oktober 2009
 
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunHet handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
 
Ervarend leren
Ervarend lerenErvarend leren
Ervarend leren
 
Deel 1 1 2 3
Deel 1 1 2 3Deel 1 1 2 3
Deel 1 1 2 3
 
Deel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWDeel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGW
 

CS K&J lesbeurt 1 introductie.pptx

  • 1. Kinderen en Jongeren Docent: Dr. Barbara Soetens CAPITA SELECTA 1 Capita Selecta K & J 2022-2023
  • 2. • Kennismaking en introductie opleidingsonderdeel • KLOP: definitie en situering • Premisses binnen KLOP • Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en jongeren: algemene aandachtspunten INHOUDSTAFEL LES 1 INTRODUCTIE 2
  • 3. De moeder van Bas roept hulp in omdat ze bezorgd is over de veranderingen in het gedrag van haar zoon. Hij weigert te luisteren naar z’n ouders, wilt alles op zijn manier doen en reageert vaak buitensporig kwaad. Hij slaat en schopt dan en lijkt elke vorm van rede verloren te zijn. 3
  • 4. • Wat is de impact van de ontwikkelingsfase op (probleem)gedrag? • Uiten psychische problemen bij kinderen zich anders dan bij volwassenen? • Welke risicofactoren en protectieve factoren zijn er bij het ontwikkelen van een bepaald probleem? • Hoe kunnen psychische problemen bij kinderen worden opgespoord, worden voorkomen en worden verholpen? • …  Klinische ontwikkelingspsychologie (KLOP) SITUERING OPLEIDINGSONDERDEEL 4
  • 5. • Selectie capita: − Eigenheid van deze problemen bij kinderen/jongeren − Prevalentie − Aansluiting bij curriculum TP − Jullie interesse 4 THEMA’S 5
  • 7. • Opbouw: volgens vast stramien per caput − Omkadering probleem bij jonge doelgroep − Diagnostiek − Preventie en/of protocollaire behandeling OPBOUW LESSENREEKS 7
  • 9. DOELSTELLINGEN OPLEIDINGSONDERDEEL 9 Uiting en etiologie problemen Diagnostiek Protocollaire behandeling Levenslang leren Klinisch inzicht versterken Verbanden leggen Info verwerven en verwerken Klinisch redeneren Stilstaan bij grondhouding Kritisch reflecteren 4 Thema’s
  • 10. OVERZICHT LESSENREEKS (ONDER VOORBEHOUD VAN WIJZIGING) Lesbeurt Korte Inhoud Lesbeurt 1 20/09 - Introductie - Kernbegrippen en aandachtspunten Lesbeurt 2 27/09 Eetstoornissen en eetproblemen: - omkadering van de problematiek Lesbeurt 3 4/10 Eetstoornissen en eetproblemen: - vervolg omkadering - diagnostiek Lesbeurt 4 11/10 Eetstoornissen en eetproblemen: - preventie en behandeling Lesbeurt 5 18/10 Afronden caput Eetstoornissen en eetproblemen Depressie en stemmingsproblemen: - omkadering van de problematiek Lesbeurt 6 25/10 Depressie en stemmingsproblemen: - diagnostiek en behandeling Lesbeurt 7 8/11 Depressie en stemmingsproblemen: - behandeling vervolg Lesbeurt 8 15/11 Angst: - omkadering van de problematiek en diagnostiek Lesbeurt 9 29/11 Angst: - preventie en behandeling Lesbeurt 10 6/12 Somatoforme problemen/KOPP Lesbeurt 11 13/12 Reserveles Lesbeurt 12 20/12 Somatoforme problemen/KOPP (vervolg) + afronding
  • 11. • Powerpoint slides en eigen lesnota’s  Studentenversies • Aanvullende teksten op Canvas: selectie van relevante wetenschappelijke teksten − Verplichte literatuur − Aanbevolen literatuur • Videomateriaal CURSUSMATERIAAL EN LEERSTOF 11
  • 12. • Hoe studeren? − (Bewust) uitgebreide slides en toelichting − Teksten cursus vullen aan − Blok regelmatig en denk na over verbanden thema’s, voorbeelden, onderbouwde meningen, toepassing in casus (Wat aan de hand? Hoe onderzoeken? Hoe begeleiden  vanuit de leerstof) − Leerdoelen per les als houvast 12
  • 13. • Gesloten boek examen, schriftelijk − Gebruik bijlage testbrochure PDC toegestaan • Open vragen − Eventueel met subvragen • Puntenverdeling op examenformulier vermeld • Kennis, toepassing en/of inzicht • Voorbeeldvragen in laatste les en doorheen lessenreeks • Geen taak EXAMEN 13
  • 14. • Hoorcolleges − Graag interactie • Stel gerust vragen! − Tijdens les + pauze + email • Opleidingsregel: kom op tijd en wacht anders tot na de pauze • Pauze (ZDT) WERKVORMEN EN AFSPRAKEN 14
  • 15. • Kennismaking en introductie opleidingsonderdeel • KLOP: definitie en situering • Premisses binnen KLOP • Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en jongeren: algemene aandachtspunten INHOUDSTAFEL LES 1 INTRODUCTIE 15
  • 16. • Braet, C., & Prins, P. (2015). Ontwikkeling en psychopathologie. In P. Prins & C. Braet (Eds.), Handboek Klinische Ontwikkelings-psychologie (pp. 3-5; pp. 24-38; pp. 42-46). Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. BRONNEN LES 1 16
  • 17. • Aan het einde van de les kan de student het domein van KLOP en zijn eigenheden en belangrijkste begrippen situeren en uitleggen. • Aan het einde van de les kan de student kritisch reflecteren over de grens tussen normaal en afwijkend gedrag (normethiek, kaders). • Aan het einde van de les kent de student de premisses van KLOP en kan hij/zij deze actief benoemen en illustreren met een voorbeeld. • Aan het einde van de les kent de student een aantal belangrijke algemene aandachtspunten van diagnostiek en begeleiding bij kinderen en jongeren en kan de geziene uitgangspunten uitleggen. • Aan het einde van de les kent de student de principes van het PrOP- model als algemeen kader binnen KLOP en kan hij/zij deze uitleggen. LEERDOELEN LES 1 17
  • 18. KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE (KLOP): DEFINITIE EN SITUERING 18 Onderzoeken van afwijkende ontwikkeling bij kinderen en jongeren, de diagnostiek, behandeling en preventie ervan
  • 19. • Doel KLOP: 1. Modellen ontwerpen die de ontwikkeling van afwijkend gedrag kunnen verklaren = studie van afwijking van normale ontwikkeling 2. Bestuderen van implicaties van verworven inzichten aanknopingspunten aanreiken voor preventie of interventie 19
  • 20. • Prevalentie kinderpsychopathologie − ? % klinische stoornis? − 2-3% zoekt hulp… afhankelijk van?  Belang van herkennen signaalpunten − Jaarlijks > 130 000 Vlaamse adolescenten in hulpverlening − Grote variatie prevalentie per stoornis • Bv. AN: <5 % tussen 5 en 17 jaar • Bv. Angst: 30 % tussen 5 en 17 jaar 20
  • 21. • Wat is ‘normaal’? − Voor bepaalde stoornissen ‘makkelijker’ te bepalen dan voor andere: bv. psychose (denkbeelden, emotionele beleving fundamenteel anders)– gedragsproblemen − Hoge lifetime prevalentiecijfers psychopathologie − Happiness myth (Russ Harris) happiness − Kadert binnen ruimer ethisch/maatschappelijk debat • Jezelf als norm? • Gerelateerd aan maatschappelijk narratief 21
  • 22. • Radio gaga - psychiatrisch centrum Bethanië in Zoersel 'Als ik mensen de hele nacht zie aanschuiven voor de nieuwste iPhone, dan denk ik: Wie is er hier abnormaal?' 22
  • 23. 2 benaderingen voor grens ‘normaliteit – stoornis’ − Categoriale benadering (wel/geen probleem) • Cf. DSM • Aantal labels stijgt − Dimensionele benadering • Continuüm van ‘geen problemen tot veel problemen’ • Vb. dimensie externaliserende problemen en dimensie internaliserende problemen (Cf. ASEBA – Achenbach) • Persoon in meer of mindere mate kenmerken van een bepaald probleem (lijden?) • Belangrijk voor psychologisch consulent! 23
  • 24.  KLOP gaat ervan uit dat beide benaderingen elkaar aanvullen!  Binnen bepaalde diagnose meer of minder symptomen (en andere uitingsvormen)  EN neemt ontwikkelingsperspectief mee om te bepalen of gedrag normatief, risicovol of problematisch is 24
  • 25. 25 Een risicofactor is een factor die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van een kind en die de kans op een bepaalde (maladaptieve) ontwikkelingsuitkomst verhoogt • Centrale termen binnen KLOP: • Risicofactoren • Beschermende factoren  Balans draagt bij tot al dan niet ontwikkeling probleemgedrag
  • 26. • Risicofactor geeft steeds kansuitspraak • 2 soorten risicofactoren: − Gefixeerde markers: niet veranderbaar − Variabele markers: ‘wel’ veranderbaar • Risicoperioden − Bv. Agressie voor en na 10-jarige leeftijd 26
  • 27. • Multifinaliteit: eenzelfde (combinatie) risicofactor(en) kan tot verschillende uitkomsten leiden • Equifinaliteit: Een bepaald probleem kan door verschillende (sets van) risicofactoren worden verklaard  Hoe zit het voor DEZE persoon in elkaar? 27
  • 28. • 4 niveaus van risicofactoren/kwetsbaarheid − Organisch niveau • Bv. Genetische factoren, zwangerschapscomplicaties − Intrapersoonlijk niveau • Bv. Temperament (gedragsinhibitie) − Interpersoonlijk niveau • Bv. Lage SES, opvoedingsstijl − Hogere orde niveau (maatschappij) • Bv. Armoede 28
  • 29. 29 Veerkracht is het hebben van een goede externe en interne aanpassing aan omstandigheden Een beschermende factor is een factor die in een risicovolle situatie de negatieve invloed van de risicofactoren op de ontwikkeling geheel of gedeeltelijk teniet doet
  • 30. • Beschermende factoren bevorderen veerkracht • Beschermende factoren kunnen zich ook situeren op 4 niveaus: organisch, intrapersoonlijk, interpersoonlijk en hogere orde niveau • Beschermende factor voor ene kind kan risicofactor/stressor zijn voor ander kind • Veerkracht kan zich ontwikkelen door contact met negatieve ervaringen 30
  • 31. 1. Adequaat ouderschap 2. Contacten met andere sociaal competente volwassenen 3. Intelligentie 4. Talenten en prestaties hebben die door anderen gewaardeerd worden 5. Aantrekkelijk zijn 6. Goede probleemoplosser 7. Financiele zekerheid en een hogere SES 8. Positieve schoolervaring 9. Religieus vertrouwen 10. Zelfwaardering, besef van controle TOP 10 FACTOREN DIE VEERKRACHT VERSTERKEN 31
  • 32. • Gevolgen vanuit visie KLOP: − In intake ook focussen op ‘wat goed gaat’ − Bij preventieprogramma’s: hoe kunnen we kinderen weerbaar maken? − Een aantal beschermende factoren (cf. top 10) zijn beïnvloedbaar • Bv. Adequaat ouderschap • Bv. Gevoel van zelfcontrole/zelfvertrouwen 32
  • 33. 1. Gedragingen kunnen verschillen naargelang context: observatie in verschillende situaties belangrijk 2. Observaties moeten aangevuld worden met testen/gesprekken 3. Comorbiditeit eerder regel dan uitzondering 4. Verschillende ontwikkelingsterreinen moeten bekeken worden (sociaal, emotioneel, cognitief, moreel, motorisch) 10 PREMISSES BINNEN DE KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 33
  • 34. 5. Psychopathologie is een ‘extreemgebied’ 6. Niet iedereen die in eenzelfde ‘categorie’ van een stoornis wordt geplaatst, heeft precies dezelfde kenmerken  minimum gemeenschappelijk 7. Multideterminisme: gedrag ontstaat door multiple invloeden 8. Wat als symptoom wordt gezien is deels cultuurafhankelijk 9. Probleemgedrag is niet statisch en kan verschillende vormen aannemen over ontwikkelingsfasen heen 10. Een ‘label’ of diagnose is geen verklaring, nood aan beschrijving mechanismen! 34
  • 35. • “Symptomen - bijvoorbeeld een tekort aan aandacht en een teveel aan activiteit - worden benoemd als 'stoornis', waardoor de indruk ontstaat dat we de medische oorzaak kennen. Het gebruik van goed bekkende afkortingen camoufleert dat enigszins, zodat het moeite kost om deze schijnverklaringen te ontmaskeren. Even een vergelijking: iemand die last heeft van hoge koorts (HK) en veel zweten (VZ) diagnosticeren we in dit model als iemand die aan HKVZ lijdt. Vervolgens stellen we dat die arme man toch zoveel last heeft van koorts en zweten, omdat hij aan HKVZ lijdt. Net zoals iemand te weinig aandacht heeft (AD) en te druk is (HD) omdat hij ADHD heeft. Een beschrijving wordt voorgesteld als oorzaak van wat er beschreven wordt. Dergelijke cirkelredeneringen zijn legio in de huidige versie van het ziektemodel, waardoor er een illusie van wetenschappelijkheid ontstaat (Paul Verhaeghe)”. 35
  • 36. • Zowel bij diagnostiek als bij begeleiding belangrijk om te letten op hoe het probleem ONTSTAAN is en IN STAND wordt gehouden − PrOP en Integratief Beeld − Kapstokken kennis specifieke etiologie − Oog voor transdiagnostische processen: bv. zelfbeeld, emotie-regulatie, piekeren, executieve functies STEEDS het particuliere verhaal van je cliënt voorop stellen en vandaaruit interventies bepalen! 36
  • 37. • Introductie opleidingsonderdeel • KLOP: definitie en situering • Premisses binnen KLOP • Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en jongeren: algemene aandachtspunten INHOUDSTAFEL LES 1 INTRODUCTIE 37
  • 38. • Ook bij kinderen en jongeren gelden de algemene principes van diagnostiek en begeleiding: − Wie komt met wat net nu naar hier? − Handelingsgericht − Psychodiagnostisch procesmodel − Theorie en kennis vormen ‘kapstok’ − Evidence based − Grondhouding en ethiek DIAGNOSTIEK EN BEGELEIDING: ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN 38
  • 39. • Specifiekere aandachtspunten kinderen en jongeren: 1. P(r)OP als algemeen kader Problemen = omgeving x persoonlijke stijl NB. Persoonlijke stijl bij kinderen vaak nog minder vast verankerd 39
  • 40. • Pr: Wat is het probleem? • O: − Wat gebeurt er in de omgeving? − Wat vindt kind daarvan? • P: − Hoe is kind als persoon? − Hoe gaat kind met problemen om? 40
  • 41. • Diagnostiek gericht op goed in kaart brengen van Pr O P en samenhang − Bv. probleemspecifieke instrumenten en/of gericht op onderkennend mechanisme, opvoedingsvaardigheden/gezinspatronen, contextgegevens, persoonlijkheid, coping,… • Interventies gericht op O (waar mogelijk) en P • Cf. practica en PSD 41
  • 42. Pr O P Woedeaanvallen bij kleine triggers Weglopen Negatieve zelfspraak Negatief aandacht vragen Inslapen moeilijk Angst voor dood Zin doordrijven Tegenspreken Ouders benaderen A strenger dan broer/veeleisend Gebeurtenissen die onmacht doen voelen (bv verliezen bij spel, druk om tijdig voort te maken,…) Poes recent gestorven Ruime vriendenkring Hobby’s Band met broer Emotioneel gevoelig Wil op de voorgrond staan Dominant Impulsief Maladaptieve emotionele copingsmechanismen Empathisch Plichtsbewust Doorzetter Sociaal 42
  • 43. 2. Het gezin/context vaak een prominentere plaats binnen diagnostiek en begeleiding kinderen − Functioneren van gezin grote invloed op functioneren kind en vice versa • Bv. Moeilijke eters – aanpak ouders • Systeemdenken: het kind vertoont het probleem, dat ‘familiaal verpakt’ zit (scapegoat, identified patient) − ‘Schuldvraag’ is niet aan de orde maar ‘hulpvraag’ 43
  • 44. 3. Ingangspoorten bij kinderen Om kinderen te kunnen begrijpen, en hen te helpen zichzelf te begrijpen, zullen we ons moeten verdiepen in de taal die zij gebruiken  Aanpassen als HV: − Beperkt vocabularium − Weigering kind − Beperkingen in abstract denken − Beperkte zelfreflectie − Gebruik alternatieve ‘ingangspoorten’ − … 44
  • 45.  Verplaatsen in referentiekader kind, rekening houden met beperkingen in TOM en cognitieve ontwikkeling, gebruik ‘creatieve’ technieken  Hoe? Cf. practica KLP/SPP, CCT SPP, psychologische interventies kinderen en jongeren en stage + postgraduaatsopleidingen counseling 45
  • 46. 4. Opsporen van symptomen, risicofactoren en beschermende factoren bij kinderen via multi-method- multi-informant methode! − Observatie − Gesprekken − Gevalideerde en genormeerde instrumenten (vragenlijsten en interviews) − Kind, ouder, leerkracht,… − Verschillende contexten 46

Editor's Notes

  1. Hangt af van de leeftijd
  2. Hoe ontstaat een stoornis en hoe wordt deze instandgehouden
  3. 13-37% ipv samenvatting 8-26% Cijfers niet kennen tho
  4. Wanneer is iets afwijkend? Bij sommige problematieken makkelijker te bepalen dan bij anderen. Happiness myth (Russ Harris) Geluk is niet de ‘normale staat van zijn’  normaal = golven van allerlei emoties Geluk is niet je ‘steeds maar goed voelen’  een waardevol leven leiden met veelheid van emoties Als je je niet steeds gelukkig voelt, is er niks mis met je, het leven is uitdagend en moeilijk Jezelf als norm  je gebruikt jezelf als referentiepunt’, als norm ‘doe/deed ik dat ook?’
  5. Multifinaliteit: Controle drang en negatief zelfbeeld zal bij het ene kind leiden tot faalangst, maar bij een ander kind kunnen deze risicofactoren leiden tot sociale angst Zelfde risicofactoren, maar een andere problematiek Equifinaliteit Anorexia kan bij de ene persoon veroorzaakt worden door perfectionisme en interpersoonlijke problemen en bij de ander door perfectionisme en diëten.  1 problematiek ontstaan door verschillende risicofactoren
  6. Niet kennen
  7. Wel kennen
  8. Hij is druk omdat hij ADHD heeft = FOUT Net zoals ‘Hij gokt omdat hij een gokverslaving heeft’ Cirkelredenering Hij heeft ADHD en druk zijn is een symptoom daarvan = JUIST Wij moeten zoeken naar de achterliggende mechanismen
  9. Systeemdenken: probleem bevindt zich niet enkel bij het kind, maar de volledige familiale context Ouders complimenteren zodat men geen schuldgevoelens ervaren