Maatschappelijke impact van vzw IN-Z als sociale onderneming. Presentatie t.g.v. 20 jaar vzw IN-Z.

1. Sociaal en duurzaam ondernemen
in feiten en cijfers
Joeri Vancoillie
verantwoordelijke externe betrekkingen en communicatie
Genk, 13 oktober 2016

2. Situering sociaal ondernemerschap vzw IN-Z
 Gelaagde ambitie
 sociale en duurzame tewerkstelling
 flexibel inspelen op de vraag van gebruikers
 maatschappelijke behoeften lenigen
 Daarvoor ‘bewegen’ we doorheen diverse terreinen
 thuiszorg, ouderenzorg, zorg voor personen met een handicap
 dienstencheques
 welzijn en onderwijs
 lokale diensteneconomie*
 Resultaten tonen sociaal ondernemerschap op die domeinen
 profiel werknemers
 profiel gebruikers/klanten

3. Tewerkstelling vzw IN-Z
 1283 werknemers bij vzw IN-Z
 1172 helpers en helpsters in onze dienstverlening
 111 staf

4. Tewerkstelling
 Bijkomend in nieuwe initiatieven
 15 werknemers bij vzw SOOP
 5 werknemers in ‘t Dorpshuys

5. Profiel werknemers IN-Z: gender
 Hoog % vrouwen weerspiegelt ontstaansgeschiedenis IN-Z
 Benchmark mannen IN-Z/Dienstencheques: 6,08% «» 2,5% (2014)

6. Profiel werknemers IN-Z: opleiding
 Getuigschrift/diploma geen selectiecriterium
 Was een doorbraak voor kansengroepen in de zorg
 Benchmark IN-Z/dienstencheques: 73,66% «» 51,43% kortgeschoold
 Benchmark IN-Z/lokale diensteneconomie: 90,01% «» 72% kortgeschoold

7. Profiel werknemers IN-Z: leeftijd
 % ≥ 50 jaar: 41,80%
 % ≥ 45 jaar: 56,14%
 Ouderen prioritaire doelgroep in Vlaamse arbeidsmarktbeleid
 Benchmark ≥ 50 jaar IN-Z/dienstencheques: 38,51% «» 27,7% (2014)
 Benchmark ≥ 50 jaar IN-Z/lokale diensteneconomie: 61,63% «» 34% (2014)

8. Profiel werknemers IN-Z: diversiteit
 Anderstaligheid als belangrijke factor
 Aanpak onder meer via peter-/meterschap

9. Profiel van de werknemers: jobtime
 Aantal werkuren per week loopt sterk uiteen
 Contracten per uur aanpasbaar tussen 13 en 38 u/week
 Hoge flexibiliteit i.f.v. draagkracht van de medewerker
 83% jobtime ≥ 19 u

10. Werkbaar werk (Acerta/iNostix werkbelevingsonderzoek 2015)
 95,5% van onze werknemers is tevreden tot heel tevreden
 97,0% wil werkgever aanbevelen bij vrienden of kennissen
 Kwart van de nieuwe werknemers stroomt effectief binnen op aanraden van familie/kennissen
 Enkele sterke punten in de werkbeleving van de help(st)ers
 Benchmark IN-Z/iNostix (N = 33.593): 97,0% «» 87,8% attractiviteit werkgever
 Benchmark IN-Z/iNostix (N = 33.593): 71% «» 47,1% actieve aanbevelingsintentie
Waarden en
bedrijfscultuur
Plezier in het werk Werk/privé balans
Relatie met de
coördinator
Duidelijke rol en
taken
Werkbare
werkdruk
Jobzekerheid Leermogelijkheden

11. Dienstverlening
 Gebruikers dienstverlening
 4654 personen » poets- en huishoudhulp met dienstencheques
 514 personen » seniorenoppas
 8 personen » persoonlijke assistentie personen met handicap
 2 woonzorgcentra (bewoners) » seniorenassistentie intramuraal
 268 gezinnen » preventieve gezinsondersteuning
 1 spelotheek (bezoekers) » preventieve gezinsondersteuning
 9 brede scholen en 3 buitenschoolse opvangen » brede school

12. Profiel van de klanten: leeftijd
 Seniorenoppas vanaf 50 jaar:
 63,04% ≥ 80 jaar
 doelgroep is zorgbehoevend
 Dienstencheques voor brede doelgroep
 28,66% ≥ 80 jaar Benchmark IN-Z/dienstencheques 28,66% «» 11,6% (2013)
 39,67% < 60 jaar
 actieve bevolking, actieve senioren en zorgbehoevenden (ook VAPH-cliënten)

13. Flexibiliteit
 Dienstverlening tijdens avonden, weekends en feestdagen
 33% van de uren seniorenoppas (N = 79.627; 2015)
 10% van de uren poets- en huishoudhulp (N = 610.153; 2015)
 11,35% van de uren persoonlijke assistentie (N = 2419; 2015)
 14,54% van de uren aanvullende woonzorg (N = 5361; 2015)
 Sluit beter aan bij de noden
 Sleutel hiervoor zit in sociaalflexibele arbeidsorganisatie

14. IN-Z en vermaatschappelijking van de zorg
 Voornaamste impact van onze oudste diensten
 Derde weg gevonden tussen vrijwilligerswerk/professionele zorg
 Sleutel zit in valorisatie talenten en ervaring van kansengroepen
 Kansengroepen toegang geven tot job in een zorgcontext
 Verder denken dan enkel logistieke taken
 Ook basisondersteuning met warme aandacht voor de persoon
 Sociale economie nodig om zorg te vermaatschappelijken
 Levenskwaliteit verhogen thuis, in woonzorgcentra enz.
 Strategie werkt ook op terreinen als welzijn en onderwijs …
 Sociale weefsel versterken, ontwikkeling stimuleren ...
 Doelgroepwerknemers als brugfiguren, contactmedewerkers …

15. Voorschoolse werking kansarmoede
 Op weg naar sociale impactanalyses
 Geselecteerd door KBS: Evaluatietraject en lerend netwerk ‘Voorlopers in de strijd
tegen kinderarmoede’ (2017)
 Onderzoek toont sterke waardering voor alternatieve aanpak
 Ontmoeting met andere ouders
 Opvoedingsondersteuning
 Gezamenlijke activiteiten met ouders en kinderen
 Taalstimulering voor ouders en kinderen
 Interculturele dienstverlening
HIVA 2016, ’Turks-Belgische ouders over kinderopvang en kleuteronderwijs; case study in Beringen’
 Versterking kleuterparticipatie dankzij voorschools klasje
 Versnelde/verhoogde instroom
 Kinderen en ouders beter voorbereid

16. Impact van onze brede scholen
 Ook hier sociale impactanalyses voorbereiden
 Deelname traject professionalisering LDE (IN|C, Mentor, Sociale Innovatiefabriek)
 Uitbreiding stimuleert om interventies goed op te volgen
 Verschillende lokale contexten = verschillende strategieën uitwerken
 Extern onderzoek bekrachtigt reeds sleutels en effecten
 Doelgroepwerknemers sluiten aan bij leefwereld gezinnen in kansarmoede
 Tewerkstelling biedt continuïteit aan de brede school en dat zorgt voor
meer aandacht voor het kind
 Toegankelijker vrijetijdsaanbod werkt uitsluitingsmechanismen weg
 Ouders vinden beter de weg naar de school
 Leerkrachten krijgen meer inzicht in de gezinssituatie van leerlingen
 Kinderen spelen beter samen tijdens de middagpauze
 Kinderen beleven meer plezier aan aanbod naschoolse opvang
HIVA 2015, ‘Brede school als project in de lokale diensteneconomie’ (Sint-Truiden)

17. Stakeholders
 Maatschappelijke impact IN-Z onmogelijk zonder partners
 Vlaamse administratie met betrouwbare kaders
 VDAB met toeleiding van werkzoekenden uit de kansengroepen
 Lokale besturen in de rol van lokale regisseur
 Organisaties als partner in duurzame samenwerking
 Koepel en federatie als belangenbehartigers
 Middenveld als motor van een rechtvaardige samenleving