Apollon - 22/5/12 - 09:00 - User-driven Open Innovation Ecosystems
Ascit2 Leaflet Cuo En Owk
1. ASCIT
Focus op de gebruiker
Evelien Lombaert, Annelies De Cat, Gerrit Vos, Martin Valcke
In een eerste fase van het project werden de gebruikersbehoeften geanalyseerd. Uit
dit behoefteonderzoek, bestaande uit interviews met kinderen, vragenlijsten bij ouders
en leerkrachten en observaties, blijkt dat de eindgebruikers door het inzetten van ICT
hopen op betere sociale contacten en meer variatie op vlak van werkvormen en
leermiddelen bij het onderwijs. Hierbij moet benadrukt worden dat de gebruiker
centraal staat en niet de technologie (zoals bij een aantal gelijkaardige projecten in
het verleden het geval was).
Zieke kinderen hebben in het algemeen zeer specifieke
noden en verwachtingen, niet in het minst op het vlak
van de gebruikersinterface (door bvb. motorische
problemen of concentratiestoornissen). In een volgende
fase van het project werd nagegaan of de ontwikkelde
ICT-toepassing erin slaagde deze verwachtingen in te
lossen. De gebruikers van het systeem zijn enerzijds de
zieke kinderen maar anderzijds ook de ouders, leerkrachten en klasgenootjes. Het
systeem moet volgende taken zowel in een thuis-, klas- en ziekenhuisomgeving
kunnen begeleiden:
het volgen van lessen (synchroon & asynchroon)
het beheren van huistaken
het beheren van toetsen en andere documenten
het sociaal contact met klasgenootjes (informeel leren)
De functionele analyse, op basis van interviews
met leerkrachten en zieke kinderen, leverde veel
informatie op over de functionele vereisten voor
een ICT-toepassing. Kort samengevat
verwachtten de eindgebruikers een computer bij
het kind thuis of in het ziekenhuis en één in de
klas, waarbij de eindgebruikers toegang hebben
tot een gemeenschappelijke digitale
opslagruimte, een forum, een virtuele klas met de
nodige functionaliteiten voor het synchroon
volgen van lessen (webcam, print-scanfunctie, enz.), een virtuele speelplaats met
ruimte voor ‘games’ en een e-mailserver.
2. Op basis van de eerste vier onderzoeksfasen werden twee demoversies ontwikkeld die
tijdens de gebruikerstests werden geëvalueerd. De belangrijkste resultaten hebben te
maken met feedback: het zieke kind of de persoon die de toepassing bedient, moet op
elk moment in één oogopslag weten waar hij of zij zich in de toepassing bevindt en
welke opties hij of zij kan uitvoeren. Interacties moeten liefst met “één druk op de
knop” kunnen gebeuren, gezien de vaak motorische problemen die zieke kinderen
ervaren, en de vaak eerder beperkte ICT-ervaring van de andere actoren.
De demoversies werden op basis van de resultaten aangepast
en twee proof-of-concepts werden in de praktijk uitgetest
tijdens field trials. Het belangrijkste resultaat is dat de inzet
en effecten zeer verschillend zijn, afhankelijk van het kind en
zijn omgeving.
Een voorzichtige conclusie is dat – ondanks het client centered design – de proof-of-
concepts niet steeds worden ingezet op de door ons verwachte manier: ICT blijkt soms
een brug te ver voor ‘natuurlijke’ sociale contacten en leerkrachten zijn vaak nog niet
klaar voor een minder traditionele inzet van het nieuwe hulpmiddel. Toch blijken de
tendensen op vlak van resultaten eerder positief en zijn de positieve ervaringen van de
deelnemers een reden om het onderzoek naar dit soort toepassingen uit te breiden.
Deze presentatie werd gebracht door de volgende IBBT partners:
KULeuven – CUO
http://www.kuleuven.be/cuo
UGent – OWK
http://www.onderwijskunde.ugent.be
Vakgroep Onderwijskunde