2. Kol-34
Doet dan aan als Gods
uitverkorenen, heiligen
en geliefden:
medelijdend mededogen,
mildheid,
ootmoedige gezindheid,
zachtmoedigheid, geduld
Kolossenzen 3:12
3. Kol-34
elkaar verdragend en wederzijds genade schenkend; ingeval iemand
tegen iemand een klacht heeft. Zoals ook de Heer jullie genade
schenkt, zo ook jullie. Kolossenzen 3:13
4. Kol-34
doet over dit alles ecnu
de liefde aan, die de
band is van de rijpheid.
En laat de vrede van
Christus, waartoe jullie
ook in één lichaam
geroepen werden,
scheidsrechter zijn in
jullie hart, en wordt
dankbaar.
Kolossenzen 3:14,15
5. Kol-34
Laat het woord van Christus rijkelijk in jullie inwonen, in alle wijsheid jullie
zelf onderwijzend en vermanend; psalmen, lofzangen en geestelijke
liederen zingend, met dankbaarheid in jullie hart tot God.
En al wat jullie maar doen in woord of in werk, doet dit alles in de
naam van de Heer Jezus Christus, God, de Vader, dankend door Hem.
4 Kolossenzen 3:16,17
6. Kol-34
elkaar verdragend en wederzijds genade schenkend;
ingeval iemand tegen iemand een klacht heeft.
Zoals ook de Heer jullie genade schenkt, zo ook jullie. 3:13
genade schenken:
gunst verlenen,
onverdiend geven
13. Kol-34
want het is voor ons geen worsteling met bloed en vlees, maar standhoud
en tegen de soevereiniteiten, tegen de gevolmachtigden, tegen de
wereldmachten van deze duisternis, tegen de geestelijke machten
van de boosheid te midden van de hemelingen. Efeziërs 6:12
grote invloed
-->
verdeeldheid
14. Kol-34
afgelegd: oude mens (Kol.3:9)
--> geen verbinding meer mee
heeft geen recht meer op ons
zonde: geen aanspraak meer
wij hebben de andere Heer:
Romeinen 6:14-18; 8:2
16. Kol-34
eenheid van de geest
bewaren met de band
van de vrede
gelovigen zijn in Christus
en in Hem is dé eenheid
1 lichaam
1 geest
1 verwachtingsgoed
1 Heer
1 geloof
1 doop
1 God en Vader
17. Kol-34
hoe kun je eenheid van de geest bewaren
met de band van de vrede? --> de liefde van God!
18. Kol-34
de liefde is het alles samenhoudende ‘overkleed’
1 Corinthiërs 13:4; Kolossenzen 3:13
de liefde:
is geduldig
is mild
is niet jaloers
snoeft niet
19. Kol-34
de liefde als
‘overkleed’
1 Corinthiërs 13:6
de liefde:
is niet opgeblazen
is niet onwelvoeglijk
zoekt zichzelf niet
wordt niet geprikkeld
rekent het kwaad niet
20. Kol-34
de liefde is het alles
samenhoudende
‘overkleed’
1 Corinthiërs 13:5
de liefde:
verheugt zich niet over
onrechtvaardigheid
verheugt zich met de
waarheid
21. Kol-34
de liefde is het alles
samenhoudende
‘overkleed’
1 Corinthiërs 13:5
de liefde:
alles geeft zij op
alles gelooft zij
alles verwacht zij
in alles blijft zij daar
onder (staan)
de liefde valt nooit uit
22. Kol-34
want in Christus Jezus
is noch besnijdenis
tot iets in staat,
noch voorhuid,
maar geloof, dat door
liefde werkzaam is
Galaten 5:6,13
24. Kol-34
voorbeelden:
Prisca en Aquila - Rom.16:3,4
Epafroditus - Fil.2:30
Epafras - Kol.4:13
Onesiforus - 2 Tim.1:16-18
Timotheüs - 2 Tim.3:10,11
Titus - Titus 1:4,9;3:9
alle gelovigen - 1 Thes. 3:12
Editor's Notes
Wat doe je? Als je ongeestelijk gedrag, egoïsme, valse eerzucht, onvriendelijkheid, grofheid, liefdeloosheid en zelfs toorn en krenkingen tegenkomt?
Wat doe je? Als je ongeestelijk gedrag, egoïsme, valse eerzucht, onvriendelijkheid, grofheid, liefdeloosheid en zelfs toorn en krenkingen tegenkomt?
terechthelpen = katartizo = doen aanpassen
Bezoekt = opmerken (episkopeo) barmhartigheid = eleos Opgang - anatole = opwaarts - eind slaat op wortel/spruit (Messias) of opgaan van de zon of een ster
geen aanstoot of valstrik:
de liefde van Christus dringt mij. 2 Corinthiers 5:14