2. Kol-31
Indien jullie dan gezamenlijk opgewekt werden met
Christus, zoekt wat boven is, waar Christus is, aan Gods
rechterhand zittend. Kolossenzen 3:1
3. Kol-31
Weest bedacht op wat boven
is, niet op wat op de aarde is;
want jullie zijn gestorven en
jullie leven is verborgen met
de Christus in God.
Wanneer Christus, ons leven,
openbaar gemaakt wordt, dán
zullen ook júllie met Hem
openbaar gemaakt worden in
heerlijkheid. Kolossenzen 3:2-4
4. Kol-31
Brengt dan ter dood jullie leden die op de aarde zijn: hoererij, onrein-
heid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die afgodendienst is,
waardoor de verontwaardiging van God komt over de zonen van de
weerspannigheid, onder wie ook júllie eens hebben gewandeld, toen
jullie daarin leefden. Kolossenzen 3:5-7
5. Kol-31
Maar nú, legt ook júllie dit
alles af: toorn, gramschap,
kwaadaardigheid, lasteringen,
vuile taal uit jullie mond. Liegt
niet tegen elkaar, de oude
mensheid met haar praktijken
afgestroopt hebbend
Kolossenzen 3:8-9
6. Kol-31
en aangedaan hebbend de jonge, die vernieuwd is tot erkenning, in
overeenstemming met het beeld van Hem die haar schept, waarin geen
Griek of Jood, besnijdenis of onbesnedenheid, barbaar, Scyth, slaaf, vrije
is, maar alles en in allen is Christus. Kolossenzen 3:10-11
7. Kol-31
Doet dan aan als Gods
uitverkorenen, heiligen
en geliefden:
medelijdend mededogen,
mildheid,
ootmoedige gezindheid,
zachtmoedigheid, geduld
Kolossenzen 3:12
8. Kol-31
elkaar verdragend en
wederzijds genade
schenkend; ingeval
iemand tegen iemand
een klacht heeft. Zoals
ook de Heer jullie genade
schenkt, zo ook jullie.
Kolossenzen 3:13
9. Kol-31
en aangedaan hebbend de jonge,
die vernieuwd is tot erkenning…
Kolossenzen 3:11
de jonge mensheid is
de aanvang van de
nieuwe mensheid;
in de geest verjongd*:
Efeziërs 4:22,23
*opwaarts-verjongen
nieuwe aandoen
10. Kol-31
die vernieuwd* is
tot erkenning
*vernieuwd = opwaarts (ver)nieuwen
vergelijk: verjongd = opwaarts (ver)jongen
tot erkenning – van wat?
--> de wil van God (1:9),
--> God (1:10),
--> geheimenis van
Christus (2:2)
11. Kol-31
in overeenstemming
met het beeld van Hem
die haar -schept
God schept de oude mensheid in Christus
God schept de nieuwe mensheid in Hem
het beeld van Hem:
Christus
God is Schepper:
Efeziërs 2:10; 3:9
13. In de schepping,
de oude herstelde wereld,
schept God de mens:
Kol-31
die zondigde, want in lichaam dat
door satan aangevallen en bestreden +
lijden, verwond, gebroken en geofferd,
gedood kon worden --> Filippenzen 2:7
14. Kol-31
want God sluit allen tezamen op nbin weerspannigheid
opdat Hij allen barmhartig zou zijn - Romeinen 11:32
oude mens zou in zonde
en ongehoorzaamheid
zinken, dat was voorzien
(Romeinen 8:20,21)
15. Kol-31
oude mensheid in onbewustheid
(onschuld) in weelde (eden) gezet -->
door misleidende begeerten: verderf
en verdeeld Efeziërs 4:22
nieuwe mensheid geschapen in
en gerechtigheid goedgunstig-
heid van waarheid - eenheid
Efeziërs 4:24
16. Kol-31
nieuwe mensheid:
verhouding gelovigen onderling, voorbeeld voor
de toekomstige nieuwe schepping en mensheid
lichaam van Christus:
bijzondere en éénmalige verbinding met Christus
17. Kol-31
nieuwe mensheid:
- gelovigen onderling
- + anderen, wij zijn
jong, eersten
- kledingstuk: aandoen
- geschapen tot één uit
twee groepen
lichaam van Christus:
- bijzonder/éénmalig tot Hem
- hemelse plaats en bediening
- uitgekozen in Christus vóór
neerwerping van de wereld
- geroepen tot plaats van zoon
twee verschillende
beelden/stijlfiguren
18. Kol-31
nieuwe mensheid
is één in Christus
waarin géén:
Griek of Jood - filosofie/religie
besnijdenis of onbesnedenheid - teken wel/niet bij volk Israël - vlees
barbaar, Scyth - ongecultiveerden
slaaf, vrije is - sociale klasse
maar alles en in allen is Christus – NB: Galaten 3:28
19. Kol-31
dus aandoen:
nieuwe mensheid
- als uitgekozenen van God
(ook Israël)
- heiligen en geliefden
(ook Israël)
medelijdend : ontferming (oiktirmon)
mededogen : ingewanden (splagchna)
De Heer zelf: mededogend
Lucas 10:33; 15:20; Jakobus 5:11; Lucas 6:36
20. Kol-31
mildheid (bruikbaar) - fel/fanatiek
ootmoedige gezindheid - laag-geneigdheid
zachtmoedigheid - niet hard zijn
geduld - ongeduld
Editor's Notes
Erkenning van de waarheid: 1 Timotheus 2:4;
Scyth: woongebied tussen zwarte en kaspische zee
Uitgekozen: Romeinen 8:33; Efeziers 1:4
De mensheid is een aparte schepping in de oude, neergeworpen schepping, die onder beheer van satan staat.