3. Het hoger algemeen voortgezet
onderwijs (havo) en het
voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs (vwo) bereiden leerlingen
voor op een studie in het hoger
beroepsonderwijs (hbo) en aan de
universiteit.
5. In de onderbouw (klas 1, 2 en 3) volgen
leerlingen algemene vakken. Het onderwijs in
de onderbouw moet aan eisen (kerndoelen)
voldoen. Deze kerndoelen bepalen wat
leerlingen in de onderbouw moeten weten en
kunnen. Bijvoorbeeld wat scholieren moeten
weten over geschiedenis en wat ze na de
eerste 2 jaar moeten kunnen berekenen bij
wiskunde. In totaal zijn er 58 kerndoelen voor
de onderbouw voortgezet onderwijs.
7. • Leerdoelen bovenbouw havo en vwo
• In de bovenbouw (havo 4 en 5 en vwo 4, 5 en
6) kiezen leerlingen een richting (profiel) Met
een profiel specialiseren leerlingen zich in een
bepaalde richting zoals natuur en techniek of
economie en maatschappij. De leerdoelen
voor de bovenbouw zijn vastgelegd in
eindtermen voor havo en vwo.
9. • Vwo staat voor "voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs".Het is de hoogste vorm van voortgezet
onderwijs . Een leerling doet er zonder onderbreking
zes jaar over om het vwo-diploma te behalen. Daarna
kan hij of zij doorstromen naar het wetenschappelijk
onderwijs of ook wel naar het hoger beroepsonderwijs
(hbo).
• Havo staat voor "hoger algemeen voortgezet
onderwijs" en duurt normaal vijf jaar. De havo-
opleiding is bedoeld om een leerling door te laten
stromen naar het hoger beroepsonderwijs of soms ook
wel naar het secundair beroepsonderwijs.
• Voor zowel havo- als vwo-leerlingen geldt, dat zij met
een bevorderingsbewijs na het derde leerjaar door
kunnen stromen naar een vakopleiding of een
middenkaderopleiding in het secundair beroeps-
onderwijs.
10. Overeenkomsten en verschillen
• Vwo- en havo-leerlingen krijgen nagenoeg dezelfde
leerstof. Bij het vwo gaan ze vaak dieper op de stof in
en/of gaan sneller door de stof heen. Die opleiding is
dus iets zwaarder.
• Het komt vaak voor dat havo- en vwo-leerlingen samen
in het eerste jaar komen te zitten. Dat ge-beurt om
twee redenen: omdat het niet altijd duidelijk is welk
niveau het beste bij een leerling past én om leerlingen
te stimuleren in hun ontwikkeling en zoveel mogelijk
doorstroommogelijkheden naar boven open te laten.
Om soortgelijke redenen worden er soms ook
combinatieklassen van vmbo-theoretische leerweg en
havo-leerlingen gemaakt in het eerste jaar.
11. Binnen het vwo kun je kiezen voor of het
atheneum of het gymnasium. Op het
gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en
Latijn in de onderbouw; in de bovenbouw kun
je dan later kiezen voor en Grieks en/of Latijn
als examenvak(ken). Op het atheneum wordt
soms Latijn of Grieks gegeven als keuzevak.
12. Profielen
Na het derde leerjaar moeten de havisten en
vwo-ers de vakkencombinatie samenstellen
waarin zij examen willen gaan doen. Voor een
deel zijn zij daar vrij in maar een aantal vakken
is verplicht. Die vakkencombinaties noemen
we profielen. Ze zijn zo samengesteld dat je
met bepaalde combinaties goed kunt
doorstromen naar overeenkomstige
vervolgopleidingen op de universiteit of de
hogeschool.
13. Het uiteindelijke profiel van iedere
leerling bestaat uit:
• A. Een gemeenschappelijk deel - daartoe behoren de vakken
die voor iedereen verplicht zijn.
• B. Een profieldeel - daartoe behoren combinaties van vakken
in 4 richtingen:
• 1. natuur en techniek,
• 2. natuur en gezondheid
• 3. economie en maatschappij
• 4. cultuur en maatschappij
• C. Een vrij deel, waarin leerlingen extra (deel)vakken kunnen
kiezen, eventueel om twee profielen te combineren,
waardoor mogelijkheden om naar meerdere richtingen door
te stromen kunnen worden vergroot.
14. Tweede fase
• De opbouw van de opleiding havo en vwo is opgedeeld in
onderbouw (de eerste drie leerjaren waarbinnen de
basisvorming wordt afgerond en de aansluiting met de
hogere leerjaren wordt voor-bereid) en bovenbouw (de
laatste 2 of 3 leerjaren).
• Vanaf het vierde leerjaar tot en met het eind-examen
spreken we in havo en vwo van de tweede fase. Leerlingen
hebben dan geleerd zelfstandig binnen en buiten de lessen
opdrachten uit te voeren of onderzoek te doen. Het
schoolwerk wordt dan zowel binnen als buiten het leslokaal
verricht, soms individueel, soms in groepjes. Verspreid over
de leerjaren worden telkens onderdelen van het
schoolexamen afgerond en de verzamelde resultaten
worden vastgelegd in een examendossier.
15. Aan het eind van hun vijfde (havo) of zesde
(vwo) leerjaar is er een centraal examen
(landelijk) Omdat de leerlingen overal in het
schoolgebouw zelfstandig kunnen/moeten
werken noemt men de school ook wel
studiehuis. De totale tijd, dus les-tijd plus
zelfstandig werken in school plus het
huiswerk, noemt ment wel de studielast.
Gemiddeld werken leerlingen dan 40 weken
van 40 klokuren per schooljaar.
16. Informatie over Piter Jelles !mpulse
‘Wij willen een school zijn die klaar is voor de samenleving
van morgen en de leerlingen daar een goede voorbereiding
op geeft’.
Adres:
Archipelweg 135
8921 VX Leeuwarden
17. Identiteit:
• De leer- en leefgemeenschap !mpulse is een
omgeving die jonge mensen stimuleert zich
breed en krachtig te ontplooien door ze
eigenaar te laten zijn van hun eigen
ontwikkelingsproces en door ze actief deel te
laten nemen als lid van de gemeenschap en de
democratische samenleving daarbuiten.
18. De missie/visie
• De missie/visie is op school nader uitgewerkt
in enkele richtinggevende
speerpunten/doelen, uitgaande van de
verbinding die de drie cirkels, benoemd in de
missie, met elkaar hebben.
19. Het leren centraal
• Lerende organisatie
• Eigenaarschap van ontwikkeling en werk
• Betekenisvol
• Samenhang
• Verschillende leerstijlen
• Actief en zelfstandig
• Vragen stellen i.p.v. oplossingen bieden
• Werken aan i.p.v. praten over
• Samenwerken
20. Afspraak = afspraak
• Iedere vraag verdient en krijgt een antwoord
• We spreken elkaar aan op gedrag
• Helderheid
• Openheid en transparantie
• Wederzijdse afhankelijkheid
21. Aandacht
• Voor elkaar
• Voor jezelf
• Iedereen doet ertoe
• Feedback geven en krijgen
• Eerst begrijpen, dan begrepen worden
• Wederzijds respect
• Je bent goed wie je bent
22. De school
• ‘Schoolspirit’
• Eigenaarschap
• Betrokkenheid
• Wederzijdse afhankelijkheid
• Leerling- en ouderparticipatie
• Gezamenlijke leer- en leef
afspraken
23. Vraag: wat voor type kind is geschikt
voor de onderwijsvisie van Impulse?
Antwoord:
'Een blauwdruk van een !mpulse leerling bestaat niet,
een blauwdruk van een leerling bestaat in zijn geheel
niet daarom bestaan wij' -
Wij gaan voor passend onderwijs dat aansluit bij de
beleving, passie en talenten van het kind en een
uitdaging biedt voor verdere ontwikkeling, kort maar
krachtig: maatwerk! Leerlingen leren vanuit eigen
doelen in samenhang met andere leerlingen.
Leerlingen met de adviezen: VMBO-TL, HAVO en VWO
kunnen zich aanmelden voor onze school.
27. Discussie over
havo/vwo
•Stellingen
• Eens met de stelling? Ga aan de ‘Eens’ kant
staan
• Oneens met de stelling? Ga aan de ‘Oneens’
kant staan!
• Bedenk ook waarom je het eens of oneens bent
met de stellingen. Zorg ervoor dat je
argumenten hebt.