3. Dictee
• Wat hebben we vorige keer behandeld?
• De cursisten beantwoordden de mailtjes van de docent.
• Wat vind je van deze cursus?
• Wanneer wordt dat project gerealiseerd?
6. Persoonsvorm tegenwoordige tijd
downloaden saven hacken
ik download save hack
jij / u
downloadt
download jij
savet
save jij
hackt
hack jij
hij /zij / het downloadt savet hackt
wij / jullie /zij downloaden saven hacken
• Regel: ik-vorm + t
9. Let op!
• Als het werkwoord in het Engels op een e eindigt, blijft die e in de
Nederlandse vervoegingen staan.
• Het woordbeeld is soms heel vreemd. Kies eventueel voor een alternatieve
formulering
Ik heb de site geüpdatet. Ik heb de site bijgewerkt. De site heeft een update gekregen.
Ik heb de update uitgevoerd.
• Als het werkwoord in het Engels eindigt op le is in het Nederlands de
officiële spelling vaak met el: googelen, shuffelen. In de praktijk schrijven
veel mensen googlen en shufflen.
• Als het werkwoord in het Engels op twee medeklinkers eindigt, blijven die
alleen staan als het nodig is voor de uitspraak. Dus wel hij appt, maar ook
hij grilt.
12. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij _________ bijna de hele dag. (gamen)
13. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het _________? (googelen)
14. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het gegoogeld? (googelen)
• Vorige week _________ hij duizend foto’s. (deleten)
15. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het gegoogeld? (googelen)
• Vorige week deletete hij duizend foto’s. (deleten)
• Wij hebben het systeem _________. (upgraden)
16. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het gegoogeld? (googelen)
• Vorige week deletete hij duizend foto’s. (deleten)
• Wij hebben het systeem geüpgraded. (upgraden)
• Zij _________ haar vakantie. (cancelen)
17. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het gegoogeld? (googelen)
• Vorige week deletete hij duizend foto’s. (deleten)
• Wij hebben het systeem geüpgraded. (upgraden)
• Zij cancelt haar vakantie. (cancelen)
• De studenten _________ gisteren hun portfolio’s. (uploaden)
18. Oefening: Engelse werkwoorden
• Ik heb je gisteren geappt. (appen)
• Hij downloadt veel muziek. (downloaden)
• Zij gamet bijna de hele dag. (gamen)
• Weet je dat zelf of heb je het gegoogeld? (googelen)
• Vorige week deletete hij duizend foto’s. (deleten)
• Wij hebben het systeem geüpgraded. (upgraden)
• Zij cancelt haar vakantie. (cancelen)
• De studenten uploadden gisteren hun portfolio’s. (uploaden)
19. Gebiedende wijs
• Gebruik je voor een ge- of verbod
• Geen onderwerp in de zin
• Altijd gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord
Enige uitzondering: wees is de gebiedende wijs van zijn
22. Oefening
• Word lid! (worden)
• Laad je telefoon op. (laden)
• _________ binnen. (komen)
23. Oefening
• Word lid! (worden)
• Laad je telefoon op. (laden)
• Kom binnen. (komen)
• _________ voorzichtig! (zijn)
24. Oefening
• Word lid! (worden)
• Laad je telefoon op. (laden)
• Kom binnen. (komen)
• Wees voorzichtig! (zijn)
25. Infinitief – het hele werkwoord
• Altijd samen met ander werkwoord: persoonsvorm (en voltooid
deelwoord)
Je moet deze kaas echt proeven.
Dat boek moet je gelezen hebben!
• Er kunnen meerdere infinitieven in één zin staan.
Ik vind dat zulke initiatieven aangemoedigd zouden moeten worden.
• Na te staat altijd een infinitief
Je hoeft die film niet te zien.
Ik zal proberen je op te bellen.
27. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te _________. (spreiden)
28. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te spreiden. (spreiden)
• We konden op vakantie lekker _________. (uitrusten)
29. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te spreiden. (spreiden)
• We konden op vakantie lekker uitrusten. (uitrusten)
• Dat bedrijf wil volgend jaar _________. (uitbreiden)
30. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te spreiden. (spreiden)
• We konden op vakantie lekker uitrusten. (uitrusten)
• Dat bedrijf wil volgend jaar uitbreiden. (uitbreiden)
• Hij probeerde zijn bereik te _________. (vergroten)
31. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te spreiden. (spreiden)
• We konden op vakantie lekker uitrusten. (uitrusten)
• Dat bedrijf wil volgend jaar uitbreiden. (uitbreiden)
• Hij probeerde zijn bereik te vergroten. (vergroten)
• Je moet een verzwikte enkel niet te veel _________. (belasten)
32. Oefening
• Hij wilde die foto verbranden. (verbranden)
• Het is verstandig om beleggingen te spreiden. (spreiden)
• We konden op vakantie lekker uitrusten. (uitrusten)
• Dat bedrijf wil volgend jaar uitbreiden. (uitbreiden)
• Hij probeerde zijn bereik te vergroten. (vergroten)
• Je moet een verzwikte enkel niet te veel belasten. (belasten)
33. Werkwoordspelling: samenvatting
• Welke vorm is het?
persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid
deelwoord, gebiedende wijs, infinitief
• Welke regel hoort daarbij?
Persoonsvorm tegenwoordige tijd: ik-vorm + t
Persoonsvorm verleden tijd: ik-vorm + de(n) / te(n)
Voltooid deelwoord: ge + ik-vorm + d/t
Gebiedende wijs: ik-vorm
Infinitief: hele werkwoord
34. Wanneer dt?
• Alleen bij persoonsvorm in tegenwoordige tijd
• Alleen als ik-vorm eindigt op een d
• Ezelsbruggetje: smurfen
35. ’t ex-kofschip
• Alleen bij verleden tijd en voltooid deelwoord!
• Wat is de stam?
Hele werkwoord zonder en
• Is de laatste letter een medeklinker uit ’t ex-kofschip?
Ja: t in verleden tijd + voltooid deelwoord
Nee: d in verleden tijd + voltooid deelwoord