Sessie 9 en 13 Ontwikkel je eigen Escape Room (handouts)
sessie 65 - methodieken voor participatie leerkrachten
1. LI TIEK
AT?
PO T IS D
WA
VARIA
IN PATIE
RTI
CI PAT
I E
2. Beste leerkracht en directie
Deze werkbundel is bedoeld om in te spelen op Ook vindt u in het werkboek voor de leerlingen
de leerstof rond politiek en verkiezingen, de en leerkrachten een aantal lege fiches, deze kan
welke de kinderen van de lagere school dienen u gebruiken om oefeningen op te maken of extra
te kennen. notities te laten nemen door uw leerlingen.
Jeugdraad Aarschot biedt u in samenwerking Indien gewenst kan de les ook gegeven worden
met de Stad Aarschot, deze bundel aan binnen door de beleidsmakers van de Stad Aarschot.
het kader van hun project ‘kinderparticipatie’. Aarzel dan niet om contact op te nemen met
Zij hechten hier veel belang aan en dit willen de jeugddienst van de Stad.
ze duidelijk maken aan de hand van hun project JC de Klinker, Demervallei 14, 3200 Aarschot,
‘Geen rem op mijn stem’.Via lesinvullingen info@jcdeklinker.be of 016/566224.
‘variatie in participatie’, het spel ‘stadhuis
binnenstebuiten’ en de bundel ‘politiek; wat is Deel 3: Variatie in participatie
dat?’ willen zij de leerkrachten en kinderen warm Dit zijn methodieken die u kan gebruiken om
maken voor een groot ‘kidsdebat’, waar kinderen participatie te gebruiken binnen de klas- en
het woord krijgen. schoolomgeving.
Deel 4: Stadhuis binnenste buiten, een
Hieronder geven we een overzicht van de inhoud spel om de Stad Aarschot beter te leren kennen
van de gehele map. Aan u de keuze welke op de verschillende gebieden: diensten van een
zaken voor u bruikbaar zijn. stad, gebeurtenissen, participatie van de burger…
Deel 5: Kidsdebat,
Deel 1: werkboek voor leerlingen - een debat waar we kinderen laten participeren
Politiek wat is dat? binnen het jeugdbeleid.
Deel 2: werkboek voor leerkrachten -
Politiek wat is dat? Dit werkboek is er ook dankzij jullie gekomen,
Dit werkboek is een handleiding om de bundel bedankt voor jullie feedback en medewerking
gericht naar de leerlingen te gebruiken. in het ganse proces.
Met pasklare antwoorden en extra tips kan u
het werkboek gebruiken. Veel succes en plezier met dit werkboek!
We zullen deze tips telkens aangeven met volgend
symbool.
c
VARIA
IN PATIE
RTI
CIP
AT
I E
TIP IE K
leerkracht
LIT AT?
PO WA
T IS D
/1/
3. Algemene doelen Stadhuis binnenste buiten KIdsdebat
De leerlingen kunnen:
- de rol van de gemeente in de gemeenschap verklaren,
- globaal vertellen hoe verkiezingen in België georganiseerd zijn,
- in eigen woorden vertellen hoe verkiezingen deel uitmaken van ons democratisch bestel, Stadhuis binnenste buiten is een spel om de Stad Het debat vindt elk jaar plaats op een afgesproken
- de terminologie i.v.m. verkiezingen met eigen woorden verklaren. Aarschot beter te leren kennen op de verschil- datum en zal een halve dag duren. Het debat zal
lende gebieden: diensten van een stad, gebeurte- georganiseerd worden voor alle leerlingen van het
Door deze activiteitenbundel te doorlopen, werk je aan volgende eindtermen en/of leerplandoelen. nissen, participatie van de burger,… We hebben 6de jaar.
er voor gekozen om dit in een spelvorm te ver-
Eindtermen werken zo dat het goed aansluit bij de leefwereld Hoe verloopt het debat?
3.1 - 3.2 - 4.5 - 4.13 - 4.14 - 4.16 - 6.2 - 6.3bis - 6.4 - 7 van de kinderen. De kids worden verdeeld in groepen (afhankelijk
van het aantal deelnemende klassen). Het ‘debat’
Leerplan VVKBaO wereldoriëntatie Je kan een datum afspreken en dan kan je met je zal dus plaatsvinden in kleinere groepjes, om er-
0.5 - 0.6 - 0.7 - 0.8 - 0.10 - 0.13 - 1.3 - 1.5 - 1.7 - 1.15 - 2.5 - 2.6 - 2.7 - 2.10 - 4.13 - 4.14 - 5.1 - 5.2 - 5.3 klas op bezoek komen in het stadhuis, waar dit voor te zorgen dat alle leerlingen zoveel mogelijk
- 5.6 - 5.7 - 5.8 - 5.10 - 5.11 - 5.12 - 5.13 - 5.14 - 5.15 spel zal worden begeleid door medewerkers van hun zegje kunnen doen over verschillende thema’s.
de Stad en/of mensen van de jeugdraad. Volgende thema’s worden besproken:
Leerplan OVSG cultuur, sport en spel, jeugdwerkbeleid, verkeer,
Mens: 1.2 - 1.3 - 2.4 - 2.7 - 2.8 - 3.1 - 3.2 - 3.3 We verwachten geen voorbereiding door de milieu, informatie.
Maatschappij: 1.3 - 2.2 - 3.1 - 3.3 - 3.4 - 3.5 leerkrachten vooraf, maar wel een afsluiter, Het geheel wordt ingeleid en aan elkaar gepraat
namelijk een bespreking ven het spel. Niet alle door een bekend persoon. We gaan op zoek naar
Leerplan GO groepjes zullen immers op alle diensten komen iemand waar de kinderen naar opkijken, die hen
De leerlingen zien in dat de keuze voor een partij afhankelijk kan zijn door campagnevoering. en daarom is het belangrijk dat ze even aan mee krijgt. Als de debatrondes voorbij zijn, zal er
De leerlingen zien in dat er partijen worden gevormd a.d.h.v. dezelfde politieke voorkeuren. elkaar kunnen vertellen wat er op de verschil- een eindstemming zijn. Waarbij er concreet een
De leerlingen maken kennis met volgende begrippen: stemrecht, stemplicht, verkiezingen, partijen, lende diensten te beleven valt. actie wordt gekozen die dan wordt uitgevoerd
participatie… via het jeugdbeleid van de Stad Aarschot.
De leerlingen komen tot het inzicht dat wetten noodzakelijk zijn. Wil je graag langskomen met je klas, neem dan Meer info? JC de Klinker, Demervallei 14,
De leerlingen zien in dat de democratisch tot stand gekomen wetten… de kwaliteit van de samenleving contact op met JC de Klinker, Demervallei 14, 3200 Aarschot, info@jcdeklinker.be of 016/566224.
bevorderen. 3200 Aarschot, info@jcdeklinker.be of 016/566224.
De leerlingen kunnen op een eenvoudige wijze uitleggen, bv. door te vergelijken met de werking en de Zo kan er een datum worden gevonden, om
verkiezingen van een klasraad, dat verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren langs te komen in het stadhuis.
van onze instellingen.
De leerlingen kunnen zelf op zoek gaan naar geschikte informatiebronnen om bepaalde fenomenen te
informeren.
De leerlingen weten dat: Kids
- De minister-president staat aan het hoofd van de Vlaamse regering en de eerste minister aan DEB
het hoofd van de federale regering.
- Het Vlaamse parlement beslist over het onderwijs, de jeugdwerking,… en de Vlaamse regering
AT
voert deze beslissingen uit (4.16)
- België is een federale staat.
- Het federaal parlement beslist over het leger, over de rijkswacht, over onze munt, steun aan
werklozen, enz. en de federale regering voert die uit.
- België maakt deel uit van de Europese Unie samen met… (4.16)
- In ons land en in de EU worden bijna alle politici door het volk verkozen.
- Alle landen van de EU hebben in het Europees parlement vertegenwoordigers.
- UNICEF is een wereldorganisatie die het welzijn van de kinderen overal in de wereld tracht te
verbeteren…
- Gemeenteraadsleden worden verkozen.
- Een burgemeester staat aan het hoofd van een gemeente, een gouverneur…
- Om de vier jaar zijn er parlements- en om de zes jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen.
- Vanaf de leeftijd van 18 jaar moet iedereen stemmen.
- Wetten (federaal) en decreten (gewestelijk) worden in ons land bij meerderheid gestemd.
- De leerlingen kennen begrippen zoals: partijen, verkiezing, stemplicht, stemrecht (vrouwen),
Belgische Staat, Gewest, regering,Vlaams parlement, decreet, senaat, volksvertegenwoordiger,
oppositie, UNICEF,VN,…
/3/
4. VARIA Inleiding
IN PATIE
RTI
CIP Leerlingen laten kennismaken met thema’s, om hun ontwikkeling te stimuleren, dat vraagt heel wat energie.
AT We willen hieronder een handleiding meegeven om vakoverschrijdend kinderen te laten kennis maken met het
IE thema politiek en maatschappij. Kinderen zijn druk bezig met de wereld om zich heen te ontdekken. Door een
open en onderzoekende houding kom je veel te weten van kinderen. De activiteiten hieronder gaan helpen om
de creativiteit en verbeeldingskracht van kinderen aan te spreken. Om zo hun ‘gedachte’ of ‘idee’ te kunnen uiten,
want door een tekening, een spel, een dans, een muziekstuk,… kan je ook heel goed lezen wat kinderen denken.
Kriebels in je hersenen stimuleren via speelkriebels, dat is het idee.
De verschillende opdrachten passen heel concreet binnen het deel wereldoriëntatie, vakgebieden mens en
maatschappij.
- Mens: Dit domein behelst de mens als individu en als sociaal wezen.
- Maatschappij: Dit domein refereert naar de sociaal-economische verschijnselen, politiek
en juridische verschijnselen en naar sociaal-culturele verschijnselen.
We hebben ons echter niet enkel beperkt tot het vakgebied wereldoriëntatie. We willen ook benadrukken dat in
andere vakken dit thema perfect aan bod kan komen: muzische expressie (muzikaal-beeldend) en lichamelijke
opvoeding.
We hebben een aantal methoden en technieken beschreven, waardoor kinderen actief kunnen leren.
In een eerste deel worden enkele algemene, vakoverschrijdende methodieken besproken die kunnen zorgen voor
een zo breed mogelijke participatie door de kinderen. We bespreken hier methoden voor groepsindeling, die
er mede voor kunnen zorgen dat kinderen leren samenwerken met elkaar in zeer uiteenlopende combinaties.
Verder komen hier ook methoden aan bod om thema’s op verschillende manieren bespreekbaar te maken in
groepen kinderen, zodat ook minder verbaal sterke kinderen in staat zullen zijn om hun eigen mening te
geven over verschillende onderwerpen.
In een tweede deel worden enkele methoden op een rijtje gezet die specifiek in bepaalde vakken passen.
Deze zullen onderverdeeld worden in 4 doelstellingen, zodat duidelijk wordt hoe deze brede methodieken aan
het thema politiek en participatie gelinkt kunnen worden. Je kan in de klas aan de slag gaan om volgende zaken
te bekomen:
- Voorkennis/kennismaking: kennismaking met politiek
- Hoe een klasvertegenwoordiger kiezen?
- Hoe een campagne voeren?
- Hoe verkiezing houden?
We zullen in deel 2 telkens bij de methoden en technieken aangeven welke voor bovenstaande geschikt is, maar
we willen zeker ook de vrijheid van de leerkracht benadrukken: de voorgestelde methodieken zijn zeker ook
breder bruikbaar.
/5/
5. Deel 1 ~ Vakoverschrijdende methodieken ‘Groenten en fruit, KASSA 4!’
Alle verschillende afdelingen van de supermarkt worden afgeroepen en aan de kassa gevraagd.
Methodieken voor groepsindeling
De leerlingen gaan zo snel mogelijk de juiste kassa zoeken. (vb. Kassa 4: de leerlingen moeten per 4 gaan
staan). Snelheid bij deze indeling is uiterst belangrijk.
In politiek gaat het vaak om het kiezen van de juiste partners en het vormen van de meest geschikte Kameel
coalitie om je plannen te kunnen verwezenlijken. Bij de verschillende methoden en technieken die We vormen een kameel. Hiervoor heb je 3 personen nodig: de kop met voorpoten, de romp met
achterpoten en de staart. Voor de liefhebbers kunnen we zelfs nog een ruiter toevoegen.
in deze bundel beschreven worden, zullen vaak groepjes gevormd moeten worden. Om ervoor te zorgen
dat niet steeds dezelfde groepen ontstaan, dat niet steeds de ‘sterksten’ of beste vrienden samen in een Ratten en raven
groepje zitten, zetten we in wat volgt enkele technieken op een rij om op een evenwichtige manier Laat de leerlingen in 2 groepjes gaan staan. Speel het spel ‘Ratten en Raven’: Je vertelt een verhaal waarin
de woorden ‘ratten’ en ‘raven’ voorkomen. De leerlingen staan in 2 rijen met de ene rij de ratten en de
groepen in te delen, aangepast aan het soort activiteit. Het is immers belangrijk voor kinderen om in andere rij de raven. Wanneer het woord ‘ratten’ wordt gezegd gaan de ratten snel lopen en proberen de
te zien dat de meest voor de hand liggende ‘coalitie’ niet noodzakelijk de enige mogelijke is. Leren raven ze te vangen. De kinderen die gevangen zijn gaan over naar het andere team. Het terrein moet
samenwerken met anderen is belangrijk binnen de idee van ‘participatie’. hiervoor wel afgebakend worden. Wanneer ze ongeveer wat gemixt zijn, dan hebben we mooie groepjes.
Boomstam
c Belangrijk om weten:
Iedereen gaat op een rij achter elkaar staan met de ogen dicht. We laten de leerlingen hun armen omhoog
houden en ze laten denken dat ze een zware boomstam hebben. Iedereen moet deze boomstam helpen
dragen. Maar opeens kunnen jullie hem niet meer houden, jullie armen beginnen een beetje te trillen en
Het is erg belangrijk rekening te houden met de te laten kiezen bij wie ze willen staan. Bij sommige jullie benen ook. Jullie laten hem vallen, maar pas op dat jullie er niet onder liggen. Spring dus naar links
groepsindeling tijdens de voorbereiding van de opdrachten waar er een grote inbreng van de of naar rechts. Het is de bedoeling dat de leerlingen altijd hun ogen dichthouden. Het kan immers zijn
activiteit. Pas je groepsindeling bijvoorbeeld aan kinderen wordt verwacht zal je een beter resultaat dat enkele leerlingen naar rechts springen en de rest allemaal naar links. Dan kan de leerkracht terwijl ze
aan het soort opdracht dat je gaat uitvoeren. Zo bekomen wanneer ze bij vriendjes of vriendinnetjes hun ogen nog dicht hebben dit een beetje ‘aanpassen’.
vragen competitieve opdrachten om een andere in de groep staan. Let ook op voor de eeuwige
indeling dan creatieve opdrachten zoals een achterblijvers. Hou hier rekening mee, zodat niet Duo’s
toneeltje of het maken van een fotostrip. Wees steeds het zelfde kind laatst gekozen wordt. Kies er allemaal een partner uit en ga per 2 naast elkaar staan, alle koppeltjes achter elkaar. Ga nu een
zeker niet bang om de kinderen zelf een keertje meter uit elkaar staan. Er zijn nu 2 ploegen gevormd, en de beste vriendinnetjes zullen ook eens met
anderen in de ploeg staan.
c Mogelijke groepsindelingen: Raadseltje
De leerkracht zegt een raadseltje/kwisvraagje waarop geantwoord moet worden met ja of nee.
De leerlingen zitten een beetje verspreid zodat ze niet met elkaar kunnen overleggen. Ze sluiten hun
ogen. Wanneer ze denken dat het antwoord ja is dan gaan ze rechtstaan en wanneer ze denken dat het
Welkom iedereen, zet u per (5)…
nee is gaan ze zitten. Deze techniek wordt herhaald tot er gelijke groepjes gevormd zijn.
We zetten iedereen op een rij en verdelen volgens het A-B-A-B-… systeem
Dieren
Iedereen krijgt een bepaald dier en alle dieren behoren tot bepaalde families. (vb. vogels: mus, parkiet,…
Kringverdeling met nummertjes
vissen: haring, schol,…). Iedereen moet zijn familie zoeken, maar men mag alleen geluiden en
bewegingen maken.
Iemand staat geblinddoekt en roept af: Jij staat in groep…
Trekken van een voorwerp
Trek je maatje uit het hoopje
Stop in een doos verschillende voorwerpen met eenzelfde kleur. Als je bijvoorbeeld twee groepen nodig
Iedereen zo dicht mogelijk bij elkaar op een hoopje. Ogen sluiten, rechterhand naar boven.
hebt, steek je de helft blauwe ballonnen en de andere helft rode ballonnen in de doos. Laat de leerlingen
Op het signaal zoekt iedereen de hand van een andere en probeert hem uit de hoop te trekken.
één voor één een ballon (voorwerp) trekken, er mag niet gewisseld worden.
Zo blijf je uiteindelijk met z’n tweeën over.
Jarig zijn
Schoenen zoeken
Ga samen staan met diegenen die jarig zijn in dezelfde maand. Zo kan de leerkracht beslissen welke
Iedereen trekt z’n rechterschoen uit en gooit die op een hoopje. De schoenen worden nadien
maanden samen gaan, om de groepen te verdelen in het gewenste aantal per groep.
in verschillende groepjes gelegd. Op het signaal mag iedereen op zoek gaan naar z’n schoen. In dat
groepje moet hij blijven staan.
Houden van
Iedereen die houdt van winter gaat naar rechts, wie houdt van zomer gaat links staan, wie meer houdt van
pizza gaat rechts staan, wie meer houdt van frietjes gaat links staan… totdat de gewenste groepsindeling
bereikt is.
/7/
6. Tijd inschatten Een interessante kapstok is de participatiedriehoek. Die stelt dat de participatie wordt geprikkeld of
Hoe lang duurt één minuut? Iedereen doet zijn ogen dicht. Als je denkt dat de minuut voorbij is, ga je afgeremd door drie factoren:
zitten. De eerste helft van de groep die is gaan zitten, is één groep, de tweede helft die gaat zitten, is de - Uitdaging: naarmate er een uitdaging zit in het thema, zullen de kinderen meer geneigd zijn om
andere groep. Of de eerste vier horen samen,… te participeren. Een speelse of spannende methode kan ook voor uitdaging zorgen bij een niet zo
swingend thema.
Pizza - Verbondenheid: naarmate een thema dichter aansluit bij de directe leefwereld van kinderen
Pizza OOOhhhh pizza! Elke leerling krijgt een kaartje met daarop een ingrediënt van een pizza. (vb. en jongeren, zullen zij meer geneigd zijn te participeren. Een thema moet dus voldoende vertaald
deeg, saus, tomaat, kaas, olijf,…). Op het signaal moet er zo snel mogelijk een voorbeeldpizza ontstaan, worden naar concrete zaken.
in volgorde dus dat wordt stapelwerk. Het deeg ligt beneden en de olijf er helemaal bovenop! - Capaciteit: de kinderen zullen maar participeren, naarmate ze denken over genoeg ‘capaciteiten’
daarvoor te beschikken. Het is belangrijk de capaciteit van de doelgroep correct in te schatten.
BRON: Jeugdbeleidsplan 2008-2010: Inspraak en Participatie, via http://www.vvj.be/docs/Stappenplan5_inspraak.pdf
Methodieken (voor discussie) om thema’s te bespreken
Kinderen leren participeren, houdt in dat zich een oordeel vormen over verschillende thema’s en
c Mogelijke methodieken om thema’s met kinderen te bediscussiëren of
bespreekbaar te maken:
hun mening daarover ook duidelijk maken. Het is echter niet evident om elk kind daartoe te bewegen.
Om te voorkomen dat enkel de ‘schreeuwers’ aan het woord komen, of die kinderen die zich snel en
Tekeningen als introductie op het thema
duidelijk een mening kunnen vormen, kunnen verschillende techniekjes gehanteerd worden om een
debat over een bepaald thema op gang te brengen waaraan zoveel mogelijk kinderen participeren. - Doelstelling:
Opwarming - Introductie op het thema
In wat volgt zetten we enkele techniekjes op een rijtje, die in verschillende vakken gebruikt kunnen
Tekenen is een van de eerste manieren waar volwassenen aan denken om kinderen toe te laten zichzelf
worden om zeer uiteenlopende thema’s met de leerlingen te bespreken. uit te drukken. Het is een herkenbare methode, leuk voor de meeste kinderen en niet duur. Kinderen zien
tekeningen echter meestal niet als een manier om hun ideeën uit te drukken. Wanneer het op de juiste
manier wordt aangebracht, kan tekenen toch gebruikt worden als ‘warming-up’-oefening, of als het begin
c Belangrijk om weten: voor een discussie of andere expressiemethoden.
Samen tekenen kan dus een excellente ‘warming-up’-activiteit zijn voor elke groep. Het is ook een
Wees creatief! Verschillende methoden en Een gesprek in een ‘duf ’ klaslokaal is iets helemaal belangrijke techniek om een groep te bewegen naar één verenigde uitdrukking van zijn wensen.
varianten zijn mogelijk, en zijn steeds te verpakken anders dan een doespel met grote flappenborden Let echter wel op: Omdat tekenen een medium is dat nogal vaak gebruikt wordt bij kinderen, kan het
in een mooie en uitdagende vorm. Ook de context op de speelplaats, al kunnen de doelgroep en het kind stereotiepe beelden gebruiken die verbonden zijn met wat hen aangeleerd is. (vb. een huis met vier
waarin je werkt (de omgeving) en de hulpmiddelen thema precies hetzelfde zijn. vensters, een deur, een schoorsteen, een paar bloemen, een paadje en de zon).
die je gebruikt hebben een belangrijk effect.
Gebruik nooit enkel tekeningen om aan kinderen een stem te geven over een bepaald thema.
Tekeningen alleen geven veel ruimte aan de volwassene voor interpretatie.
Een kapstok: de participatiedriehoek
Tekeningen zijn waardevol als methode om kinderen bewust te maken van de visuele kwaliteiten en
mogelijkheden van de omgeving, als je tenminste zomaar niet in het wilde weg vraagt wat ze willen.
Vraag een kind zijn of haar ideale speelplek te tekenen, en er verschijnt een mooie tekening met
Uitdaging schommels, glijbanen en wippen. Het is echter de vraag of ze dat ook echt willen. Zo simpel ligt het
niet, want je kunt alleen datgene willen wat je kent. Als je kijkt naar het spel van datzelfde kind, zul je
ontdekken dat het met veel meer andere dingen speelt. Misschien zelfs wel veel liever met iets anders,
of op een andere plek. Het is zichzelf er echter niet van bewust dat dat ook spelen is. Naast het feit dat
je bij tekenen moet zorgen voor een zeer gerichte vraagstelling (nauwkeurig omschreven onderwerp)
hoeven tekeningen niet mooi te zijn, als ze maar informatie bevatten.
participatie- Of er informatie uit de tekeningen gedestilleerd kan worden, hangt sterk af van de manier waarop
driehoek de opdracht is gegeven.
De tekening staat nooit centraal, maar is een mogelijke verwerkingsvorm voor opgedane informatie.
Verbondenheid Capaciteit Integreer deze techniek dan ook in een grotere inspraakactiviteit.
BRON: Hart, 1997, Hart en Moore, 1982-1983. Geciteerd in Jeugddienst Gent, Inspraakmap rond speelruimte, mei 1999,
via http://www.vvj.be/docs/L_Inspraakmap_Gent.pdf
/9/
7. Foto’s beoordelen of ordenen - Aanpak:
Stel spelregels voor de prijsvraag op.
- Doelstelling: Aan welke eisen moeten de inzendingen voldoen? Bijvoorbeeld: de inzending moet worden vergezeld
Informatie verzamelen. Peilen naar de voorkeur van kinderen, bijvoorbeeld voor speelplekken of van een schriftelijke toelichting, geschreven door de kinderen zelf.
activiteiten, of hun houding ten aanzien van bepaalde thema’s. Hoe wordt het thema beleefd door Waar en wanneer moeten ze worden ingeleverd?
de kinderen? Wie zit er in de jury en wat zijn de criteria voor de beoordeling?
Het werken met foto’s heeft een aantal praktische voordelen. Foto’s zijn gemakkelijk hanteerbaar. Wint de meest spannende, meest originele of wint het ontwerp dat het meest reëel is om te worden
Een ander voordeel is dat de foto’s bij kinderen die het object van de foto kennen, de aandacht richten uitgevoerd? Of wint het ontwerp wat het mooiste is uitgevoerd, waar duidelijk zeer veel werk en tijd aan
op dat onderdeel dat aan de orde is bij een bepaalde vraag. Wanneer hiervoor verbale omschrijvingen is besteed? Of kies je voor een combinatie van criteria?
gebruikt worden, is de kans op misverstanden veel groter. Een goede herkenbaarheid van de foto’s is Geef de kinderen de nodige tijd om hieraan te werken. Zorg voor aantrekkelijke hoofdprijzen ‘in stijl’,
een noodzakelijke voorwaarde voor een realistische beoordeling. zoals een reisje met bus of trein naar een spannende speeltuin, kinderboerderij of dierentuin. Kondig
- Aanpak: daarnaast aan dat elk kind dat aan de prijsvraag heeft deelgenomen een klein aandenken zal ontvangen.
Kies de onderwerpen voor de foto’s. Wil je activiteiten laten zien, of plekken, of iets anders? Moeten dat
plekken zijn die ze kennen, of juist niet? Als je moeilijk aan foto’s kunt komen, kun je ook met kaartjes BRON: Jeugddienst Gent, Inspraakmap rond speelruimte, mei 1999, via http://www.vvj.be/docs/L_Inspraakmap_Gent.pdf
werken waar de plaatsen of de activiteiten op geschreven staan. Doe plastic beschermhoesjes om de foto’s
of kaartjes.
Er wordt gevraagd de foto’s of kaartjes te ordenen van de meest leuke naar de minst leuke en gevraagd Organiseer een klasvergadering
naar de reden waarom.
Zo kan bijvoorbeeld aan de kinderen gevraagd worden om de foto’s te ordenen tussen volgende polen: - Doelstelling:
mooi _ lelijk / leuk _ vervelend / sterk _ zwak / gelukkig _ ongelukkig / vlug _ langzaam / opgewonden Informatie verzamelen over een thema naar keuze.
_ kalm / prettig _ naar / zacht _ hard / boeiend _ saai / aardig _ onaardig / slecht _ goed / groot _ klein / Vergaderen is een typische methodiek voor ‘inspraak bij volwassenen’. En toch… mits een behoorlijke
licht _ zwaar / rustig _ druk aanpak en een voldoende concreet onderwerp mag vergaderen ook voor kinderen geen problemen
opleveren. Kinderen kunnen vergaderen. Ze zijn weliswaar meestal niet gewoon (lees: ze krijgen zelden
BRON: Rijnen, 1989; NDO, 1995; van Andel, 1985 Rijnen, 1989; Hart, 1997. Geciteerd in Jeugddienst Gent, de kans) om met hun eigen mening aan een constructief gesprek deel te nemen.
Inspraakmap rond speelruimte, mei 1999, via http://www.vvj.be/docs/L_Inspraakmap_Gent.pdf - Aanpak:
Net als bij volwassenen is het bij kinderen nodig om enkele eenvoudige spelregels af te spreken. Zoals vb.
wie leidt het gesprek; moeten er beslissingen genomen worden en zo ja, hoe; noteert iemand de besluiten;
Kruip in je pen! Schrijven als vorm van participatie we blijven bij het onderwerp,…
Het is bij vergaderen met kinderen steeds zinvol om speelse elementen in te voegen: een speciaal
- Doelstelling: tafelkleed; een ‘hamer’ om de beslissingen definitief te maken; een speciale locatie (het vergaderlokaal
Peiling naar behoeften van kinderen. van de leerkrachten, het gemeentehuis,… )
Dit instrument is bijzonder geschikt om een gerichte peiling te doen naar behoeften van kinderen. De thema’s die besproken worden kunnen ondersteund worden door foto’s, filmpjes, verhalen van de
Het is de vlotste manier om over een bepaald onderwerp informatie te verzamelen. gespreksleider enz.
Dit staat of valt echter bij de manier waarop de opdracht gegeven wordt. Wanneer de kinderen het gevoel Hieronder worden een aantel methoden besproken om de mening van de leerlingen over specifieke
krijgen dat het ‘voor punten’ is, beginnen ze te ‘presteren’ en gaat de spontaniteit vaak verloren. Dit kan onderwerpen zichtbaar te maken. Deze kunnen gebruikt worden in een klasvergadering.
een rem betekenen op het werkelijk uiten van hun visie op het thema.
- Aanpak:
Bepaal de vorm waarin de kinderen gaan schrijven of laat ze dit zelf bepalen: een opstel, een stukje voor Rood - groen - oranje: verkeerslicht methode
een (buurt-)krant, een krant die tijdelijk en om een bijzondere reden wordt opgezet, een brief naar de
burgemeester of de jeugddienst, een muurkrant, of gewoon ideeën voor een ideeënbus. - Doelstelling:
Laat de kinderen vooraf de inhoud bepalen van hetgeen ze gaan schrijven: zal er geschreven worden over De mening van de leerlingen over verschillende topics te weten komen.
de dingen die niet goed zijn, of de dingen die juist wel goed zijn? Gaat het over de dingen die moeten - Aanpak:
veranderen of juist over die dingen die moeten blijven? Bij de teksten kunnen ook tekeningen worden Je geeft elke leerling 3 verkeerslichten.
gemaakt. Nu worden er verschillende thema’s besproken, om een eerste start aan het kringgesprek te geven mogen
ze een verkeerslicht tonen. Zo kan je de mening van elke leerling weten en hen de kans geven om dit te
BRON: NDO, 1995; Rijnen, 1989; Hart, 1997. Geciteerd in Jeugddienst Gent, Inspraakmap rond speelruimte, mei 1999, bespreken.
via via http://www.vvj.be/docs/L_Inspraakmap_Gent.pdf
Groen = ik ben het eens
Rood = ik ben het niet eens
De ideeënprijsvraag Oranje = ik ben er niet tegen, niet voor
Probeer ook om de interactie tussen de kinderen te stimuleren: Vind jij het leuk wat hij/zij vertelde?
- Doelstelling: Ben jij het eens?… Laat kinderen echt met elkaar discussiëren.
Dit is een manier om ideeën van kinderen te verzamelen. Vb. Wie bedenkt de meest leuke, de meest
avontuurlijke of de meest gekke speelplek? Deze methode kan gebruikt worden over verschillende
klassen of leerjaren, of zelfs scholen heen.
/ 11 /
8. Thermometers Stemmen met stemlijst
- Doelstelling: - Doelstelling:
De houding van de leerlingen ten aanzien van verschillende topics te weten komen. Laat de leerlingen hun mening uiten door een werkelijke stemming te organiseren met behulp van
Met deze methodiek peil je naar hoe belangrijk een bepaald onderwerp is voor de kinderen, in stemlijsten.
vergelijking met andere onderwerpen. Deze methode kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Zowel voor het kiezen van de nieuwe
- Aanpak: boeken die in de klasbibliotheek zullen komen, als voor het kiezen van een klasvertegenwoordiger en
Je neemt een 6-tal thema’s waarover kinderen meningen hebben. Dit kunnen thema’s binnen of buiten noem maar op.
de schoolmuren zijn (vb. invullen van de speeltijd, speelterreinen, opsmukken van de toiletten, nieuwe - Aanpak:
invulling van de speelplaats, (SCHOOL) sport, milieu, veilige fietspaden (STAD)… ). Je kan bij deze methode gebruik maken van de klassieke methode met papieren stemlijsten en een
Daarna bespreek je de thema’s via een brainstorm, wat willen de kinderen? wat vinden ze belangrijk anonieme stemming door de kinderen, waarbij ze hun stembiljet in een box deponeren.
binnen een thema? Wat zijn goede bruikbare ideeën? Alternatieven zijn echter ook mogelijk:
Als er binnen de zes thema’s gekozen is voor de ideeën, dan moeten kinderen een thermometer invullen. Zo kan bijvoorbeeld gewerkt worden met pijljes en darts-rozen. Hang verschillende rozen in het
Ze mogen elk op een thermometer de verschillende thema’s hangen: klaslokaal, die telkens een bepaald alternatief vertegenwoordigen. De kinderen krijgen elk 3 pijltjes,
en moeten deze op de rozen prikken. Welke roos krijgt een pijltje? En hoeveel punten is dat pijltje
-30° tem -20°: dit thema is niet van tel waard? Talloze andere voorbeelden zijn mogelijk om kinderen hun stem te laten uitbrengen.
-20° tem -10°: dit thema is heel onbelangrijk
-10°tem 0°: dit thema is onbelangrijk
0° tem 10°: dit thema is belangrijk
10° tem 20°: dit thema is zeer belangrijk Deel 2 ~ methodieken die specifiek in bepaalde vakken passen
20° tem 30°: dit thema is het allerbelangrijkst Muzische expressieve vorming: beeldende expressie
Je kan indien gewenst ook alle thermometers tot een grote thermometer maken die dan de mening van
de ganse klas vertegenwoordigt.
c
Ter inleiding: belangrijk om in het achterhoofd te houden:
TIP: Als je weet welk thema de klas heeft gekozen, dan kan je op basis hiervan een klasvertegenwoor-
Bij knutselactiviteiten die erop gericht zijn belangrijker dat kinderen hun mening duidelijk
diger kiezen, want trouwens niet elk thema ligt iedereen even nauw aan het hart. En dan heb je degene
kinderen hun mening te laten uiten, is het kunnen voorstellen, in plaats van dat ze hun klei-
die het best een thema vertegenwoordigt. Met deze techniek bepaal je dus eerst je onderwerp en daarna
belangrijk goed in de gaten dat ‘de techniek’ of timmertechnieken vervolmaken.
de persoon.
op de tweede plaats komt. Het hoeft dus niet Het kan in dit kader ook heel interessant zijn om
allemaal perfect te zijn: die spijker mag er best ook de gesprekken tijdens het knutselen te noteren,
krom doorheen, als het maar vast zit. Streven naar om commentaar op hetgeen gemaakt wordt te
Waterkleuren mengen
perfectie is weliswaar niet verboden (en als er tijd ontlokken en om motieven voor bepaalde keuzen
genoeg voor is, is het best leuk) maar het is veel te achterhalen.
- Doelstelling:
-> Doelstelling A: De houding van de leerlingen ten aanzien van verschillende topics te weten komen.
Met deze methodiek kan je de mening van kinderen visueel zichtbaar maken.
-> Doelstelling B: Je kan hier ook aantonen hoe coalities werken.
- Aanpak:
c Methoden gerelateerd aan ‘Hoe een klasvertegenwoordiger kiezen?’
-> Aanpak A: Je legt de leerlingen een stelling voor. Als ze het eens zijn voegen ze een beetje groene verf,
Geblinddoekt kleien (ideale directeur maken)
toe en kleurt het water groen. Zijn ze het oneens, dan kleurt het water rood. Zo bekom je een visueel
aspect van stellingen. Heel de klas kan samenwerken in één bokaal: dan geeft de globale kleur de mening
- Doelstelling:
van de klas weer: overwegend groen of overwegend rood.
Deze oefening gebruik je om het idee van een leidersfiguur te bekomen. Varianten erop zijn: ideale
-> Aanpak B: Je neemt de kleuren van de verschillende partijen. (CD&V = oranje, VLD = blauw, sp.a =
klasvertegenwoordiger, ideale burgemeester van een stad,…
rood, GROEN = groen, Vlaams belang = geel,…). Dan kan er gemengd worden. Wat als VLD en sp.a
- Aanpak:
samen zijn? Dan krijgen we een paarse coalitie. Wat als…? Deze techniek vraagt wel een inleiding over
De leerlingen zetten zich neer in een kring. Iedereen is geblinddoekt en krijgt een stuk klei. Ze beelden
de verschillende partijen. Op volgende website vind je alles terug over de verschillende partijen:
zich in hoe de ideale directeur van hun school er uit ziet. Ze kneden de ideale directeur die ze voor ogen
http://www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid/democratie/politiek/
hebben. Het kneedwerkje wordt tijdens het kneden enkele malen doorgegeven zodanig dat de leerlingen
samen tot verschillende zaken komen. Eerst het hoofd, dan doorgeven, dan het lichaam, dan doorgeven,
Niet alleen de naamgeving maar ook het principe dat hun ideeën gemengd worden en ze water bij de wijn
dan de benen, dan doorgeven,… Het kan ook met veel fantasie: vb. skateboard ipv. benen,…
moeten doen kan aangetoond worden.
/ 13 /
9. c Methoden gerelateerd aan ‘Hoe een campagne voeren?’ - Aanpak:
Enkele ideetjes: spuitjes met verf, een potlood pimpen (= heel hip maken, zodat het eigenlijke voorwerp
niet meer herkenbaar is ), stiften bewerken met knutselmateriaal, onzichtbare inkt maken,…
Fotoverhaal
TIP: Misschien kunnen sommige werken ook verschijnen in het schoolkrantje.
- Doelstelling:
De kinderen maken duidelijk wat ze willen. Hoe ziet de ideale omgeving voor hen eruit? Wat zouden
ze willen verwezenlijken als ze het voor het zeggen zouden hebben? Muzische expressieve vorming: muzikale expressie
- Aanpak:
Laat de leerlingen allemaal foto’s maken met de opdracht ‘zoek mooie voorbeelden van wat je in je dorp/
stad allemaal wil hebben.’ Ze mogen foto’s trekken van plaatsen, zelf een scène spelen/uitbeelden,…
Enkele voorbeelden: Flitspalen voor fietsers, snoepstanden op de hoek, grote voetbalvelden,…
c Methoden gerelateerd aan ‘Kennismaking met politiek’
Daarna moeten ze de foto’s – dit kan zowel digitaal als op papier – samenstellen tot een verhaal.
Ze kunnen tekst toevoegen of knutselwerkjes /versieringen mee opnemen,… zodat ze uiteindelijk
Samen musiceren
een fotoboek bekomen.
- Variatie:
- Idee:
Dezelfde techniek kan ook gebruikt worden om een stadslegende te maken. Vertel je eigen verhaal over
In politiek gaat het om het zo ‘harmonisch’ mogelijk laten samengaan van verschillende strekkingen
de Stad/deelgemeente. Of speel een bestaand stadsverhaal na.
en snelheden. Enkel op die manier kunnen verschillende plannen verwezenlijkt worden.
Een voorbeeld voor Aarschot zou het verhaal kunnen zijn van de Arend die in de bek geschoten werd,
Een volksvertegenwoordiger dient daarbij oog en oor hebben voor verschillende situaties, plaatsen en
waarvan de naam ‘Aarschot’ afkomstig zou zijn. Of het verhaal van Sint Rochus die de pest uit de stad
noem maar op. Er moet met heel veel verschillende dingen tegelijk rekening gehouden worden wanneer
verdreef. Per deelgemeente zijn ook verschillende volksverhalen te vinden.
aan politiek wordt gedaan, en niet in het minst met wat anderen doen of van plan zijn. De kinderen leren
hier om zich op elkaars ritme en klank af te stemmen om het geheel goed te laten klinken, en leren naar
elkaar en de klanken te luisteren om er ‘meer’ uit te halen dan ze op het eerste gehoor zouden denken.
Stratenplannen maken
Bovendien kan iedereen hier participeren: ieders ‘klank’ is van belang!
- Aanpak:
- Aanpak:
Elke leerling kan een eigen muziekinstrument maken. Bijvoorbeeld: regenstok maken (buis met
Neem een kaart van de stad Aarschot. Je kan deze bekomen bij de dienst toerisme. Vergroot dan
rijstkorrels in en dan dichtmaken), flessen vullen met water (spelen met lepels op deze flessen), bier of
het gedeelte waar je school ligt.
frisdrankhulletjes vastmaken op een lange nagel of platmaken en op een latje nagelen, gitaar
Op dit gebied maken de kinderen naar hun eigen oordeel de stad fraaier. Bouwen ze een extra
(schoendoos en daar rekjes overspannen)…
speelterrein, zijn mooiere fietspaden nodig? Willen de kinderen een politieagent op elke hoek van
Wanneer iedereen zijn eigen instrument heeft gemaakt kan er muziek worden gemaakt. Het is oefenen
de straat? Al deze zaken kunnen op de kaart getekend, geknutseld of gebouwd worden.
tot er een orkest ontstaat, dat kan door verschillende oefeningen.
c Methoden gerelateerd aan ‘Hoe verkiezing houden?’ Ritmes kloppen
- Doelstelling:
Stemhok knutselen Ritmes nadoen. Eerst door leerkracht, daarna door medeleerling, iemand start met een geluid en stapt
daarmee naar iemand in de kring, die moet dat geluid overnemen.
- Doelstelling:
De idee achter deze opdracht is dat er een stemhok wordt gebouwd om de verkiezingen van de school
te laten doorgaan. Doorseinen van codes, via een tam-tam signaal
Creëer een eigen stemhok. Het moet niet gelijken op het echte! Misschien is het rond en klein,
of bouwen de kinderen een stemhok waar je met meerder personen in kan,… Laat de fantasie van De leerlingen worden in verschillende groepen ingedeeld en verspreiden zich in de hoeken van
de kinderen de vrije loop. de klas. De bedoeling is dat ze een zin doorseinen naar de andere groepen en dat deze de zin proberen
- Aanpak: te decoderen. Je kan een gebruikte code nemen (vb. morse code) of een eigen code laten verzinnen door
Hiervoor kunnen verschillende materialen gebruikt worden: grote kartonnen dozen, vezelplaten, doeken, de leerlingen.
plakband, touw, potlood, crèpepapier, verf,… Thema raden:
Alle kinderen staan in een kring, één persoon gaat even naar buiten. De anderen spreken een thema/een
plaats af. Iedereen zoekt een bijpassend geluid. De persoon komt terug binnen. Hij kan iedereen aan
Uitvinding van een stempotlood en uit zetten en moet zo proberen te raden welk thema we laten horen. Bijvoorbeeld: eetzaal - speelplein
- zwembad - …
- Bedoeling:
Een potlood hoeft niet enkel een potlood te blijven. De leerlingen worden bij deze opdracht echte
uitvinders: ze gaan op zoek naar een nieuw voorwerp dat kan schrijven.
/ 15 /
10. c
Methoden gerelateerd aan ‘Hoe een klasvertegenwoordiger kiezen?’ Een voorbeeld: Op de melodie van ‘Zeil je voor het eerst’
Aarschot is voor mij de stad van mijn dromen,
Gedicht schrijven over jezelf Wij hebben geluk dat we hier kunnen wonen
Er is altijd iets te doen, gaan dansen of judo,
Vaak worden in de klas gedichten aangeleerd. Het is echter ook heel fijn om de kinderen zelf een gedicht Naar scouts of naar chiro,
te laten maken! De kinderen schrijven een gedicht over zichzelf, waarin ze zichzelf voorstellen als We love you Aarschot!
mogelijke klasvertegenwoordiger. Wat zijn hun eigenschappen? Hun belangrijkste kwaliteiten?
Waarom zouden ze zelf een goede klasvertegenwoordiger zijn? Alvorens aan de tekst te beginnen, is het ook hier een goed idee om eerst met de kinderen te brainstormen,
Om het maken van teksten vlot te laten verlopen, werk je best met een brainstorm. Op die manier zorg zodat ze ideeën hebben om in de tekst te stoppen. In de brainstorm wordt ook duidelijk welke elementen
je ervoor dat ieder kind ‘stof ’ heeft om in zijn of haar gedicht te gebruiken. Een voorbeeld van in de stad/school/… de kinderen zelf belangrijk vinden.
een brainstormtechniek: iedereen tekent een persoon op een blad (met handen, voeten en een hoofd).
Dan kan je aan de kinderen vragen stellen:
Brainstormen
- Je favoriete hobby - deze schrijf je bij de linkervoet van het mannetje
- Je lievelingsplek - deze schrijf je aan de rechtervoet van het mannetje Zowel voor het maken van een gedicht, als een lied of een andere tekst over een bepaald thema, kan het
- Je favoriete boek/strip - deze schrijf je aan de linkerhand van het mannetje heel nuttig zijn om eerst een brainstormsessie te houden met de kinderen.
- Je favoriete vak op school - deze schrijf je aan de rechterhand van het mannetje
- Je droom - deze schrijf je aan het hoofd van het mannetje We geven hieronder enkele brainstormtechnieken mee:
Je kan ook andere onderwerpen aanhalen. - Alfabet: om beurt een woord zeggen met de volgende letter van het alfabet.
Na deze oefening hebben de leerlingen een aantal onderwerpen waarover ze kunnen schrijven. - Associatie/ketting: één woord roept een ander woord bij je op en dat ene andere roept dan weer
Andere brainstormmethoden worden in het volgende onderdeeltje toegelicht. een ander op,… vb. molen à kermis à suikerspin à plakken à…
- Bi-sociatie: van twee woorden naar één woord vb. bloem en water doen me denken aan cake of
waterlelie of…
c Methoden gerelateerd aan ‘Hoe een campagne voeren?’ - Bloemmethode of spinmethode: één kernwoord in het midden en allemaal associaties daarrond.
- Domino methode: vb. huis - snorkel - leeuw-…
- Lijnenspel: Ga in kleine groepjes rond een flap zitten. Iedereen krijgt een alcoholstift. Om de beurt
Stoorzender trekt iedereen willekeurig een streep of een krul en je probeert iedere keer iets anders te doen.
Doe zo voort tot heel je blad vol staat met lijnen. Probeer dan voorwerpen, mensen, gebouwen,…
- Doelstelling: te herkennen in het lijnenspel. Brainstorm verder op dat lijnenspel.
Dit is een spelletje om aan te tonen dat voor een goede communicatie niet noodzakelijk de hardste - Al lopend brainstormen: Verdeelt in vele groepjes, ongeveer 4 à 5 per groep. Iedere groep krijgt
schreeuwer het pleit hoeft te winnen. Efficiënt communiceren en de juiste manier zoeken om een massa’s papier en pennen en moeten minstens 20 meter ver van de persoon staan. Om ter
boodschap over te brengen, is veel belangrijker. snelst ideeën geven en dan zo snel mogelijk tot bij de persoon geraken die ver weg staat is het gegeven.
- Aanpak: Stormen maar.
Twee leerlingen moeten aan elkaar een boodschap overbrengen. Dit kan een verkiezingsslogan zijn,… - Een stad vol ideeën: We wandelen door de stad. Wat zien we aan het station, op de grote markt, in
Laat de kinderen een boodschap kiezen die in het thema past. Eén leerling is hierbij de zender, en de de cinema, aan het zwembad, op het voetbalveld, aan de muziekschool,… al deze ideeën kunnen
andere is de ontvanger. De rest van de klas stelt zich op tussen deze 2 leerlingen, op een lange rij. we verzamelen en opschrijven.
De klas begint te schreeuwen en druk gebaren te maken. De 2 leerlingen moeten ondanks deze
‘stoorzender’ tussen hen in toch trachten een boodschap over te brengen. Het komt erop aan creatief Belangrijk hierbij is de gouden regel van het brainstormen in gedachten te houden: selecteren, groeperen
te zijn om de boodschap over te brengen… en nomineren! Hoe kom je nu van een vol blad tot bruikbare thema’s?
- Selecteren: We nemen het blad van de losse brainstorm en gaan schrappen. Wat behouden we, wat niet?
Lied over Aarschot / over de eigen deelgemeente / over de school /…
- Groeperen: Kunnen we van de overgebleven zaken dingen samenvoegen tot een groep, tot een geheel.
- Doelstelling:
Zet de pracht van de eigen stad, deelgemeente, school,… in de verf door een heus campagnelied te - Nomineren: Naar welke groep gaat jouw voorkeur uit? Luister vooral naar ieders mening!
maken. Laat de kinderen hun lof uitzingen over hun eigen omgeving. De kinderen drukken er zo zelf
op dat deze omgeving wel heel speciaal en super is, en dat er goed zorg voor gedragen moet worden door
een goed bestuur.
- Aanpak:
Neem een bekend klinkend lied, waarvan je weet dat de leerlingen de melodie onder de knie hebben,
zoek hiervan de karaoke-versie op of speel zelf op gitaar /blokfluit. Maak dan samen met leerlingen
een tekst op de melodie.
/ 17 /
11. Lichamelijke opvoeding Knieënvoetbal
Je verdeelt de groep in 2 ploegen, iedereen neemt een stoel en zet zich in 2 rijen met de gezichten naar
c
Methoden gerelateerd aan ‘Kennismaking met politiek’ elkaar. De ploegen schuiven dichter naar elkaar toe totdat de knieën geschrankt staan. Men laat in het
midden van de rijen een bal vallen, de bedoeling is nu om per ploeg de bal zo snel mogelijk in het doel
van de tegenstander te krijgen. Het doel is het uiteinde van de rij. Het aantal spelers is minimum 10
Tactische spelen anders is er niet veel aan.
- Doelstelling:
Politiek is zeer tactisch. Denk na voor je iets doet! Leren samenwerken
New games met parachute
Expeditie ik wil alleen overblijven
De parachute kan uitgeleend worden bij de Aarschotse jeugddienst. Er zijn heel veel verschillende
Je tekent een groot veld met allemaal kleine vakje die even groot zijn: spelletjes mogelijk:
- Golven maken, hevig storm, orkaan,…
- Golven maken met een bal in de parachute.
- Vuurwerk maken, je probeert de gekleurde balletjes zo hoog mogelijk te gooien. Knalgeluiden kan je
zelf maken.
- Luchtbel maken, iedereen doet op 1,2,3 het doek omhoog, je gaat allemaal 1 stap naar het midden, je
gaat op je knieën zitten en zo het doek achter je vasthouden, dan bekom je een luchtbel.
- Je kan ook struisvogel spelen, dit is hetzelfde als de luchtbel, maar dan ga je plat op de grond liggen en
doe je je ellebogen over het doek.
- Overlopen 1, je gaat aan twee kanten van het doek staan, dan lopen de tegenovergestelde spelers over
op een afgesproken sein.
- Overlopen 2, je geeft een kenmerk: bijvoorbeeld (oorbeldragers, iedereen die jonger is dan x jaar,…)
en daarna moeten alle spelers overlopen die aan dit kenmerk voldoen.
- Je kan het doek ook omdraaien, 1 kant houdt het doek vast, de andere gooien het zo snel mogelijk en zo
hoog mogelijk naar de andere richting toe. Lopen dan aan de andere kant en vangen het doek op.
- Tikchute, het doek is op schouderhoogte, er ligt een bal op. 2 of 3 spelers lopen onder het doek,
Daarna geef je elk kind een stuk krijt. Het is de bedoeling om als laatste over te blijven. Iedereen gaat in de andere spelers proberen door middel van het doek te laten bewegen de spelers onder het doek met
een vak aan de zijkant van het veld staan, je klapt in je handen en dan ga je een stap naar rechts, links, de bal te tikken.
boven, onder,… Je mag naar alle vakken gaan die rechtstreeks aan het vak waarop je staat grenzen. - Airconditioning: de helft van de spelers ligt op de grond, de andere gaan er met het doek opstaan en
Het vak waar je in stond, daar zet je met krijt een kruisje in en dat vak mag niet meer gebruikt worden. maken golf bewegingen, zo krijg je een uitgewaaid gevoel.
Je herhaalt het spel, je klapt in je handen en je schuift met zijn allen een vak op. Je herhaalt dit enkele - Draaikolk: Iedereen houdt het doek vast met de rechterhand, je begint dan zo snel mogelijk te lopen en
malen tot iedereen uitvalt, want op een gegeven moment kan je niet meer bewegen. Wanneer je enkel dan krijg je door de middelpuntvliedende kracht een soort van draaikolk.
vakken met kruisjes rond jou hebt staan, kan je niet meer bewegen en dan val je uit. Degene die het langst - Superman: Iedereen staat aan 1 kant, we houden het doek vast zoals een superman en dan lopen we zo
overblijft, wint het spel. hard mogelijk en zeggen “Supermaaaaaaaan”.
Levend kwartet
Zorg voor 4 x 4 dezelfde voorwerpen (of van dezelfde soort, bijvoorbeeld: 4 ballen). De leerlingen zijn in
4 groepen verdeeld. Elke groep krijgt 4 voorwerpen van verschillende soorten. De bedoeling is bij andere
groepen de voorwerpen gaan stelen totdat je er 4 dezelfde hebt. Er wordt in een kring gelopen en er mag
telkens maar 1 persoon van elk groepje onderweg zijn.
Tienbal
Er worden twee teams gemaakt. De kinderen proberen de bal tien keer over te gooien zonder dat deze
wordt onderschept. De kinderen mogen niet lopen met de bal. Als de bal onderschept wordt of als er 10
keer is overgegooid krijgt het andere team de bal.
/ 19 /
12. Ploegspelen - Snelle opdrachtjes:
De groep zit neer, begeleider geeft de opdrachten. Die opdrachten moeten uitgevoerd worden en daarna
Variëren op voetbal moeten de leerlingen zo snel mogelijk terug gaan zitten. “Tik zo snel mogelijk 5, 6, 7 verschillende
ruggen (buiken, konten, kuiten, hoofden,…)”
- voetballen als spinnen/krabben - Variant:
- niet met de voeten je moet de andere personen aantikken met één bepaald lichaamsdeel vb. je elleboog.
- 4 ploegen en 4 goals; elke ploeg moet om ter snelst in de 3 doelen hebben gescoord
- per 2 met de voeten aan elkaar gebonden
- levende goals Het fan-spel
- van voor en achter in het doel mag er gescoord worden De groep wandelt door elkaar. Iedereen kiest voor zichzelf één iemand uit om ongemerkt te achtervolgen.
- voetballen in jutezakken gestoken Op het teken van de begeleider probeer je zo snel mogelijk 3 toertjes rond die persoon te lopen. Daarna
- meerdere ballen nog eens, maar iedereen probeert 2 personen in het oog te houden, en op het teken loop je twee toertjes
- elke ploeg een eigen kleur (rood-groen en geel-oranje) rond die 2 personen.
- bij het horen van een bepaald signaal van goal wisselen
- geblinddoekt
- enkel meisjes mogen scoren De ‘echoput’
- op 1 been
Iedereen gaat in een kring staan, linkervoet voor. De begeleider doet het danspasje voor en iedereen
probeert op hetzelfde ritme mee te doen (danspasje: rechtervoet in de kring zetten door op de linkervoet
Variëren op levend en dood te draaien, daarna rechtervoet uit de kring weeral door op de linkervoet te draaien). Als iedereen in
dezelfde cadans zit, doet de ganse groep verder, maar de begeleider doet het omgekeerde: als de groep
- Basisspel: Het terrein is in 2 vakken verdeeld. In elk vak staat een ploeg. Een van de ploegjes begint en naar binnen stapt, stapt hij naar buiten en omgekeerd. Telkens de begeleider naar het midden komt, roept
gooit de bal omhoog, in het vak van de andere ploeg, met de woorden “Dood aan Kelly”. Als de andere hij iets (kreet, woord,…) dat door de anderen herhaald wordt als zij naar het midden komen.
ploeg de bal kan vangen, zonder dat hij de grond raakt, gebeurt er niets, anders moet Kelly opzij gaan Genre “Hey - Hey!, Yow - Yow”…
staan, want ze is nu dood. De andere ploeg kan Kelly dan terug levend maken door de bal te werpen en
te zeggen “Levend Kelly”. Je kan op die manier personen van de andere ploeg werven voor jouw ploeg.
Het spel is ten einde als er een ploeg ‘uitgestorven’ is. Behekste lichaamsdelen
- doek ertussen
- iedereen met de rug naar de streep Verspreid in de ruimte houdt iedereen een tennisbal in de hand. Het idee is dat wij ervoor moeten
- verschillende ballen (pingpongballetjes,…) zorgen dat die tennisbal de tijd van zijn leven beleeft op een ongelooflijke denkbeeldige roetsjbaan
- elkaar eraan gooien in plaats van levend maken (rollercoaster). Terwijl je rondloopt of stilstaat kun je die tennisbal dus in alle mogelijke richtingen
- als je iemand doodt, dan val je zelf af samen met de persoon die jij gedood hebt draaien, versnellen, stoppen,… je mag de tennisbal niet loslaten.
- gemengd, de ploegen staan niet allemaal in 1 vak, maar er staan er verschillende in 1 vak Zelfde uitgangspositie, met misschien een gelijkaardig resultaat, maar nu is het idee dat erachter steekt
- meer dan 2 ploegen helemaal anders. Beschouw het balletje deze keer als een ruimtewezen dat ons denken en doen heeft
overgenomen. We leiden niet meer, we worden geleid. Dit simpele balletje sleurt je overal mee, snel,
traag, hoog, laag,…
c Methoden gerelateerd aan ‘Hoe een campagne voeren?’
Expressief met voorwerpen
Dansen
De groep wordt in 2 groepen gedeeld en daarna krijgen ze elk 1 voorwerp. 1 persoon neemt dit voorwerp
- Doelstelling: bij zich en doet bewegingen voor met het echte voorwerp, de rest van de groep doet de bewegingen
Dansjes kunnen gebruikt worden om het voeren van de campagne op te smukken, aan te kleden,… achterna. Daarna wordt het voorwerp doorgegeven.
Het is vaak niet evident voor alle kinderen om gewoon ‘beginnen te dansen’. Daarom kunnen
opwarmtechniekjes helpen om de kinderen los te maken. Ze zijn erg leuk om in groep te doen. Maar ook gekende dansen kunnen leuk zijn om te doen: Plopdans, Vogeltjesdans, In Zaïre, Huckle
Bovendien leren de kinderen op een andere manier expressief te zijn. Buck,… Ook kan je de kinderen zelf een dans in elkaar laten steken, ze hebben vaak ook inspiratie zat.
Hieronder beschrijven we enkele technieken om op te warmen:
- Het ritme van de conga:
We lopen met z’n allen in een kring. Het tempo wordt bepaald door een slag op een conga of djembe. Dit
tempo versnelt en vertraagt. We bouwen op met een aantal geluiden die erbij komen (vb. fluitje, triangel,
klappen, diepe slag op djembe,…). Bij elk geluid hoort een vaste beweging (of sequens): je moet je per 3
zetten en op elkaar op de grond gaan liggen, je moet zo snel mogelijk 5 mensen op hun knie tikken, een
bepaalde oefening om je spieren te rekken,… de muziekinstrumenten kunnen ook vervangen worden
door verschillende deuntjes van de muziek.
/ 21 /
13. :) gr
afisc
h
VU e vorm
: El gevi
sV ng w
inc ww.
kx, leen
S ch sauv
epe iller
nv
an .be
Jeu
gd,
S ta
dA
a rsch
ot