SlideShare a Scribd company logo
1 of 64
PROJECTPLAN
Project “ELLO”
HASAN TAS | 13115316
JUSTIN SLINGER | 13074199
ELINE ERADUS | 13038036
OPDRACHTGEVERS:
DE GEMEENTE ZOETERMEER
VITALITYLAB (DE HAAGSE HOGESCHOOL)
De Haagse Hogeschool (Zoetermeer)
Versie 2
1
Voorwoord
Voor u ligt het adviesrapport “Ello”. Het gaat hierbij om een onderzoek om generaties met
elkaar te verbinden. Het adviesrapport is geschreven in het kader van de Minor: Business
Agility aan de Haagse Hogeschool, te Zoetermeer. Dit project heeft van 15 September tot 13
november geduurd.
Dit project is uitgevoerd in opdracht van VitalITylab, met als begeleider Roeland Loggen en
docent Peter Ritman. Het onderzoek is naar onze mening zeer prettig verlopen, waarin wij
de onderzoeksvraag hebben kunnen beantwoorden. Daarvoor hebben we gedurende het
project de nodige ondersteuning gehad van onze begeleiders en docenten. Zij waren altijd
bereid om de nodige hulp te bieden.
Graag willen wij bij dezen onze begeleiders en docenten bedanken. Daarnaast hebben
Karien Damen (namens de Gemeente Zoetermeer) en Jan Stekelenburg (namens OZO-
ouderenbond) ons ook voorzien van de nodige aansturing en graag willen wij ook hen
bedanken daarvoor. Tot slot zou het project niet zijn geslaagd zonder de inbreng van de
respondenten (zowel de oudere als de leerlingen).
Verder wensen wij u veel leesplezier toe.
Hasan Tas
Justin Slinger
Eline Eradus
Zoetermeer, 13 november 2015
2
Managementsamenvatting
Ello is bedacht door een vorige groep studenten aan de Haagse Hogeschool. Met Ello kunnen
ouderen en jongeren worden verbonden, om zo de sociale cohesie te bevorderen. Een
voorbeeld van een mogelijkheid van Ello is, dat ouderen klusjes kunnen plaatsen, die
vervolgens worden uitgevoerd door jongeren.
Ons aandeel is, om te onderzoeken wat de wenselijkheid en haalbaarheid is van de app Ello.
Ten behoeve van deze twee aspecten is er een onderzoeksvraag geformuleerd, deze luidt als
volgt: ‘In hoeverre is het haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met
ouderen doen?’”
Om antwoord te geven op deze vraag, zijn wij begonnen met de huidige situatie in kaart te
brengen, vervolgens is er kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan. Interviews met de
doelgroepen en literatuuronderzoek waren hier een onderdeel van. De doelgroep bestond
uit de ouderen, de leerlingen en de scholen.
De literatuur laat zien dat het merendeel van de ouderen beschikking heeft over IT-
apparaten, waarmee zij de app Ello kunnen gebruiken, dit blijkt ook uit de interviews. Dit
draagt bij aan de haalbaarheid. Verder staan alle groepen positief tegenover Ello; bijna alle
ouderen zijn enthousiast, 75% van de leerlingen is enthousiast, en de gereageerde scholen
zijn positief. Dit komt het aspect wenselijkheid ten goede.
Later hebben er nog gesprekken met de ouderen plaatsgevonden. Dit in het kader van
feedback op het prototype. Deze feedback is ook meegenomen in het uiteindelijke resultaat.
Het antwoord op de onderzoeksvraag is dan ook, dat het zeer wenselijk is om Ello te
gebruiken; ouderen hebben genoeg klusjes en zouden ook activiteiten willen doen met
jongeren. Andersom is dit ook zo; jongeren staan ervoor open, om met Ello aan de slag te
gaan en ouderen te helpen. De scholen reageerden niet allemaal, maar ze doen wel allen
aan maatschappelijke stages en degene die reageerden zijn enthousiast en geïnteresseerd.
Ons advies voor de volgende groep, mocht dit project verder worden uitgewerkt, is om goed
naar de financiering te kijken. Ook dienen de scholen meer betrokken te worden bij Ello.
Meer input van hun kant is essentieel.
3
Inhoudsopgave
VOORWOORD.............................................................................................................................. 1
MANAGEMENTSAMENVATTING.................................................................................................... 2
INLEIDING .................................................................................................................................... 5
1 HUIDIGE SITUATIE ................................................................................................................ 6
1.1 RESULTATEN VORIGE PROJECTGROEP...................................................................................... 6
1.2 RESULTATEN STICHTING MOOI .............................................................................................. 7
1.3 OVERIGE RESULTATEN ........................................................................................................ 7
2 METHODOLOGIE................................................................................................................... 8
2.1 FASE 1: EMPATHIZE........................................................................................................... 8
2.1.1 Bestuderen voorgaande documenten......................................................................... 8
2.1.2 Interviews................................................................................................................. 9
2.1.3 Veiligheid.................................................................................................................12
2.1.4 Stakeholder analyse.................................................................................................12
2.2 FASE 2: DEFINE ...............................................................................................................13
2.2.1 Vooronderzoek.........................................................................................................13
2.2.2 Interview.................................................................................................................14
2.2.3 Veiligheid.................................................................................................................17
2.3 FASE 3: IDEATE................................................................................................................18
2.3.1 Ello app ...................................................................................................................18
2.3.2 Veiligheid.................................................................................................................19
2.4 FASE 4:PROTOTYPE..........................................................................................................21
2.5 FASE 5: TEST...................................................................................................................21
3 RESULTATEN........................................................................................................................22
3.1 INTERVIEWS OUDEREN.......................................................................................................22
4.1.1 INTERVIEWS LEERLINGEN........................................................................................................23
3.2 LITERATUURONDERZOEK/DESKRESEARCH................................................................................24
4 ADVIES................................................................................................................................25
4.1 WENSELIJKHEID...............................................................................................................25
4.2 HAALBAARHEID ...............................................................................................................26
4.3 VEILIGHEID.....................................................................................................................28
5 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN..........................................................................................29
6 BIBLIOGRAPHY ....................................................................................................................30
7 BIJLAGE...............................................................................................................................31
7.1 VRAGEN INTERVIEW OUDEREN.............................................................................................31
7.2 INTERVIEWVERSLAGEN.......................................................................................................32
7.3 SWOT ANALYSE ELLO......................................................................................................38
7.4 EMAILS STUDENTAANHUIS.NL EN STUDENTKARWEI.NL................................................................38
7.5 VRAGENLIJST STICHTING MOOI............................................................................................40
7.6 E-MAIL SCHOLEN..............................................................................................................41
7.7 TELEFONISCH CONTACT SCHOLEN..........................................................................................44
7.8 OSO ENQUETE................................................................................................................45
7.9 VRAGENLIJST LEERLINGEN...................................................................................................48
8 VRAGENLIJST SCHOLEN........................................................................................................49
8.1 RESULTATEN LEERLINGEN ...................................................................................................49
8.2 RESULTATEN INTERVIEW OUDEREN (POST ITS)..........................................................................50
4
...............................................................................................................................................50
...............................................................................................................................................50
8.3 RESULTATEN TWEEDEINTERVIEW OUDEREN.............................................................................51
8.4 PROJECTPLAN..................................................................................................................52
5
Inleiding
Voor u ligt ons rapport, waarin wij een advies uitbrengen omtrent de applicatie Ello. Dit
rapport is tot stand gekomen in opdracht met het VitallTylab te Zoetermeer. Wij hebben
gedurende 10 weken een onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en wenselijkheid van Ello
en met behulp van dit rapport, willen wij u meer inzichten geven in de huidige situatie, onze
aanpak, de resultaten die zijn uitstaan uit de afgenomen interviews en tot slot het advies
wat wij meegeven aan de Gemeente Zoetermeer.
Het doel is om in dit rapport niet alleen de haalbaarheid en wenselijkheid inzichtelijk te
maken, maar ook om een antwoord te geven op onze hoofdvraag: ‘In hoeverre is het
haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met ouderen doen?’
Dit verslag is met behulp van de leeswijzer op de volgende manier opgesteld:
Hoofdstuk 1 Huidige situatie, in dit hoofdstuk zal er in gegaan worden op de situatie voor het
onderzoek, aangezien wij het onderzoek gestart zijn aan de hand van een vorig onderzoek
naar Ello.
Hoofdstuk 2 Methodologie, in dit hoofdstuk beschrijven wij onze aanpak, methoden en
technieken, hoe wij tijdens ons onderzoek te werk zijn gegaan.
Hoofdstuk 3 Resultaten, in dit hoofdstuk omschrijven wij onze bevindingen en resultaten
middels de interviews, die wij hebben afgenomen. Ook zullen wij diep ingegaan op het
aspect veiligheid, aangezien dit een erg belangrijk onderwerp is.
Hoofdstuk 4 Advies, in dit hoofdstuk zullen wij ons advies toelichten, met betrekking tot de
haalbaarheid en wenselijkheid van Ello en de eventuele vervolgstappen, die een ander
project wellicht zou kunnen oppakken.
Hoofdstuk 5, in dit hoofdstuk zullen wij onze conclusie en aanbevelingen geven omtrent de
applicatie ELLO. De aanbevelingen zijn gericht naar de studeten, die dit project verder
oppakken in de toekomst.
Literatuurlijst, in de literatuurlijst staan alle bronnen, die wij tijdens ons onderzoek hebben
geraadpleegd.
Bijlagen, in de bijlage vindt u bepaalde dingen die relevant zijn geweest voor ons onderzoek
en waarop ons advies deels is op gebaseerd. Hierbij kunt u denken aan interviewverslagen
en vragenlijsten.
6
1 Huidige situatie
Ello is een concept voortgekomen uit een eerder onderzoek. Het doel van dit onderzoek was
om met nieuwe technologieën bij ouderen eenzaamheid te bestrijden en de gezondheid te
bevorderen. Sociale cohesie en eenzaamheid zijn namelijk twee steeds belangrijke
begrippen aan het worden in onze samenleving. Ouderen voelen zich steeds eenzamer en
krijgen het steeds moeilijker naarmate de leeftijd vordert.
Hieruit is een creatieve oplossing bedacht, genaamd Ello. Ello is een applicatie die generaties
samenbrengt, ter bevordering van de participatiemaatschappij en sociale cohesie. De
applicatie biedt de ouderen een steuntje in de rug, zodat zij langer thuis zelfstandig kunnen
leven. Het is de bedoeling dat de jongeren de ouderen helpen met eventuele klusjes of
activiteiten, middels de maatschappelijke stage van school. Dit idee is uitgewerkt tot een
prototype, alleen is het enkel nog een concept.
1.1 Resultaten vorige projectgroep
Deze groep heeft gebruik gemaakt van de methode Design Thinking, een creatieve manier
voor het onderzoeken en genereren van ideeën. Zij hebben voornamelijk interviews afgelegd
en observaties uitgevoerd. Tijdens het afleggen van de interviews, is er met name gekeken
naar de emoties en de beweegredenen van de ouderen. Uit de interviews is gebleken, dat de
ouderen niet in een verzorgingshuis terecht willen komen. De ouderen willen het liefst
zolang mogelijk zelfstandig en onafhankelijk blijven. Overigens ondervinden wel veel
ouderen een fysieke achteruitgang en waardoor zij steeds minder zelf kunnen doen. Zij
hebben bijvoorbeeld hulp nodig bij zware huishoudelijke taken, maar sommige merken ook
dat het optillen van een stoel steeds zwaarder wordt. Ook is er uit de interviews naar boven
gekomen, dat ouderen zitten te wachten op ‘’gezelligheid’’. Het bezoeken van een theater
met een andere oudere of leerling valt erg in de smaak. Wat ook erg opviel was, dat de
ouderen erg behulpzaam zijn. Zij helpen veel anderen, maar worden ook erg geholpen door
zijn/haar buurman.
Het merendeel van de ouderen is in het bezit van een device (laptop, computer of tablet),
waarbij Ello een goede uitkomst biedt. Overigens hebben de ouderen wel veel argwaan,
omtrent de veiligheid. De projectgroep ondervond namelijk, dat de ouderen nog niet
helemaal gerust waren gesteld over het aspect veiligheid en adviseren ons dan ook om dit
aan te scherpen. Al deze input heeft geleid tot een prototype, die alleen maar geschikt is om
functionaliteiten te demonstreren, maar niet functioneel bruikbaar is. Hier vindt u meer
over in bijlage 7.8. (Ello1, 2015)
7
1.2 Resultaten stichting mooi
Stichting ‘’Mooi’’ is een organisatie, bestaand uit vrijwilligers, die zich inzet voor verbetering
van welzijn in de buurt. Wij zijn in contact geraakt met Marja Meijer, die werkzaam is binnen
deze organisatie. Zij heeft een soort gelijk onderzoek gedaan, die wij nu uitvoeren. Echter
deed zij onderzoek naar een ‘’vriendschap dating bureau’’. Marja heeft overigens lessen
gegeven aan leerlingen van het Oranje Nassau College en het doel hiervan was om de
ouderen met elkaar te laten matchen door een onderzoek. De activiteiten waren erg
verschillend, van het maken van posters tot een informatie brief, die de leerlingen
vervolgens op de bus deden bij bewoners. De leerlingen waren het er unaniem over eens en
vonden de lessen erg leuk, alleen het nadeel vonden zij wel dat er ’s middags weinig
ouderen open deden. (Meijer, Aantekeningen documenten, 2015)
De resultaten waren als volgt:
102 Woningen benaderd via aankondigingsbrief
48 Antwoordstrookjes geen belangstelling voor gesprekken aangaande het behoefte
onderzoek
3 Antwoordstrookjes Met opmerking Goed idee maar … (verschillende redenen)
13 Niet thuis
38 Adressen deden open, waarvan 10 geen interesse
28 Gesprekken hebben plaats gevonden tussen leerlingen MBO2 Zorg en Welzijn
Oranje Nassau College Clauslaan en bewoners van de seniorenflat Morgenster
Respons gesprekken: 28.56% (Gemiddeld is 30% een normale respons)
1.3 Overige resultaten
Voordat wij begonnen aan dit project, hebben wij een aantal documenten weten te
bemachtigen van onze docent. Dit zijn onder andere resultaten van OSO, die enquêtes heeft
uitgedeeld onder de ouderen in Zoetermeer.
OSO (Stichting Overleg Samenwerkende Ouderenbonden) heeft in oktober 2012 een
enquête doen uitgaan onder leden van haar vaste panel, met een aantal nieuwe leden.
Hieruit is gebleken dat passende huisvesting voor ouderen sterk zal toenemen in de
toekomst. Ook zullen wijk- en buurtzorg een steeds belangrijkere rol gaan spelen. 64% van
de ondervraagden geeft aan dat zij eventuele noodzakelijke hulp in de toekomst niet via
familie/ vrienden zouden kunnen krijgen en 49% van de geënquêteerden verwacht binnen
nu en 5 jaar meer hulp nodig te hebben. Dit zijn hoge percentages die enigszins laten zien
dat de hulp een steeds grotere rol gaat spelen onder de ouderen. (OSO, 2012)
(Ouderenbonden, 2010)
8
2 Methodologie
Hierin staat de aanpak beschreven die wij hebben gebruikt om dit project goed te kunnen
beheren. Hierin willen wij duidelijk maken wat we hebben gedaan, waarmee we het hebben
gedaan (welke instrumenten we hebben gebruikt) en bij wie we dat hebben gedaan. De
methode die wij hebben gehanteerd is “Design Thinking”. Design thinking hebben wij
gebruikt om op een praktische en creatieve manier problemen op te kunnen lossen en een
“nieuwe” product (App) te ontwikkelen. Deze methode bestaat uit vijf fasen en is tevens ook
in ELLO1 gebruikt. Omdat ons onderzoek meer geneigd is naar een behoefte onderzoek en
een prototype betreft die al bestaat en verbeterd moet worden, kan er overlap tussen
paragrafen plaatsvinden.
Figuur 1 De vijf fasen in het Design Thinking proces
2.1 Fase 1: Empathize
In de eerste fase van Design Thinking staat het inleven en begrijpen van de doelgroep
centraal. Om ons beter te kunnen inleven hebben wij eerst de documenten van voorgaande
projecten bestudeerd. Daarbij hebben we de documentatie van ELLO 1, documenten van
Stichting Mooi en overige documenten die wij van Roeland Loggen en andere docenten
hebben ontvangen en bestudeerd. Daaropvolgend, hebben wij meerdere interviews
afgenomen van zowel ouderen, als leerlingen en scholen om aanvullende informatie te
verkrijgen.
2.1.1 Bestuderen voorgaande documenten
Wij hebben verschillende documenten ontvangen waar we veel informatie uit hebben
kunnen halen. Deze informatie vormt het fundament voor ons project. Vandaaruit hebben
we onze doelen bepaald. Ook zijn de hoofd- en deelvragen opgesteld, waarvan de
antwoorden zijn verwerkt in dit document.
2.1.1.1 Project Ello deel 1
Zo zijn we begonnen met het bestuderen van de documenten van project ELLO1. We hebben
met zijn allen de documenten doorgenomen en de informatie gemarkeerd die nuttig was
voor ons project. Vandaaruit hebben we verder gebrainstormd en kwamen tot de conclusie
dat haalbaarheid, wenselijkheid en veiligheid belangrijkste aspecten waren die diepgang
nodig hadden.
9
2.1.1.2 Documenten/gesprek stichting mooi
In het begin van ons project zijn we in gesprek gegaan met Marja Meijer van Stichting Mooi.
Tijdens dit gesprek wilden we zoveel mogelijk informatie achterhalen, of er soortgelijke
applicaties of andere services op de markt zijn en wat Stichting Mooi hierover weet. Tevens
hebben wij gevraagd naar haar mening en ingezoomd op hetgeen dat een belemmering of
knelpunt kan zijn in ons project. In bijlage 7.5. vindt u een overzicht van de vragen, die wij
zoals hebben gesteld en de bijbehorende aantekeningen.
Ook hebben we documentatie ontvangen en bestudeerd die Marja Meijer van stichting Mooi
naar ons verstuurd heeft. Deze hebben we op dezelfde manier bestudeerd als de
documenten van de voorgaande Ello project. Nadat we de belangrijkste punten gemarkeerd
hadden, zijn we ook hierover gaan brainstormen. Op het bord hebben we alles genoteerd
om uiteindelijk een definitief kader te schetsen, met de resultaten en conclusie van Stichting
Mooi. (Meijer, Aantekeningen documenten, 2015)
2.1.1.3 Overige documentatie
Dhr. Loggen heeft ons ook documenten gestuurd, waarin informatie staat die nuttig is voor
ons project. Het gaat hierbij om onderzoeken die in het verleden al zijn gedaan. Het ene
onderzoek ging dan ook over de woonsituaties van ouderen en hun wijze van communicatie.
Een ander onderzoek gaat evenals over de woonsituatie van oudere, maar vanuit een heel
ander perspectief. Daarnaast is ook de behoefte aan zorg, zowel nu als in de toekomst,
onderzocht. Dit is van uiterst belang, omdat het voor ons belangrijk is of ouderen vitaal
genoeg zijn om klusjes zelf te doen of juist uit moeten besteden, omdat ze niet voldoende
vitaal meer zijn. Daarom zijn we eerst nagegaan hoeveel ouderen zijn ondervraagd. We
hebben geen onderscheid gemaakt tussen man en vrouw, omdat het gaat om alle ouderen.
Daarnaast hebben we vooral de resultaten goed geanalyseerd en de belangrijke elementen
meegenomen in ons project. Aan de hand van deze analyse zijn ook de interviewvragen
opgesteld, om overlap zoveel mogelijk tegen te gaan en juist meer informatie te verkrijgen
van de ouderen. Ook is er daarom gekozen voor een interview met de ouderen om niet
alleen informatie te krijgen, maar ook de emoties op bepaalde gebieden waar te nemen en
daarop door te kunnen vragen. (OSO, 2012) (Ouderenbonden, 2010) (Ello1, 2015)
2.1.2 Interviews
In deze paragraaf worden de interviews die zijn afgenomen verder toegelicht. Zo wordt
belicht waarom we bepaalde interviews hebben gedaan, wat ons doel was hierbij en welke
techniek we hebben gehanteerd om de gewenste resultaten te behalen.
10
2.1.2.1 Interview ouderen
Aan de hand van deze informatie hebben we uiteraard al veel informatie gekregen om
enigszins te begrijpen hoe de stand van zaken ervoor stonden. Maar om ze beter te kunnen
begrijpen en het ook te ervaren, hebben wij gekozen om de ouderen tweemaal te
interviewen. Zo konden we aan de hand van de opgestelde vragen, ook zelf met ze praten en
hun emoties erbij te voelen. Hieronder worden de gehanteerde thema’s, die we hebben
gebruikt tijdens onze 1ste interview verder toegelicht. We hebben niet direct de vragen
gesteld bij ouderen, maar hebben gekozen om te beginnen met een leuk gesprek en daar
hebben wij tussendoor de juiste momenten gezocht om de benodigde informatie te
achterhalen. Achteraf waren dit gesprekken die aan beide kanten als fijn en gezellig hebben
ervaren.
Dagelijkse activiteiten
We hebben dus een techniek bedacht met vijf thema’s, waar we uiteindelijk antwoord op
hebben gekregen. Ten eerste hebben we het thema “Dagelijkse activiteiten”. Hierbij willen
we achterhalen wat de ouder zoal op een dag doet, hoe zelfstandig hij of zij daarbij is, of hij
of zij voldoende vitaal is en stellen we ook de vraag of technologie ook een rol hierbij speelt.
Zo hebben we de vraag gesteld of ze een smartphone, tablet of computer hebben en wat ze
hiermee doen. Daarbij uiteraard de vraag of ze dat allemaal zelf hebben geleerd of
ondersteuning bij hebben gekregen en/of nog steeds krijgen.
Hobby’s
Hierin zijn we verder ingezoomd op de hobby’s die ouderen wellicht hebben. Het is
belangrijk hoe vaak ze bezig zijn met hun interesses en of ze dat de komende jaren nog
kunnen blijven doen. De resultaten zijn belangrijk om te kunnen meten of ze de app nu met
spoed nodig zullen hebben of dat ze nog een aantal jaar/jaren zelfstandig vooruit kunnen,
omdat ze nog vitaal genoeg zijn. Daarbij zijn ook nog de vragen gesteld of ze ergens lid van
zijn of bijeenkomsten zoals bingoavond bezoeken in hun vrije tijd.
Sociale netwerk
Het tweede thema is “sociale netwerk”. Het is uiteraard belangrijk om te weten wie
momenteel de ouder helpt met zijn en/of haar klusjes. Daarom komen hierin vragen terug
als: hoe groot is uw/jullie familie en ziet u ze vaak? Ook hebben we gevraagd naar hun
vriendenkring en de omgang met buren en andere personen in de buurt.
Ello
Tot slot kunnen uiteraard de vragen over de concept Ello niet ontbreken. In dit thema
hebben we gevraagd hoe ouderen staan tegenover het concept Ello en dat er leerlingen over
de vloer zullen komen, om oudere te ondersteunen met klusjes, die ze zelf niet meer kunnen
uitvoeren. Nog belangrijker is, dat ze realiseren dat niet altijd dezelfde student over de vloer
zal komen. Ons doel was ook hun gevoel en emotie hierin mee te nemen. Tot slot zijn we
dan gekomen op het onderdeel veiligheid, die we ouderen willen geven.
11
Vervolggesprek ouderen
Het vervolggesprek is ingepland nadat de resultaten van het eerste interview geanalyseerd
en verwerkt waren. In het vervolggesprek hebben we het aspect veiligheid meer naar voren
laten komen en de demo gepresenteerd. Het doel was dat de ouderen de demo konden
ervaren en we stelden niet alleen de vraag: is het makkelijk? Snapt u het? Maar we gingen
ook echt na of ze het snapten en waar er nog enige knelpunten konden ontstaan. Tot slot
hebben we ons ideeën verteld, over hoe we de veiligheid hoog kunnen houden. Uiteindelijk
hebben we na hun feedback, nog de nodige aanpassingen verwerkt in ons eindadvies en het
prototype.
2.1.2.2 Interview leerlingen
Ons eerste doel was om de leerlingen te benaderen via de scholen. Helaas kregen we geen
of niet de verwachte steun/antwoord van de scholen dat we hadden verwacht en hebben
we besloten om zelf op pad te gaan en leerlingen te interviewen. Omdat jongeren
tegenwoordig zeer handig zijn, met smartphones, tablets en computers, hebben we
besloten ze alleen te vragen naar hun mening en gevoel over het concept Ello. Ook omdat
wij naar aanleiding van een eerder gemaakte analyse hebben begrepen, dat ouderen wel
enthousiast waren, maar jongeren juist minder, wilden wij dit controleren door Ello anders
over te brengen bij jongeren en hun gedachtes waar te nemen. Zo hebben we genoemd dat
ze al een Maatschappelijke stage gaan lopen en dus niet betaald krijgen (ook niet bij een
supermarkt), maar dat er ouderen zijn, die hulp nodig hebben met het printen van
bestanden, ophangen van schilderijen, hulp met huishouden maar ook activiteiten zouden
willen doen, zoals wandelen, kaartspellen en boodschappen doen. Hiermee kunnen de
leerlingen punten behalen en hun stage met een voldoende afronden. Ook hierbij hebben
we gekozen voor interview in plaats van een enquête, omdat we ten eerste beter kunnen
verwoorden wat Ello inhoudt en ook direct hun vragen kunnen beantwoorden. Ten tweede
kunnen we direct vragen waarom ze het wel of geen goed idee vinden en desnoods
onduidelijkheden wegnemen, zodat ze misschien van gedachte kunnen veranderen. Tot slot
ook om hun emotie hierbij waar te nemen. In bijlage 7.9 vindt u een overzicht van de vragen,
die wij hebben gevraagd tijdens de interviews.
2.1.2.3 Interview scholen
Ondanks dat we scholen niet één op één hebben kunnen interviewen, was er op het internet
veel informatie te vinden over de maatschappelijke stage. Desondanks kwamen we
informatie te kort, maar omdat scholen aan hebben gegeven geen tijd te hebben voor
deelname, hebben we toch een vragenlijst opgestuurd en deze doorgestuurd naar de
scholen zelf. Tevens hebben we ook geprobeerd de juist personen binnen de scholen te
vinden, die deze vragen zouden kunnen antwoorden. Helaas hebben we, ondanks contact te
hebben gehad met verschillende schakels binnen de scholen, geen antwoord op onze vragen
kunnen krijgen van de meeste scholen. We hebben van één school wel antwoord gekregen,
maar dat is naar onze mening te weinig om een goede conclusie te kunnen trekken. Andere
scholen waren wel razend enthousiast en hebben wel gezegd de 4-5 vragen te zullen
beantwoorden op “korte termijn”. In bijlage 8 vindt u een overzicht van de vragen, die wij
hebben gesteld aan de scholen via een e-mail.
12
2.1.3 Veiligheid
Van stichting mooi hebben we een paar voorbeelden gekregen van instanties, die
vergelijkbare concepten al op de markt hebben gebracht. Omdat veiligheid een zeer
belangrijk onderdeel is om Ello te kunnen voortzetten, hebben we besloten om deze
instanties te benaderen en na te vragen hoe hun de veiligheid van zowel oudere als jongeren
enigszins onder controle houden. Daarnaast hebben we ook deskresearch gedaan en
hebben we op internet de nodige informatie gezocht betreft de aspect veiligheid.
2.1.4 Stakeholder analyse
Om onze doelgroep in kaart te brengen, hebben wij een stakeholder analyse uitgevoerd. We
hebben allereerst gekeken naar wie er allemaal bij betrokken zijn, bij dit concept. Op deze
manier, hebben we de rollen van de belanghebbende kunnen achterhalen. Ook is het
meteen overzichtelijk bij we terecht kunnen bij eventuele vraagstukken, omtrent Ello.
Figuur 2 Onion Model/ Stakeholder Relationships
13
2.2 Fase 2: Define
In de define fase hebben we ons bezig gehouden om alle verkregen informatie te bundelen
en een patroon te zoeken hierin. Kortom, we hebben de resultaten op verschillende
manieren bestudeerd, waardoor het overzichtelijk werd en konden zien waar de
mogelijkheden liggen, om de stakeholders te kunnen voorzien van een product naar
behoefte en wens.
2.2.1 Vooronderzoek
Aan de hand van ons vooronderzoek hebben we, in overleg met stakeholders, besloten dat
de haalbaarheid en wenselijkheid verder onderzocht moet worden. Bij haalbaarheid gaat het
dan om de veiligheid van verschillende partijen. Zijn ouderen dusdanig hulpbehoevend, dat
het waard is om de app te ontwikkelen. Als er al apps zijn die soortgelijke functionaliteiten
hebben is dit idee misschien wel overbodig en kan er worden onderzocht naar de
mogelijkheden van de andere apps.
Bij wenselijkheid is het belangrijk om te achterhalen wat de bevindingen zijn van de scholen,
leerlingen en ouderen en hoe ze hierop reageren. Zijn ze er positief over of is het compleet
overbodig. Zo is uit onderzoek al gebleken, dat ouderen hier wel positief tegenover staan,
maar dat probleem vooral bij de jongeren ligt. Een belangrijke vraag die gesteld kan worden
is dan ook: Hoe kan je de jongeren stimuleren om ouderen te helpen?
14
2.2.2 Interview
In deze paragraaf staat beschreven hoe we verkregen informatie hebben verwerkt. We
hebben drie groepen geïnterviewd. Namelijk: ouderen, scholen en leerlingen.
2.2.2.1 Interview ouderen
De resultaten van de interviews hebben we per persoon op post its geschreven en
opgehangen zodat we een beter beeld van het gehele plaatje konden krijgen. Zo hebben we
meerdere thema’s aangehaald, om de resultaten nog specifieker weer te geven. Hierbij
kwam bijvoorbeeld IT als extra thema erbij. Het is uiteraard belangrijk om te weten of
ouderen gebruikt maken van de hedendaagse devices en wat voor devices er gebruikt
worden. Bij andere thema’s hebben we alle antwoorden die zijn gegeven per persoon in een
rij gezet. De post its staan van boven naar beneden gesorteerd op vitaliteit, waarbij de
bovenste post it de meest positieve is, die de desbetreffende persoon heeft genoemd,
betreft zelfstandigheid.
Figuur 3 Overzicht van een aantal resultaten
Na de resultaten te hebben geanalyseerd en deze in verschillende categorieën hebben
onderverdeeld, hebben we ze digitaal verwerkt voor een nog duidelijkere overzicht, waarin
we makkelijker wijzigingen kunnen aanbrengen en op een veel efficiëntere wijze resultaten
kunnen bestuderen.
15
Hieronder in Figuur 4, is een digitale uitwerking te zien van de resultaten. Omdat je
gemakkelijk de kleuren per post it kan aanbrengen en wijzigen en je kan per post it tags
eraan hangen (wij hebben ondervraagden toegevoegd per post it) kan je in enkele klikken
het overzicht creëren die je wilt. De kleur geel geeft aan dat iets positief is, de kleur rood
geeft iets dat het negatief is. Zo kan een ouder veel zorg nodig hebben of heeft hij of zij
nauwelijks contact met de buren. Oranje ligt hier tussenin. Zo kan het zijn dat je niet
voldoende contact hebt, maar je vrienden en kennissen toch af en toe nog ziet.
Figuur 4 De digitale uitwerking van de resultaten uit de interviews
16
Om nog meer inzicht te krijgen in onze doelgroep, hebben wij gebruik gemaakt van een
empathy map. Dit is een doeltreffend middel, dat je kunt inzetten om een goed inzicht te
krijgen in je doelgroep. De empathy map bestaat uit vijf vlakken, bestaande uit: Wat hij/zij
denkt, ziet, zegt, doet, voel en hoort. Hieronder ziet u een empathy map m.b.t. de ouderen
in Zoetermeer.
Figuur 5 Een empathy map van ouderen van 65+ in Zoetermeer
2.2.2.2 Interview leerlingen
Het interview met de leerlingen verliep beter dan verwacht. We hebben ze duidelijk kunnen
maken wat we precies doen en 12 leerlingen hebben hun bevindingen met ons gedeeld. Het
grootste deel van de ondervraagden hebben dan ook aangegeven, het wel te zien zitten om
ouderen te helpen en dat ze het leuk lijken om dit te doen. De resultaten hebben we
verwerkt in Excel, zodat we met die overzicht gemakkelijk diagrammen van kunnen maken.
2.2.2.3 Interview scholen
Omdat we niet veel resultaten van de scholen hebben kunnen krijgen, hebben we wel
geconstateerd dat scholen dit wel een degelijk concept vinden. We hebben vaak de reactie
gekregen dat het concept interessant is en dat ze zeker op hoogte gehouden willen worden
van de resultaten. Ook omdat alle scholen doen aan maatschappelijke stage, terwijl het niet
meer verplicht is, kan geconcludeerd worden dat de stages dus kan worden gezien als een
essentieel onderdeel binnen het onderwijs.
17
2.2.3 Veiligheid
In de eerste fase zijn we erachter gekomen dat veiligheid een veel genoemd aspect is, waar
ouderen mee zitten. Ze willen namelijk wel dat er veiligheidsmaatregelen worden genomen,
om een beter gevoel te kunnen krijgen bij het project. Voor veel ouderen kan veiligheid
tevens ook een struikelblok zijn, waardoor ze kunnen afhaken.
Ondanks dat, hebben ouderen aangegeven dat het geen probleem is, als verschillende
jongeren over de vloer komen. Ook leerlingen met een andere cultuur, nationaliteit,
huidskleur etc. vormen geen belemmering. Verder zullen inloggegevens ook geen probleem
zijn, omdat de meeste ouderen al gebruik maken van smartphones en tablets, waar de app
automatisch op geïnstalleerd staat.
Verder is het belangrijk, dat ook de student is voorzien van veiligheidsmaatregelen. Het kan
zijn, dat een student tijdens het ophangen van een schilderij een vaas omstoot of van een
kruk afvalt. In dit soort gevallen moet de student ook verzekerd zijn, om onvoorziene kosten
te kunnen dekken.
18
2.3 Fase 3: Ideate
In deze fase worden verschillende mogelijke uitkomsten gegenereerd, aan de hand van de
voorgaande fases.
2.3.1 Ello app
Ello1 had al een prototype ontworpen, om de gebruikers te laten ervaren hoe het in zijn
werking zal gaan. In het prototype waren al verschillende functionaliteiten in verwerkt. Wij
hebben dit prototype onder handen genomen en aan de hand van de voorgaande resultaten
zijn er een aantal functionaliteiten bijgekomen. (Ello1, 2015)
Functie Omschrijving
Toelichtingsknop bij
beoordeling
Een handige functie is, om je beoordelingen te kunnen
onderbouwen. Dit is echter alleen voor degene, die een
toelichting willen geven op de beoordeling.
Bevestigingsmail Iedereen wordt op de hoogte gehouden van de
ontwikkeling over de mail. Zo krijgt een oudere een
bevestigingsmail, als hij/zij een klus heeft geplaats. Ook
krijgt de student een mail doordat er reactie op de
klus/activiteit is geplaatst of dat de begeleider deze
heeft goedgekeurd.
Goedkeuring begeleider De begeleider krijgt een beheerplatform, waarin hij de
leerlingen kan controleren, beoordelingen kan lezen,
goedkeuringen kan geven, klussen kan toewijzen en
nog meer functionaliteiten die aan de begeleider
gehangen zal gaan worden.
Aanmeld en afmeld optie De leerling dient zich voor binnenkomst bij de ouder
aan te melden via de app. De student dient zich tevens
weer af te melden als hij/zij de klus heeft afgerond en is
weggegaan. Zo kan de begeleider zien hoelang de
student al aanwezig is daar en als het te lang duurt of te
kort heeft geduurd hierop inspelen.
Inlogsysteem Iedereen dient zich in te loggen met zijn/haar eigen
account. Daardoor zijn niet alleen de persoonlijke
gegevens altijd beschikbaar voor bevoegde, maar zijn
ook de gegevens (geplaatste klussen, afgeronde
klussen, persoonlijke beoordelingen etc.) beschikbaar
voor de persoon zelf.
Button en onderdeel
activiteiten
Uit onderzoek is gebleken, dat ouderen ook enthousiast
waren over het onderdeel activiteiten. Voor het gemak
hebben we dus twee hoofdbuttons aangehouden:
Klusjes en activiteiten.
Mijn klusjes button Deze knop dient voor eigenbeheer van klusjes en
activiteiten, voor zowel de student als ouder. De ouder
kan hierin bijvoorbeeld leerlingen en afgeronde klusjes
beoordelen en de student zou hier de geschiedenis van
de klusjes kunnen inzien die hij/zij heeft uitgevoerd.
19
2.3.2 Veiligheid
Na verschillende instanties te hebben benaderd en de nodige deskresearch hebben
uitgevoerd zijn we tot de conclusie gekomen om verschillende aspecten te bundelen. Zo
hebben we begrepen dat verschillende instanties, zoals student aan huis werken met naam
badges. Op internet hebben we gelezen dat begeleiders vaak de controle houden. Zelf
hebben we bedacht dat een account ook een grote deel van de veiligheid kan waarborgen.
Door al deze verschillende aspecten bijeen te voegen, zijn we tot een uiteindelijke conclusie
gekomen, hoe we zo goed mogelijk de veiligheid kunnen waarborgen.
2.3.2.1 Eigen account
Ten eerste dient iedereen zijn of haar eigen account te hebben. Zo voorkom je dat mensen
fraude gaan plegen, door klussen te plaatsen of te reageren op klusjes namens anderen. Ook
kan iedereen hierdoor zijn/haar eigen klussen beheren, waardoor het overzicht per persoon
bewaard wordt. Tevens is iedereen zijn account beveiligd met een wachtwoord en dus niet
inzichtelijk voor onbevoegde. Overigens kunnen er wel rechten worden verleend aan
begeleiders, zodat zij de controle op ouderen en studenten kunnen behouden.
Een nadeel kan zijn dat ouderen hun wachtwoord vergeten of geen account zelf kunnen
aanmaken. Voor noodgevallen is er een telefoonnummer beschikbaar van de begeleiders,
die ze hierbij kunnen helpen. Een idee is om in het begin van het traject een bijeenkomst te
organiseren, waar ouderen, die hulp nodig hebben met betrekking tot de app Ello geholpen
kunnen worden bij het maken van inlogaccounts en het verhelderen van andere
onduidelijkheden.
2.3.2.2 Begeleider
Ten tweede heeft een begeleider altijd een aantal leerlingen onder zijn/haar hoede tijdens
een stageperiode. Deze begeleider is verantwoordelijk voor de gang van zaken. Zo kan een
leerling reageren op een bepaalde klus. De begeleider moet echter eerst een goedkeuring
geven aan de leerling. De begeleider kan hierdoor controleren of de leerling wel geschikt is
voor de klus en of hij/zei geen eerdere negatieve contacten heeft gehad met de ouder.
Begeleiders dienen hun leerling te kennen en weten daarom ook of hij/zij geschikt is. Het
kan ook voorkomen dat de leerling reageert op een klus en de begeleider denkt dat de ouder
een probleem kan zijn voor de leerling. Zo kan hij/zij ook zijn eigen leerling in bescherming
nemen door iemand te sturen, waar de ouder geen probleem voor is, in de ogen van de
begeleider.
Daarnaast kan de begeleider ook klussen zelf verdelen onder de leerlingen. Zo kan die door
FIFO (First in first out) toe te passen, klussen verdelen, die te lang blijven liggen. Uiteraard is
het hierbij aan de begeleider om te bepalen of de leerling de klus kan weigeren of niet.
Een nadeel kan zijn dat de werkdruk van de begeleider kan toenemen. Echter zijn wij van
mening dat de app zo aangepast kan worden, dat een nog efficiëntere werkwijze mogelijk is.
Dan zouden begeleiders minder handelingen hebben en met meer gemak zijn of haar
leerlingen kunnen aansturen.
20
2.3.2.3 Leerlingen
Leerlingen kunnen reageren op een klus/activiteit. De begeleider geeft dan een goedkeuring
en de leerling kan dan de klus uitvoeren bij een ouder. Per klus krijgen studenten een
beoordeling van de ouder. Aan de hand hiervan kan ook een eindscore worden bepaald en
kan de begeleider zeggen dat een student de MAS (maatschappelijke stage) met een
voldoende heeft afgesloten of niet.
Een leerling dient altijd een naambadge te hebben. Daarin staat:
 Ello logo
 De naam van de school (of logo als de naam er duidelijk in verwerkt staat)
 Naam van de leerling zelf
 Geboortejaar
 Opleiding en leerjaar
Als de student aan de deur geen naambadge heeft met de bovenstaande punten, kan hij/zij
worden geweigerd en dan wordt hier een melding van gemaakt. Ook moeten zij zich altijd
ten alle tijden kunnen legitimeren met een geldige legitimatie, als een oudere hiernaar
vraagt. Wij hebben soort gelijke organisaties benaderd, hierbij kunt u denken aan
studentaanhuis.nl en studentkarwei.nl. Hieruit kwam naar voren dat deze organisaties de
veiligheid waarborgen, door de studenten zich te laten legitimeren en exacte tijdstippen af
te spreken met klanten en zo zijn wij op deze combinatie gekomen. Het email contact vindt
u terug in bijlage 7.4.
De leerling dient zich tevens via de app aan te melden en af te melden voor een klus.
Aanmelden doe je als je binnen wordt gelaten en afmelden als je de ouder hebt verlaten. Zo
kan de begeleider altijd zien wanneer je ergens binnen bent geweest en hoelang je binnen
bent geweest. Zo kan het bijvoorbeeld zijn, dat iemand al 2uur binnen is voor de klus
schilderij ophangen. Dan kan de begeleider direct contact opnemen met zowel de ouder, als
de student en vragen waarom het zo lang duurt. Dit is voor de veiligheid van beide partijen.
Belangrijk is dat de scholen een verzekering hebben, met dekking voor buitenschoolse
activiteiten en stages. Voor de gemeente
Zoetermeer is dit geen probleem, hebben wij
begrepen. Toch is het handig om de
voorwaarden na te gaan, zodat de begeleiders
de nodige acties te kunnen ondernemen. Zo is
voor sommige verzekeraars belangrijk, dat de
stagelocatie wordt doorgegeven aan de
verzekeraar. Ook de gemeente heeft een
vrijwilligersverzekering. De
vrijwilligersverzekering van de gemeente
Zoetermeer dekt ook de maatschappelijke
stagiaires. De leerling kan ook via de ouders een
aansprakelijkheidsverzekering hebben,
waardoor ze ook op deze manier gedekt zijn.
21
2.4 Fase 4: Prototype
Voor het prototype hebben wij als referentie het vorige ontwerp van de Ello1 groep
gehandhaafd. Wij zijn met dit prototype om de tafel gaan zitten als teamen hebben toen
ideeën als de datum veranderen en een bevestigingsmail toegevoegd. In plaats van ‘ Klusjes’,
‘ Meet-up’, en ‘Projecten’, hebben wij de knoppen ‘ Klusjes’ en ‘Activiteiten’ aangehouden.
2.5 Fase 5: Test
Na bovenstaande punten te hebben geïmplementeerd in het prototype, zijn wij terug naar
de ouderen gegaan en hebben we het nieuwe prototype met hen gedeeld. Het doel hiervan,
was dat de ouderen konden meedenken met het bouwen van het prototype en hun eisen
ten opzichte van Ello kenbaar konden maken. Zij zijn per slot van rekening de gebruikers.
De ouderen gaven als input, om een toelichtingsknop toe te voegen, bij het beoordelen van
leerlingen. Ook gaven de ouderen aan, dat zij het liefst zo min mogelijk knoppen zien om het
geheel overzichtelijker te maken.
22
3 Resultaten
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het literatuuronderzoek en de interviews beschreven.
Met behulp van literatuuronderzoek en interviews met de ouderen, scholen en leerlingen
zijn de aspecten wenselijkheid en haalbaarheid onderzocht.
3.1 Interviews ouderen
In deze paragraaf zijn de resultaten van de interviews opgenomen. De interviews zijn bij de
ouderen thuis afgenomen en de leerlingen zijn op straat korte vragen gesteld.
De interviewresultaten van de ouderen zijn onderverdeeld over 5 categorieën, namelijk
Zelfstandigheid, Sociale contacten, Hobby’s, IT en Interesse ELLO.
Zelfstandigheid
Bij klussen worden vaak buren, familie of kennissen ingeschakeld. Hierbij kunt u denken aan
problemen met de computer, een deur die geplaatst moet worden of een schutting die moet
worden geverfd. Taken in het huishouden en zaken als boodschappen worden vaak zelf
gedaan.
Sociale contacten
De sociale contacten van de ouderen bestaan voornamelijk uit familie en vrienden.
Hobby’s
Hobby’s van de ouderen zijn vaak televisie kijken, kaartspellen, wandelen,
bezienswaardigheden bezoeken (zoals musea) en lezen.
IT
Omdat ELLO een elektronische oplossing is, moeten de ouderen de mogelijkheid hebben om
het te gebruiken. Uit onze interviews blijkt, dat iedereen nu een computer, laptop of
smartphone heeft of deze in de toekomst gaat aanschaffen. Daarnaast gaf iedereen aan
positief tegenover de technologie te staan.
Interesse ELLO?
Het overgrote merendeel van de ouderen staat positief tegenover ELLO, ze geven
bijvoorbeeld aan dat ze activiteiten als wandelingen wel willen doen. Omgekeerd zijn zij ook
bereid om leerlingen te helpen, met zaken als huiswerk.
Overige punten
De groep ouderen geeft aan, dat het belangrijk is voor de koppeling, dat er een klik is tussen
de ouderen en de leerlingen; Dat de interesses hetzelfde zijn.
Ook veiligheid is een aspect wat bij vrijwel ieder interview terugkwam, de ouderen willen
garantie dat de leerling die langskomt, wel echt de leerling is die zich voor de klus heeft
aangemeld.
Tevens vindt u een overzicht van alle resultaten van het eerste interview terug in de bijlage
8.2 en de resultaten van het tweede interview is te vinden in bijlage 8.3.
23
4.1.1 Interviews leerlingen
We hebben leerlingen op straat aangesproken en korte vragen gesteld of zij ELLO zien zitten
of ouderen willen helpen met klusjes. De uitkomst hiervan is op onderstaande afbeelding te
zien.
Figuur 6 Uitwerkingen interviews jongeren
Van de geïnterviewde leerlingen vindt dus 75% het een goed idee, om met behulp van ELLO
ouderen te helpen t.b.v. hun maatschappelijke stage.
Ook de ouderen staan hier positief tegenover, de merendeel van de groep vind het een goed
en leuk initiatief. Op de afbeelding hieronder is dit te zien. Geel staat voor interesse.
Het was lastig om de scholen te benaderen, er is uiteindelijk door een aantal gereageerd via
de telefoon. Ook zij waren enthousiast over ELLO. 1 van de scholen reageerde via de e-mail.
Deze gaf aan het een leuk initiatief te vinden maar vond het stadium nog te pril en had het
te druk (zie e-mail bijlage 7.5)
Leuk
75%
weet het niet
8%
Niet leuk
17%
ELLO voor maatschappelijke stage?
24
3.2 Literatuuronderzoek/deskresearch
Uit onderzoek blijkt, dat alle scholen in Zoetermeer nog doen aan maatschappelijke stages
dit is een belangrijke eis om ELLO mogelijk te maken. (Erasmus College, 2007) (Stedelijk
College, 2014) (Scholen Combinatie Zoetermeer, 2014)
Om de ouderen gebruik te laten maken van de app ELLO, hebben ouderen beschikking nodig
over een laptop, tablet, smartphone of computer. Uit literatuuronderzoek blijkt, dat veel
ouderen deze middelen inmiddels hebben. “Ouderen zijn de laatste jaren massaal gebruik
gaan maken van internet”. (Schalken, 2012)
Het is makkelijker dan ooit, om zonder technische kennis te surfen of foto’s te bekijken.
(Schalken, 2012)
Ook het CBS geeft aan dat ouderen steeds meer gebruik gaan maken van het internet:
“Het aandeel 65- tot 75-jarige Nederlanders dat gebruikmaakt van internet is sinds 2005
ruim verdubbeld. Het internetgebruik in deze leeftijdsgroep, is vrijwel nergens in de EU zo
hoog als in Nederland. Steeds meer ouderen bellen, winkelen en bankieren via het internet.”
Een derde van de 75-plussers gebruikt internet. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2013)
Met deze resultaten is het duidelijk dat veel ouderen technologie gebruiken of gaan
gebruiken. Dit komt overeen met onze interviewresultaten.
25
4 Advies
In dit hoofdstuk is ons advies opgenomen. Dit advies is tot stand gekomen door de
interviews, deskresearch en design thinking (prototype laten zien). De onderzoeksvragen zijn
afkomstig uit het projectplan. Hier zijn deze verdeeld onder de paragrafen Wenselijkheid,
Haalbaarheid, Veiligheid en Ello app.
4.1 Wenselijkheid
Voor het beoordelen van de wenselijkheid is het noodzakelijk om de wensen en eisen van de
doelgroepen, en bereidbaarheid tot gebruik van de app ELLO te toetsen. Zoals het hoofdstuk
resultaten weergeeft, staan de groepen positief tegenover ELLO. Hieronder volgen de
beantwoorde onderzoeksvragen.
 Hoe open staan scholen voor het idee van Ello?
Gemengd; we hebben aan aantal scholen benaderd in Zoetermeer, waarvan zij niet
allemaal reageerden. Wel doen alle scholen nog aan maatschappelijke stages en
degenen die wel reageerden (3) staan positief tegenover Ello.
 Hoe open staan leerlingen voor het idee van Ello?
We hebben de leerlingen zonder hulp van de scholen benaderd; op straat. Zoals in het
hoofdstuk resultaten staat beschreven, is het merendeel van de leerlingen positief, 75%
ziet zichzelf wel ELLO gebruiken om ouderen te helpen met klusjes.
 Hoe open staan ouderen voor het idee van Ello?
De ouderen waren het meest positief van alle groepen; de overgrote meerderheid is
positief tegenover ELLO. Ze staan er open voor om studenten over te vloer te krijgen en
hulp te krijgen bij klusjes. Ook gaven zij aan bereid te zijn om studenten te helpen met
bijvoorbeeld huiswerk.
 Hoe reageren ouderen op prototype Ello?
Het prototype werd goed ontvangen; er waren een aantal punten voor verbetering, zoals
een optie om een toelichting te geven bij de beoordelingen en minder knoppen voor de
overzichtelijkheid.
 Hoe reageren leerlingen op prototype Ello?
We hebben niet de gelegenheid gehad om de leerlingen het prototype te laten zien.
 Hoe reageren scholen op prototype Ello?
We hebben niet de gelegenheid gehad om de scholen het prototype te laten zien.
26
4.2 Haalbaarheid
Bestaande projecten/apps...
 Wat is er op dit gebied al qua klusjesbemiddeling al?
Op het gebied van klusjesbemiddeling is er op dit moment het prikbord van VIP voor
vrijwilligers. (Vip voor Vrijwilligers, 2014) Verder is er het product van student aan huis. Hier
kunnen mensen ook klusjes plaatsen, maar dan voor technische zaken zoals computers,
laptops en printers. (Student aan Huis, 2015)
o Hoe functioneert dat?
Het initiatief van stichting mooi is een online platform waar mensen klussen kunnen
plaatsen, deze klussen worden vervolgens gecontroleerd door een groep ‘moderators’ van
vrijwilligers van stichting mooi. Er is echter er geen controle, wie de klus gaat oppakken en of
de klus uitgevoerd is. Student aan huis wordt aangeboden door een commercieel bedrijf wat
mensen in dienst heeft, die opdrachtgevers aan opdrachtnemers koppelt. (Student aan Huis,
2015)
 Hoe bevalt dit?
Hier is niet iets concreets over te zeggen, maar na te hebben gekeken op het prikbord van
stichting mooi zien we dat het niet actief wordt gebruikt. Er staan aanbiedingen van een jaar
of ouder.
o Hoe moet je Ello positioneren (of juist integreren met??) –zie o.a. Senior web,
Student aan huis, en de Stichting Mooi oplossingen.
Ello is een op zichzelf staand concept, daar het om zowel klusjes als activiteiten gaat is het
niet mogelijk om het te koppelen met bijvoorbeeld de oplossing van Student aan huis.
 Welke rol kan een welzijnsinstelling zoals Stichting Mooi (of een andere) betekenen?
(VIP voor vrijwilligers)
Stichting mooi kan ons voorzien van informatie, om ons te helpen met ons project. Ook
zouden ze reclame kunnen maken voor ELLO (doorlinken op hun website). Dit zijn uiteraard
aannames van ons.
Ouderen Jongeren(scholen)
 Hebben ouderen klusjes?
Ja, uit de interviews blijkt dat alle ouderen klusjes hebben. De grootste groep schakelt hun
buren, vrienden, familie of kennissen in voor de ‘grotere’ klussen, zoals een schilderij
ophangen, een deur plaatsen, of meubilair verhuizen.
De kleinere klusjes worden echter door de ouderen zelf gedaan. Hierbij gaat het om
bijvoorbeeld boodschappen doen, de hond uitlaten en het huishouden.
o Wat voor soort klusjes hebben ouderen?
De klusjes variëren van het huishouden, boodschappen doen en met de hond wandelen tot
incidenteel zwaardere klussen, zoals boven is vermeld.
27
o En hoe vaak?
Dit verschilt per klus, het huishouden is een taak die elke dag terugkomt, als er echter wordt
gekeken naar de zwaardere klussen komen deze veel minder vaak voor. Omdat deze klussen
zwaarder zijn blijven deze vaak liggen totdat er een hulp langskomt, zoals een familielid of
een buurman.
o Hoe zorgen ze nu dat die worden gedaan
De kleinere klusjes worden door de ouderen zelf gedaan, sommige ouderen hebben
bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Deze huishoudelijke hulp komt 1x per week langs om te
helpen met bijvoorbeeld strijken, opruimen en stofzuigen.
o Hoe goed gaat dat dan?
Tot nu toe geeft iedereen aan dat het goed gaat, voor de grotere klussen is er meer hulp
nodig. Bijvoorbeeld van leerlingen.
 Wat voor soort klusjes zouden via een App richting leerlingen kunnen? Welke niet
De leerlingen kunnen de ouderen helpen met klusjes, omtrent het huishouden,
tuinonderhoud of bij problemen met de computer. Overigens kunnen de leerlingen geen
hulp bieden in de verzorging (de ouderen wassen etc.), aangezien hier een diploma voor
noodzakelijk is.
 Hoe gaan scholen om met maatschappelijke stages en sociale doelen?
De scholen, die wij hebben benaderd in de Gemeente Zoetermeer doen allemaal aan
maatschappelijke stages en leggen de focus op het behalen van sociale en maatschappelijk
doelen, middels de leerlingen.
o Hebben ze ambities op dit vlak, zo ja welke?
De scholen hebben aangegeven open te staan voor het concept Ello. Ze waren erg positief
over het idee en zien potentie in Ello. Dit gaven zij telefonisch aan.
28
4.3 Veiligheid
 Hoe ga je om met persoonlijke gegevens?
Om de persoonlijke gegevens te waarborgen moet de applicatie Ello beschikken over een
inlogsysteem, waarin de gegevens netjes worden opgeborgen. Iedereen die de applicatie
gebruikt beschikt over een account (leerlingen, ouderen en begeleidend docent).
 Hoe ga je om met persoonlijke veiligheid van ouderen en leerlingen?
Uit de interviews is gebleken, dat de ouderen erg gesteld zijn op de veiligheid en om te
zorgen dat het de juiste persoon is die voor de deur staat, is het genoodzaakt dat de leerling
een badge draagt. Op de badge staan zijn of haar gegevens. Ook kunnen de ouderen vragen
aan de leerling om zich extra te legitimeren (ID), dit als extra controle.
 Hoe ga je veiligheid monitoren?
Het monitoren van de veiligheid zal gebeuren door een docent, die de rol van begeleider
op zich neemt. Deze begeleider zal erop toezien, dat de leerlingen met de ouderen
worden gekoppeld. Ook zal de begeleider controleren of de leerling geschikt is voor de
taak die hij/zij gaat uitvoeren bij de ouderen. Zo zal een student die niet goed is op IT-
gebied sneller een ander klusje krijgen, dan bijvoorbeeld een printer repareren. Verder
zal de begeleider erop toezien dat de student de klus binnen de vastgestelde tijd afrond.
Dit kan door middel van een telefoontje. Tot slot kan de begeleider inzien wat de
beoordelingen zijn van de ouderen aan de studenten. Als een oudere een lage
beoordeling geeft aan een student, is het niet voor de hand liggend deze student
opnieuw met deze oudere te koppelen.
 Hoe ga je (probleem)jongeren aanpakken?
De jongeren worden door middel van het puntensysteem gemotiveerd om zich in te zetten
en te gedragen. Als iemand zijn best niet doet of zich niet gedraagt haalt diegene zijn punten
niet voor de maatschappelijke stage, terwijl dit verplicht is van de school.
Naar aanleiding van de antwoorden op onze onderzoeksvragen, hebben wij het volgende
vastgesteld; alle betrokken doelgroepen zijn enthousiast over zowel het concept Ello als de
app Ello en zij zien zeker potentie voor in de toekomst.
Als we kijken naar de haalbaarheid zien we dat er al bestaande oplossingen zijn, maar dat
hier niet ruimte is voor een maatschappelijke stage (het is commercieel). Verder hebben de
studenten hier al ervaring, terwijl een van de doelen van een maatschappelijke stage
ervaring opdoen is. Bovendien doet student aan huis alleen aan ICT gerelateerde klusjes,
activiteiten voor bijvoorbeeld de gezelligheid vallen buiten Student aan Huis.
29
5 Conclusie en aanbevelingen
In dit hoofdstuk is onze conclusie opgenomen en ons advies voor de volgende groep.
De belangrijkste conclusies van ons onderzoek is, dat het concept Ello zeker wenselijk en
haalbaar is, alle betrokken doelgroepen zijn enthousiast over het concept. Ook hebben alle
partijen toegang tot de middelen, zoals computers, om de app Ello te gebruiken.
Het advies die wij voor de volgende groep hebben is dat zij moeten kijken naar het financiële
aspect van Ello. Wij wilden het financiële plaatje wel meenemen, maar dit viel buiten onze
scope en ook zou dit niet haalbaar zijn in verband met de 10 weken, die hiervoor waren
uitgetrokken. Via Stichting Mooi hebben wij vernomen, dat het Oranje fonds de instantie is,
die mogelijk kan financieren. De eis is echter wel, dat je als groep met een concreet plan
komt. De volgende groep kan dus bij deze instantie aankloppen.
Ook het software ontwikkeling gedeelte valt buiten onze scope, hierbij gaat het om de app.
Hierbij kunt u denken aan: Wie gaat de app ontwikkelen? Wie gaat het monitoren of
updaten? Wellicht dat de volgende groep zich hiermee kan bezig houden. Ook hebben wij de
sterke en zwakke punten in kaart gebracht, door middel van een SWOT- analyse. Dit is
gebaseerd op de applicatie na alle feedback. Deze SWOT-analyse is te vinden in bijlage 7.3.
Tot slot moeten de scholen naar ons inzien beter worden betrokken bij Ello, zoals eerder is
aangegeven, ging dit bij ons niet erg goed. Mede vanwege de tijd die wij tot onze
beschikking hadden voor dit project. We hebben ze kort gesproken, maar niet met ze rond
de tafel gezeten. Een volgende groep geven wij als advies dit zeker te gaan doen. Wel
hebben wij in ons prototype een scherm opgenomen voor de begeleidend docent, mogelijk
ter controle op de leerlingen, die hij/zij begeleidt. Omdat de scholen weinig input hebben
geleverd hebben wij hier niet verder aan gewerkt. Wij hebben geen gesprek met hun gehad,
waar wij het graag over de gewenste functionaliteiten wilden hebben. Dit zou wellicht een
uitdaging kunnen zijn, om dit verder te realiseren.
Wat betreft het aspect veiligheid van de leerlingen hebben wij dit niet verder onderzocht.
Wij hebben ons voornamelijk gefocust op de veiligheid van de ouderen, aangezien zij hier
veel waarde aan hechten. Wij raden de volgende groep aan hier meer naar te kijken.
30
6 Bibliography
Alphen, D. v. (2014). Ouderen in een digitale maatschappij. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013, Mei 24). CBS - Een derde van de 75-plussers
gebruikt internet - Webmagazine. Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3834-
wm.htm
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013, December 13). CBS - Internetgebruik ouderen fors
toegenomen - Webmagazine. Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl-
NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005-
wm.htm
Ello1. (2015). Adviesrapport. Zoetermeer: Haagse Hogeschool.
Erasmus College. (2007). Erasmus College - Maatschappelijke stage. Opgehaald van Erasmus
College: http://www.erasmuscollege.nl/nl/pages/leerlingen/maatschappelijke_stage
Hartog, N. d. (2015). verslag morgenster vriendschap dating bureau. Zoetermeer: Stichting
mooi.
Honig, M. (2015, Augustus 15). Ouderen en Technologie. Amsterdam.
Hoppe, A. (2013). Ouderen en de veranderingen van ICT. Utrecht.
Linders, L. (2004). Eenzaamheid in de digitale stad. Eindhoven.
M.A.J. Linde, W. v. (2012). Essay toekomst wonen met zorg in Nederland. Utrecht: TNO.
Marjolein Broese van Groenou, T. v. (sd). Mens & maatschappij.
Meijer, M. (2015). aankondigingsbrief behoefte onderzoek. Zoetermeer: Stichting mooi.
Meijer, M. (2015). Aantekeningen documenten. Zoetermeer: Stichting mooi.
Meijer, M. (2015). STAR. Zoetermeer: Stichting mooi.
Meijer, M. (2015). SWOT analyse. Zoetermeer: Stichting mooi.
Meijer, M. (2015). Uitkomsten voor de bewoners van de Morgenster. Zoetermeer: Stichting
mooi.
Meijer, M. (2015). Uitnodiging speeddate middag. Zoetermeer: Stichting mooi.
Meijer, M. (2015). vragenlijst, antwoorden en uitkomsten. Zoetermeer: Stichting mooi.
OSO, B. v. (2012). Enquete publicatie . Zoetermeer.
Ouderenbonden, O. S. (2010). Enquete samenvatting. Zoetermeer: OSO.
Rijksoverheid. (2015). Hoe is de zorg en ondersteuning per 2015 georganiseerd?
Rijksoverheid.
Schalken, F. (2012). Digitale Ouderen.
Scholen Combinatie Zoetermeer. (2014). Kerstactiviteiten voor ouderen. Opgehaald van
Scholen Combinatie Zoetermeer: http://www.scholencombinatiezoetermeer.nl/cgi-
oic/pagedb.exe/show?no=1849&fromno=1
Stedelijk College. (2014). INFORMATIEGIDS 2013-2014. Zoetermeer, Zuid-Holland.
Stekelenburg, J. (2012). resultaten enquete. Zoetermeer.
Student aan Huis. (2015). Computerhulp aan huis » Studentaanhuis. Opgehaald van Student
aan Huis: https://www.studentaanhuis.nl/
Student aan Huis. (2015). Student aan Huis. Opgehaald van Student aan Huis:
https://www.studentaanhuis.nl/algemene-voorwaarden/
Vip voor Vrijwilligers. (2014). Prikbord. Opgehaald van Vip voor Vrijwilligers:
http://prikbord.vipvoorvrijwilligers.nl/
31
7 Bijlage
In dit hoofdstuk vindt u de bijlagen, die van toepassing zijn voor ons project.
7.1 Vragen interview ouderen
Dit is een overzicht van de vragen, die wij hebben gesteld aan de ouderen tijdens het
afnemen van de interview. Wij hebben gekozen voor vier categorieën, omdat wij hier meer
over wilden weten.
Dagelijkse activiteiten Sociale netwerk Algemene info Vragen over ELLO
Hoe ziet een doorsnee
dag bij u eruit?
Heeft u een grote
familie?
Wat zijn uw
hobby’s/
interesses?
Hoe zou u het vinden
als leerlingen bepaalde
klusjes voor u zouden
uitvoeren.
Wat doet u s’ avonds?
Kijkt u een bepaalde
serie dagelijks op tv?
Ziet u uw
kleinkinderen
vaak? Zo ja, hoe
vaak?
Hoe vaak houdt u
zich met uw
hobby’s/ interesses
bezig per week?
Hoe kijk u tegen aan
als er verschillende
leerlingen bij u
langskomen?
Hoe zit het met
boodschappen/klusjes?
Heeft u personen
waar u goed mee
om gaat.
Bijvoorbeeld buren
of personen in de
buurt?
Sluit u zich aan bij
bijeenkomsten,
zoals
bingoavonden?
Of heeft u toevallig een
voorkeur?
- Dezelfde
persoon
- Geslacht
- Nationaliteit
Hoe aak gebruikt u een
de computer? De
IPad/smartphone?
Wat doet u er allemaal
mee?
Als er klusjes bij u
in huis gedaan
moeten worden,
wie helpt u
daarbij? Wie is de
eerste wie u belt?
Zou u op een tablet,
telefoon, laptop
contact willen leggen
en/of klusjes willen
plaatsen voor
jongeren?
Bezitten ze deze
gadgets wel?
32
7.2 Interviewverslagen
Persoon 1 – 6 oktober 15
Meneer heeft een grote familie met 8 kleinkinderen.
Persoon 1 was bij het vorig project betrokken en heeft de presentaties bijgewoond en weet
daarom het één en ander van het project ELLO.
Meneer is in het bezit van een Ipad. Hij heeft deze aangeschaft, omdat meneer vroeger veel
reisde en dit ideaal was. Omdat meneer vroeger veel reisde is meneer ook in het bezit van
een boot. Hij reisde samen met z’n vrouw 30 jaar lang.
Persoon 1 doet de boodschappen nu nog zelf met de auto, maar merkt wel dat het inladen
van de tassen steeds moeilijker wordt. Meneer heeft altijd zelf de klusjes gedaan in huis. Dat
doet hij nu wel steeds minder zelf, omdat hij ondervindt dat hij steeds langer er mee bezig is
en onhandig wordt. Meneer heeft wel bepaalde personen die hij roept voor hulp. Hij heeft
namelijk 4 kinderen, die hij kan benaderen. Ook vindt meneer het handiger als er iemand
meegaat naar bijvoorbeeld een huisarts, omdat hij niet veel dingen meer kan onthouden en
als er dan iemand mee is kan diegene het voor hem onthouden.
Sinds een halfjaar heeft meneer huishoudelijke hulp. Die komt 1 keer in de week 2 uur
helpen met bijvoorbeeld strijken.
Meneer is lid van de wijkkerk en vaak op de zondagen wordt er koffie gedronken met
een groepje. Eén keer in de maand is er een etentje tegen betaling en dat geld gaat dan
naar goede doelen. Van historisch genootschap in Zoetermeer is meneer ook lid van, maar
doet hier verder niks bijzonders mee.
Meneer wil graag nog een keer klaverjassen of te britsen. Als hij hier een uitnodiging voor
zou krijgen, zou hij zeker wel gaan. Dit moet overigens wel plaatsvinden in de avond na het
nieuws. Maar als het in de middag zou kunnen, zou meneer hier ook oor voor hebben. Het
ligt er aan waar het is en wie het gezelschap is. Meneer staat niet open om met een
studenten eventueel te kaarten bij hem thuis. Hij wilt liever iemand van zijn eigen leeftijd.
Dit komt ook wel een beetje door het nieuws van tegenwoordig. Persoon 1 is erg
voorzichtig, omdat hij niet veel meer kan. Ook als wij de veiligheid kunnen garanderen voor
de app ELLO staat meneer hier niet open voor.
Meneer heeft wel raad met klusjes die uitgevoerd moeten worden, ook met
computerproblemen heeft hij wel personen., met name familie.
33
Persoon 4 – 6 oktober 15
Persoon 4 heeft met het vorig project meegedaan en is dus bekent met het project. Zij is
aanwezig geweest bij de presentatie en vond ELLO erg leuk! Het onderwerp vond mevrouw
er erg boven uit steken. Het lijkt mevrouw een erg goed project, meer omdat als je ouder
wordt je niet veel zelf meer kunt. Zij vind dat jongeren dat leren omgaan met (oudere)
mensen en zich te
presenteren.
Persoon 4 is in het bezit van een computer en iPad. Zij heeft nu en dan hulp nodig, maar kan
over het algemeen veel dingentjes zelf op de computer. Ze doet voornamelijk haar mail en
internet op de computer.
Mevrouw heeft er geen moeite mee als er met ELLO verschillende studenten over de vloer
zouden komen om eventueel klusjes te doen. Zij vindt het geweldig als jongeren hun best
doen en wat voor in de maatschappij kunnen bereiken.
Mevrouw doet op een doorsnee dag yogaoefeningen en doet veel in het huishouden, omdat
hij man al op leeftijd is (10 jaar ouder) en niet veel meer zelf kan doen. Zo af en toe gaat
mevrouw naar vrienden of kennissen en één dag in de week trekt mevrouw uit om alleen
naar een museum te gaan ( dit vindt zij erg prettig omdat zij dan op haar gemak overal kan
kijken). Mevrouw maakt dan gebruik van het openbaar vervoer. ’s Avons kijkt haar man tv
en controleert zij haar mail of leest wat. Persoon 4 heeft niet echt bepaalde hobby’s ze heeft
vroeger heel veel gedaan maar omdat ze nu wat ouder is wil het niet allemaal meer lukken.
Haar handen belemmeren haar hiermee.
Vorige maand heeft mevrouw haar laatste zusje verloren. Zij is nu nog de laatste van de 8.
Dit voelt erg kaal. Voorheen ging ze er elke week naar toe en later werd dit één keer in de
vierteen dagen. Haar zusjes zat in een verpleegtehuis en was erg dement.
Als er iets in huis moet gebeuren is het best een probleem en daarom vindt mevrouw ELLO
een goed project voornamelijk in dit geval. Mevrouw heeft wel zonen die haar af en toe
kunnen helpen, maar die hebben ook een drukke baan waardoor ze niet altijd tijd hebben.
Mevrouw wilt niet lastig overkomen en vooral niet op vrije dagen van hun zonen. In dit
geval schakelt ze dan liever een klusjesman in.
Verder is mevrouw niet aangesloten bij verenigingen zoals bingoavonden. Hier heeft
mevrouw helemaal geen zin in en blijft liever bij haar man.
34
Persoon 6 – 1 oktober 15:00 – 16:00
Allereerst hebben wij het onderwerp ingeleid en aangegeven dat wij het project voortzetten
m.b.t. de haalbaarheid en wenselijkheid van ELLO. Zij hebben hier niet eerder aan
meegedaan, maar waren wel bij de presentatie en wat het doel van het programma is.
Persoon 6 heeft zich niet aan gesloten bij een bepaalde vereniging, maar geeft wel aan dat
ze iedere dag nog tijd te kort komt. De grote hobby van persoon 6 haar man is genealogie.
Ze maken veel uitstapjes naar andere steden en hebben daarom ook een
voordeelabonnement om mee te reizen. Bij mooi gaan zij altijd naar buiten met z’n tweeën
en wandelen dan grote afstanden en met name natuurwandelingen. Mevrouw doet veel een
aan crypto (puzzelen), maar doet niet aan sport. In de avond kijken zij veel tv en gaan vaak
uiteten.
Ze hebben geregeld bijeenkomsten met de familie. Ze zien hun kleinkinderen niet heel erg
vaak, omdat ze net op de middelbare school zitten. Vandaar de bijeenkomsten. Ze plannen
overigens bij die bijeenkomsten vakanties. Zo gaan ze met een grote groep (familie) op
vakantie.
Als er nu klusjes in huis moeten worden gedaan roepen zij de buurman, die helpt hun altijd.
Ook hun kinderen staan altijd paraat.
Beide personen gaven aan dat zij zeker gebruik zouden maken van de app ELLO en met
name van de gezelligheid. Iemand om mee te wandelen of te puzzelen. Er was voorheen een
bewonerscommissie in hun flat, die is helaas opgeheven. Dit was voorheen een mogelijkheid
om contacten op te doen. Dit vinden zij beide erg jammer. Als het mooi weer was werd en
zo nu en dan een barbecue gehouden in de tuin voor hun flat en dit vonden zij altijd erg
gezellig.
Als zij gebruik gaan maken van de app ELLO, willen zij wel van te voren weten welke
studenten het zijn. Het liefst met een screening. Persoon 6 ( mevrouw) gaf echter wel aan
dat zij wantrouwiger is geworden, dan dat zij vroeger was. Zij hebben een paar aanvaringen
gehad, waardoor het vertrouwen wat minder is geworden. Verder hebben zij geen
voorkeuren qua geslacht of iedere keer dezelfde student. Bij problemen met de computer
maken zij al gebruik van een student (aangewezen via school / Ed Meijer). Dit bevalt heel erg
goed.
Als we de rollen om draaien en de ouderen de studenten zouden kunnen helpen dan staan
ze hier zeker voor open. Dit zouden zij erg leuk vinden om te doen.
35
Persoon 7 – 1 Oktober 11:00 – 12:00
Persoon 7 was eigenlijk in de veronderstelling dat het project mensen in de buurt bij elkaar
zou brengen en niet dat studenten. Dit is wat de persoon in kwestie als beeld had van het
vorig project en wij hiermee verder zouden gaan. Desalniettemin vond persoon 7 het als nog
een goed initiatief.
Ook moesten wij het project nog een keer goed uitleggen, omdat persoon 7 vertelde dat er
bij het vorig project 4 onderwerpen waren en het onderwerp ELLO nog een beetje vaag was
bijgebleven.
Persoon 7 gaf aan dat het gebruik van een computer/laptop/ iPad heel essentieel is en wij
daar goed over na moeten denken, omdat veel ouderen wel weten wat het is, maar niet
precies hoe het werkt. Hij sprak uit ervaring, omdat er nog weinig ouderen bij persoon 7 in
de flat niet eens in het bezit is van een device. Wel hadden deze ouderen wel is met een
computer gewerkt, maar hadden daar al wat problemen mee.
De persoon in kwestie is lid van een fotoclub op de dinsdag middag met nog meer ouderen.
Hier bekijken en bekritiseren zij de foto’s die zij hebben gemaakt. Dit vindt hij erg leuk en
kijkt er iedere week naar uit. Hij maakt zelf ook veel foto’s. Persoon 7 maakt ieder jaar een
fotoalbum van zijn kinderen en kleinkinderen en hangt dan de foto’s in de gang. Dit is een
erg grote hobby van meneer.
Ook fietst meneer vrij veel, helaas doet hij dit alleen. Hij heeft zich een tijdje aangesloten bij
een fietsclub alleen beviel dit niet zo erg. Dit beviel niet, omdat persoon 7 naast een
‘’aardige’’ meneer reed en zijn hele privéleven meteen vertelde. Persoon 7 gaf echter wel
aan dat het best stom van hem is om vanwege die reden meteen te stoppen.. De groep was
overigens best wel groep en persoon 7 had op dat moment wellicht de verkeerde persoon
waar hij naast fietste.
Op het moment doet persoon 7 veel in het huishouden en verveelt zich niet. Zijn vrouw is
net geopereerd en mag niet veel doen. Zijn vrouw is erg tevreden over hem. Koken vond hij
overigens wel een beetje moeilijk, om alles tegelijkertijd warm op tafel te serveren.
Het fietsen is z’n eentje vind hij op zich best prima, maar in gezelschap zou ook leuk zijn. Hij
vertelde dat hij zijn kleinkinderen nu net fietsen dus meer wilt gaan doen. Ook stond hij
open om via de app ELLO met iemand te gaan fietsen, omdat hij tot nu toe nog niemand
heeft gevonden, alleen vind hij wel dat de interesses identiek moeten zijn. Bijvoorbeeld
fietsen , om het fietsen en om calorieën te verbranden of om juist te genieten van de
omgeving en af en toe te stoppen om foto’s te maken.
Eén keer in de twee weken hebben hij en zijn vrouw oppasdag. Hun brengen dat hun
kleinkinderen naar school en halen ze s ’middags op. En dan hebben zij eigenlijk nog maar
een paar uurtjes om met de kinderen wat te doen, omdat hun ouders dan alweer komen uit
werk. Wellicht dat het naar school brengen en halen vanaf nu op de fiets kan gebeuren, als
het weer het toelaat.
36
Persoon 7 wist niet precies hoe vaak en wanneer het is, maar in de bibliotheek zitten een
paar computerdeskundigen waar ouderen terecht kunnen met eventuele problemen met
hun computer/ laptop. Elke woensdagmorgen is er bij hem in de flat ook een expert om
eventuele vragen aan te stellen m.b.t. computers. Overigens heeft meneer hier ook wel eens
gebruik van gemaakt.
Als meneer er bij meneer nu wat klusjes gedaan moeten worden (vooral zware dingen, zoals
een nieuwe deur er in zetten) dan roept hij zijn buurman en doen zij het samen. Verder kan
hij veel dingen zelf. Overigens heeft hij en zijn vrouw veel contact met ouderen in de flat en
komen zo af en toe een bakje koffie doen.
Persoon 8 – 5 oktober 13:00-14:00
Persoon 8 was niet op de hoogte van het project, dus hebben wij het allereerst ingeleid. Zij
vertelde dat ze hier al wat over had gehoord op het nieuws (jong en oud met elkaar
verbinden in het kader van eenzaamheid) en zij dit een leuk idee vond.
Mevrouw zit in het bestuur van ANBO, daarnaast zit ze ook nog in de redactie van een
maandelijks blad. 2 keer jaar organiseert de ANBO een gezellige dag voor de ouderen en is
specifiek gericht op ouderen die moeilijk de deur uitkomen. Zij komen dan met de taxi of
een busje aan. De ouderen komen dan in de ochtend aan en worden tot een uurtje of 5
vermaakt met presentaties, activiteiten en eten gezellig wat aan het einde (vaak chinees
99% is hier dol op).
Verder houdt mevrouw zich bezig met haar huishouden en haar hondje. Ook zit ze in een
koor op niveau. En worden geacht om thuis te studeren. Dinsdag zijn de repetities en
donderdag krijgen zij het huiswerk op. Dit wordt voornamelijk digitaal aangeleverd. Er zijn
overigens uitzonderingen voor bepaalde ouderen die niet overweg kunnen/ willen met een
computer en zij krijgen een cd mee om hun huiswerk voor te bereiden (hooguit 10% krijgt
een cd).
Persoon 8 kan op zich best goed overweg met de computer. Ondanks zij haar huiswerk
digitaal doet, mailt ze veel en bewaart foto’s van haar kleinzoon in aparte albums. Ook de
vergaderstukken en agendapunten van de ANBO worden digitaal geleverd en dat kan
mevrouw allemaal goed bijhouden. Haar zoon, die overigens aan de overkant woont, stelde
haar voor om Windows 10 te gaan gebruiken. Mevrouw stond hier open voor maar dit is niet
zo goed bevallen. Ze moest hier veel ondersteuning voor hebben, aangezien zij niks meer
kon vinden. Ze is blij dat haar zoon goed overweg kan met computers, want die kan haar
vaak te hulp schieten bij problemen, maar niet alleen met problemen met de computer ook
bij eventuele klusjes. Persoon 8 is niet in het bezit van een smartphone, maar zit er wel aan
te twijfelen deze aan te schaffen. Als zij het ziet bij anderen wil ze het ook wel erg graag (ze
is er nieuwsgierig naar). Wel vindt ze het jammer dat als ze in de trein zit naar haar zoon in
Amsterdam, dat veel mensen met een telefoon zitten en er geen praatje meer wordt
gemaakt.
37
Mevrouw heeft niet echt een grote familie en is gescheiden. Mevrouw heeft wel nog contact
met haar ex en zijn nieuwe vrouw. De nieuwe vrouw van haar ex heeft
baarmoederhalskanker en belt vaak om te vragen hoe het tot nu toe gaat. Verder zij heeft 2
zonen en heeft niet veel contact met buren in de buurt. Zij groet haar buren wel, maar meer
dan dat is er niet.
Persoon 8 is erg blij dat ze nog gezond is en goed ter been. Zij fietst veel en loopt met mooi
weer best lange afstanden met haar hondje.
Met betrekking tot ELLO, zou mevrouw hier in de toekomst wellicht wel is gebruik van
maken. Ze staat hier open voor en lijkt het leuk om studenten te kunnen helpen met
bijvoorbeeld Nederlands. Verder heeft zij geen voorkeuren betreft studenten die
langskomen. Het lijkt haar wel belangrijk dat het goed klikt, bijvoorbeeld dezelfde interesses.
38
7.3 SWOT Analyse ELLO
7.4 Emails studentaanhuis.nl en studentkarwei.nl
Van bovenstaande organisatie heb ik geen mail terug gehad.
Strenghts Weaknesses
Overzichtelijk
Gebruiksvriendelijk
Mogelijkheid klusjes plaatsen
Activiteiten plaatsen
Doelgroepen enthousiast
Klussen beoordelen (overzicht voltooide
klussen)
Kosten onduidelijk
Maar 2 groepen gekoppeld (jong en oud)
Verantwoordelijkheid monitoring onduidelijk
Opportunities Threats
Kan ook voor andere doelgroepen gebruikt
worden
Trainingen nodig
Luie ouderen
Veiligheid (hacks, misbruik accounts)
39
40
7.5 Vragenlijst Stichting Mooi
1. Wat is jullie ervaring met het vacaturesysteem om ouderen en jongeren te
verbinden?
2. Wat hebben jullie tot nu toe gevonden?
3. Wat zijn de knelpunten?
4. Hoe kijken ouderen en studenten naar jullie oplossing? Wordt het al gebruikt?
5. Wat voor klusjes vragen ouderen vooral aan? Waar hebben ze het meeste hulp bij
nodig?
6. Hoe gaat stichting mooi om met de privacy van de gebruikers? Hebben zij een
account, waarmee zij moeten inloggen?
7. Hoe denkt u dat de veiligheid het beste gewaarborgd kan worden? En hoe wat dat nu
gedaan met het prikbord?
8. Hoe vindt de afhandeling plaats van een afgeronde werkzaamheden?
9. Kunnen geplande werkzaamheden geannuleerd worden door de ouderen zelf?
10. Is er genoeg vraag en aanbod?
11. Zijn er scholen betrokken of alleen jongeren?
12. Kennen jullie nog andere partijen waar wij waardevolle informatie vandaan kunnen
halen?
13. Hoe wordt jullie oplossing gefinancierd? En welke instantie zou ons wellicht kunnen
financieren?
Aantekeningen gesprek stichting mooi 17.09.15 13:00
Algemeen
Samenbrengen jong en oud gaat nu meer op organiserend niveau, met een tussenpartij.
1 op 1 is niet mogelijk vanwege veiligheid. Controle taak nodig.
i.p.v. ouderen die hulpvragen posten zouden ook jongeren dit kunnen doen.
Er is wel behoefte van ouderen aan hulp voor klusjes maar jongeren hebben geen behoefte.
Proef nu bezig waarbij jongeren een ‘vriendschapsbureau’ beheren en als controleur
fungeren voor de te koppelen personen. De jongeren wijzen dus personen aan elkaar toe om
te helpen/langs te gaan.
Misschien dat jongeren zonder grootouders meer interesse hebben.
Kortom de problemen:
Jongeren geen behoefte, ouderen waarschijnlijk ook niet.
Zoals boven genoemd, de veiligheid.
Scholen in Zoetermeer:
MBO: ID College
41
7.6 E-mail scholen
42
43
44
7.7 Telefonisch contact scholen
27-10-2015
Gesproken met receptioniste van het SCZ. E-mail adres gekregen van stage coördinator
mevrouw Van Es.
sfmhsvanes@scz.nl
Afgesproken hier e-mails naar te sturen. Meteen gedaan.
45
7.8 OSO enquete
OSO-enquête 2012
In oktober 2012 heeft de stichting OSO een enquête doen uitgaan onder de leden van haar
vaste panel, aangevuld met een aantal nieuwe leden van de samenwerkende
ouderenbonden in Zoetermeer.
Vande 200 verzondenvragenformulierenzijn138 (69%) ingevuldgeretourneerd.
De belangrijkste uitkomsten zijn:
1. 32% vande ouderengeeftaanhulpte krijgenvanwijk- of buurtzorg,of vanfamilie,burenof
vrienden;
2. 30% vandegenendie hulpkrijgenzouzonderdie hulpnietinhunhuidige woningkunnen
blijvenwonen;
3. 49% vanalle geënquêteerdenverwachtbinnen 5jaar meerhulpnodigte hebben;
4. 64% vande geënquêteerdenzal de eventueel noodzakelijkehulpinde toekomst nietvia
familie/vriendenkunnenkrijgen;
5. Bij eentoenemende behoefte aanzorgverwacht32% inde toekomstinfinanciële
problemente zullenkomen;
6. Ruimde helftvande geënquêteerdenwoontsamenmeteenpartner,vanhenzou32% i.v.m.
de gezondheidstoestandvande partnerwillenverhuizennaareenwoningwaarde
benodigde zorgbeterbereikbaaris;
7. Ruim75% vanalle geënquêteerdenwil,bij eeneventueel noodzakelijkeverhuizingnaareen
verzorgings- of verpleeghuis,inZoetermeerblijvenwonen.
Conclusie:
a. Deze uitkomstenbevestigende meningvande stichtingOSOdatde behoefte aanpassende
huisvestingvoorouderensterkzal toenemen;
b. Wij zijnvan meningdatookinde toekomstbehoefte zal blijvenbestaanaanhuisvestingvan
oudereninéénof meerverzorgingshuizen;
c. Wijk- enbuurtzorgzulleneensteedsbelangrijkerrol gaanspelen;
d. Stapelingvanbijdragenzetde koopkrachtvanouderenonderdruk.
Aanbevelingen:
1. De gemeente betrektbovenstaande resultateninháár onderzoeknaar de behoefte aan
ouderenhuisvestingenweegtdie mee inhaar beleid;
2. De gemeente roepteenstuurgroepin hetleven,bestaande uit vertegenwoordigersvan
relevante organisatiesals StichtingMooi,Wmo enwijk- enbuurtzorg, die eenadequate
organisatie opzet om de Wmo-opdracht van “eigenverantwoordelijkheid” uitte voeren.
De kwartiermakers ontwikkeleneenplanhoe op buurtniveauvrijwilligerste mobiliseren
en te ondersteunenmetprofessionalsdoorkennisoverdracht en coördinatie.
Zoetermeer,december2012
Bestuurvande StichtingOSO
46
OSO-enquête 2012 resultaten:
Verstuurdaanledenvanhetpanel: 120
Verstuurdaanmogelijkenieuwepanelleden: 80
Totaal 200
Standop 2 november: 131 ingevulde formulieren
3 enveloppenretour
10 nieuwe aanmeldingen
131: vrouwen mannen totaal
83 48
Leeftijdsverdeling:
64jaar of jonger 9 4 13
65 – 70 14 9 23
71 - 75 15 14 29
76 - 80 16 13 29
81 – 85 17 6 23
86 en ouder 9 2 11
Woonsituatie:
- 70% woontbinneneenwoonservicezone
- 87% kaneenbibliotheekbereiken
- 90% kangebruikmakenvanontspannings- enhobbyactiviteiten
- 70% woontbinnen eenafstandvan300 metervan halte van(ouderen)busof tram
- 60% zou,zo nodig,kunnenbeschikkenovereenoplaad- enstallingsmogelijkheidvooreen
scootmobiel
- 15% heefteenalarmeringssysteeminde woning,vande overigenheeft12% daar wel
behoefte aan.
Huidige behoefte aanzorg:
- 17% bezoektminstens1x per maandde huisarts
- 15% gaat minstens1x per maandnaar de fysiotherapeut
- 39% bezoektde apotheekminstens1x per maand
- 10% krijgthulpvanwijk- of buurtzorg
- 25% krijgthulpvananderen
- 30% vandegenendie hulpkrijgenzouzonderdie hulpandersmoetengaanwonen
- 9% zou behoefte hebbenaanmeerzorg
- 86% weetwaarze terechtkunnenmetvragenoverzorg
- 5% zou lieverwillenverhuizennaareenwoningwaarde benodigdezorgbeterbereikbaaris.
Visie opde toekomstigebehoefte aanzorg:
- 49% verwachtbinnen5jaar meerzorg nodigte hebben
- 17% verwachtover5 jaar nietmeerindezelfde woningte kunnenwonen,60% daarvan
omdatde huidige woningdannietmeervoorhengeschiktis
- 36% verwachtde eventueel benodigdezorginde toekomstookviafamilie/vriendente
kunnenkrijgen
47
- 60% geeftaanvoldoende overalle zorgvoorzieningeninZoetermeerte weten
- 32% verwachtinde toekomstinfinanciële problemente komenbij toenemende behoefte
aan zorg
- 81% wil bij eeneventuele verhuizingnaareenverzorgingshuisbij voorkeurinZoetermeer
blijvenwonen
- 70% wil bij eeneventueel noodzakelijke opnameineenverpleeghuisbij voorkeurin
Zoetermeerblijven.
Zorg vooreenpartner:
- 43% vande vrouwenen83% vande mannenwoontsamenmeteenpartner,58% van het
totaal.
- 34% vandie partnersheefthulpnodigomte kunnenfunctioneren
- Die hulpwordtin de meeste gevallendoorde eigenpartnergegeven,in25% vande gevallen
door wijk- enbuurtzorg
- 30% zouzonderdie hulpergensandersmoetengaanwonen
- 32% vanallendie meteenpartnersamenwonenzoui.v.m.de gezondheidstoestandvande
partnerwillenverhuizennaareenwoningwaarde benodigdezorgbeterbereikbaaris.
Opmerkingen:
- Kleinereresponsdanvorigjaar
- Teleurstellendweinignieuweaanmeldingen
- Hoe is hetmetde representativiteit,slechts1panellidgaf aanineenverzorgingshuiste
wonen.
OSO-enquete september2010 (samenvatting)
- In september2010 iseenaantal ledenvande drie ouderenbonden inZoetermeerdoorhet
bestuurvande StichtingOSObenaderdmeteenvragenlijst.De vragenhaddenbetrekkingop
de woonsituatie vanouderenenhunwijzenvancommunicatie.
- Vande 148 verstuurde formulierenzijnslechts50teruggekomen( 34%)
- Verhoudingman- vrouw:35 - 65, gem.leeftijd:76,6
WONEN:
- 27,4% woontineenkoophuis,70,6% in eenhuurhuis,2% ineenverzorgingstehuis;
- 62,7% woontsamenmetpartner,de overigenzijnalleenstaand;
- 28% woontineenleeftijdsbestendige woning,38% wil inhethuidige huisblijvenwonen,als
dat voldoendekanwordenaangepast,34% wil (opdenduur) naar eenaangepaste woning
verhuizen;
- Van54% wonenkindereninZoetermeerof omgeving,van32% wonenkinderenverderdan
30 km buitenZoetermeer
- 52% wil inZoetermeerblijvenwonen,ookalsde kinderenverbuitenZoetermeer(gaan)
wonen;
- Eenkleingedeelte, 8%, zouoverwegensamenmetkinderenineengroterhuiste gaan
wonenwaaringescheidenwoonruimtenaanwezigzijn.26% vande respondentenvindtdat
dergelijke grotere woningeninZoetermeerbeschikbaarzoudenmoetenzijn;
- Indienaanpassingenaande woningpraktischmogelijkzijn,geeft42% aan dat zelf te kunnen
regelenenfinancieren;
- Bij 60% zijnaanpassende voorzieningeninhethuisaangebracht,grotendeelsgeregelden
gefinancierddoorderden,zoalsde gemeente,de woningcorporatie,de WMO.
48
COMMUNICATIE:
- 72% beschiktovereencomputer,vande overigengeeft33% aan geencomputervaardigheid
te bezitten,maardatwel te willenleren;
- De computerwordtgebruiktvoore-mail (83%),internet(75%),hetschrijvenvantekstenen
brieven(58%) enspelletjes(58%);
- De mensenzondercomputergebruikenvoornamelijkde telefoonommetanderente
communiceren.
7.9 Vragenlijst leerlingen
Vraag 1 Welkleerjaarzitje?
Vraag 2 Geslacht:Man/vrouw
Vraag 3 Doetjouwschool aan maatschappelijke stages?
- Zo ja, wat vind je daarvan? Leuk/niet leuk?
Zo nee,zouje willendatje school erwel mee gaatbeginnen
Vraag 4 Zou jij voorstage ouderenwillenhelpen (bijvoorbeeldmetklusjesof andere
werkzaamheden) of gezelligeenkopje koffie drinken?
Uiteraard hebben wij eerst het concept goed ingeleid met name wat ELLO is, waar het voor
staat, wat de bedoeling is en om wat voor klusjes / activiteiten het zal gaan.
49
8 Vragenlijst scholen
Wat is de achterliggendereden,datuwschoolwel/niet aan maatschappelijkestage
doet?
- Zo nee, waarom niet? Heeft school de behoefte (als er verschillende voordelen
mee te behalen zijn) om in de toekomst maatschappelijke stage opnieuw in te
voeren
- Zo ja, wat is de reden dat jullie ermee zijn doorgegaan
Zou u uwleerlingengebruiklatenmakenvande appELLO, die ouderenenjongerenmet
elkaarkoppelen?
In welkleerjaargaande studentenopmaatschappelijke stage?
Hoe zou u hetvindenomeenappals ELLO te gebruikenvoorhetvindenvanmogelijke
Hoe wordende leerlingenbegeleidttijdenshunmaatschappelijke stage?Hoe houden
begeleidersde controle overde studenten?
Denktu dat er vanuitde studenteninteresse zal zijnomtijdenshunmaatschappelijke
stage ouderenouderengezelschapte houdenof te helpenmetbepaalde
werkzaamheden?(boodschappendoen,strijken,kaartspellenspelenetc.)
8.1 Resultaten leerlingen
eerlingen Leerjaar Geslacht School MAS Leuk/Niet leuk Ouderen helpen
eerling 1 3 Man Ja Leuk Ja
eerling 2 3 Man Ja Leuk Ja
eerling 3 3 Vrouw Ja Leuk Ja
eerling 4 3 Vrouw Ja Leuk Nee
eerling 5 3 Man Ja Niet leuk Nee
eerling 6 4 Man Ja Leuk Ja
eerling 7 2 Man Ja Leuk Ja
eerling 8 3 Man Ja Leuk Ja
eerling 9 2 Vrouw Ja Leuk Ja
eerling 10 2 Man Ja Niet leuk Nee
eerling 11 2 Man Ja Weet het niet Misschien
eerling 12 2 Vrouw Ja Leuk Ja
50
8.2 Resultaten interview ouderen (post its)
51
8.3 Resultaten tweede interview ouderen
Allereest hebben wij het prototype laten zien aan de ouderen. De bedoeling was dat zij de
applicatie kunnen ervaren. Zij kregen een soort van demo van ELLO, hoe het er wellicht uit
komt te zien en hoe het ongeveer gaat werken.
Tevens hebben wij ook verteld, dat er een inlogscherm komt, waar men zich dient aan te
melden. Daar waren de ouderen tevreden over. Het is overigens ook meteen een
veiligheidsaspect. Verder hebben we de ouderen onze ideeën omtrent de begeleider van de
leerling verteld. Het ging om het feit dat de begeleider de klus moet goedkeuren, voordat de
leerling dit daadwerkelijk mag uitvoeren.
Uit de tweede interview is gebleken dat ouderen ook graag een toelichting willen geven bij
de beoordeling van een leerling. Uiteraard hebben wij dit meegenomen in ons prototype. Op
deze manier kan de docent ook een keuze maken omtrent de goedkeuring.
In bovenstaande afbeelding vindt u de meeste voorkomende punten, die wij hebben
gekregen van de ouderen als feedback op het prototype. Overigens waren zij ook erg
enthousiast over de manieren, hoe wij de veiligheid willen waarborgen.
En als laatste hebben wij de ouderen uitgenodigd voor het bijwonen van onze
eindpresentatie en uiteraard de lunch en met succes, want al onze ouderen waren aanwezig.
52
8.4 Projectplan
Projectplan
Project “ELLO”
De Haagse Hogeschool (Zoetermeer)
HASAN TAS (13115316)
ELINE ERADUS (13038036)
JUSTIN SLINGER (13074199)
53
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ...........................................................................................................................54
2 ACHTERGRONDEN ...............................................................................................................55
3 PROJECTRESULTAAT ............................................................................................................56
3.1 DOELSTELLING.................................................................................................................56
3.2 RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN ...........................................................................56
3.3 ONDERZOEKSVRAGEN........................................................................................................57
3.3.1 Haalbaarheid...........................................................................................................57
3.3.2 Wenselijkheid ..........................................................................................................58
4 PROJECTACTIVITEITEN .........................................................................................................58
4.1 TUSSENRESULTATEN..........................................................................................................58
4.2 EINDPRODUCTEN .............................................................................................................58
5 KWALITEIT...........................................................................................................................59
6 PROJECTORGANISATIE.........................................................................................................60
7 PLANNING...........................................................................................................................61
54
Inleiding
In dit hoofdstuk is de inleiding van dit document opgenomen. Het projectplan geeft
informatie over het project. Hierin staat beschreven wat het project inhoudt en welke
afspraken er zijn gemaakt. Het is geschreven voor de projectgroep en de opdrachtgever en
biedt houvast aan deze groepen.
Het projectplan begint met het hoofdstuk Achtergronden; dit is een hoofdstuk waarin de
achtergrond van het project wordt beschreven. Een korte beschrijving van de opdrachtgever
en de aanleiding van het project is hier terug te vinden.
Vervolgens het hoofdstuk Projectresultaat; dit hoofdstuk is onderverdeeld over twee
paragrafen: ‘Doelstelling’ en ‘Randvoorwaarden en uitgangspunten’. Hier komt terug welke
eisen er gesteld zijn aan het projectresultaat en globaal het te leveren projectresultaat.
In het hoofdstuk Projectactiviteiten wordt beschreven wat we moeten doen om het
projectresultaat te behalen en wat de tussenresultaten zijn.
Later in het project zal er in dit document een Business Case worden opgenomen met de
kosten en baten.
Tussenresultaten is het volgende hoofdstuk; hier wordt weergegeven wat voor resultaten er
in de loop van het project worden opgeleverd.
Uiteraard is kwaliteit een belangrijk aspect van een project, in het hoofdstuk Kwaliteit wordt
hier aandacht aan gegeven. Hierbij gaat het om hoe wij de verwachte kwaliteit gaan leveren
en toetsen.
Om duidelijk te maken wie de betrokkenen zijn bij het project, is hiervoor het hoofdstuk
Projectorganisatie opgenomen. Hier wordt beschreven wie er betrokken zijn bij het project,
zowel intern (teamleden) als extern (opdrachtgever, docenten).
De projectplanning is te vinden onder het hoofdstuk Planning; hier komt de globale planning
van het project terug.
Later in het project zal het hoofdstuk Project grenzen aan dit document worden toegevoegd;
hier zal te vinden zijn wat er wel en wordt gedaan in het project (de scope).
55
Achtergronden
ELLO, een applicatie/ platform, die ouderen in staat stelt om in contact te komen met
andere ouderen en/of studenten, is ontstaan uit een eerder project. Tijdens dit project werd
er gekeken naar hoe de levenskwaliteit van ouderen in de gemeente Zoetermeer met behulp
van een sociale innovatie kon worden verbeterd. Met ELLO hoopte men de vereenzaming
onder de ouderen tegen te gaan en een steuntje in de rug te bieden, zodat zij langer
zelfstandig thuis kunnen wonen.
De belangrijkste functie van ELLO is dat ouderen klusjes kunnen plaatsen waarop gereageerd
kan worden door ouderen of studenten. Op deze manier kunnen de ouderen op een
eenvoudig manier worden geholpen.
Als vervolg van het vorig project, hebben wij als groep, de opdracht gekregen van de
gemeente Zoetermeer, om ELLO nader te onderzoeken. Het onderwerp is een
maatschappelijk relevant probleem. Er zijn veel bezuinigingen omtrent de zorgsector, met
name de hulp in de huishouding, waarbij het aantal uren per cliënt afneemt.
Tijdens dit project zullen wij voornamelijk onderzoeken of ELLO überhaupt wel haalbaar en
wenselijk is. Zitten ouderen op deze uitkomst te wachten en staan scholen open voor een
eventueel puntensysteem, waar de studeten d.m.v. klusjes punten mee kunnen verdienen.
56
Projectresultaat
Sociale cohesie en eenzaamheid zijn twee aspecten die een steeds grotere rol spelen in onze
samenleving onder de ouderen. Veel ouderen voelen zich steeds eenzamer en krijgen het
steeds moeilijker naar mate hun leeftijd vordert. Overigens speelt niet alleen de leeftijd een
rol. Het verlies van relaties is ook een belangrijke oorzaak van eenzaamheid. Ook is de
afwezigheid van sociale contacten en de weinige activiteiten zijn ook bronnen voor het
ontstaan van eenzaamheidgevoelens.
De meerderheid van de ouderen vindt belangrijk om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven.
Zij nemen indien nodig een huishoudelijke hulp in dienst en vragen hulp bij voor hen te
zware klusjes, dit om niet in een verzorgingstehuis terecht te komen.
Doelstelling
Ons doel middels dit project is, om te zorgen dat ouderen beter worden ondersteund met
klusjes die gedaan moeten worden. Ouderen merken dat hun vitaliteit achteruit gaat,
waardoor bepaalde klusjes te zwaar worden. Hiervoor is een oplossing bedacht genaamd de
applicatie/platform ELLO. ELLO moet de vereenzaming onder de ouderen tegen gaan en de
ouderen een steuntje in de rug bieden, zodat zij langer zelfstandig thuis kunnen leven. En op
deze manier de participatiemaatschappij onder de generaties (ouderen en studenten) te
stimuleren. Door middel van deze applicatie kunnen studenten de ouderen helpen met
verschillende activiteiten die voor de ouderen onmogelijk zijn.
ELLO is een ruw concept, dat het probleem moet verminderen. Wij als groep zullen met dit
concept aan de slag gaan, om te kijken of dit überhaupt wel haalbaar en wenselijk is. Het
concept zullen wij verder ontwikkelen, op basis van de input van de stakeholders, in de vorm
van prototypes, een business model en een business case.
Randvoorwaarden en uitgangspunten
Hieronder enkele randvoorwaardes en uitgangspunten die we hebben achterhaald tijdens
een gesprek met de opdrachtgeefster.
 Zo beperken we ons enkel tot de alleenwonende ouderen en niet de ouderen die in
een verzorgingstehuis wonen. Zij hebben al voldoende zorg van de medewerkers
daar.
 Daarbij gaan we scholen benaderen om meer te weten te komen over het
“puntensysteem”.
 Ook ligt de focus momenteel enkel op de gemeente Zoetermeer.
57
Onderzoeksvragen
In deze paragraaf komen de onderzoeksvragen aan bod. De vragen zijn onderverdeeld in een
aantal sub kopjes.
De onderzoeksvraag luidt:
‘In hoeverre is het haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met ouderen
doen?’
De onderzoeksvraag is hieronder verdeeld over een aantal kopjes. Zo is haalbaarheid een
apart stukje en is wenselijkheid er ook een.
Haalbaarheid
Bestaande projecten/apps...
 Wat is er op dit gebied al qua klusjesbemiddeling al?
o Hoe functioneert dat?
 Hoe bevalt dit?
 Hoe verhoudt dat zich tot Ello?
o Hoe moet je Ello positioneren (of juist integreren met??) –zie o.a. Senior web,
Student aan huis, en de Stichting Mooi oplossingen.
 Welke rol kan een welzijnsinstelling zoals Stichting Mooi (of een andere) betekenen?
(VIP voor vrijwilligers)
Ouderen Jongeren(scholen)
 Hebben ouderen klusjes?
o Wat voor soort klusjes hebben ouderen?
o En hoe vaak?
o Hoe zorgen ze nu dat die worden gedaan
o Hoe goed gaat dat dan?
 Wat voor soort klusjes zouden via een App richting leerlingen kunnen? Welke niet?
 Hoe gaan scholen om met maatschappelijke stages en sociale doelen?
o Hebben ze ambities op dit vlak, zo ja welke?
Veiligheid
 Hoe ga je om met persoonlijke gegevens?
 Hoe ga je om met persoonlijke veiligheid van ouderen en leerlingen?
 Hoe ga je veiligheid monitoren?
 Hoe ga je (probleem)jongeren aanpakken?
58
Wenselijkheid
ELLO
 Hoe open staan scholen voor het idee van Ello?
 Hoe open staan leerlingen voor het idee van Ello?
 Hoe open staan ouderen voor het idee van Ello?
 Hoe reageren ouderen op prototype Ello?
 Hoe reageren leerlingen op prototype Ello?
 Hoe reageren scholen op prototype Ello?
Belangrijkste vragen na gesprek met stichting mooi is:
 Hoe kan je jongeren stimuleren om ouderen te helpen?
Door dit aan te tonen kan je de oranjefonds overtuigen om geld beschikbaar te maken en heb
je bewijs dat hier vraag naar is. Ouderen zijn namelijk al geïnteresseerd in dit idee dus daar
liggen de struikelblokken niet.
 Hoe zorg je ervoor dat de veiligheid van de ouderen en jongeren/studenten
gecontroleerd worden?
o Hoe koppel je studenten aan ouderen? Doen de docenten dit of andere
betrokkenen?
Projectactiviteiten
Hieronder enkele activiteiten die we gedurende project “ELLO” gaan uitvoeren.
Tussenresultaten
INTERVIEWS - Om de wenselijkheid te toetsen gaan we verschillende partijen interviewen.
Ook gaan we met verschillende instanties in gesprek om de nodige informatie te krijgen om
project “ELLO” voort te zetten.
LITERATUURONDERZOEK - We hebben al enkele documenten met betrekking tot ons
onderwerp. Uiteraard gaan we dieper op dit onderwerp in en daar zal, buiten de interviews,
ook de nodige deskresearch voor gedaan moeten worden.
PROTOTYPE - Er komt ook een prototype beschikbaar om een reallife beeld te geven van het
product dat er gaat komen. Zo kunnen de stakeholders niet alleen horen en zien wat voor
App het is, maar ook zelf testen.
Eindproducten
ADVIESRAPPORT - Er wordt een adviesrapport opgesteld waarin de resultaten, en hoe we
aan de resultaten zijn gekomen, in staat toegelicht. Uiteraard voorzien we de opdrachtgever
van advies.
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0

More Related Content

Similar to Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0

Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetDouwe Van Den Berg
 
Slides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externSlides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externrloggen
 
TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33Henja Treur
 
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemers
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemersSamenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemers
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemersTugba
 
Wat is Mijn school small
Wat is Mijn school smallWat is Mijn school small
Wat is Mijn school smallHanno Ambaum
 
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsPresentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsClaire Boonstra
 
SamenLerenGeneratieZ1
SamenLerenGeneratieZ1SamenLerenGeneratieZ1
SamenLerenGeneratieZ1pkreutzer
 
De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)Maartje Reitsma
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Bart Litjens
 
Verkenning digitalisering jeroen louis 2013
Verkenning digitalisering   jeroen louis 2013Verkenning digitalisering   jeroen louis 2013
Verkenning digitalisering jeroen louis 2013Jeroen Louis
 
ssga_nieuwsbrief_25 (1)
ssga_nieuwsbrief_25 (1)ssga_nieuwsbrief_25 (1)
ssga_nieuwsbrief_25 (1)Tacey Benig
 
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdf
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdfGebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdf
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdfKennisnet
 
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse Poort
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse PoortJaarbericht 2012 MEE Gelderse Poort
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse PoortMEE Gelderse Poort
 
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2Nadia Tan
 
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Henk Orsel
 
Oplossingen voor het Leren van de Toekomst
Oplossingen voor het Leren van de ToekomstOplossingen voor het Leren van de Toekomst
Oplossingen voor het Leren van de ToekomstSURF Events
 

Similar to Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0 (20)

Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moet
 
Slides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externSlides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 extern
 
TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33TVB_1502_pp_24-33
TVB_1502_pp_24-33
 
DEL-nr2_2016_OMRING_LR
DEL-nr2_2016_OMRING_LRDEL-nr2_2016_OMRING_LR
DEL-nr2_2016_OMRING_LR
 
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemers
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemersSamenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemers
Samenvatting resultaten project begeleiding van jonge werknemers
 
Wat is Mijn school small
Wat is Mijn school smallWat is Mijn school small
Wat is Mijn school small
 
Rapport Noorderstroom
Rapport NoorderstroomRapport Noorderstroom
Rapport Noorderstroom
 
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitelsPresentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
Presentatie Claire Boonstra april 2015 plus ondertitels
 
SamenLerenGeneratieZ1
SamenLerenGeneratieZ1SamenLerenGeneratieZ1
SamenLerenGeneratieZ1
 
De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)De school als gemeenschap (1)
De school als gemeenschap (1)
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
 
Verkenning digitalisering jeroen louis 2013
Verkenning digitalisering   jeroen louis 2013Verkenning digitalisering   jeroen louis 2013
Verkenning digitalisering jeroen louis 2013
 
ssga_nieuwsbrief_25 (1)
ssga_nieuwsbrief_25 (1)ssga_nieuwsbrief_25 (1)
ssga_nieuwsbrief_25 (1)
 
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdf
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdfGebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdf
Gebruik de ict-leerkracht van leerlingen.pdf
 
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse Poort
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse PoortJaarbericht 2012 MEE Gelderse Poort
Jaarbericht 2012 MEE Gelderse Poort
 
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
 
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
Prima Onderwijs | 21st Century Skills vragen om inspirerend onderwijs!
 
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
 
Oplossingen voor het Leren van de Toekomst
Oplossingen voor het Leren van de ToekomstOplossingen voor het Leren van de Toekomst
Oplossingen voor het Leren van de Toekomst
 
ArtikelGebiedsteamVolwArnhem
ArtikelGebiedsteamVolwArnhemArtikelGebiedsteamVolwArnhem
ArtikelGebiedsteamVolwArnhem
 

More from rloggen

Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxyAdviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxyrloggen
 
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_bory
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_boryEindrapport onderzoek ouderen_groep_bory
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_boryrloggen
 
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefrloggen
 
Eindrapport hartrevalidatie v2.1
Eindrapport hartrevalidatie v2.1Eindrapport hartrevalidatie v2.1
Eindrapport hartrevalidatie v2.1rloggen
 
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...rloggen
 
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2rloggen
 
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0rloggen
 
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011   low resolutionResultaten bpm in nederland 2011   low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolutionrloggen
 
Bpmrapport2008
Bpmrapport2008Bpmrapport2008
Bpmrapport2008rloggen
 
Case management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webCase management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webrloggen
 
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-809 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80rloggen
 
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0rloggen
 
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1rloggen
 
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0rloggen
 

More from rloggen (14)

Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxyAdviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
 
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_bory
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_boryEindrapport onderzoek ouderen_groep_bory
Eindrapport onderzoek ouderen_groep_bory
 
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
 
Eindrapport hartrevalidatie v2.1
Eindrapport hartrevalidatie v2.1Eindrapport hartrevalidatie v2.1
Eindrapport hartrevalidatie v2.1
 
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...
Carrouselpresentatie 21 01-2016 - roeland loggen - human centric design - vit...
 
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
 
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
 
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011   low resolutionResultaten bpm in nederland 2011   low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
 
Bpmrapport2008
Bpmrapport2008Bpmrapport2008
Bpmrapport2008
 
Case management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webCase management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_web
 
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-809 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
 
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
 
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
 
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
 

Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0

  • 1. PROJECTPLAN Project “ELLO” HASAN TAS | 13115316 JUSTIN SLINGER | 13074199 ELINE ERADUS | 13038036 OPDRACHTGEVERS: DE GEMEENTE ZOETERMEER VITALITYLAB (DE HAAGSE HOGESCHOOL) De Haagse Hogeschool (Zoetermeer) Versie 2
  • 2. 1 Voorwoord Voor u ligt het adviesrapport “Ello”. Het gaat hierbij om een onderzoek om generaties met elkaar te verbinden. Het adviesrapport is geschreven in het kader van de Minor: Business Agility aan de Haagse Hogeschool, te Zoetermeer. Dit project heeft van 15 September tot 13 november geduurd. Dit project is uitgevoerd in opdracht van VitalITylab, met als begeleider Roeland Loggen en docent Peter Ritman. Het onderzoek is naar onze mening zeer prettig verlopen, waarin wij de onderzoeksvraag hebben kunnen beantwoorden. Daarvoor hebben we gedurende het project de nodige ondersteuning gehad van onze begeleiders en docenten. Zij waren altijd bereid om de nodige hulp te bieden. Graag willen wij bij dezen onze begeleiders en docenten bedanken. Daarnaast hebben Karien Damen (namens de Gemeente Zoetermeer) en Jan Stekelenburg (namens OZO- ouderenbond) ons ook voorzien van de nodige aansturing en graag willen wij ook hen bedanken daarvoor. Tot slot zou het project niet zijn geslaagd zonder de inbreng van de respondenten (zowel de oudere als de leerlingen). Verder wensen wij u veel leesplezier toe. Hasan Tas Justin Slinger Eline Eradus Zoetermeer, 13 november 2015
  • 3. 2 Managementsamenvatting Ello is bedacht door een vorige groep studenten aan de Haagse Hogeschool. Met Ello kunnen ouderen en jongeren worden verbonden, om zo de sociale cohesie te bevorderen. Een voorbeeld van een mogelijkheid van Ello is, dat ouderen klusjes kunnen plaatsen, die vervolgens worden uitgevoerd door jongeren. Ons aandeel is, om te onderzoeken wat de wenselijkheid en haalbaarheid is van de app Ello. Ten behoeve van deze twee aspecten is er een onderzoeksvraag geformuleerd, deze luidt als volgt: ‘In hoeverre is het haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met ouderen doen?’” Om antwoord te geven op deze vraag, zijn wij begonnen met de huidige situatie in kaart te brengen, vervolgens is er kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan. Interviews met de doelgroepen en literatuuronderzoek waren hier een onderdeel van. De doelgroep bestond uit de ouderen, de leerlingen en de scholen. De literatuur laat zien dat het merendeel van de ouderen beschikking heeft over IT- apparaten, waarmee zij de app Ello kunnen gebruiken, dit blijkt ook uit de interviews. Dit draagt bij aan de haalbaarheid. Verder staan alle groepen positief tegenover Ello; bijna alle ouderen zijn enthousiast, 75% van de leerlingen is enthousiast, en de gereageerde scholen zijn positief. Dit komt het aspect wenselijkheid ten goede. Later hebben er nog gesprekken met de ouderen plaatsgevonden. Dit in het kader van feedback op het prototype. Deze feedback is ook meegenomen in het uiteindelijke resultaat. Het antwoord op de onderzoeksvraag is dan ook, dat het zeer wenselijk is om Ello te gebruiken; ouderen hebben genoeg klusjes en zouden ook activiteiten willen doen met jongeren. Andersom is dit ook zo; jongeren staan ervoor open, om met Ello aan de slag te gaan en ouderen te helpen. De scholen reageerden niet allemaal, maar ze doen wel allen aan maatschappelijke stages en degene die reageerden zijn enthousiast en geïnteresseerd. Ons advies voor de volgende groep, mocht dit project verder worden uitgewerkt, is om goed naar de financiering te kijken. Ook dienen de scholen meer betrokken te worden bij Ello. Meer input van hun kant is essentieel.
  • 4. 3 Inhoudsopgave VOORWOORD.............................................................................................................................. 1 MANAGEMENTSAMENVATTING.................................................................................................... 2 INLEIDING .................................................................................................................................... 5 1 HUIDIGE SITUATIE ................................................................................................................ 6 1.1 RESULTATEN VORIGE PROJECTGROEP...................................................................................... 6 1.2 RESULTATEN STICHTING MOOI .............................................................................................. 7 1.3 OVERIGE RESULTATEN ........................................................................................................ 7 2 METHODOLOGIE................................................................................................................... 8 2.1 FASE 1: EMPATHIZE........................................................................................................... 8 2.1.1 Bestuderen voorgaande documenten......................................................................... 8 2.1.2 Interviews................................................................................................................. 9 2.1.3 Veiligheid.................................................................................................................12 2.1.4 Stakeholder analyse.................................................................................................12 2.2 FASE 2: DEFINE ...............................................................................................................13 2.2.1 Vooronderzoek.........................................................................................................13 2.2.2 Interview.................................................................................................................14 2.2.3 Veiligheid.................................................................................................................17 2.3 FASE 3: IDEATE................................................................................................................18 2.3.1 Ello app ...................................................................................................................18 2.3.2 Veiligheid.................................................................................................................19 2.4 FASE 4:PROTOTYPE..........................................................................................................21 2.5 FASE 5: TEST...................................................................................................................21 3 RESULTATEN........................................................................................................................22 3.1 INTERVIEWS OUDEREN.......................................................................................................22 4.1.1 INTERVIEWS LEERLINGEN........................................................................................................23 3.2 LITERATUURONDERZOEK/DESKRESEARCH................................................................................24 4 ADVIES................................................................................................................................25 4.1 WENSELIJKHEID...............................................................................................................25 4.2 HAALBAARHEID ...............................................................................................................26 4.3 VEILIGHEID.....................................................................................................................28 5 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN..........................................................................................29 6 BIBLIOGRAPHY ....................................................................................................................30 7 BIJLAGE...............................................................................................................................31 7.1 VRAGEN INTERVIEW OUDEREN.............................................................................................31 7.2 INTERVIEWVERSLAGEN.......................................................................................................32 7.3 SWOT ANALYSE ELLO......................................................................................................38 7.4 EMAILS STUDENTAANHUIS.NL EN STUDENTKARWEI.NL................................................................38 7.5 VRAGENLIJST STICHTING MOOI............................................................................................40 7.6 E-MAIL SCHOLEN..............................................................................................................41 7.7 TELEFONISCH CONTACT SCHOLEN..........................................................................................44 7.8 OSO ENQUETE................................................................................................................45 7.9 VRAGENLIJST LEERLINGEN...................................................................................................48 8 VRAGENLIJST SCHOLEN........................................................................................................49 8.1 RESULTATEN LEERLINGEN ...................................................................................................49 8.2 RESULTATEN INTERVIEW OUDEREN (POST ITS)..........................................................................50
  • 5. 4 ...............................................................................................................................................50 ...............................................................................................................................................50 8.3 RESULTATEN TWEEDEINTERVIEW OUDEREN.............................................................................51 8.4 PROJECTPLAN..................................................................................................................52
  • 6. 5 Inleiding Voor u ligt ons rapport, waarin wij een advies uitbrengen omtrent de applicatie Ello. Dit rapport is tot stand gekomen in opdracht met het VitallTylab te Zoetermeer. Wij hebben gedurende 10 weken een onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en wenselijkheid van Ello en met behulp van dit rapport, willen wij u meer inzichten geven in de huidige situatie, onze aanpak, de resultaten die zijn uitstaan uit de afgenomen interviews en tot slot het advies wat wij meegeven aan de Gemeente Zoetermeer. Het doel is om in dit rapport niet alleen de haalbaarheid en wenselijkheid inzichtelijk te maken, maar ook om een antwoord te geven op onze hoofdvraag: ‘In hoeverre is het haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met ouderen doen?’ Dit verslag is met behulp van de leeswijzer op de volgende manier opgesteld: Hoofdstuk 1 Huidige situatie, in dit hoofdstuk zal er in gegaan worden op de situatie voor het onderzoek, aangezien wij het onderzoek gestart zijn aan de hand van een vorig onderzoek naar Ello. Hoofdstuk 2 Methodologie, in dit hoofdstuk beschrijven wij onze aanpak, methoden en technieken, hoe wij tijdens ons onderzoek te werk zijn gegaan. Hoofdstuk 3 Resultaten, in dit hoofdstuk omschrijven wij onze bevindingen en resultaten middels de interviews, die wij hebben afgenomen. Ook zullen wij diep ingegaan op het aspect veiligheid, aangezien dit een erg belangrijk onderwerp is. Hoofdstuk 4 Advies, in dit hoofdstuk zullen wij ons advies toelichten, met betrekking tot de haalbaarheid en wenselijkheid van Ello en de eventuele vervolgstappen, die een ander project wellicht zou kunnen oppakken. Hoofdstuk 5, in dit hoofdstuk zullen wij onze conclusie en aanbevelingen geven omtrent de applicatie ELLO. De aanbevelingen zijn gericht naar de studeten, die dit project verder oppakken in de toekomst. Literatuurlijst, in de literatuurlijst staan alle bronnen, die wij tijdens ons onderzoek hebben geraadpleegd. Bijlagen, in de bijlage vindt u bepaalde dingen die relevant zijn geweest voor ons onderzoek en waarop ons advies deels is op gebaseerd. Hierbij kunt u denken aan interviewverslagen en vragenlijsten.
  • 7. 6 1 Huidige situatie Ello is een concept voortgekomen uit een eerder onderzoek. Het doel van dit onderzoek was om met nieuwe technologieën bij ouderen eenzaamheid te bestrijden en de gezondheid te bevorderen. Sociale cohesie en eenzaamheid zijn namelijk twee steeds belangrijke begrippen aan het worden in onze samenleving. Ouderen voelen zich steeds eenzamer en krijgen het steeds moeilijker naarmate de leeftijd vordert. Hieruit is een creatieve oplossing bedacht, genaamd Ello. Ello is een applicatie die generaties samenbrengt, ter bevordering van de participatiemaatschappij en sociale cohesie. De applicatie biedt de ouderen een steuntje in de rug, zodat zij langer thuis zelfstandig kunnen leven. Het is de bedoeling dat de jongeren de ouderen helpen met eventuele klusjes of activiteiten, middels de maatschappelijke stage van school. Dit idee is uitgewerkt tot een prototype, alleen is het enkel nog een concept. 1.1 Resultaten vorige projectgroep Deze groep heeft gebruik gemaakt van de methode Design Thinking, een creatieve manier voor het onderzoeken en genereren van ideeën. Zij hebben voornamelijk interviews afgelegd en observaties uitgevoerd. Tijdens het afleggen van de interviews, is er met name gekeken naar de emoties en de beweegredenen van de ouderen. Uit de interviews is gebleken, dat de ouderen niet in een verzorgingshuis terecht willen komen. De ouderen willen het liefst zolang mogelijk zelfstandig en onafhankelijk blijven. Overigens ondervinden wel veel ouderen een fysieke achteruitgang en waardoor zij steeds minder zelf kunnen doen. Zij hebben bijvoorbeeld hulp nodig bij zware huishoudelijke taken, maar sommige merken ook dat het optillen van een stoel steeds zwaarder wordt. Ook is er uit de interviews naar boven gekomen, dat ouderen zitten te wachten op ‘’gezelligheid’’. Het bezoeken van een theater met een andere oudere of leerling valt erg in de smaak. Wat ook erg opviel was, dat de ouderen erg behulpzaam zijn. Zij helpen veel anderen, maar worden ook erg geholpen door zijn/haar buurman. Het merendeel van de ouderen is in het bezit van een device (laptop, computer of tablet), waarbij Ello een goede uitkomst biedt. Overigens hebben de ouderen wel veel argwaan, omtrent de veiligheid. De projectgroep ondervond namelijk, dat de ouderen nog niet helemaal gerust waren gesteld over het aspect veiligheid en adviseren ons dan ook om dit aan te scherpen. Al deze input heeft geleid tot een prototype, die alleen maar geschikt is om functionaliteiten te demonstreren, maar niet functioneel bruikbaar is. Hier vindt u meer over in bijlage 7.8. (Ello1, 2015)
  • 8. 7 1.2 Resultaten stichting mooi Stichting ‘’Mooi’’ is een organisatie, bestaand uit vrijwilligers, die zich inzet voor verbetering van welzijn in de buurt. Wij zijn in contact geraakt met Marja Meijer, die werkzaam is binnen deze organisatie. Zij heeft een soort gelijk onderzoek gedaan, die wij nu uitvoeren. Echter deed zij onderzoek naar een ‘’vriendschap dating bureau’’. Marja heeft overigens lessen gegeven aan leerlingen van het Oranje Nassau College en het doel hiervan was om de ouderen met elkaar te laten matchen door een onderzoek. De activiteiten waren erg verschillend, van het maken van posters tot een informatie brief, die de leerlingen vervolgens op de bus deden bij bewoners. De leerlingen waren het er unaniem over eens en vonden de lessen erg leuk, alleen het nadeel vonden zij wel dat er ’s middags weinig ouderen open deden. (Meijer, Aantekeningen documenten, 2015) De resultaten waren als volgt: 102 Woningen benaderd via aankondigingsbrief 48 Antwoordstrookjes geen belangstelling voor gesprekken aangaande het behoefte onderzoek 3 Antwoordstrookjes Met opmerking Goed idee maar … (verschillende redenen) 13 Niet thuis 38 Adressen deden open, waarvan 10 geen interesse 28 Gesprekken hebben plaats gevonden tussen leerlingen MBO2 Zorg en Welzijn Oranje Nassau College Clauslaan en bewoners van de seniorenflat Morgenster Respons gesprekken: 28.56% (Gemiddeld is 30% een normale respons) 1.3 Overige resultaten Voordat wij begonnen aan dit project, hebben wij een aantal documenten weten te bemachtigen van onze docent. Dit zijn onder andere resultaten van OSO, die enquêtes heeft uitgedeeld onder de ouderen in Zoetermeer. OSO (Stichting Overleg Samenwerkende Ouderenbonden) heeft in oktober 2012 een enquête doen uitgaan onder leden van haar vaste panel, met een aantal nieuwe leden. Hieruit is gebleken dat passende huisvesting voor ouderen sterk zal toenemen in de toekomst. Ook zullen wijk- en buurtzorg een steeds belangrijkere rol gaan spelen. 64% van de ondervraagden geeft aan dat zij eventuele noodzakelijke hulp in de toekomst niet via familie/ vrienden zouden kunnen krijgen en 49% van de geënquêteerden verwacht binnen nu en 5 jaar meer hulp nodig te hebben. Dit zijn hoge percentages die enigszins laten zien dat de hulp een steeds grotere rol gaat spelen onder de ouderen. (OSO, 2012) (Ouderenbonden, 2010)
  • 9. 8 2 Methodologie Hierin staat de aanpak beschreven die wij hebben gebruikt om dit project goed te kunnen beheren. Hierin willen wij duidelijk maken wat we hebben gedaan, waarmee we het hebben gedaan (welke instrumenten we hebben gebruikt) en bij wie we dat hebben gedaan. De methode die wij hebben gehanteerd is “Design Thinking”. Design thinking hebben wij gebruikt om op een praktische en creatieve manier problemen op te kunnen lossen en een “nieuwe” product (App) te ontwikkelen. Deze methode bestaat uit vijf fasen en is tevens ook in ELLO1 gebruikt. Omdat ons onderzoek meer geneigd is naar een behoefte onderzoek en een prototype betreft die al bestaat en verbeterd moet worden, kan er overlap tussen paragrafen plaatsvinden. Figuur 1 De vijf fasen in het Design Thinking proces 2.1 Fase 1: Empathize In de eerste fase van Design Thinking staat het inleven en begrijpen van de doelgroep centraal. Om ons beter te kunnen inleven hebben wij eerst de documenten van voorgaande projecten bestudeerd. Daarbij hebben we de documentatie van ELLO 1, documenten van Stichting Mooi en overige documenten die wij van Roeland Loggen en andere docenten hebben ontvangen en bestudeerd. Daaropvolgend, hebben wij meerdere interviews afgenomen van zowel ouderen, als leerlingen en scholen om aanvullende informatie te verkrijgen. 2.1.1 Bestuderen voorgaande documenten Wij hebben verschillende documenten ontvangen waar we veel informatie uit hebben kunnen halen. Deze informatie vormt het fundament voor ons project. Vandaaruit hebben we onze doelen bepaald. Ook zijn de hoofd- en deelvragen opgesteld, waarvan de antwoorden zijn verwerkt in dit document. 2.1.1.1 Project Ello deel 1 Zo zijn we begonnen met het bestuderen van de documenten van project ELLO1. We hebben met zijn allen de documenten doorgenomen en de informatie gemarkeerd die nuttig was voor ons project. Vandaaruit hebben we verder gebrainstormd en kwamen tot de conclusie dat haalbaarheid, wenselijkheid en veiligheid belangrijkste aspecten waren die diepgang nodig hadden.
  • 10. 9 2.1.1.2 Documenten/gesprek stichting mooi In het begin van ons project zijn we in gesprek gegaan met Marja Meijer van Stichting Mooi. Tijdens dit gesprek wilden we zoveel mogelijk informatie achterhalen, of er soortgelijke applicaties of andere services op de markt zijn en wat Stichting Mooi hierover weet. Tevens hebben wij gevraagd naar haar mening en ingezoomd op hetgeen dat een belemmering of knelpunt kan zijn in ons project. In bijlage 7.5. vindt u een overzicht van de vragen, die wij zoals hebben gesteld en de bijbehorende aantekeningen. Ook hebben we documentatie ontvangen en bestudeerd die Marja Meijer van stichting Mooi naar ons verstuurd heeft. Deze hebben we op dezelfde manier bestudeerd als de documenten van de voorgaande Ello project. Nadat we de belangrijkste punten gemarkeerd hadden, zijn we ook hierover gaan brainstormen. Op het bord hebben we alles genoteerd om uiteindelijk een definitief kader te schetsen, met de resultaten en conclusie van Stichting Mooi. (Meijer, Aantekeningen documenten, 2015) 2.1.1.3 Overige documentatie Dhr. Loggen heeft ons ook documenten gestuurd, waarin informatie staat die nuttig is voor ons project. Het gaat hierbij om onderzoeken die in het verleden al zijn gedaan. Het ene onderzoek ging dan ook over de woonsituaties van ouderen en hun wijze van communicatie. Een ander onderzoek gaat evenals over de woonsituatie van oudere, maar vanuit een heel ander perspectief. Daarnaast is ook de behoefte aan zorg, zowel nu als in de toekomst, onderzocht. Dit is van uiterst belang, omdat het voor ons belangrijk is of ouderen vitaal genoeg zijn om klusjes zelf te doen of juist uit moeten besteden, omdat ze niet voldoende vitaal meer zijn. Daarom zijn we eerst nagegaan hoeveel ouderen zijn ondervraagd. We hebben geen onderscheid gemaakt tussen man en vrouw, omdat het gaat om alle ouderen. Daarnaast hebben we vooral de resultaten goed geanalyseerd en de belangrijke elementen meegenomen in ons project. Aan de hand van deze analyse zijn ook de interviewvragen opgesteld, om overlap zoveel mogelijk tegen te gaan en juist meer informatie te verkrijgen van de ouderen. Ook is er daarom gekozen voor een interview met de ouderen om niet alleen informatie te krijgen, maar ook de emoties op bepaalde gebieden waar te nemen en daarop door te kunnen vragen. (OSO, 2012) (Ouderenbonden, 2010) (Ello1, 2015) 2.1.2 Interviews In deze paragraaf worden de interviews die zijn afgenomen verder toegelicht. Zo wordt belicht waarom we bepaalde interviews hebben gedaan, wat ons doel was hierbij en welke techniek we hebben gehanteerd om de gewenste resultaten te behalen.
  • 11. 10 2.1.2.1 Interview ouderen Aan de hand van deze informatie hebben we uiteraard al veel informatie gekregen om enigszins te begrijpen hoe de stand van zaken ervoor stonden. Maar om ze beter te kunnen begrijpen en het ook te ervaren, hebben wij gekozen om de ouderen tweemaal te interviewen. Zo konden we aan de hand van de opgestelde vragen, ook zelf met ze praten en hun emoties erbij te voelen. Hieronder worden de gehanteerde thema’s, die we hebben gebruikt tijdens onze 1ste interview verder toegelicht. We hebben niet direct de vragen gesteld bij ouderen, maar hebben gekozen om te beginnen met een leuk gesprek en daar hebben wij tussendoor de juiste momenten gezocht om de benodigde informatie te achterhalen. Achteraf waren dit gesprekken die aan beide kanten als fijn en gezellig hebben ervaren. Dagelijkse activiteiten We hebben dus een techniek bedacht met vijf thema’s, waar we uiteindelijk antwoord op hebben gekregen. Ten eerste hebben we het thema “Dagelijkse activiteiten”. Hierbij willen we achterhalen wat de ouder zoal op een dag doet, hoe zelfstandig hij of zij daarbij is, of hij of zij voldoende vitaal is en stellen we ook de vraag of technologie ook een rol hierbij speelt. Zo hebben we de vraag gesteld of ze een smartphone, tablet of computer hebben en wat ze hiermee doen. Daarbij uiteraard de vraag of ze dat allemaal zelf hebben geleerd of ondersteuning bij hebben gekregen en/of nog steeds krijgen. Hobby’s Hierin zijn we verder ingezoomd op de hobby’s die ouderen wellicht hebben. Het is belangrijk hoe vaak ze bezig zijn met hun interesses en of ze dat de komende jaren nog kunnen blijven doen. De resultaten zijn belangrijk om te kunnen meten of ze de app nu met spoed nodig zullen hebben of dat ze nog een aantal jaar/jaren zelfstandig vooruit kunnen, omdat ze nog vitaal genoeg zijn. Daarbij zijn ook nog de vragen gesteld of ze ergens lid van zijn of bijeenkomsten zoals bingoavond bezoeken in hun vrije tijd. Sociale netwerk Het tweede thema is “sociale netwerk”. Het is uiteraard belangrijk om te weten wie momenteel de ouder helpt met zijn en/of haar klusjes. Daarom komen hierin vragen terug als: hoe groot is uw/jullie familie en ziet u ze vaak? Ook hebben we gevraagd naar hun vriendenkring en de omgang met buren en andere personen in de buurt. Ello Tot slot kunnen uiteraard de vragen over de concept Ello niet ontbreken. In dit thema hebben we gevraagd hoe ouderen staan tegenover het concept Ello en dat er leerlingen over de vloer zullen komen, om oudere te ondersteunen met klusjes, die ze zelf niet meer kunnen uitvoeren. Nog belangrijker is, dat ze realiseren dat niet altijd dezelfde student over de vloer zal komen. Ons doel was ook hun gevoel en emotie hierin mee te nemen. Tot slot zijn we dan gekomen op het onderdeel veiligheid, die we ouderen willen geven.
  • 12. 11 Vervolggesprek ouderen Het vervolggesprek is ingepland nadat de resultaten van het eerste interview geanalyseerd en verwerkt waren. In het vervolggesprek hebben we het aspect veiligheid meer naar voren laten komen en de demo gepresenteerd. Het doel was dat de ouderen de demo konden ervaren en we stelden niet alleen de vraag: is het makkelijk? Snapt u het? Maar we gingen ook echt na of ze het snapten en waar er nog enige knelpunten konden ontstaan. Tot slot hebben we ons ideeën verteld, over hoe we de veiligheid hoog kunnen houden. Uiteindelijk hebben we na hun feedback, nog de nodige aanpassingen verwerkt in ons eindadvies en het prototype. 2.1.2.2 Interview leerlingen Ons eerste doel was om de leerlingen te benaderen via de scholen. Helaas kregen we geen of niet de verwachte steun/antwoord van de scholen dat we hadden verwacht en hebben we besloten om zelf op pad te gaan en leerlingen te interviewen. Omdat jongeren tegenwoordig zeer handig zijn, met smartphones, tablets en computers, hebben we besloten ze alleen te vragen naar hun mening en gevoel over het concept Ello. Ook omdat wij naar aanleiding van een eerder gemaakte analyse hebben begrepen, dat ouderen wel enthousiast waren, maar jongeren juist minder, wilden wij dit controleren door Ello anders over te brengen bij jongeren en hun gedachtes waar te nemen. Zo hebben we genoemd dat ze al een Maatschappelijke stage gaan lopen en dus niet betaald krijgen (ook niet bij een supermarkt), maar dat er ouderen zijn, die hulp nodig hebben met het printen van bestanden, ophangen van schilderijen, hulp met huishouden maar ook activiteiten zouden willen doen, zoals wandelen, kaartspellen en boodschappen doen. Hiermee kunnen de leerlingen punten behalen en hun stage met een voldoende afronden. Ook hierbij hebben we gekozen voor interview in plaats van een enquête, omdat we ten eerste beter kunnen verwoorden wat Ello inhoudt en ook direct hun vragen kunnen beantwoorden. Ten tweede kunnen we direct vragen waarom ze het wel of geen goed idee vinden en desnoods onduidelijkheden wegnemen, zodat ze misschien van gedachte kunnen veranderen. Tot slot ook om hun emotie hierbij waar te nemen. In bijlage 7.9 vindt u een overzicht van de vragen, die wij hebben gevraagd tijdens de interviews. 2.1.2.3 Interview scholen Ondanks dat we scholen niet één op één hebben kunnen interviewen, was er op het internet veel informatie te vinden over de maatschappelijke stage. Desondanks kwamen we informatie te kort, maar omdat scholen aan hebben gegeven geen tijd te hebben voor deelname, hebben we toch een vragenlijst opgestuurd en deze doorgestuurd naar de scholen zelf. Tevens hebben we ook geprobeerd de juist personen binnen de scholen te vinden, die deze vragen zouden kunnen antwoorden. Helaas hebben we, ondanks contact te hebben gehad met verschillende schakels binnen de scholen, geen antwoord op onze vragen kunnen krijgen van de meeste scholen. We hebben van één school wel antwoord gekregen, maar dat is naar onze mening te weinig om een goede conclusie te kunnen trekken. Andere scholen waren wel razend enthousiast en hebben wel gezegd de 4-5 vragen te zullen beantwoorden op “korte termijn”. In bijlage 8 vindt u een overzicht van de vragen, die wij hebben gesteld aan de scholen via een e-mail.
  • 13. 12 2.1.3 Veiligheid Van stichting mooi hebben we een paar voorbeelden gekregen van instanties, die vergelijkbare concepten al op de markt hebben gebracht. Omdat veiligheid een zeer belangrijk onderdeel is om Ello te kunnen voortzetten, hebben we besloten om deze instanties te benaderen en na te vragen hoe hun de veiligheid van zowel oudere als jongeren enigszins onder controle houden. Daarnaast hebben we ook deskresearch gedaan en hebben we op internet de nodige informatie gezocht betreft de aspect veiligheid. 2.1.4 Stakeholder analyse Om onze doelgroep in kaart te brengen, hebben wij een stakeholder analyse uitgevoerd. We hebben allereerst gekeken naar wie er allemaal bij betrokken zijn, bij dit concept. Op deze manier, hebben we de rollen van de belanghebbende kunnen achterhalen. Ook is het meteen overzichtelijk bij we terecht kunnen bij eventuele vraagstukken, omtrent Ello. Figuur 2 Onion Model/ Stakeholder Relationships
  • 14. 13 2.2 Fase 2: Define In de define fase hebben we ons bezig gehouden om alle verkregen informatie te bundelen en een patroon te zoeken hierin. Kortom, we hebben de resultaten op verschillende manieren bestudeerd, waardoor het overzichtelijk werd en konden zien waar de mogelijkheden liggen, om de stakeholders te kunnen voorzien van een product naar behoefte en wens. 2.2.1 Vooronderzoek Aan de hand van ons vooronderzoek hebben we, in overleg met stakeholders, besloten dat de haalbaarheid en wenselijkheid verder onderzocht moet worden. Bij haalbaarheid gaat het dan om de veiligheid van verschillende partijen. Zijn ouderen dusdanig hulpbehoevend, dat het waard is om de app te ontwikkelen. Als er al apps zijn die soortgelijke functionaliteiten hebben is dit idee misschien wel overbodig en kan er worden onderzocht naar de mogelijkheden van de andere apps. Bij wenselijkheid is het belangrijk om te achterhalen wat de bevindingen zijn van de scholen, leerlingen en ouderen en hoe ze hierop reageren. Zijn ze er positief over of is het compleet overbodig. Zo is uit onderzoek al gebleken, dat ouderen hier wel positief tegenover staan, maar dat probleem vooral bij de jongeren ligt. Een belangrijke vraag die gesteld kan worden is dan ook: Hoe kan je de jongeren stimuleren om ouderen te helpen?
  • 15. 14 2.2.2 Interview In deze paragraaf staat beschreven hoe we verkregen informatie hebben verwerkt. We hebben drie groepen geïnterviewd. Namelijk: ouderen, scholen en leerlingen. 2.2.2.1 Interview ouderen De resultaten van de interviews hebben we per persoon op post its geschreven en opgehangen zodat we een beter beeld van het gehele plaatje konden krijgen. Zo hebben we meerdere thema’s aangehaald, om de resultaten nog specifieker weer te geven. Hierbij kwam bijvoorbeeld IT als extra thema erbij. Het is uiteraard belangrijk om te weten of ouderen gebruikt maken van de hedendaagse devices en wat voor devices er gebruikt worden. Bij andere thema’s hebben we alle antwoorden die zijn gegeven per persoon in een rij gezet. De post its staan van boven naar beneden gesorteerd op vitaliteit, waarbij de bovenste post it de meest positieve is, die de desbetreffende persoon heeft genoemd, betreft zelfstandigheid. Figuur 3 Overzicht van een aantal resultaten Na de resultaten te hebben geanalyseerd en deze in verschillende categorieën hebben onderverdeeld, hebben we ze digitaal verwerkt voor een nog duidelijkere overzicht, waarin we makkelijker wijzigingen kunnen aanbrengen en op een veel efficiëntere wijze resultaten kunnen bestuderen.
  • 16. 15 Hieronder in Figuur 4, is een digitale uitwerking te zien van de resultaten. Omdat je gemakkelijk de kleuren per post it kan aanbrengen en wijzigen en je kan per post it tags eraan hangen (wij hebben ondervraagden toegevoegd per post it) kan je in enkele klikken het overzicht creëren die je wilt. De kleur geel geeft aan dat iets positief is, de kleur rood geeft iets dat het negatief is. Zo kan een ouder veel zorg nodig hebben of heeft hij of zij nauwelijks contact met de buren. Oranje ligt hier tussenin. Zo kan het zijn dat je niet voldoende contact hebt, maar je vrienden en kennissen toch af en toe nog ziet. Figuur 4 De digitale uitwerking van de resultaten uit de interviews
  • 17. 16 Om nog meer inzicht te krijgen in onze doelgroep, hebben wij gebruik gemaakt van een empathy map. Dit is een doeltreffend middel, dat je kunt inzetten om een goed inzicht te krijgen in je doelgroep. De empathy map bestaat uit vijf vlakken, bestaande uit: Wat hij/zij denkt, ziet, zegt, doet, voel en hoort. Hieronder ziet u een empathy map m.b.t. de ouderen in Zoetermeer. Figuur 5 Een empathy map van ouderen van 65+ in Zoetermeer 2.2.2.2 Interview leerlingen Het interview met de leerlingen verliep beter dan verwacht. We hebben ze duidelijk kunnen maken wat we precies doen en 12 leerlingen hebben hun bevindingen met ons gedeeld. Het grootste deel van de ondervraagden hebben dan ook aangegeven, het wel te zien zitten om ouderen te helpen en dat ze het leuk lijken om dit te doen. De resultaten hebben we verwerkt in Excel, zodat we met die overzicht gemakkelijk diagrammen van kunnen maken. 2.2.2.3 Interview scholen Omdat we niet veel resultaten van de scholen hebben kunnen krijgen, hebben we wel geconstateerd dat scholen dit wel een degelijk concept vinden. We hebben vaak de reactie gekregen dat het concept interessant is en dat ze zeker op hoogte gehouden willen worden van de resultaten. Ook omdat alle scholen doen aan maatschappelijke stage, terwijl het niet meer verplicht is, kan geconcludeerd worden dat de stages dus kan worden gezien als een essentieel onderdeel binnen het onderwijs.
  • 18. 17 2.2.3 Veiligheid In de eerste fase zijn we erachter gekomen dat veiligheid een veel genoemd aspect is, waar ouderen mee zitten. Ze willen namelijk wel dat er veiligheidsmaatregelen worden genomen, om een beter gevoel te kunnen krijgen bij het project. Voor veel ouderen kan veiligheid tevens ook een struikelblok zijn, waardoor ze kunnen afhaken. Ondanks dat, hebben ouderen aangegeven dat het geen probleem is, als verschillende jongeren over de vloer komen. Ook leerlingen met een andere cultuur, nationaliteit, huidskleur etc. vormen geen belemmering. Verder zullen inloggegevens ook geen probleem zijn, omdat de meeste ouderen al gebruik maken van smartphones en tablets, waar de app automatisch op geïnstalleerd staat. Verder is het belangrijk, dat ook de student is voorzien van veiligheidsmaatregelen. Het kan zijn, dat een student tijdens het ophangen van een schilderij een vaas omstoot of van een kruk afvalt. In dit soort gevallen moet de student ook verzekerd zijn, om onvoorziene kosten te kunnen dekken.
  • 19. 18 2.3 Fase 3: Ideate In deze fase worden verschillende mogelijke uitkomsten gegenereerd, aan de hand van de voorgaande fases. 2.3.1 Ello app Ello1 had al een prototype ontworpen, om de gebruikers te laten ervaren hoe het in zijn werking zal gaan. In het prototype waren al verschillende functionaliteiten in verwerkt. Wij hebben dit prototype onder handen genomen en aan de hand van de voorgaande resultaten zijn er een aantal functionaliteiten bijgekomen. (Ello1, 2015) Functie Omschrijving Toelichtingsknop bij beoordeling Een handige functie is, om je beoordelingen te kunnen onderbouwen. Dit is echter alleen voor degene, die een toelichting willen geven op de beoordeling. Bevestigingsmail Iedereen wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkeling over de mail. Zo krijgt een oudere een bevestigingsmail, als hij/zij een klus heeft geplaats. Ook krijgt de student een mail doordat er reactie op de klus/activiteit is geplaatst of dat de begeleider deze heeft goedgekeurd. Goedkeuring begeleider De begeleider krijgt een beheerplatform, waarin hij de leerlingen kan controleren, beoordelingen kan lezen, goedkeuringen kan geven, klussen kan toewijzen en nog meer functionaliteiten die aan de begeleider gehangen zal gaan worden. Aanmeld en afmeld optie De leerling dient zich voor binnenkomst bij de ouder aan te melden via de app. De student dient zich tevens weer af te melden als hij/zij de klus heeft afgerond en is weggegaan. Zo kan de begeleider zien hoelang de student al aanwezig is daar en als het te lang duurt of te kort heeft geduurd hierop inspelen. Inlogsysteem Iedereen dient zich in te loggen met zijn/haar eigen account. Daardoor zijn niet alleen de persoonlijke gegevens altijd beschikbaar voor bevoegde, maar zijn ook de gegevens (geplaatste klussen, afgeronde klussen, persoonlijke beoordelingen etc.) beschikbaar voor de persoon zelf. Button en onderdeel activiteiten Uit onderzoek is gebleken, dat ouderen ook enthousiast waren over het onderdeel activiteiten. Voor het gemak hebben we dus twee hoofdbuttons aangehouden: Klusjes en activiteiten. Mijn klusjes button Deze knop dient voor eigenbeheer van klusjes en activiteiten, voor zowel de student als ouder. De ouder kan hierin bijvoorbeeld leerlingen en afgeronde klusjes beoordelen en de student zou hier de geschiedenis van de klusjes kunnen inzien die hij/zij heeft uitgevoerd.
  • 20. 19 2.3.2 Veiligheid Na verschillende instanties te hebben benaderd en de nodige deskresearch hebben uitgevoerd zijn we tot de conclusie gekomen om verschillende aspecten te bundelen. Zo hebben we begrepen dat verschillende instanties, zoals student aan huis werken met naam badges. Op internet hebben we gelezen dat begeleiders vaak de controle houden. Zelf hebben we bedacht dat een account ook een grote deel van de veiligheid kan waarborgen. Door al deze verschillende aspecten bijeen te voegen, zijn we tot een uiteindelijke conclusie gekomen, hoe we zo goed mogelijk de veiligheid kunnen waarborgen. 2.3.2.1 Eigen account Ten eerste dient iedereen zijn of haar eigen account te hebben. Zo voorkom je dat mensen fraude gaan plegen, door klussen te plaatsen of te reageren op klusjes namens anderen. Ook kan iedereen hierdoor zijn/haar eigen klussen beheren, waardoor het overzicht per persoon bewaard wordt. Tevens is iedereen zijn account beveiligd met een wachtwoord en dus niet inzichtelijk voor onbevoegde. Overigens kunnen er wel rechten worden verleend aan begeleiders, zodat zij de controle op ouderen en studenten kunnen behouden. Een nadeel kan zijn dat ouderen hun wachtwoord vergeten of geen account zelf kunnen aanmaken. Voor noodgevallen is er een telefoonnummer beschikbaar van de begeleiders, die ze hierbij kunnen helpen. Een idee is om in het begin van het traject een bijeenkomst te organiseren, waar ouderen, die hulp nodig hebben met betrekking tot de app Ello geholpen kunnen worden bij het maken van inlogaccounts en het verhelderen van andere onduidelijkheden. 2.3.2.2 Begeleider Ten tweede heeft een begeleider altijd een aantal leerlingen onder zijn/haar hoede tijdens een stageperiode. Deze begeleider is verantwoordelijk voor de gang van zaken. Zo kan een leerling reageren op een bepaalde klus. De begeleider moet echter eerst een goedkeuring geven aan de leerling. De begeleider kan hierdoor controleren of de leerling wel geschikt is voor de klus en of hij/zei geen eerdere negatieve contacten heeft gehad met de ouder. Begeleiders dienen hun leerling te kennen en weten daarom ook of hij/zij geschikt is. Het kan ook voorkomen dat de leerling reageert op een klus en de begeleider denkt dat de ouder een probleem kan zijn voor de leerling. Zo kan hij/zij ook zijn eigen leerling in bescherming nemen door iemand te sturen, waar de ouder geen probleem voor is, in de ogen van de begeleider. Daarnaast kan de begeleider ook klussen zelf verdelen onder de leerlingen. Zo kan die door FIFO (First in first out) toe te passen, klussen verdelen, die te lang blijven liggen. Uiteraard is het hierbij aan de begeleider om te bepalen of de leerling de klus kan weigeren of niet. Een nadeel kan zijn dat de werkdruk van de begeleider kan toenemen. Echter zijn wij van mening dat de app zo aangepast kan worden, dat een nog efficiëntere werkwijze mogelijk is. Dan zouden begeleiders minder handelingen hebben en met meer gemak zijn of haar leerlingen kunnen aansturen.
  • 21. 20 2.3.2.3 Leerlingen Leerlingen kunnen reageren op een klus/activiteit. De begeleider geeft dan een goedkeuring en de leerling kan dan de klus uitvoeren bij een ouder. Per klus krijgen studenten een beoordeling van de ouder. Aan de hand hiervan kan ook een eindscore worden bepaald en kan de begeleider zeggen dat een student de MAS (maatschappelijke stage) met een voldoende heeft afgesloten of niet. Een leerling dient altijd een naambadge te hebben. Daarin staat:  Ello logo  De naam van de school (of logo als de naam er duidelijk in verwerkt staat)  Naam van de leerling zelf  Geboortejaar  Opleiding en leerjaar Als de student aan de deur geen naambadge heeft met de bovenstaande punten, kan hij/zij worden geweigerd en dan wordt hier een melding van gemaakt. Ook moeten zij zich altijd ten alle tijden kunnen legitimeren met een geldige legitimatie, als een oudere hiernaar vraagt. Wij hebben soort gelijke organisaties benaderd, hierbij kunt u denken aan studentaanhuis.nl en studentkarwei.nl. Hieruit kwam naar voren dat deze organisaties de veiligheid waarborgen, door de studenten zich te laten legitimeren en exacte tijdstippen af te spreken met klanten en zo zijn wij op deze combinatie gekomen. Het email contact vindt u terug in bijlage 7.4. De leerling dient zich tevens via de app aan te melden en af te melden voor een klus. Aanmelden doe je als je binnen wordt gelaten en afmelden als je de ouder hebt verlaten. Zo kan de begeleider altijd zien wanneer je ergens binnen bent geweest en hoelang je binnen bent geweest. Zo kan het bijvoorbeeld zijn, dat iemand al 2uur binnen is voor de klus schilderij ophangen. Dan kan de begeleider direct contact opnemen met zowel de ouder, als de student en vragen waarom het zo lang duurt. Dit is voor de veiligheid van beide partijen. Belangrijk is dat de scholen een verzekering hebben, met dekking voor buitenschoolse activiteiten en stages. Voor de gemeente Zoetermeer is dit geen probleem, hebben wij begrepen. Toch is het handig om de voorwaarden na te gaan, zodat de begeleiders de nodige acties te kunnen ondernemen. Zo is voor sommige verzekeraars belangrijk, dat de stagelocatie wordt doorgegeven aan de verzekeraar. Ook de gemeente heeft een vrijwilligersverzekering. De vrijwilligersverzekering van de gemeente Zoetermeer dekt ook de maatschappelijke stagiaires. De leerling kan ook via de ouders een aansprakelijkheidsverzekering hebben, waardoor ze ook op deze manier gedekt zijn.
  • 22. 21 2.4 Fase 4: Prototype Voor het prototype hebben wij als referentie het vorige ontwerp van de Ello1 groep gehandhaafd. Wij zijn met dit prototype om de tafel gaan zitten als teamen hebben toen ideeën als de datum veranderen en een bevestigingsmail toegevoegd. In plaats van ‘ Klusjes’, ‘ Meet-up’, en ‘Projecten’, hebben wij de knoppen ‘ Klusjes’ en ‘Activiteiten’ aangehouden. 2.5 Fase 5: Test Na bovenstaande punten te hebben geïmplementeerd in het prototype, zijn wij terug naar de ouderen gegaan en hebben we het nieuwe prototype met hen gedeeld. Het doel hiervan, was dat de ouderen konden meedenken met het bouwen van het prototype en hun eisen ten opzichte van Ello kenbaar konden maken. Zij zijn per slot van rekening de gebruikers. De ouderen gaven als input, om een toelichtingsknop toe te voegen, bij het beoordelen van leerlingen. Ook gaven de ouderen aan, dat zij het liefst zo min mogelijk knoppen zien om het geheel overzichtelijker te maken.
  • 23. 22 3 Resultaten In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het literatuuronderzoek en de interviews beschreven. Met behulp van literatuuronderzoek en interviews met de ouderen, scholen en leerlingen zijn de aspecten wenselijkheid en haalbaarheid onderzocht. 3.1 Interviews ouderen In deze paragraaf zijn de resultaten van de interviews opgenomen. De interviews zijn bij de ouderen thuis afgenomen en de leerlingen zijn op straat korte vragen gesteld. De interviewresultaten van de ouderen zijn onderverdeeld over 5 categorieën, namelijk Zelfstandigheid, Sociale contacten, Hobby’s, IT en Interesse ELLO. Zelfstandigheid Bij klussen worden vaak buren, familie of kennissen ingeschakeld. Hierbij kunt u denken aan problemen met de computer, een deur die geplaatst moet worden of een schutting die moet worden geverfd. Taken in het huishouden en zaken als boodschappen worden vaak zelf gedaan. Sociale contacten De sociale contacten van de ouderen bestaan voornamelijk uit familie en vrienden. Hobby’s Hobby’s van de ouderen zijn vaak televisie kijken, kaartspellen, wandelen, bezienswaardigheden bezoeken (zoals musea) en lezen. IT Omdat ELLO een elektronische oplossing is, moeten de ouderen de mogelijkheid hebben om het te gebruiken. Uit onze interviews blijkt, dat iedereen nu een computer, laptop of smartphone heeft of deze in de toekomst gaat aanschaffen. Daarnaast gaf iedereen aan positief tegenover de technologie te staan. Interesse ELLO? Het overgrote merendeel van de ouderen staat positief tegenover ELLO, ze geven bijvoorbeeld aan dat ze activiteiten als wandelingen wel willen doen. Omgekeerd zijn zij ook bereid om leerlingen te helpen, met zaken als huiswerk. Overige punten De groep ouderen geeft aan, dat het belangrijk is voor de koppeling, dat er een klik is tussen de ouderen en de leerlingen; Dat de interesses hetzelfde zijn. Ook veiligheid is een aspect wat bij vrijwel ieder interview terugkwam, de ouderen willen garantie dat de leerling die langskomt, wel echt de leerling is die zich voor de klus heeft aangemeld. Tevens vindt u een overzicht van alle resultaten van het eerste interview terug in de bijlage 8.2 en de resultaten van het tweede interview is te vinden in bijlage 8.3.
  • 24. 23 4.1.1 Interviews leerlingen We hebben leerlingen op straat aangesproken en korte vragen gesteld of zij ELLO zien zitten of ouderen willen helpen met klusjes. De uitkomst hiervan is op onderstaande afbeelding te zien. Figuur 6 Uitwerkingen interviews jongeren Van de geïnterviewde leerlingen vindt dus 75% het een goed idee, om met behulp van ELLO ouderen te helpen t.b.v. hun maatschappelijke stage. Ook de ouderen staan hier positief tegenover, de merendeel van de groep vind het een goed en leuk initiatief. Op de afbeelding hieronder is dit te zien. Geel staat voor interesse. Het was lastig om de scholen te benaderen, er is uiteindelijk door een aantal gereageerd via de telefoon. Ook zij waren enthousiast over ELLO. 1 van de scholen reageerde via de e-mail. Deze gaf aan het een leuk initiatief te vinden maar vond het stadium nog te pril en had het te druk (zie e-mail bijlage 7.5) Leuk 75% weet het niet 8% Niet leuk 17% ELLO voor maatschappelijke stage?
  • 25. 24 3.2 Literatuuronderzoek/deskresearch Uit onderzoek blijkt, dat alle scholen in Zoetermeer nog doen aan maatschappelijke stages dit is een belangrijke eis om ELLO mogelijk te maken. (Erasmus College, 2007) (Stedelijk College, 2014) (Scholen Combinatie Zoetermeer, 2014) Om de ouderen gebruik te laten maken van de app ELLO, hebben ouderen beschikking nodig over een laptop, tablet, smartphone of computer. Uit literatuuronderzoek blijkt, dat veel ouderen deze middelen inmiddels hebben. “Ouderen zijn de laatste jaren massaal gebruik gaan maken van internet”. (Schalken, 2012) Het is makkelijker dan ooit, om zonder technische kennis te surfen of foto’s te bekijken. (Schalken, 2012) Ook het CBS geeft aan dat ouderen steeds meer gebruik gaan maken van het internet: “Het aandeel 65- tot 75-jarige Nederlanders dat gebruikmaakt van internet is sinds 2005 ruim verdubbeld. Het internetgebruik in deze leeftijdsgroep, is vrijwel nergens in de EU zo hoog als in Nederland. Steeds meer ouderen bellen, winkelen en bankieren via het internet.” Een derde van de 75-plussers gebruikt internet. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2013) Met deze resultaten is het duidelijk dat veel ouderen technologie gebruiken of gaan gebruiken. Dit komt overeen met onze interviewresultaten.
  • 26. 25 4 Advies In dit hoofdstuk is ons advies opgenomen. Dit advies is tot stand gekomen door de interviews, deskresearch en design thinking (prototype laten zien). De onderzoeksvragen zijn afkomstig uit het projectplan. Hier zijn deze verdeeld onder de paragrafen Wenselijkheid, Haalbaarheid, Veiligheid en Ello app. 4.1 Wenselijkheid Voor het beoordelen van de wenselijkheid is het noodzakelijk om de wensen en eisen van de doelgroepen, en bereidbaarheid tot gebruik van de app ELLO te toetsen. Zoals het hoofdstuk resultaten weergeeft, staan de groepen positief tegenover ELLO. Hieronder volgen de beantwoorde onderzoeksvragen.  Hoe open staan scholen voor het idee van Ello? Gemengd; we hebben aan aantal scholen benaderd in Zoetermeer, waarvan zij niet allemaal reageerden. Wel doen alle scholen nog aan maatschappelijke stages en degenen die wel reageerden (3) staan positief tegenover Ello.  Hoe open staan leerlingen voor het idee van Ello? We hebben de leerlingen zonder hulp van de scholen benaderd; op straat. Zoals in het hoofdstuk resultaten staat beschreven, is het merendeel van de leerlingen positief, 75% ziet zichzelf wel ELLO gebruiken om ouderen te helpen met klusjes.  Hoe open staan ouderen voor het idee van Ello? De ouderen waren het meest positief van alle groepen; de overgrote meerderheid is positief tegenover ELLO. Ze staan er open voor om studenten over te vloer te krijgen en hulp te krijgen bij klusjes. Ook gaven zij aan bereid te zijn om studenten te helpen met bijvoorbeeld huiswerk.  Hoe reageren ouderen op prototype Ello? Het prototype werd goed ontvangen; er waren een aantal punten voor verbetering, zoals een optie om een toelichting te geven bij de beoordelingen en minder knoppen voor de overzichtelijkheid.  Hoe reageren leerlingen op prototype Ello? We hebben niet de gelegenheid gehad om de leerlingen het prototype te laten zien.  Hoe reageren scholen op prototype Ello? We hebben niet de gelegenheid gehad om de scholen het prototype te laten zien.
  • 27. 26 4.2 Haalbaarheid Bestaande projecten/apps...  Wat is er op dit gebied al qua klusjesbemiddeling al? Op het gebied van klusjesbemiddeling is er op dit moment het prikbord van VIP voor vrijwilligers. (Vip voor Vrijwilligers, 2014) Verder is er het product van student aan huis. Hier kunnen mensen ook klusjes plaatsen, maar dan voor technische zaken zoals computers, laptops en printers. (Student aan Huis, 2015) o Hoe functioneert dat? Het initiatief van stichting mooi is een online platform waar mensen klussen kunnen plaatsen, deze klussen worden vervolgens gecontroleerd door een groep ‘moderators’ van vrijwilligers van stichting mooi. Er is echter er geen controle, wie de klus gaat oppakken en of de klus uitgevoerd is. Student aan huis wordt aangeboden door een commercieel bedrijf wat mensen in dienst heeft, die opdrachtgevers aan opdrachtnemers koppelt. (Student aan Huis, 2015)  Hoe bevalt dit? Hier is niet iets concreets over te zeggen, maar na te hebben gekeken op het prikbord van stichting mooi zien we dat het niet actief wordt gebruikt. Er staan aanbiedingen van een jaar of ouder. o Hoe moet je Ello positioneren (of juist integreren met??) –zie o.a. Senior web, Student aan huis, en de Stichting Mooi oplossingen. Ello is een op zichzelf staand concept, daar het om zowel klusjes als activiteiten gaat is het niet mogelijk om het te koppelen met bijvoorbeeld de oplossing van Student aan huis.  Welke rol kan een welzijnsinstelling zoals Stichting Mooi (of een andere) betekenen? (VIP voor vrijwilligers) Stichting mooi kan ons voorzien van informatie, om ons te helpen met ons project. Ook zouden ze reclame kunnen maken voor ELLO (doorlinken op hun website). Dit zijn uiteraard aannames van ons. Ouderen Jongeren(scholen)  Hebben ouderen klusjes? Ja, uit de interviews blijkt dat alle ouderen klusjes hebben. De grootste groep schakelt hun buren, vrienden, familie of kennissen in voor de ‘grotere’ klussen, zoals een schilderij ophangen, een deur plaatsen, of meubilair verhuizen. De kleinere klusjes worden echter door de ouderen zelf gedaan. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld boodschappen doen, de hond uitlaten en het huishouden. o Wat voor soort klusjes hebben ouderen? De klusjes variëren van het huishouden, boodschappen doen en met de hond wandelen tot incidenteel zwaardere klussen, zoals boven is vermeld.
  • 28. 27 o En hoe vaak? Dit verschilt per klus, het huishouden is een taak die elke dag terugkomt, als er echter wordt gekeken naar de zwaardere klussen komen deze veel minder vaak voor. Omdat deze klussen zwaarder zijn blijven deze vaak liggen totdat er een hulp langskomt, zoals een familielid of een buurman. o Hoe zorgen ze nu dat die worden gedaan De kleinere klusjes worden door de ouderen zelf gedaan, sommige ouderen hebben bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Deze huishoudelijke hulp komt 1x per week langs om te helpen met bijvoorbeeld strijken, opruimen en stofzuigen. o Hoe goed gaat dat dan? Tot nu toe geeft iedereen aan dat het goed gaat, voor de grotere klussen is er meer hulp nodig. Bijvoorbeeld van leerlingen.  Wat voor soort klusjes zouden via een App richting leerlingen kunnen? Welke niet De leerlingen kunnen de ouderen helpen met klusjes, omtrent het huishouden, tuinonderhoud of bij problemen met de computer. Overigens kunnen de leerlingen geen hulp bieden in de verzorging (de ouderen wassen etc.), aangezien hier een diploma voor noodzakelijk is.  Hoe gaan scholen om met maatschappelijke stages en sociale doelen? De scholen, die wij hebben benaderd in de Gemeente Zoetermeer doen allemaal aan maatschappelijke stages en leggen de focus op het behalen van sociale en maatschappelijk doelen, middels de leerlingen. o Hebben ze ambities op dit vlak, zo ja welke? De scholen hebben aangegeven open te staan voor het concept Ello. Ze waren erg positief over het idee en zien potentie in Ello. Dit gaven zij telefonisch aan.
  • 29. 28 4.3 Veiligheid  Hoe ga je om met persoonlijke gegevens? Om de persoonlijke gegevens te waarborgen moet de applicatie Ello beschikken over een inlogsysteem, waarin de gegevens netjes worden opgeborgen. Iedereen die de applicatie gebruikt beschikt over een account (leerlingen, ouderen en begeleidend docent).  Hoe ga je om met persoonlijke veiligheid van ouderen en leerlingen? Uit de interviews is gebleken, dat de ouderen erg gesteld zijn op de veiligheid en om te zorgen dat het de juiste persoon is die voor de deur staat, is het genoodzaakt dat de leerling een badge draagt. Op de badge staan zijn of haar gegevens. Ook kunnen de ouderen vragen aan de leerling om zich extra te legitimeren (ID), dit als extra controle.  Hoe ga je veiligheid monitoren? Het monitoren van de veiligheid zal gebeuren door een docent, die de rol van begeleider op zich neemt. Deze begeleider zal erop toezien, dat de leerlingen met de ouderen worden gekoppeld. Ook zal de begeleider controleren of de leerling geschikt is voor de taak die hij/zij gaat uitvoeren bij de ouderen. Zo zal een student die niet goed is op IT- gebied sneller een ander klusje krijgen, dan bijvoorbeeld een printer repareren. Verder zal de begeleider erop toezien dat de student de klus binnen de vastgestelde tijd afrond. Dit kan door middel van een telefoontje. Tot slot kan de begeleider inzien wat de beoordelingen zijn van de ouderen aan de studenten. Als een oudere een lage beoordeling geeft aan een student, is het niet voor de hand liggend deze student opnieuw met deze oudere te koppelen.  Hoe ga je (probleem)jongeren aanpakken? De jongeren worden door middel van het puntensysteem gemotiveerd om zich in te zetten en te gedragen. Als iemand zijn best niet doet of zich niet gedraagt haalt diegene zijn punten niet voor de maatschappelijke stage, terwijl dit verplicht is van de school. Naar aanleiding van de antwoorden op onze onderzoeksvragen, hebben wij het volgende vastgesteld; alle betrokken doelgroepen zijn enthousiast over zowel het concept Ello als de app Ello en zij zien zeker potentie voor in de toekomst. Als we kijken naar de haalbaarheid zien we dat er al bestaande oplossingen zijn, maar dat hier niet ruimte is voor een maatschappelijke stage (het is commercieel). Verder hebben de studenten hier al ervaring, terwijl een van de doelen van een maatschappelijke stage ervaring opdoen is. Bovendien doet student aan huis alleen aan ICT gerelateerde klusjes, activiteiten voor bijvoorbeeld de gezelligheid vallen buiten Student aan Huis.
  • 30. 29 5 Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk is onze conclusie opgenomen en ons advies voor de volgende groep. De belangrijkste conclusies van ons onderzoek is, dat het concept Ello zeker wenselijk en haalbaar is, alle betrokken doelgroepen zijn enthousiast over het concept. Ook hebben alle partijen toegang tot de middelen, zoals computers, om de app Ello te gebruiken. Het advies die wij voor de volgende groep hebben is dat zij moeten kijken naar het financiële aspect van Ello. Wij wilden het financiële plaatje wel meenemen, maar dit viel buiten onze scope en ook zou dit niet haalbaar zijn in verband met de 10 weken, die hiervoor waren uitgetrokken. Via Stichting Mooi hebben wij vernomen, dat het Oranje fonds de instantie is, die mogelijk kan financieren. De eis is echter wel, dat je als groep met een concreet plan komt. De volgende groep kan dus bij deze instantie aankloppen. Ook het software ontwikkeling gedeelte valt buiten onze scope, hierbij gaat het om de app. Hierbij kunt u denken aan: Wie gaat de app ontwikkelen? Wie gaat het monitoren of updaten? Wellicht dat de volgende groep zich hiermee kan bezig houden. Ook hebben wij de sterke en zwakke punten in kaart gebracht, door middel van een SWOT- analyse. Dit is gebaseerd op de applicatie na alle feedback. Deze SWOT-analyse is te vinden in bijlage 7.3. Tot slot moeten de scholen naar ons inzien beter worden betrokken bij Ello, zoals eerder is aangegeven, ging dit bij ons niet erg goed. Mede vanwege de tijd die wij tot onze beschikking hadden voor dit project. We hebben ze kort gesproken, maar niet met ze rond de tafel gezeten. Een volgende groep geven wij als advies dit zeker te gaan doen. Wel hebben wij in ons prototype een scherm opgenomen voor de begeleidend docent, mogelijk ter controle op de leerlingen, die hij/zij begeleidt. Omdat de scholen weinig input hebben geleverd hebben wij hier niet verder aan gewerkt. Wij hebben geen gesprek met hun gehad, waar wij het graag over de gewenste functionaliteiten wilden hebben. Dit zou wellicht een uitdaging kunnen zijn, om dit verder te realiseren. Wat betreft het aspect veiligheid van de leerlingen hebben wij dit niet verder onderzocht. Wij hebben ons voornamelijk gefocust op de veiligheid van de ouderen, aangezien zij hier veel waarde aan hechten. Wij raden de volgende groep aan hier meer naar te kijken.
  • 31. 30 6 Bibliography Alphen, D. v. (2014). Ouderen in een digitale maatschappij. Utrecht: Universiteit Utrecht. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013, Mei 24). CBS - Een derde van de 75-plussers gebruikt internet - Webmagazine. Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3834- wm.htm Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013, December 13). CBS - Internetgebruik ouderen fors toegenomen - Webmagazine. Opgehaald van CBS: http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005- wm.htm Ello1. (2015). Adviesrapport. Zoetermeer: Haagse Hogeschool. Erasmus College. (2007). Erasmus College - Maatschappelijke stage. Opgehaald van Erasmus College: http://www.erasmuscollege.nl/nl/pages/leerlingen/maatschappelijke_stage Hartog, N. d. (2015). verslag morgenster vriendschap dating bureau. Zoetermeer: Stichting mooi. Honig, M. (2015, Augustus 15). Ouderen en Technologie. Amsterdam. Hoppe, A. (2013). Ouderen en de veranderingen van ICT. Utrecht. Linders, L. (2004). Eenzaamheid in de digitale stad. Eindhoven. M.A.J. Linde, W. v. (2012). Essay toekomst wonen met zorg in Nederland. Utrecht: TNO. Marjolein Broese van Groenou, T. v. (sd). Mens & maatschappij. Meijer, M. (2015). aankondigingsbrief behoefte onderzoek. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). Aantekeningen documenten. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). STAR. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). SWOT analyse. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). Uitkomsten voor de bewoners van de Morgenster. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). Uitnodiging speeddate middag. Zoetermeer: Stichting mooi. Meijer, M. (2015). vragenlijst, antwoorden en uitkomsten. Zoetermeer: Stichting mooi. OSO, B. v. (2012). Enquete publicatie . Zoetermeer. Ouderenbonden, O. S. (2010). Enquete samenvatting. Zoetermeer: OSO. Rijksoverheid. (2015). Hoe is de zorg en ondersteuning per 2015 georganiseerd? Rijksoverheid. Schalken, F. (2012). Digitale Ouderen. Scholen Combinatie Zoetermeer. (2014). Kerstactiviteiten voor ouderen. Opgehaald van Scholen Combinatie Zoetermeer: http://www.scholencombinatiezoetermeer.nl/cgi- oic/pagedb.exe/show?no=1849&fromno=1 Stedelijk College. (2014). INFORMATIEGIDS 2013-2014. Zoetermeer, Zuid-Holland. Stekelenburg, J. (2012). resultaten enquete. Zoetermeer. Student aan Huis. (2015). Computerhulp aan huis » Studentaanhuis. Opgehaald van Student aan Huis: https://www.studentaanhuis.nl/ Student aan Huis. (2015). Student aan Huis. Opgehaald van Student aan Huis: https://www.studentaanhuis.nl/algemene-voorwaarden/ Vip voor Vrijwilligers. (2014). Prikbord. Opgehaald van Vip voor Vrijwilligers: http://prikbord.vipvoorvrijwilligers.nl/
  • 32. 31 7 Bijlage In dit hoofdstuk vindt u de bijlagen, die van toepassing zijn voor ons project. 7.1 Vragen interview ouderen Dit is een overzicht van de vragen, die wij hebben gesteld aan de ouderen tijdens het afnemen van de interview. Wij hebben gekozen voor vier categorieën, omdat wij hier meer over wilden weten. Dagelijkse activiteiten Sociale netwerk Algemene info Vragen over ELLO Hoe ziet een doorsnee dag bij u eruit? Heeft u een grote familie? Wat zijn uw hobby’s/ interesses? Hoe zou u het vinden als leerlingen bepaalde klusjes voor u zouden uitvoeren. Wat doet u s’ avonds? Kijkt u een bepaalde serie dagelijks op tv? Ziet u uw kleinkinderen vaak? Zo ja, hoe vaak? Hoe vaak houdt u zich met uw hobby’s/ interesses bezig per week? Hoe kijk u tegen aan als er verschillende leerlingen bij u langskomen? Hoe zit het met boodschappen/klusjes? Heeft u personen waar u goed mee om gaat. Bijvoorbeeld buren of personen in de buurt? Sluit u zich aan bij bijeenkomsten, zoals bingoavonden? Of heeft u toevallig een voorkeur? - Dezelfde persoon - Geslacht - Nationaliteit Hoe aak gebruikt u een de computer? De IPad/smartphone? Wat doet u er allemaal mee? Als er klusjes bij u in huis gedaan moeten worden, wie helpt u daarbij? Wie is de eerste wie u belt? Zou u op een tablet, telefoon, laptop contact willen leggen en/of klusjes willen plaatsen voor jongeren? Bezitten ze deze gadgets wel?
  • 33. 32 7.2 Interviewverslagen Persoon 1 – 6 oktober 15 Meneer heeft een grote familie met 8 kleinkinderen. Persoon 1 was bij het vorig project betrokken en heeft de presentaties bijgewoond en weet daarom het één en ander van het project ELLO. Meneer is in het bezit van een Ipad. Hij heeft deze aangeschaft, omdat meneer vroeger veel reisde en dit ideaal was. Omdat meneer vroeger veel reisde is meneer ook in het bezit van een boot. Hij reisde samen met z’n vrouw 30 jaar lang. Persoon 1 doet de boodschappen nu nog zelf met de auto, maar merkt wel dat het inladen van de tassen steeds moeilijker wordt. Meneer heeft altijd zelf de klusjes gedaan in huis. Dat doet hij nu wel steeds minder zelf, omdat hij ondervindt dat hij steeds langer er mee bezig is en onhandig wordt. Meneer heeft wel bepaalde personen die hij roept voor hulp. Hij heeft namelijk 4 kinderen, die hij kan benaderen. Ook vindt meneer het handiger als er iemand meegaat naar bijvoorbeeld een huisarts, omdat hij niet veel dingen meer kan onthouden en als er dan iemand mee is kan diegene het voor hem onthouden. Sinds een halfjaar heeft meneer huishoudelijke hulp. Die komt 1 keer in de week 2 uur helpen met bijvoorbeeld strijken. Meneer is lid van de wijkkerk en vaak op de zondagen wordt er koffie gedronken met een groepje. Eén keer in de maand is er een etentje tegen betaling en dat geld gaat dan naar goede doelen. Van historisch genootschap in Zoetermeer is meneer ook lid van, maar doet hier verder niks bijzonders mee. Meneer wil graag nog een keer klaverjassen of te britsen. Als hij hier een uitnodiging voor zou krijgen, zou hij zeker wel gaan. Dit moet overigens wel plaatsvinden in de avond na het nieuws. Maar als het in de middag zou kunnen, zou meneer hier ook oor voor hebben. Het ligt er aan waar het is en wie het gezelschap is. Meneer staat niet open om met een studenten eventueel te kaarten bij hem thuis. Hij wilt liever iemand van zijn eigen leeftijd. Dit komt ook wel een beetje door het nieuws van tegenwoordig. Persoon 1 is erg voorzichtig, omdat hij niet veel meer kan. Ook als wij de veiligheid kunnen garanderen voor de app ELLO staat meneer hier niet open voor. Meneer heeft wel raad met klusjes die uitgevoerd moeten worden, ook met computerproblemen heeft hij wel personen., met name familie.
  • 34. 33 Persoon 4 – 6 oktober 15 Persoon 4 heeft met het vorig project meegedaan en is dus bekent met het project. Zij is aanwezig geweest bij de presentatie en vond ELLO erg leuk! Het onderwerp vond mevrouw er erg boven uit steken. Het lijkt mevrouw een erg goed project, meer omdat als je ouder wordt je niet veel zelf meer kunt. Zij vind dat jongeren dat leren omgaan met (oudere) mensen en zich te presenteren. Persoon 4 is in het bezit van een computer en iPad. Zij heeft nu en dan hulp nodig, maar kan over het algemeen veel dingentjes zelf op de computer. Ze doet voornamelijk haar mail en internet op de computer. Mevrouw heeft er geen moeite mee als er met ELLO verschillende studenten over de vloer zouden komen om eventueel klusjes te doen. Zij vindt het geweldig als jongeren hun best doen en wat voor in de maatschappij kunnen bereiken. Mevrouw doet op een doorsnee dag yogaoefeningen en doet veel in het huishouden, omdat hij man al op leeftijd is (10 jaar ouder) en niet veel meer zelf kan doen. Zo af en toe gaat mevrouw naar vrienden of kennissen en één dag in de week trekt mevrouw uit om alleen naar een museum te gaan ( dit vindt zij erg prettig omdat zij dan op haar gemak overal kan kijken). Mevrouw maakt dan gebruik van het openbaar vervoer. ’s Avons kijkt haar man tv en controleert zij haar mail of leest wat. Persoon 4 heeft niet echt bepaalde hobby’s ze heeft vroeger heel veel gedaan maar omdat ze nu wat ouder is wil het niet allemaal meer lukken. Haar handen belemmeren haar hiermee. Vorige maand heeft mevrouw haar laatste zusje verloren. Zij is nu nog de laatste van de 8. Dit voelt erg kaal. Voorheen ging ze er elke week naar toe en later werd dit één keer in de vierteen dagen. Haar zusjes zat in een verpleegtehuis en was erg dement. Als er iets in huis moet gebeuren is het best een probleem en daarom vindt mevrouw ELLO een goed project voornamelijk in dit geval. Mevrouw heeft wel zonen die haar af en toe kunnen helpen, maar die hebben ook een drukke baan waardoor ze niet altijd tijd hebben. Mevrouw wilt niet lastig overkomen en vooral niet op vrije dagen van hun zonen. In dit geval schakelt ze dan liever een klusjesman in. Verder is mevrouw niet aangesloten bij verenigingen zoals bingoavonden. Hier heeft mevrouw helemaal geen zin in en blijft liever bij haar man.
  • 35. 34 Persoon 6 – 1 oktober 15:00 – 16:00 Allereerst hebben wij het onderwerp ingeleid en aangegeven dat wij het project voortzetten m.b.t. de haalbaarheid en wenselijkheid van ELLO. Zij hebben hier niet eerder aan meegedaan, maar waren wel bij de presentatie en wat het doel van het programma is. Persoon 6 heeft zich niet aan gesloten bij een bepaalde vereniging, maar geeft wel aan dat ze iedere dag nog tijd te kort komt. De grote hobby van persoon 6 haar man is genealogie. Ze maken veel uitstapjes naar andere steden en hebben daarom ook een voordeelabonnement om mee te reizen. Bij mooi gaan zij altijd naar buiten met z’n tweeën en wandelen dan grote afstanden en met name natuurwandelingen. Mevrouw doet veel een aan crypto (puzzelen), maar doet niet aan sport. In de avond kijken zij veel tv en gaan vaak uiteten. Ze hebben geregeld bijeenkomsten met de familie. Ze zien hun kleinkinderen niet heel erg vaak, omdat ze net op de middelbare school zitten. Vandaar de bijeenkomsten. Ze plannen overigens bij die bijeenkomsten vakanties. Zo gaan ze met een grote groep (familie) op vakantie. Als er nu klusjes in huis moeten worden gedaan roepen zij de buurman, die helpt hun altijd. Ook hun kinderen staan altijd paraat. Beide personen gaven aan dat zij zeker gebruik zouden maken van de app ELLO en met name van de gezelligheid. Iemand om mee te wandelen of te puzzelen. Er was voorheen een bewonerscommissie in hun flat, die is helaas opgeheven. Dit was voorheen een mogelijkheid om contacten op te doen. Dit vinden zij beide erg jammer. Als het mooi weer was werd en zo nu en dan een barbecue gehouden in de tuin voor hun flat en dit vonden zij altijd erg gezellig. Als zij gebruik gaan maken van de app ELLO, willen zij wel van te voren weten welke studenten het zijn. Het liefst met een screening. Persoon 6 ( mevrouw) gaf echter wel aan dat zij wantrouwiger is geworden, dan dat zij vroeger was. Zij hebben een paar aanvaringen gehad, waardoor het vertrouwen wat minder is geworden. Verder hebben zij geen voorkeuren qua geslacht of iedere keer dezelfde student. Bij problemen met de computer maken zij al gebruik van een student (aangewezen via school / Ed Meijer). Dit bevalt heel erg goed. Als we de rollen om draaien en de ouderen de studenten zouden kunnen helpen dan staan ze hier zeker voor open. Dit zouden zij erg leuk vinden om te doen.
  • 36. 35 Persoon 7 – 1 Oktober 11:00 – 12:00 Persoon 7 was eigenlijk in de veronderstelling dat het project mensen in de buurt bij elkaar zou brengen en niet dat studenten. Dit is wat de persoon in kwestie als beeld had van het vorig project en wij hiermee verder zouden gaan. Desalniettemin vond persoon 7 het als nog een goed initiatief. Ook moesten wij het project nog een keer goed uitleggen, omdat persoon 7 vertelde dat er bij het vorig project 4 onderwerpen waren en het onderwerp ELLO nog een beetje vaag was bijgebleven. Persoon 7 gaf aan dat het gebruik van een computer/laptop/ iPad heel essentieel is en wij daar goed over na moeten denken, omdat veel ouderen wel weten wat het is, maar niet precies hoe het werkt. Hij sprak uit ervaring, omdat er nog weinig ouderen bij persoon 7 in de flat niet eens in het bezit is van een device. Wel hadden deze ouderen wel is met een computer gewerkt, maar hadden daar al wat problemen mee. De persoon in kwestie is lid van een fotoclub op de dinsdag middag met nog meer ouderen. Hier bekijken en bekritiseren zij de foto’s die zij hebben gemaakt. Dit vindt hij erg leuk en kijkt er iedere week naar uit. Hij maakt zelf ook veel foto’s. Persoon 7 maakt ieder jaar een fotoalbum van zijn kinderen en kleinkinderen en hangt dan de foto’s in de gang. Dit is een erg grote hobby van meneer. Ook fietst meneer vrij veel, helaas doet hij dit alleen. Hij heeft zich een tijdje aangesloten bij een fietsclub alleen beviel dit niet zo erg. Dit beviel niet, omdat persoon 7 naast een ‘’aardige’’ meneer reed en zijn hele privéleven meteen vertelde. Persoon 7 gaf echter wel aan dat het best stom van hem is om vanwege die reden meteen te stoppen.. De groep was overigens best wel groep en persoon 7 had op dat moment wellicht de verkeerde persoon waar hij naast fietste. Op het moment doet persoon 7 veel in het huishouden en verveelt zich niet. Zijn vrouw is net geopereerd en mag niet veel doen. Zijn vrouw is erg tevreden over hem. Koken vond hij overigens wel een beetje moeilijk, om alles tegelijkertijd warm op tafel te serveren. Het fietsen is z’n eentje vind hij op zich best prima, maar in gezelschap zou ook leuk zijn. Hij vertelde dat hij zijn kleinkinderen nu net fietsen dus meer wilt gaan doen. Ook stond hij open om via de app ELLO met iemand te gaan fietsen, omdat hij tot nu toe nog niemand heeft gevonden, alleen vind hij wel dat de interesses identiek moeten zijn. Bijvoorbeeld fietsen , om het fietsen en om calorieën te verbranden of om juist te genieten van de omgeving en af en toe te stoppen om foto’s te maken. Eén keer in de twee weken hebben hij en zijn vrouw oppasdag. Hun brengen dat hun kleinkinderen naar school en halen ze s ’middags op. En dan hebben zij eigenlijk nog maar een paar uurtjes om met de kinderen wat te doen, omdat hun ouders dan alweer komen uit werk. Wellicht dat het naar school brengen en halen vanaf nu op de fiets kan gebeuren, als het weer het toelaat.
  • 37. 36 Persoon 7 wist niet precies hoe vaak en wanneer het is, maar in de bibliotheek zitten een paar computerdeskundigen waar ouderen terecht kunnen met eventuele problemen met hun computer/ laptop. Elke woensdagmorgen is er bij hem in de flat ook een expert om eventuele vragen aan te stellen m.b.t. computers. Overigens heeft meneer hier ook wel eens gebruik van gemaakt. Als meneer er bij meneer nu wat klusjes gedaan moeten worden (vooral zware dingen, zoals een nieuwe deur er in zetten) dan roept hij zijn buurman en doen zij het samen. Verder kan hij veel dingen zelf. Overigens heeft hij en zijn vrouw veel contact met ouderen in de flat en komen zo af en toe een bakje koffie doen. Persoon 8 – 5 oktober 13:00-14:00 Persoon 8 was niet op de hoogte van het project, dus hebben wij het allereerst ingeleid. Zij vertelde dat ze hier al wat over had gehoord op het nieuws (jong en oud met elkaar verbinden in het kader van eenzaamheid) en zij dit een leuk idee vond. Mevrouw zit in het bestuur van ANBO, daarnaast zit ze ook nog in de redactie van een maandelijks blad. 2 keer jaar organiseert de ANBO een gezellige dag voor de ouderen en is specifiek gericht op ouderen die moeilijk de deur uitkomen. Zij komen dan met de taxi of een busje aan. De ouderen komen dan in de ochtend aan en worden tot een uurtje of 5 vermaakt met presentaties, activiteiten en eten gezellig wat aan het einde (vaak chinees 99% is hier dol op). Verder houdt mevrouw zich bezig met haar huishouden en haar hondje. Ook zit ze in een koor op niveau. En worden geacht om thuis te studeren. Dinsdag zijn de repetities en donderdag krijgen zij het huiswerk op. Dit wordt voornamelijk digitaal aangeleverd. Er zijn overigens uitzonderingen voor bepaalde ouderen die niet overweg kunnen/ willen met een computer en zij krijgen een cd mee om hun huiswerk voor te bereiden (hooguit 10% krijgt een cd). Persoon 8 kan op zich best goed overweg met de computer. Ondanks zij haar huiswerk digitaal doet, mailt ze veel en bewaart foto’s van haar kleinzoon in aparte albums. Ook de vergaderstukken en agendapunten van de ANBO worden digitaal geleverd en dat kan mevrouw allemaal goed bijhouden. Haar zoon, die overigens aan de overkant woont, stelde haar voor om Windows 10 te gaan gebruiken. Mevrouw stond hier open voor maar dit is niet zo goed bevallen. Ze moest hier veel ondersteuning voor hebben, aangezien zij niks meer kon vinden. Ze is blij dat haar zoon goed overweg kan met computers, want die kan haar vaak te hulp schieten bij problemen, maar niet alleen met problemen met de computer ook bij eventuele klusjes. Persoon 8 is niet in het bezit van een smartphone, maar zit er wel aan te twijfelen deze aan te schaffen. Als zij het ziet bij anderen wil ze het ook wel erg graag (ze is er nieuwsgierig naar). Wel vindt ze het jammer dat als ze in de trein zit naar haar zoon in Amsterdam, dat veel mensen met een telefoon zitten en er geen praatje meer wordt gemaakt.
  • 38. 37 Mevrouw heeft niet echt een grote familie en is gescheiden. Mevrouw heeft wel nog contact met haar ex en zijn nieuwe vrouw. De nieuwe vrouw van haar ex heeft baarmoederhalskanker en belt vaak om te vragen hoe het tot nu toe gaat. Verder zij heeft 2 zonen en heeft niet veel contact met buren in de buurt. Zij groet haar buren wel, maar meer dan dat is er niet. Persoon 8 is erg blij dat ze nog gezond is en goed ter been. Zij fietst veel en loopt met mooi weer best lange afstanden met haar hondje. Met betrekking tot ELLO, zou mevrouw hier in de toekomst wellicht wel is gebruik van maken. Ze staat hier open voor en lijkt het leuk om studenten te kunnen helpen met bijvoorbeeld Nederlands. Verder heeft zij geen voorkeuren betreft studenten die langskomen. Het lijkt haar wel belangrijk dat het goed klikt, bijvoorbeeld dezelfde interesses.
  • 39. 38 7.3 SWOT Analyse ELLO 7.4 Emails studentaanhuis.nl en studentkarwei.nl Van bovenstaande organisatie heb ik geen mail terug gehad. Strenghts Weaknesses Overzichtelijk Gebruiksvriendelijk Mogelijkheid klusjes plaatsen Activiteiten plaatsen Doelgroepen enthousiast Klussen beoordelen (overzicht voltooide klussen) Kosten onduidelijk Maar 2 groepen gekoppeld (jong en oud) Verantwoordelijkheid monitoring onduidelijk Opportunities Threats Kan ook voor andere doelgroepen gebruikt worden Trainingen nodig Luie ouderen Veiligheid (hacks, misbruik accounts)
  • 40. 39
  • 41. 40 7.5 Vragenlijst Stichting Mooi 1. Wat is jullie ervaring met het vacaturesysteem om ouderen en jongeren te verbinden? 2. Wat hebben jullie tot nu toe gevonden? 3. Wat zijn de knelpunten? 4. Hoe kijken ouderen en studenten naar jullie oplossing? Wordt het al gebruikt? 5. Wat voor klusjes vragen ouderen vooral aan? Waar hebben ze het meeste hulp bij nodig? 6. Hoe gaat stichting mooi om met de privacy van de gebruikers? Hebben zij een account, waarmee zij moeten inloggen? 7. Hoe denkt u dat de veiligheid het beste gewaarborgd kan worden? En hoe wat dat nu gedaan met het prikbord? 8. Hoe vindt de afhandeling plaats van een afgeronde werkzaamheden? 9. Kunnen geplande werkzaamheden geannuleerd worden door de ouderen zelf? 10. Is er genoeg vraag en aanbod? 11. Zijn er scholen betrokken of alleen jongeren? 12. Kennen jullie nog andere partijen waar wij waardevolle informatie vandaan kunnen halen? 13. Hoe wordt jullie oplossing gefinancierd? En welke instantie zou ons wellicht kunnen financieren? Aantekeningen gesprek stichting mooi 17.09.15 13:00 Algemeen Samenbrengen jong en oud gaat nu meer op organiserend niveau, met een tussenpartij. 1 op 1 is niet mogelijk vanwege veiligheid. Controle taak nodig. i.p.v. ouderen die hulpvragen posten zouden ook jongeren dit kunnen doen. Er is wel behoefte van ouderen aan hulp voor klusjes maar jongeren hebben geen behoefte. Proef nu bezig waarbij jongeren een ‘vriendschapsbureau’ beheren en als controleur fungeren voor de te koppelen personen. De jongeren wijzen dus personen aan elkaar toe om te helpen/langs te gaan. Misschien dat jongeren zonder grootouders meer interesse hebben. Kortom de problemen: Jongeren geen behoefte, ouderen waarschijnlijk ook niet. Zoals boven genoemd, de veiligheid. Scholen in Zoetermeer: MBO: ID College
  • 43. 42
  • 44. 43
  • 45. 44 7.7 Telefonisch contact scholen 27-10-2015 Gesproken met receptioniste van het SCZ. E-mail adres gekregen van stage coördinator mevrouw Van Es. sfmhsvanes@scz.nl Afgesproken hier e-mails naar te sturen. Meteen gedaan.
  • 46. 45 7.8 OSO enquete OSO-enquête 2012 In oktober 2012 heeft de stichting OSO een enquête doen uitgaan onder de leden van haar vaste panel, aangevuld met een aantal nieuwe leden van de samenwerkende ouderenbonden in Zoetermeer. Vande 200 verzondenvragenformulierenzijn138 (69%) ingevuldgeretourneerd. De belangrijkste uitkomsten zijn: 1. 32% vande ouderengeeftaanhulpte krijgenvanwijk- of buurtzorg,of vanfamilie,burenof vrienden; 2. 30% vandegenendie hulpkrijgenzouzonderdie hulpnietinhunhuidige woningkunnen blijvenwonen; 3. 49% vanalle geënquêteerdenverwachtbinnen 5jaar meerhulpnodigte hebben; 4. 64% vande geënquêteerdenzal de eventueel noodzakelijkehulpinde toekomst nietvia familie/vriendenkunnenkrijgen; 5. Bij eentoenemende behoefte aanzorgverwacht32% inde toekomstinfinanciële problemente zullenkomen; 6. Ruimde helftvande geënquêteerdenwoontsamenmeteenpartner,vanhenzou32% i.v.m. de gezondheidstoestandvande partnerwillenverhuizennaareenwoningwaarde benodigde zorgbeterbereikbaaris; 7. Ruim75% vanalle geënquêteerdenwil,bij eeneventueel noodzakelijkeverhuizingnaareen verzorgings- of verpleeghuis,inZoetermeerblijvenwonen. Conclusie: a. Deze uitkomstenbevestigende meningvande stichtingOSOdatde behoefte aanpassende huisvestingvoorouderensterkzal toenemen; b. Wij zijnvan meningdatookinde toekomstbehoefte zal blijvenbestaanaanhuisvestingvan oudereninéénof meerverzorgingshuizen; c. Wijk- enbuurtzorgzulleneensteedsbelangrijkerrol gaanspelen; d. Stapelingvanbijdragenzetde koopkrachtvanouderenonderdruk. Aanbevelingen: 1. De gemeente betrektbovenstaande resultateninháár onderzoeknaar de behoefte aan ouderenhuisvestingenweegtdie mee inhaar beleid; 2. De gemeente roepteenstuurgroepin hetleven,bestaande uit vertegenwoordigersvan relevante organisatiesals StichtingMooi,Wmo enwijk- enbuurtzorg, die eenadequate organisatie opzet om de Wmo-opdracht van “eigenverantwoordelijkheid” uitte voeren. De kwartiermakers ontwikkeleneenplanhoe op buurtniveauvrijwilligerste mobiliseren en te ondersteunenmetprofessionalsdoorkennisoverdracht en coördinatie. Zoetermeer,december2012 Bestuurvande StichtingOSO
  • 47. 46 OSO-enquête 2012 resultaten: Verstuurdaanledenvanhetpanel: 120 Verstuurdaanmogelijkenieuwepanelleden: 80 Totaal 200 Standop 2 november: 131 ingevulde formulieren 3 enveloppenretour 10 nieuwe aanmeldingen 131: vrouwen mannen totaal 83 48 Leeftijdsverdeling: 64jaar of jonger 9 4 13 65 – 70 14 9 23 71 - 75 15 14 29 76 - 80 16 13 29 81 – 85 17 6 23 86 en ouder 9 2 11 Woonsituatie: - 70% woontbinneneenwoonservicezone - 87% kaneenbibliotheekbereiken - 90% kangebruikmakenvanontspannings- enhobbyactiviteiten - 70% woontbinnen eenafstandvan300 metervan halte van(ouderen)busof tram - 60% zou,zo nodig,kunnenbeschikkenovereenoplaad- enstallingsmogelijkheidvooreen scootmobiel - 15% heefteenalarmeringssysteeminde woning,vande overigenheeft12% daar wel behoefte aan. Huidige behoefte aanzorg: - 17% bezoektminstens1x per maandde huisarts - 15% gaat minstens1x per maandnaar de fysiotherapeut - 39% bezoektde apotheekminstens1x per maand - 10% krijgthulpvanwijk- of buurtzorg - 25% krijgthulpvananderen - 30% vandegenendie hulpkrijgenzouzonderdie hulpandersmoetengaanwonen - 9% zou behoefte hebbenaanmeerzorg - 86% weetwaarze terechtkunnenmetvragenoverzorg - 5% zou lieverwillenverhuizennaareenwoningwaarde benodigdezorgbeterbereikbaaris. Visie opde toekomstigebehoefte aanzorg: - 49% verwachtbinnen5jaar meerzorg nodigte hebben - 17% verwachtover5 jaar nietmeerindezelfde woningte kunnenwonen,60% daarvan omdatde huidige woningdannietmeervoorhengeschiktis - 36% verwachtde eventueel benodigdezorginde toekomstookviafamilie/vriendente kunnenkrijgen
  • 48. 47 - 60% geeftaanvoldoende overalle zorgvoorzieningeninZoetermeerte weten - 32% verwachtinde toekomstinfinanciële problemente komenbij toenemende behoefte aan zorg - 81% wil bij eeneventuele verhuizingnaareenverzorgingshuisbij voorkeurinZoetermeer blijvenwonen - 70% wil bij eeneventueel noodzakelijke opnameineenverpleeghuisbij voorkeurin Zoetermeerblijven. Zorg vooreenpartner: - 43% vande vrouwenen83% vande mannenwoontsamenmeteenpartner,58% van het totaal. - 34% vandie partnersheefthulpnodigomte kunnenfunctioneren - Die hulpwordtin de meeste gevallendoorde eigenpartnergegeven,in25% vande gevallen door wijk- enbuurtzorg - 30% zouzonderdie hulpergensandersmoetengaanwonen - 32% vanallendie meteenpartnersamenwonenzoui.v.m.de gezondheidstoestandvande partnerwillenverhuizennaareenwoningwaarde benodigdezorgbeterbereikbaaris. Opmerkingen: - Kleinereresponsdanvorigjaar - Teleurstellendweinignieuweaanmeldingen - Hoe is hetmetde representativiteit,slechts1panellidgaf aanineenverzorgingshuiste wonen. OSO-enquete september2010 (samenvatting) - In september2010 iseenaantal ledenvande drie ouderenbonden inZoetermeerdoorhet bestuurvande StichtingOSObenaderdmeteenvragenlijst.De vragenhaddenbetrekkingop de woonsituatie vanouderenenhunwijzenvancommunicatie. - Vande 148 verstuurde formulierenzijnslechts50teruggekomen( 34%) - Verhoudingman- vrouw:35 - 65, gem.leeftijd:76,6 WONEN: - 27,4% woontineenkoophuis,70,6% in eenhuurhuis,2% ineenverzorgingstehuis; - 62,7% woontsamenmetpartner,de overigenzijnalleenstaand; - 28% woontineenleeftijdsbestendige woning,38% wil inhethuidige huisblijvenwonen,als dat voldoendekanwordenaangepast,34% wil (opdenduur) naar eenaangepaste woning verhuizen; - Van54% wonenkindereninZoetermeerof omgeving,van32% wonenkinderenverderdan 30 km buitenZoetermeer - 52% wil inZoetermeerblijvenwonen,ookalsde kinderenverbuitenZoetermeer(gaan) wonen; - Eenkleingedeelte, 8%, zouoverwegensamenmetkinderenineengroterhuiste gaan wonenwaaringescheidenwoonruimtenaanwezigzijn.26% vande respondentenvindtdat dergelijke grotere woningeninZoetermeerbeschikbaarzoudenmoetenzijn; - Indienaanpassingenaande woningpraktischmogelijkzijn,geeft42% aan dat zelf te kunnen regelenenfinancieren; - Bij 60% zijnaanpassende voorzieningeninhethuisaangebracht,grotendeelsgeregelden gefinancierddoorderden,zoalsde gemeente,de woningcorporatie,de WMO.
  • 49. 48 COMMUNICATIE: - 72% beschiktovereencomputer,vande overigengeeft33% aan geencomputervaardigheid te bezitten,maardatwel te willenleren; - De computerwordtgebruiktvoore-mail (83%),internet(75%),hetschrijvenvantekstenen brieven(58%) enspelletjes(58%); - De mensenzondercomputergebruikenvoornamelijkde telefoonommetanderente communiceren. 7.9 Vragenlijst leerlingen Vraag 1 Welkleerjaarzitje? Vraag 2 Geslacht:Man/vrouw Vraag 3 Doetjouwschool aan maatschappelijke stages? - Zo ja, wat vind je daarvan? Leuk/niet leuk? Zo nee,zouje willendatje school erwel mee gaatbeginnen Vraag 4 Zou jij voorstage ouderenwillenhelpen (bijvoorbeeldmetklusjesof andere werkzaamheden) of gezelligeenkopje koffie drinken? Uiteraard hebben wij eerst het concept goed ingeleid met name wat ELLO is, waar het voor staat, wat de bedoeling is en om wat voor klusjes / activiteiten het zal gaan.
  • 50. 49 8 Vragenlijst scholen Wat is de achterliggendereden,datuwschoolwel/niet aan maatschappelijkestage doet? - Zo nee, waarom niet? Heeft school de behoefte (als er verschillende voordelen mee te behalen zijn) om in de toekomst maatschappelijke stage opnieuw in te voeren - Zo ja, wat is de reden dat jullie ermee zijn doorgegaan Zou u uwleerlingengebruiklatenmakenvande appELLO, die ouderenenjongerenmet elkaarkoppelen? In welkleerjaargaande studentenopmaatschappelijke stage? Hoe zou u hetvindenomeenappals ELLO te gebruikenvoorhetvindenvanmogelijke Hoe wordende leerlingenbegeleidttijdenshunmaatschappelijke stage?Hoe houden begeleidersde controle overde studenten? Denktu dat er vanuitde studenteninteresse zal zijnomtijdenshunmaatschappelijke stage ouderenouderengezelschapte houdenof te helpenmetbepaalde werkzaamheden?(boodschappendoen,strijken,kaartspellenspelenetc.) 8.1 Resultaten leerlingen eerlingen Leerjaar Geslacht School MAS Leuk/Niet leuk Ouderen helpen eerling 1 3 Man Ja Leuk Ja eerling 2 3 Man Ja Leuk Ja eerling 3 3 Vrouw Ja Leuk Ja eerling 4 3 Vrouw Ja Leuk Nee eerling 5 3 Man Ja Niet leuk Nee eerling 6 4 Man Ja Leuk Ja eerling 7 2 Man Ja Leuk Ja eerling 8 3 Man Ja Leuk Ja eerling 9 2 Vrouw Ja Leuk Ja eerling 10 2 Man Ja Niet leuk Nee eerling 11 2 Man Ja Weet het niet Misschien eerling 12 2 Vrouw Ja Leuk Ja
  • 51. 50 8.2 Resultaten interview ouderen (post its)
  • 52. 51 8.3 Resultaten tweede interview ouderen Allereest hebben wij het prototype laten zien aan de ouderen. De bedoeling was dat zij de applicatie kunnen ervaren. Zij kregen een soort van demo van ELLO, hoe het er wellicht uit komt te zien en hoe het ongeveer gaat werken. Tevens hebben wij ook verteld, dat er een inlogscherm komt, waar men zich dient aan te melden. Daar waren de ouderen tevreden over. Het is overigens ook meteen een veiligheidsaspect. Verder hebben we de ouderen onze ideeën omtrent de begeleider van de leerling verteld. Het ging om het feit dat de begeleider de klus moet goedkeuren, voordat de leerling dit daadwerkelijk mag uitvoeren. Uit de tweede interview is gebleken dat ouderen ook graag een toelichting willen geven bij de beoordeling van een leerling. Uiteraard hebben wij dit meegenomen in ons prototype. Op deze manier kan de docent ook een keuze maken omtrent de goedkeuring. In bovenstaande afbeelding vindt u de meeste voorkomende punten, die wij hebben gekregen van de ouderen als feedback op het prototype. Overigens waren zij ook erg enthousiast over de manieren, hoe wij de veiligheid willen waarborgen. En als laatste hebben wij de ouderen uitgenodigd voor het bijwonen van onze eindpresentatie en uiteraard de lunch en met succes, want al onze ouderen waren aanwezig.
  • 53. 52 8.4 Projectplan Projectplan Project “ELLO” De Haagse Hogeschool (Zoetermeer) HASAN TAS (13115316) ELINE ERADUS (13038036) JUSTIN SLINGER (13074199)
  • 54. 53 Inhoudsopgave 1 INLEIDING ...........................................................................................................................54 2 ACHTERGRONDEN ...............................................................................................................55 3 PROJECTRESULTAAT ............................................................................................................56 3.1 DOELSTELLING.................................................................................................................56 3.2 RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN ...........................................................................56 3.3 ONDERZOEKSVRAGEN........................................................................................................57 3.3.1 Haalbaarheid...........................................................................................................57 3.3.2 Wenselijkheid ..........................................................................................................58 4 PROJECTACTIVITEITEN .........................................................................................................58 4.1 TUSSENRESULTATEN..........................................................................................................58 4.2 EINDPRODUCTEN .............................................................................................................58 5 KWALITEIT...........................................................................................................................59 6 PROJECTORGANISATIE.........................................................................................................60 7 PLANNING...........................................................................................................................61
  • 55. 54 Inleiding In dit hoofdstuk is de inleiding van dit document opgenomen. Het projectplan geeft informatie over het project. Hierin staat beschreven wat het project inhoudt en welke afspraken er zijn gemaakt. Het is geschreven voor de projectgroep en de opdrachtgever en biedt houvast aan deze groepen. Het projectplan begint met het hoofdstuk Achtergronden; dit is een hoofdstuk waarin de achtergrond van het project wordt beschreven. Een korte beschrijving van de opdrachtgever en de aanleiding van het project is hier terug te vinden. Vervolgens het hoofdstuk Projectresultaat; dit hoofdstuk is onderverdeeld over twee paragrafen: ‘Doelstelling’ en ‘Randvoorwaarden en uitgangspunten’. Hier komt terug welke eisen er gesteld zijn aan het projectresultaat en globaal het te leveren projectresultaat. In het hoofdstuk Projectactiviteiten wordt beschreven wat we moeten doen om het projectresultaat te behalen en wat de tussenresultaten zijn. Later in het project zal er in dit document een Business Case worden opgenomen met de kosten en baten. Tussenresultaten is het volgende hoofdstuk; hier wordt weergegeven wat voor resultaten er in de loop van het project worden opgeleverd. Uiteraard is kwaliteit een belangrijk aspect van een project, in het hoofdstuk Kwaliteit wordt hier aandacht aan gegeven. Hierbij gaat het om hoe wij de verwachte kwaliteit gaan leveren en toetsen. Om duidelijk te maken wie de betrokkenen zijn bij het project, is hiervoor het hoofdstuk Projectorganisatie opgenomen. Hier wordt beschreven wie er betrokken zijn bij het project, zowel intern (teamleden) als extern (opdrachtgever, docenten). De projectplanning is te vinden onder het hoofdstuk Planning; hier komt de globale planning van het project terug. Later in het project zal het hoofdstuk Project grenzen aan dit document worden toegevoegd; hier zal te vinden zijn wat er wel en wordt gedaan in het project (de scope).
  • 56. 55 Achtergronden ELLO, een applicatie/ platform, die ouderen in staat stelt om in contact te komen met andere ouderen en/of studenten, is ontstaan uit een eerder project. Tijdens dit project werd er gekeken naar hoe de levenskwaliteit van ouderen in de gemeente Zoetermeer met behulp van een sociale innovatie kon worden verbeterd. Met ELLO hoopte men de vereenzaming onder de ouderen tegen te gaan en een steuntje in de rug te bieden, zodat zij langer zelfstandig thuis kunnen wonen. De belangrijkste functie van ELLO is dat ouderen klusjes kunnen plaatsen waarop gereageerd kan worden door ouderen of studenten. Op deze manier kunnen de ouderen op een eenvoudig manier worden geholpen. Als vervolg van het vorig project, hebben wij als groep, de opdracht gekregen van de gemeente Zoetermeer, om ELLO nader te onderzoeken. Het onderwerp is een maatschappelijk relevant probleem. Er zijn veel bezuinigingen omtrent de zorgsector, met name de hulp in de huishouding, waarbij het aantal uren per cliënt afneemt. Tijdens dit project zullen wij voornamelijk onderzoeken of ELLO überhaupt wel haalbaar en wenselijk is. Zitten ouderen op deze uitkomst te wachten en staan scholen open voor een eventueel puntensysteem, waar de studeten d.m.v. klusjes punten mee kunnen verdienen.
  • 57. 56 Projectresultaat Sociale cohesie en eenzaamheid zijn twee aspecten die een steeds grotere rol spelen in onze samenleving onder de ouderen. Veel ouderen voelen zich steeds eenzamer en krijgen het steeds moeilijker naar mate hun leeftijd vordert. Overigens speelt niet alleen de leeftijd een rol. Het verlies van relaties is ook een belangrijke oorzaak van eenzaamheid. Ook is de afwezigheid van sociale contacten en de weinige activiteiten zijn ook bronnen voor het ontstaan van eenzaamheidgevoelens. De meerderheid van de ouderen vindt belangrijk om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Zij nemen indien nodig een huishoudelijke hulp in dienst en vragen hulp bij voor hen te zware klusjes, dit om niet in een verzorgingstehuis terecht te komen. Doelstelling Ons doel middels dit project is, om te zorgen dat ouderen beter worden ondersteund met klusjes die gedaan moeten worden. Ouderen merken dat hun vitaliteit achteruit gaat, waardoor bepaalde klusjes te zwaar worden. Hiervoor is een oplossing bedacht genaamd de applicatie/platform ELLO. ELLO moet de vereenzaming onder de ouderen tegen gaan en de ouderen een steuntje in de rug bieden, zodat zij langer zelfstandig thuis kunnen leven. En op deze manier de participatiemaatschappij onder de generaties (ouderen en studenten) te stimuleren. Door middel van deze applicatie kunnen studenten de ouderen helpen met verschillende activiteiten die voor de ouderen onmogelijk zijn. ELLO is een ruw concept, dat het probleem moet verminderen. Wij als groep zullen met dit concept aan de slag gaan, om te kijken of dit überhaupt wel haalbaar en wenselijk is. Het concept zullen wij verder ontwikkelen, op basis van de input van de stakeholders, in de vorm van prototypes, een business model en een business case. Randvoorwaarden en uitgangspunten Hieronder enkele randvoorwaardes en uitgangspunten die we hebben achterhaald tijdens een gesprek met de opdrachtgeefster.  Zo beperken we ons enkel tot de alleenwonende ouderen en niet de ouderen die in een verzorgingstehuis wonen. Zij hebben al voldoende zorg van de medewerkers daar.  Daarbij gaan we scholen benaderen om meer te weten te komen over het “puntensysteem”.  Ook ligt de focus momenteel enkel op de gemeente Zoetermeer.
  • 58. 57 Onderzoeksvragen In deze paragraaf komen de onderzoeksvragen aan bod. De vragen zijn onderverdeeld in een aantal sub kopjes. De onderzoeksvraag luidt: ‘In hoeverre is het haalbaar en wenselijk dat jongeren klusjes voor/activiteiten met ouderen doen?’ De onderzoeksvraag is hieronder verdeeld over een aantal kopjes. Zo is haalbaarheid een apart stukje en is wenselijkheid er ook een. Haalbaarheid Bestaande projecten/apps...  Wat is er op dit gebied al qua klusjesbemiddeling al? o Hoe functioneert dat?  Hoe bevalt dit?  Hoe verhoudt dat zich tot Ello? o Hoe moet je Ello positioneren (of juist integreren met??) –zie o.a. Senior web, Student aan huis, en de Stichting Mooi oplossingen.  Welke rol kan een welzijnsinstelling zoals Stichting Mooi (of een andere) betekenen? (VIP voor vrijwilligers) Ouderen Jongeren(scholen)  Hebben ouderen klusjes? o Wat voor soort klusjes hebben ouderen? o En hoe vaak? o Hoe zorgen ze nu dat die worden gedaan o Hoe goed gaat dat dan?  Wat voor soort klusjes zouden via een App richting leerlingen kunnen? Welke niet?  Hoe gaan scholen om met maatschappelijke stages en sociale doelen? o Hebben ze ambities op dit vlak, zo ja welke? Veiligheid  Hoe ga je om met persoonlijke gegevens?  Hoe ga je om met persoonlijke veiligheid van ouderen en leerlingen?  Hoe ga je veiligheid monitoren?  Hoe ga je (probleem)jongeren aanpakken?
  • 59. 58 Wenselijkheid ELLO  Hoe open staan scholen voor het idee van Ello?  Hoe open staan leerlingen voor het idee van Ello?  Hoe open staan ouderen voor het idee van Ello?  Hoe reageren ouderen op prototype Ello?  Hoe reageren leerlingen op prototype Ello?  Hoe reageren scholen op prototype Ello? Belangrijkste vragen na gesprek met stichting mooi is:  Hoe kan je jongeren stimuleren om ouderen te helpen? Door dit aan te tonen kan je de oranjefonds overtuigen om geld beschikbaar te maken en heb je bewijs dat hier vraag naar is. Ouderen zijn namelijk al geïnteresseerd in dit idee dus daar liggen de struikelblokken niet.  Hoe zorg je ervoor dat de veiligheid van de ouderen en jongeren/studenten gecontroleerd worden? o Hoe koppel je studenten aan ouderen? Doen de docenten dit of andere betrokkenen? Projectactiviteiten Hieronder enkele activiteiten die we gedurende project “ELLO” gaan uitvoeren. Tussenresultaten INTERVIEWS - Om de wenselijkheid te toetsen gaan we verschillende partijen interviewen. Ook gaan we met verschillende instanties in gesprek om de nodige informatie te krijgen om project “ELLO” voort te zetten. LITERATUURONDERZOEK - We hebben al enkele documenten met betrekking tot ons onderwerp. Uiteraard gaan we dieper op dit onderwerp in en daar zal, buiten de interviews, ook de nodige deskresearch voor gedaan moeten worden. PROTOTYPE - Er komt ook een prototype beschikbaar om een reallife beeld te geven van het product dat er gaat komen. Zo kunnen de stakeholders niet alleen horen en zien wat voor App het is, maar ook zelf testen. Eindproducten ADVIESRAPPORT - Er wordt een adviesrapport opgesteld waarin de resultaten, en hoe we aan de resultaten zijn gekomen, in staat toegelicht. Uiteraard voorzien we de opdrachtgever van advies.