5 voorbeeldvragen + enkele algemene richtlijnen voor het examen scheppingsleer

1. Examenvragen
5 voorbeeldvragen

2. Algemene opmerkingen
• mondeling examen volgens afspraken HIGW
• voorbereidingstijd + gesprekstijd
• 2 vragen als start gesprek
• bijvragen: niet noodzakelijk signaal dat je fout antwoordt! (kan ook:
interesse voor bepaald punt dat je aanbracht; vraag om
verduidelijking; enz.)
• bedoeling: op basis van cursus tonen dat je tot zelfstandige
theologische reflectie in staat bent
• kennis cursus alleen onvoldoende, is middel tot…

3. vraag 1
“We vatten de betekenis van scheppen niet, als we het reduceren tot
iets dat éénmalig, lang geleden, gebeurde,” zegt D. Sölle. Geef twee
argumenten waarom dit zo is.

4. vraag 2
“Metaforen zijn geen decoraties. Ze ontlenen hun betekenis aan hun
verbeeldend karakter. Lezers en toehoorders zijn actief betrokken bij de
interpretatie van de beelden.” (Küstler) Leg dit verder uit a.d.h.v. één
van beide volgende begrippen:
• recontextualisering of
• revitalisering

5. vraag 3
Beschrijf de drie metaforen waarmee wordt beschreven hoe mensen
de relatie natuur/cultuur zien. Welke past volgens jou best bij wat we
hierover in de Bijbel lezen? Leg uit.

6. vraag 4
Geef minstens drie doelstellingen van opvoeden tot “ecologisch
burgerschap”. Leg één ervan grondig uit.

7. vraag 5
“De wetenschap heeft het over het begin van de wereld, de bijbel over
de oorsprong van de wereld.” In welk model van de verhouding tussen
wetenschap en theologie past dit volgens jou? Leg uit.

8. bijkomende tips
• houd actualiteit in de gaten ;)
• mogelijk:
• aanbieden beeld – leg bepaald concept uit a.d.h.v. dit beeld
• pro/contra-vraag: geef argument voor/tegen bepaalde stelling
• concrete situatieschets: leg uit wat hier op het spel staat, waarvan dit een
voorbeeld is
• bij studeren: probeer verbanden te leggen; als ik vraag stel op basis
van bepaalde tekst of auteur, hoef je je in je antwoord niet tot die
auteur of tekst te beperken.
• zorg wel dat verbanden relevant, to the point zijn