7. Nascholingsevent:
Diploma Sterkt, SODA Werkt!
Prof Valcke SODA als TOOL
Hanne Cooreman SODA-rolmodellen
Dr. Jelle Mampaey Imago van scholen
Karolien Keppens studiekeuze van lln
Pauze
Reacties van scholen
Visie van bedrijven: SPIE
Netwerkmoment
9. Diploma Sterkt, SODA Werkt!
0
0.02
0.04
0.06
0.08
0.1
0.12
percentagevantotaalaantallln.
3degraad
Humane wetenschappen (1 richting)
stijgende trend maar minder werkgelegenheid (VDAB)
vs.
Mechanica-Elektriciteit (TSO; 20 richtingen)
dalende trend maar veel werkgelegenheid (VDAB)
HUMANE MECHANIA & ELEKTRICITEIT (TSO)
10. Diploma Sterkt, SODA Werkt!
• Vragen?
1. Schrijf ze neer.
2. De SODA-lln halen ze op.
11. SODA als “tool”
Martin Valcke
Vakgroep Onderwijskunde
Universiteit Gent
Martin.Valcke@UGent.be
http://users.ugent.be/~mvalcke/CV_2012/
12.
13.
14. Structuur
• SODA: wat staat centraal?
• SODA: geen checklist, maar een doelenlijst
• SODA en executieve functies
• SODA en individuele verschillen
• SODA en straffen
• SODA en uw schoolreglement
• SODA en rolmodellen
17. SODA: wat staat centraal?
• SODA is geen nadruk op “vreemde” doelen
voor ons onderwijs
• Het is een meer nadrukkelijk nastreven van
enkele VOETen
18. SODA: wat staat centraal?
• SODA is geen nadruk op “vreemde” doelen
voor ons onderwijs
• Het is een meer nadrukkelijk nastreven van
enkele VOETen
19. SODA: geen checklist, maar een
doelenlijst
• VOETen: na te streven
• Ontwikkel
– Stiptheid
– Orde
– Discipline
– Attitude
• Leerlingen hebben die SODA-doelen niet
automatisch bereikt!
22. SODA: wat staat centraal?
• Maar is er ooit een inspanning gedaan om die
boekentas gericht op orde te brengen?
• Checklist:
– Kookmessen
– Schort
– Eigen maatlepels
– Agenda
– Boek x en y
– Map met briefwisseling
23. SODA: wat staat centraal?
• Opruim-actie van boekentas, locker,
werkkasten, …
24. SODA: wat staat centraal?
• Idem voor andere elementen van SODA
• Aanleren van Stiptheid, Discipline, Attitude
• Zijn bv.
Regels voor werkruimtes expliciet
geformuleerd?
Zijn ze geafficheerd?
Worden ze besproken?
Worden ze beloond?
…
25. SODA en executieve functies
• Alle leerlingen zijn verschillend.
• “Minstens 25% heeft een probleem.”
• Hoe kan ik elk probleem aanpakken?
• M-decreet ….
– Lost SODA dit op?
26. SODA en executieve functies
• Wat is gemeenschappelijk aan leerlingen met
“moeilijkheden”?
– Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.
– Werkgeheugen: informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van complexe
taken.
– Emotieregulatie: emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren.
– Volgehouden aandacht: aandachtig blijven, ondanks afleiding.
– Taakinitiatie: op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
– Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.
– Organisatie: informatie en materialen ordenen.
– Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.
– Doelgericht gedrag: doelen formuleren en realiseren zonder je te laten afschrikken.
– Flexibiliteit: flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag.
– Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te
evalueren.
27. SODA en executieve functies
• SODA herneemt sommige van deze centrale
aandachtspunten die voor ALLE leerlingen van
belang zijn.
• Breekpunt is aanpak van “taken” (opdrachten,
opruimen, afwerken, lange termijn, open
opdrachten, …)
28. SODA en executieve functies
• Ontwikkelen van deze executieve functies
– Planner, timeliner, herhalen timing, opvolgen timing
– Taken: deeltaken, zelf opdelen, script
– Taakinitiatie: stappen, prioriteren, …
– Opvolgen van taken
– Belonen (waarderen)
– Concreet maken einddoel (foto, model, schema, …)
29. SODA en executieve functies
• Ontwikkelen van deze executieve functies
https://www.stibco.nl/index.php/cognitieve-functies/ognitieve-functies-en-executieve-functies
30. SODA en executieve functies
• Ontwikkelen van deze executieve functies
https://www.stibco.nl/index.php/cognitieve-functies/ognitieve-functies-en-executieve-functies
33. SODA en individuele verschillen
• Ligt de lat voor iedereen even hoog?
– Einddoel voor iedereen gelijk
– Proces zal verschillen: individuele afspraken
• Beloon voortgang in richting einddoel
http://www.penoactueel.nl/Personeel/Algemeen/2012/4/Beloon-proces-in-plaats-van-resultaten-PENO008247W/
34.
35. SODA: straffen
• “Je krijgt straks je SODA attest niet.”
– Opbouwen van S-O-D-A
– Leerproces met belonen, opmerkingen, weer
oppakken, …
– Eén incident is geen reden om proces teniet te
doen.
– SODA als reflectiebasis voor de leerling: wat kan ik
verbeteren? Hoe? In welke mate? Wanneer kan ik
het wel halen?
37. SODA en uw schoolreglement
• Reglement bevat afspraken, regels
• Sterke overlap met SODA
• Veel regels zijn VOETen
– Vereisen dus een leerproces
– Geven “grenzen” aan die afgesproken kunnen worden
– Benadruk wat leerlingen doen en niet alleen het
straffen bij het “niet doen”
– “Moeten” als werkwoord (motiverend taalgebruik)
38. SODA en uw schoolreglement
• Reglement bevat afspraken, regels
• Sterke overlap met SODA
• Veel regels zijn VOETen
– Vereisen dus een leerproces
– Geven “grenzen” aan
– Benadruk wat leerlingen doen en niet het straffen
bij het “niet doen”
39. SODA en rolmodellen
• SODA gedrag bekrachtigen
• Bekrachtigde leerling = rolmodel
• Externe figuren: rolmodellen
• “Ik” kies voor die figuur
• Interne – intrinsieke motivatie
40. SODA als “tool”
Martin Valcke
Vakgroep Onderwijskunde
Universiteit Gent
Martin.Valcke@UGent.be
http://users.ugent.be/~mvalcke/CV_2012/
42. Vragen aan het publiek
• Wie was zelf leerling in het
BSO/BuSO/DBSO/TSO ?
• Wie heeft kinderen in het
BSO/BuSO/DBSO/TSO ?
43. Vragen aan het publiek
• Mocht je willen dat jouw kinderen
een hoger diploma halen (Bachelor,
Master), zou je hen dan naar het TSO
sturen?
44. 0.00% 10.00% 20.00% 30.00% 40.00% 50.00% 60.00%
TSO Industriële
Wetenschappen 3?
TSO Industriële
Wetenschappen 2?
TSO Industriële
Wetenschappen 1?
ASO Humane
Wetenschappen
ASO Latijn
Wetenschappen
ASO Moderne Talen
Wetenschappen
ASO Sport
Wetenschappen
ASO Wetenschappen
Wiskunde
Slaagkansen en studierendement
voor academische bachelor industriële wetenschappen*
studierendement % (85-100%)
Participatiegraad
*studierendement% (85-100%) :
Dit geeft aan hoeveel % van de leerlingen
geslaagd is in 85-100% van hun
ingeschreven studiepunten
in dat schooljaar.
*Participatiegraad:
Het % studenten t.o.v. van alle
afgestudeerden dat zich ingeschreven
heeft in deze opleiding van het
hoger onderwijs.
cfr. www.onderwijskiezer.be
2015
* Industrieel ingenieur
45. 0.00% 10.00% 20.00% 30.00% 40.00% 50.00% 60.00% 70.00% 80.00%
TSO Industriële Wetenschappen
ASO Humane Wetenschappen
ASO Latijn Wetenschappen
ASO Moderne Talen Wetenschappen
ASO Sport Wetenschappen
ASO Wetenschappen Wiskunde
Slaagkansen en studierendement
voor academische bachelor industriële wetenschappen*
SR % (85-100%)
gemiddeld studierendement
Participatiegraad
* Industrieel ingenieur
*SR % (85-100%) :
Dit geeft aan hoeveel % van de leerlingen
geslaagd is in 85-100% van hun ingeschreven
studiepunten in dat schooljaar.
*studierendement:
Dit is de verhouding van het aantal verworven
studiepunten (waarvoor geslaagd)
t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven).
*Participatiegraad:
Het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden
(uit deze secundaire studierichting)
dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding
van het hoger onderwijs.
cfr. www.onderwijskiezer.be
2015
47. ASO: kijken jouw vrienden neer op ...?
A. 1/16 lln op TSO & 1/8 lln op BSO
B. 1/8 lln op TSO & 1/4 lln op BSO
C. 1/4 lln op TSO & 1/2 lln op BSO
48. Kijken jouw vrienden neer op ….?
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
nr ASO nr TSO nr BSO
Onderwijsvorm waarop wordt neergekeken
Negatieve perceptie van de onderwijsvormen in een ASO-school
(steekproef: 1 ASO-school)
LLN in ASO-school
50. De quasi-onderwijsmarkt
• Het Vlaams (secundair) onderwijssysteem is
een quasi-onderwijsmarkt
• Scholen moeten met elkaar concurreren om
leerlingen aan te trekken
• Belang van reputatiemanagement
53. Reputatiemanagement
• Verschillende ‘proxies’
– Selectiviteit witte scholen hebben een betere
reputatie dan zwarte scholen
– Aanwezigheid ASO scholen met enkel TSO/BSO
hebben een slechtere reputatie
– Discipline scholen met een streng disciplinair
beleid hebben een betere reputatie
54. TSO/BSO scholen
• Vlaamse TSO/BSO-scholen hebben vaak een
slechte reputatie omdat ze niet voldoen aan
die ‘proxies’ van kwaliteit
– Geen selectiviteit, vaak sociaal en etnisch diverse
scholen
– Afwezigheid ASO
– Geassocieerd met een gebrek aan discipline
55. SODA?
• Het SODA-label zou een effectief instrument
kunnen zijn om de reputatie van scholen te
verbeteren
• Waarom?
– SODA (Stiptheid, Orde, Discipline, Attitude)
signaleert een streng disciplinair beleid (= één van
de ‘proxies’ van kwaliteit)
57. Hoe SODA implementeren?
• SODA-label mag niet louter een symbool
worden
• Er is ook nood aan een reëel disciplinair
beleid (bv. spijbelproject)
– SODA-attest als instrument gebruiken om aan
attitude van leerlingen te werken
58. Conclusie
• SODA kan de reputatie van scholen
verbeteren, maar bij de implementatie moet
er wel opgelet worden dat het SODA-label niet
enkel een symbool is
61. Waarom is reputatiemanagement
belangrijk?
Dr. Jelle Mampaey
Beken vanuit proxi’s van kwaliteit
Karolien Keppens
Bekijkt dit vanuit de segregatie
in het onderwijs en
schoolkeuze van ouders
62. Segregatie in het onderwijs
• Concentratiescholen vs. Elitescholen
• 80% van scholen heeft eenzijdig
leerlingenpubliek waarin één bepaalde
sociaal-etnische groep dominant is (Boone &
Van Houte, 2011)
(Jungbluth, 1997)
63. Segregatie in het onderwijs
Gesegregeerd stelsel van witte en zwarte
scholen
Concentratiescholen zijn niet aantrekkelijk
Aantal inschrijvingen
in deze scholen daalt
64. Waarom daalt het aantal
inschrijvingen?
• Ouders kiezen de school (Onderwijsraad Nederland, 2008)
• Eisen van ouders
- Nabijgelegen scholen
- Goed bereikbare scholen
- witte scholen
- ASO
• School- en studiekeuze is een sociaal proces
- Positie in sociaal netwerk
- Gelijkaardige achtergrond
(Glazerman, 1998; Karsten, 2003)
65. Waarom daalt het aantal
inschrijvingen?
ETNISCHE SAMENSTELLING IN SCHOLEN (Pinceel,
2013)
• Witte vlucht
• Zwarte vlucht
66. Waarom daalt het aantal
inschrijvingen?
• Push- en pull factoren (zwarte scholen)
• Een school met veel allochtone leerlingen is
aantrekkelijk voor allochtone ouders
De school trekt die ouders aan: pull
• Een school met veel allochtone leerlingen is
minder aantrekkelijk voor autochtone ouders
De school stoot die ouders af: Push
(Karsten et al., 2002)
Bepaalde scholen worden sneller zwart
67. Wat stellen we vast?
“Ouders stellen heel wat eisen wat betreft de
school- en studiekeuze van hun
kinderen, maar tegelijkertijd
bezitten ouders niet de
relevante kennis om hun
kinderen te helpen bij
school- en studiekeuze”
(Oomen, 2010)
70. SODA als troef voor scholen
• Imago school: hoe komt de school over?
• Alleen goed onderwijs aanbieden werkt niet
meer
• Scholen moeten zich op andere manier ‘in de
markt zetten’
• Scholen moeten zich onderscheiden
• Troeven in de verf zetten
(Mahieu, 2012)
71. SODA als troef voor scholen
• Marketingcampagne (Van Driessche, 2012)
• Naar buitenwereld merkbaar maken dat je
werkt aan attitudes SODA
School wordt
aantrekkelijk voor
breed publiek
Gesegregeerd stelsel van witte en zwarte scholen (wat haaks staat op het bevorderen van de integratie, gelijke kansen en het bestrijden van sociale ongelijkheid)
School- en studiekeuze is een sociaal proces: de positie in een sociaal netwerk heeft een invloed op de school- en studiekeuze. Ze kiezen een studierichting op basis van een gelijkaardige achtergrond van andere leerlingen (Glazerman, 1998 & Karsten, 2003)
Witte vlucht: autochtone ouders sturen hun kinderen minder naar scholen die zwart dreigen te worden (of halen hun kinderen weg uit deze scholen)
Zwarte vlucht: als ook allochtone ouders deze scholen mijden en bewust kiezen voor witte of meer gemende scholen
Bepaalde scholen worden sneller zwart: een groeiend aandeel allochtone leerlingen gaat gepaard met een dalend aandeel autochtone leerlingen.
Push- en pull factoren (zwarte scholen)
Een school met veel allochtone leerlingen is aantrekkelijk voor allochtone ouders De school trekt die ouders aan: pull
Een school met veel allochtone leerlingen is minder aantrekkelijk voor autochtone ouders De school stoot die ouders af: Push
(Karsten et al., 2002)
Bepaalde scholen worden sneller zwart