More Related Content
Similar to November 2015 - PPR
Similar to November 2015 - PPR (20)
November 2015 - PPR
- 1. © 2015 - Montesquieu
M O N T E S Q U I E U
P U B L I C A T I E
November 2015
Door: Pascal Laven - Senior Risk Manager
1
De toezichthouder besteedt de
laatste tijd steeds meer aandacht
aan het begrip Prudent Person
Regel voor de inrichting van het
beleggingsbeleid. Het doel van deze
publicatie is om de lezer meer
inzicht te geven van de impact van
de Prudent Person Regel op het
beleggingsbeleid.
Zorgvuldig beheer
De Prudent Person Regel (hierna
PPR) is een open norm voor
zorgvuldig beheer van een collectief
vermogen. De belegger gedraagt
zich hierbij als een goed huisvader,
wat betekent dat wordt belegd in
het belang van het doel waarvoor
het vermogen bij elkaar is gebracht.
De invulling van PPR ontwikkelt
zich door de open richtlijn in de tijd.
Het is belangrijk deze ontwikkeling
te volgen en te implementeren door
het aanpassen van het
beleggingsbeleid.
Reikwijdte PPR
De PPR is in meerdere wetten bij
verschillende sectoren opgenomen.
Voor pensioenfondsen is de PPR
opgenomen in de Pensioenwet.
Voor de onderwijssector is dit
geregeld in de Regeling Beleggen en
Belenen en voor de overheden en
gelieerde organen is het goed
huisvaderschap opgenomen in de
Wet Fido en Ruddo.
Op andere instellingen, zoals Family
Offices, Trusts en goeddoel-
instellingen, is de PPR eveneens van
toepassing. De meeste integratie en
ontwikkeling van de PPR heeft in de
sector pensioenfondsen plaats-
gevonden en wordt daarom vaak als
referentiekader gebruikt.
Regulering door toezichthouder
Voor de regulering van het
beleggingsbeleid in een sector heeft
de toezichthouder twee
benaderingswijzen ter beschikking:
kwantitatieve beleggingsrestricties
en de PPR benadering. Om het
verschil duidelijk te maken zullen
we kort ingaan op de verschillen.
Bij kwantitatieve beleggings-
restricties worden regels ingezet
om grenzen aan te geven.
Deze benadering heeft voornamelijk
de focus op de veiligheid van
individuele beleggingen, waarbij het
totaalrisico van de portefeuille niet
boven een bepaald niveau mag
stijgen. Deze bendering is gebaseerd
op een rule-based wet- en
regelgeving.
De andere benadering van de
regulering van het beleggingsbeleid
is de PPR, waarbij de belegger
geacht wordt prudent te beleggen.
De term Prudent Person Regel is in
zekere zin misleidend aangezien het
eigenlijk geen regel is. PPR heeft een
open architectuur wat inhoudt dat
er geen sprake is van strenge
restricties, maar door aanwijzingen
en voortschrijdend inzicht wordt
ingevuld. Het gedrag wordt aan de
hand van relevante beginselen
bevorderd in plaats van strikte
regels. Er is sprake van een
principle-based wet- en regelgeving.
De toezichthouder DNB heeft bij
pensioenfondsen in de wetgeving
voor de regulering van het
beleggingsbeleid de PPR een
belangrijke rol gegeven. In de
memorie van de toelichting wordt
de PPR nader toegelicht. Hierin
komen de kwalitatieve en de
kwantitatieve inrichting (zoals
richtniveaus en bandbreedtes) aan
bod.
Voor overheden en
onderwijsinstellingen heeft de
toezichthouder in de wetgeving al
direct kwantitatieve normen en
richtlijnen opgenomen.
Focus van PPR
De PPR is een voortzetting van de in
1952 ingevoerde verplichting voor
pensioenfondsen om op een solide
wijze te beleggen.
Prudent Person Regel
Nadere invulling van de Prudent Person Regel zorgt voor de noodzaak om het beleggingsbeleid te actualiseren.
- 2. © 2015 - Montesquieu
P U B L I C A T I E
2
Het omvat onder meer het proces
van besluitvorming, waarbij vooraf
alles goed in kaart is gebracht en
iedereen is gehoord. Daarna wordt
op basis van voldoende
onderbouwingen een wel-
overwogen besluit genomen,
dat wordt gedragen door het
volledige bestuur.
Door de open norm van de PPR kan
de invulling van instantie tot
instantie verschillen. Het nadeel van
deze flexibiliteit is dat het voor de
toezichthouder moeilijker is om
vast te stellen wanneer de prudent
person regel is overschreden. De
focus van PPR ligt niet op het
naleven van externe richtlijnen,
maar op interne controle-
mechanismen (o.a. beleggings- en
risicoprocessen) en de governance
(o.a. besluitvorming). Daarom zal de
toezichthouder in het bijzonder
hierop focussen.
Aanvullende uitgangspunten op
PPR
De wetgever heeft, in ieder geval
voor pensioenfondsen, in de
memorie van toelichting
aangegeven dat de PPR het best kan
worden benaderd vanuit een aantal
(risico-mitigerende)
uitgangspunten, die los van de PPR
zijn geformuleerd. Deze
uitgangspunten zijn:
- De beleggingen worden
geïnvesteerd in het belang van
de gerechtigden.
- De beleggingen worden op
zodanige wijze belegd dat de
veiligheid, de kwaliteit, de
liquiditeit en het rendement van
de portefeuille als geheel zijn
gewaarborgd.
- Het beleggingsbeleid wordt zo
ingericht dat strookt met de
aard en de duur van het doel
waarvoor het vermogen bij
elkaar is gebracht.
- De beleggingen worden
hoofdzakelijk op
gereglementeerde markten
belegd.
- Beleggingen in derivaten zijn
toegestaan voor zover deze
bijdragen aan vermindering van
het risicoprofiel of een
doeltreffend portefeuillebeheer
vergemakkelijken.
- De waarden worden naar
behoren gediversifieerd, zodat
bovenmatige afhankelijkheid
wordt vermeden.
- Beleggingen worden
gewaardeerd op marktwaarde
ofwel actuele waarde.
Van pensioenfondsen (deze
uitgangspunten kunnen ook worden
toegepast door niet-
pensioenfondsen) wordt verwacht
dat ze aangeven hoe aan
bovenstaande uitgangspunten
wordt voldaan en hoe dit is
uitgewerkt en vastgelegd in het
beleggingsbeleid.
Beleggingsbeleid
De basiscomponenten voor het
beleggingsbeleid zijn de
beleggingsgrondbeginselen en een
studie die het rendement-risico
profiel van de beleggingen afstemt
met die van de toekomstige
verplichtingen. Die bepalen samen
met het doel, de beleggingstermijn,
het risicoprofiel en de wettelijke
beperkingen hoe het
beleggingsbeleid wordt ingevuld. De
onderbouwing en invulling van het
beleid, de processen, de organisatie
en de mandaten worden beschreven
in het document (strategisch)
beleggingsbeleid.
Door het open karakter van de PPR
en door nieuwe aanbevelingen moet
het document beleggingsbeleid
periodiek worden geactualiseerd.
Het principle-based karakter van de
PPR heeft niet alleen betrekking op
het beleggingsbeleid zelf, maar heeft
ook invloed op de invulling van
allerlei andere aspecten die
gerelateerd zijn aan het
beleggingsbeleid. Het gaat bij deze
benaderingswijze immers om
processen en procedures. De
reikwijdte van PPR is dus niet alleen
over de samenstelling van de
beleggingsportefeuille. PPR heeft
ook betrekking op de inrichting van
de organisatie, de governance, het
risicobeheer en het uitbestedings-,
selectie- en evaluatiebeleid.
De PPR moet daarom worden
gezien als een overkoepelend begrip
waar meerdere onderwerpen
samen komen die in relatie staan tot
het beleggingsbeleid. De PPR zorgt
ervoor dat de beleggingsvrijheid die
inherent is aan de PPR op
deskundige en verantwoorde wijze
wordt ingevuld.
Risicobeheer en risicobewaking
PPR heeft op basis van prudentie
ook invloed op de invulling van een
adequate risicobeheersing en
risicobewaking.
November 2015
Montesquieu
is een
onafhankelijk
risicomanager voor
pensioenfondsen
- 3. © 2015 - Montesquieu 3
Op dit gebied maken
pensioenfondsen de laatste jaren
grote stappen, terwijl andere
sectoren over dit onderwerp nog
niet echt hebben nagedacht.
Op basis van beheerste en integere
bedrijfsvoering zal het onderwerp
risicobeheer en risicobewaking
moeten worden uitgewerkt in het
beleggingsbeleid.
Onderwerpen die hierbij aan bod
komen zijn onder meer:
- Welke risico’s zijn aanwezig
(financiele en niet-financiele
risico’s)?
- Welke risico’s zijn beheersbaar
en welke risico’s zijn niet
beheersbaar?
- Wat is de bruto impact, welke
maatregelen zijn mogelijk en
wat is uiteindelijk de netto
impact?
- Wat is de kans van elk risico dat
ze optreden?
- Wat is de risicohouding en hoe
wordt die tot uitdrukking
gebracht?
- Welke key-risks moeten
worden gevolgd en hoe kunnen
die worden gevolgd?
In het document beleggingsbeleid
zullen bovenstaande vragen moeten
worden uitgewerkt.
Hierbij zullen de volgende
onderwerpen (en niet alleen
gelimiteerd tot deze onderwerpen)
in relatie tot risicobeheersing
moeten worden beschreven: het
proces, de mandatering voor de
uitvoerder, de limieten, de
monitoring en de rapportage.
Governance
PPR heeft ook invloed op de
inrichting van de interne organisatie
en op het uitbestedingsbeleid.
Hierbij speelt de motivering van de
besluitvorming en het correct
volgen van de processen een
belangrijke rol.
Transparantie en communicatie zijn
twee elementen die hierbij ook
belangrijk zijn geworden. Zo zullen
de pensioenfondsen meer
informatie moeten geven over het
risicoprofiel, de soorten risico’s, de
omvang van het risico en de
beheersmaatregelen die wel of
bewust niet worden genomen.
Voor een goede scheiding van de
machten (wetgevende macht,
uitvoerende macht en
controlerende macht) is het advies
om het risicomanagement uit te
besteden aan een onafhankelijke
partij. Die partij kan het proces
begeleiden en de monitoring en de
controlerende functie op zich
nemen.
Montesquieu
Als onafhankelijk externe
riskmanager wil Montesquieu graag
met u de inrichting en de
monitoring van de risico’s
bespreken. Wij zijn u hier graag bij
van dienst. Meer weten? U kunt ons
bereiken via de onderstaande
contact gegevens.
P U B L I C A T I E
November 2015
MONTESQUIEU
Bezoekadres:
Buitenplaats Vaeshartelt Postadres: Tel.nr. 043 - 325 50 50
Weert 11 Postbus 414 info@montesquieu.nl
6222 PG Maastricht 6200 AK Maastricht www.montesquieu.nl